Al bijna een half jaar rijd ik 3 keer In de week langs ons nieuwe huis. Niet letterlijk maar vanaf de snelweg kijk ik dan naar de plek waar ons huis staat. Het gaat te snel om het goed te kunnen zien. In het begin kon ik het ook moeilijk vinden, ik dacht dat het dichterbij de snelweg lag. Maar nu weet ik precies waar ons huis staat. Dit halfjaar heb ik bekeken of er de hele middag, maar vooral ook begin van de avond nog zon is in de tuin, zodat ik na thuiskomst van het werk nog even van het zonnetje kan genieten. Dit is in ons huidige huis niet het geval. Ook heb ik gekeken of ik vanaf onze tuin ‘s ochtends een mooie zonsopkomst kan zien en vanaf de bank ’s avonds een mooie zonsondergang. Als de omstandigheden gunstig zijn, dan kan dat volgens mij. Of er bij tijden in de ochtend ook zo’n mooie mist laag over de velden voor en achter ons huis hangt, heb ik nog niet kunnen ontdekken. Ik hoop stiekem wel, dat ik daar straks van kan genieten. Of er ook hertjes in de velden staan, heb ik ook nog niet gezien. Wel aan de andere kant van de snelweg, met de laatste week zelfs aan de verkeerde kant van de sloot. Ze zouden zo de snelweg op kunnen springen. Een paar dagen later zag ik ze weer de sloot oversteken …
We hebben best lang moeten wachten, maar nu nog een kleine week en dan krijgen we de sleutel van ons nieuwe huis. Ik ben heel benieuwd hoe het ons gaat bevallen.
Als ik terugkijk, ben ik in mijn leven nog niet zo heel veel verhuisd. In mijn jonge jaren nog het meest. De eerste 2 jaar heb ik samen met mijn ouders doorgebracht in de Oosterpoort. In een klein huisje, waar volgens zeggen de muizen in onze slaapkamer liepen en misschien ook wel in mijn bed en waar de wc nog buiten in de tuin stond. Daar kan ik me niks meer van herinneren en van die wc heb ik geen gebruik hoeven maken. Hierna zijn we verhuisd naar een flat (tegenwoordig noemen we dit een appartement) in de Oosterpark, met mooi uitzicht over een vijver. Hier heb ik ook weinig herinneringen aan. Ik weet alleen dat mijn zusje hier is geboren en dat ik op het moment dat dit gebeurde, niet naar huis mocht, maar naar de buren moest. Dat vond ik maar niks. Hier hebben we niet lang gewoond. De onderbuurvrouw stond, zodra ik ook maar een beetje lawaai maakte, direct bij mijn moeder voor de deur met de mededeling dat ze moest zorgen dat haar kind zich stil hield. En zo verhuisden we naar Corpus den Hoorn. Weer een flat, maar nu op de 1e verdieping, met een groot grasveld voor de deur en het Stadspark op loopafstand. Hier heb ik mijn hele jeugd doorgebracht. Wat woonden er in die tijd nog veel gezinnen in deze flatwoningen. En hier heb ik het ook heel lang, goed naar mijn zin gehad. Ruime grasvelden in de buurt, een zandbak waar ik als klein kind graag in speelde, een speeltuin om de hoek en ook de school met al mijn vriendinnen was dichtbij. Ook in de flat zelf had ik vele vriendinnen en in die tijd wist ik eigenlijk niet anders dan dat het grote gros van de kinderen die ik kende en ook familie, in een flat woonde.
Op de lagere school waren er een paar uitzonderingen van kinderen die in een rijtjeshuis woonden en 1 meisje die echt uit de toen villabuurt kwam en woonde in een vrijstaand huis met een immense tuin. De eerste keer dat ik daar kwam, keek ik echt mijn ogen uit.
Ik heb een fijne jeugd gehad op deze plek, met klasgenoten, buurtgenoten, maar vooral ook familie. Wij kwamen altijd veel bij familie, vooral bij mijn opa en oma, wat een verzamelplek was voor de rest van de familie. Tegen de tijd dat we zelfstandig daarnaar toe mochten, gingen we als neven en nichten, hier vaak na schooltijd, in de weekenden en vakanties naartoe om elkaar te ontmoeten, om bij te kletsen, gewoon lekker te lezen etc., ook met de ooms en tantes die nog thuis woonden en/of regelmatig thuis kwamen. Wat een gezelligheid en wat konden er veel mensen in die woning, ook een flat. Soms verbaas ik mij daar nu wel eens over.
Pas toen ik op de middelbare school zat en ook meer vriendinnen buiten de stad kreeg, zag ik dat lang niet iedereen in een flat woonde, ik kwam terecht in mooie rijtjeswoningen en vrijstaande huizen. Wat leek het mij leuk om een huis met een trap te hebben.
Tot mijn 26e heb ik uiteindelijk in een flat gewoond. Toen mijn ouders op mijn 22e gingen verhuizen naar een 2 onder 1 kapwoning buiten de stad, ben ik niet meeverhuisd, maar samen met mijn vriend (nu echtgenoot) ben ik blijven wonen in mijn ouderlijk huis. Aan de ene kant had ik graag mee willen verhuizen, eindelijk naar een huis met een trap, maar ik was inmiddels afgestudeerd, had een baan en was wel toe aan ons eigen plekje.
We hebben samen nog ruim 3 jaar in deze woning gewoond en zijn toen op onze huidige woning gestuit. Het 2e huis wat we bezichtigden. Van buiten zag het er helemaal niet zo mooi uit en we hadden ook niet in de gaten dat het ‘een zelfde soort woning’ was als het appartement waar mijn oom en tante in de zelfde staat in hadden gewoond. Na het bezichtigen van een huis in Haren, welke beneden nog best oké was, maar boven toch wel erg klein, was dit echt een verademing. Wat een ruimte had dit huis en de tuin was niet zo groot, dat wilden we ook niet, want beiden hadden we nog nooit een tuin gehad. Eindelijk had ik mijn huis met een trap en niet 2, maar zelfs 3 verdiepingen.
Toch is die trap in de loop der tijd eigenlijk mijn struikelblok geworden. We woonden er nog maar net, toen ik geopereerd moest worden en vervolgens lange tijd moeite had met traplopen en daardoor niet naar mijn mooie werkkamer op zolder kon. Na de geboorte van mijn oudste zoon kreeg ik last van bekkeninstabiliteit en was traplopen weer lange tijd een vervelende bezigheid. Hierna is het jaren goed gegaan, maar vanwege een versleten knie (en ik denk inmiddels 2) is het traplopen nu ook al tijden niet meer zo fijn en moet ik er steeds over nadenken hoe vaak ik de trap op kan en wat ik boven moet doen. Dit is ook één van de redenen dat we nu gaan verhuizen. Het was een optie om terug te gaan naar een gelijkvloerse flat, maar dat zie ik (nog) niet zitten. Nu gaan we naar een huis met nog wel een trap, maar met een slaapkamer, badkamer en wasruimte beneden. En nu met een grotere tuin, we denken dat we dat nu wel aan kunnen.
Nog een kleine week en dan kunnen we in ons nieuwe huis aan de slag. Ik hoop dat het de fijne plek gaat worden, die ik voor ogen heb. Was het vorige keer de behoefte aan een huis met meer ruimte en vooral ook meer verdiepingen, nu is het vooral naast een slaapkamer, badkamer en washok beneden, ook de grotere tuin en het vrije uitzicht voor en achter wat me trekt in deze woning en deze plek. Ik ben benieuwd wat dit ons gaat brengen; voor het eerst buiten de stad!