Gevoel van onmacht; verkeerde keuze of gevolg van de bezuinigingen …

Wat kunnen sommige dingen soms hard binnen komen. Ook al heb je het min of meer wel zien aankomen, het gevoel gehad dat er een soort complot is opgesteld, als het dan daadwerkelijk wordt medegedeeld voelt het als een mes in je rug.
Sylvain heeft steeds moeilijke periodes gehad op school. Dit begon al in zijn tweede schooljaar. De klik was er niet met deze juf, die in het begin teveel heeft toegegeven. Er zijn ook jaren geweest waarin het heel goed ging. Dan was er wel een klik met de juf, maakte hij grote vorderingen en voelde het voor ons goed. Toch zijn er altijd twijfels geweest. Hebben we wel de juiste keuze gemaakt qua school? Is ons kind wel geschikt voor school? Of hadden we toch voor het KDC moeten kiezen? Keuzes maken is moeilijk. Ik denk dat een ieder dit wel herkent. Een keuze maken voor een kind dat anders is en waarvan je de gebruiksaanwijzing niet volledig kent en waarschijnlijk ook nooit volledig zult kennen is nog veel moeilijker.
Ik zit hier nu met een brok in mijn keel. Ik weet wat me te doen staat en weet ook dat dit het beste is voor mijn kind. Toch biggelen de tranen me over de wangen en moet ik het echt een plekje gaan geven.

Na twee hele goede jaren op school, waarbij Sylvain in een klas zat met kinderen van een hoger niveau, bij een lerares die hem volledig aanvoelde, is er veel gebeurd in de organisatie van de school. Bezuinigingen, maar ook een ander beleid, waarbij gekozen werd voor groepssamenstellingen op basis van niveau en niet meer op leeftijd, is Sylvain in eerste instantie in een kleinere groep terecht gekomen met vrij moeilijke leerlingen bij elkaar en een leerkracht die dit niet aan kon. Er is dat jaar van alles mis gegaan en school heeft achteraf toegegeven dat dit alles niet zo had uitgepakt als ze hadden gehoopt en dat het  geen goede keuze is geweest. Een vervelend en naar ons idee ook verloren jaar, welke de laatste maanden goed is opgevangen door een aantal invallers, die de rust weer terug hebben gekregen in de groep.
Er is veel moeite gedaan om Sylvain daarna in een voor hem goede groep te plaatsen en dit is naar onze mening goed gelukt. Een vrij rustig jaar, waarbij er heus ook wel de nodige dingen niet helemaal goed gingen. Waarin Sylvain ook boze buien had, maar ze waren nog goed hanteerbaar.
Tot onze verbazing werd Sylvain het jaar erop toch in een andere groep geplaatst, welke volgens school beter bij hem aan zou sluiten, meer stabiliteit zou geven. Ik begon me toen al af te vragen of hij niet gewoon naar een andere klas gezet werd, omdat de leerkrachten hem niet langer dan een jaar kunnen handelen. In deze tijd begon er grote onrust in de school. Door bezuinigingen kwamen er veel personeelsleden op de lijst van ‘overbodigen’ te staan, vooral assistenten. Aan de ene kant kwamen er steeds meer administratieve taken vanuit de arbeidsinspectie, maar de extra handen werden wegbezuinigd.
De klas die Sylvain meer rust en structuur moest gaan bieden, deed dit helemaal niet. In dit jaar gingen zowel een leerkracht als een assistent (die deze groep gelukkig nog wel kon behouden) met zwangerschapsverlof en de andere leerkracht werd ziek. Waarop één vaste leerkracht het tijdelijk over kwam nemen, maar de assistent werd steeds weer vervangen door een andere. Onrust ten top dus. Met al deze onrust is Sylvain er naar ons idee nog redelijk doorheen gekomen en het volgende jaar is ervoor gekozen om hem op 12 –jarige leeftijd toch maar door te laten stromen naar de VSO. Helaas niet naar de klas waar we hem het liefst zouden zien, maar ach misschien zou dit ook wel een goede groep voor hem zijn. Minder cognitieve vakken en meer praktisch onderwijs, dat zou hem goed doen dachten we.

Vanaf het begin van dit schooljaar gaat het allemaal echter niet zo lekker. Een van de vaste leerkrachten is in eerste instantie nog met zwangerschapsverlof en er is dus een vervanger. Een vervanger die niet onder stoelen en banken schuift dat ze blij is er niet meer te zijn als de ‘moeilijke dagen’ (Sint Maarten, Sinterklaas, Kerst) eraan komen. De andere juf heeft Sylvain al eerder gehad en daar heeft hij niet echt een klik mee. De assistent die er in eerste instantie vier dagen zou zijn, blijkt er uiteindelijk maar drie dagen te zijn en op woensdags is er helemaal geen assistent meer aanwezig.
Daar het niet lekker loopt met Sylvain, veel boze buien, vermoeidheid, problemen met andere kinderen in de klas, hebben we vanaf de herfstvakantie met de regelmaat of een gesprek of even contact met school. We besluiten om Sylvain op woensdags niet meer naar school te laten gaan. Zo kan hij een dagje bijkomen en is het voor de klas beter, omdat er dan geen assistent is.
De leerling en hij die elkaar in de klas het meest triggeren, worden zoveel mogelijk uit elkaar gehaald. De andere leerling gaat zelfs  twee dagen naar een andere klas en Sylvain gaat een extra ochtend op stage. Een leuke stage waar hij veel plezier aan beleeft. Toch wordt hiermee niet de rust ingebouwd die hij nodig heeft. Steeds vaker escaleert het in de klas, waarbij niet duidelijk is wat er nu precies gebeurd. Er wordt een speciale achterwacht geïnstalleerd waar kinderen naartoe kunnen als het even niet meer gaat in de klas, hier komt Sylvain regelmatig. Op het moment dat ik dit hoor, krijg ik al het vermoeden dat de volgende stap zal zijn dat hij niet meer op school kan blijven.

Vanochtend hadden we  weer een gesprek op school. Gisteren toen ik hierover gebeld werd op mijn werk, werd er al voorzichtig doorgeschemerd waar het gesprek naartoe zou gaan. Ze wilden ons liefst die middag nog spreken, wat natuurlijk niet op stel en sprong geregeld kon worden met het werk.
Om een lang verhaal kort te maken. De school zit met hun handen in het haar en weten niet meer wat ze met Sylvain aanmoeten. Ze zien dat hij zich niet prettig voelt op school, hij gaat overigens elke dag wel met plezier naar school, en dat de klik er niet is met de leerkrachten. Ze kunnen hem echter geen andere groep bieden, omdat de enige groep die geschikt is en waar wij hem graag zouden willen zien, al te vol is. Daar kan echt geen leerling meer bij. Daarnaast zit daar een andere leerling, die ook niet goed matched.
Voor ons is het duidelijk. We moeten op zoek naar een andere plek voor Sylvain. Een plek met minder prikkels, minder kinderen op een groep en meer begeleiding. Dit houdt in dat hij niet meer naar school kan, maar dat we op zoek gaan naar een goede dagopvang en/of KDC.
Ik weet dat het beter voor hem is en ik hoop dat het uiteindelijk goed uitpakt. Toch merk ik dat ik er wel moeite mee heb. Het is al moeilijk als je kind niet zoals elk ander kind naar een ‘gewone’ school kan. Nu kan hij niet eens meer naar een speciale school. De school geeft aan, dat er in de tijd voor de bezuinigingen, een heleboel mogelijkheden waren om ‘kinderen als Sylvain’ op school te kunnen houden. Onze zoon is dus de dupe van alle bezuinigingen …

 

Ontruiming

Volgens mij heb ik maar één keer in mijn leven aan een ontruimingsoefening meegedaan. Dit was toen ik nog bij de thuiszorg werkte. Ik kan me niet heugen of we dit ooit hebben gedaan op de lagere school vroeger,  of op de middelbare school.
Ik weet wel dat onze  kinderen meerdere malen een ontruimingsoefening hebben gehad. Dit begon al op het kinderdagverblijf en vooral Sylvain verteld nu grootse verhalen over de ontruimingsoefeningen, die op zijn school plaatsvinden. Het alarm dat af gaat, kinderen die daar erg van schrikken, je mag je jas en tas niet meenemen en moet direct het gebouw verlaten…  Dat van je jas en tas, dat kan ik me van de oefening ook nog wel herinneren. Wij hebben bij het thuiszorggebouw een tijdlang op de parkeerplaats gestaan zonder jas en het was koud … Ik vraag me toch altijd af hoe het zal verlopen als er daadwerkelijk een ontruiming plaatsvindt,  om wat voor reden dan ook.

Ik ben geconcentreerd in gesprek met een klant.  Hij heeft meerdere vragen voor mij, welke ik zo goed mogelijk  uitleg en ik zoek het één en ander voor hem uit. Ik ga helemaal op in het gesprek, zie ondertussen wel een teamleider heen en weer lopen en de ramen openen. Het is wel warm op onze zaal, maar dat is het eigenlijk altijd, dus waarom nu ineens zoveel ramen open moeten… Ik zie het gebeuren, maar besteed er verder geen aandacht aan. Wat later hoor ik door de open ramen het geluid van sirenes, het komt hard binnen en eigenlijk stoor ik me er aan, want zo kan ik de klant niet goed verstaan. Ook hier schenk ik verder geen aandacht aan. Ik wil net nog wat uitleggen als er achter mij wordt gezegd dat ik het gesprek moet afkappen, ik moet direct weg … Nog zo in het gesprek heb ik eigenlijk niet door wat er om me heen gebeurd. Als ik opkijk zie ik dat er niet zoveel collega’s meer zijn en een aantal is nog druk bezig  hun spullen te pakken en weggaan. Ik zeg nog snel tegen de klant dat er wat aan dat hand is en dat ik onmiddellijk moet ophangen,  voordat ik de verbinding verbreek. Ik kijk om me heen, vraag me af wat ik moet doen, ik mag geen jas aan en geen spullen meenemen schiet er door mij heen, maar zie collega’s wel hun jas aandoen. Snel trek ik toch mijn jas aan, pak mijn tas en stop hier nog snel mijn telefoon in, de rest laat ik liggen en dan pas zie ik dat er op de zaal brandweermannen rondlopen met iets in hun hand.
Zou het dan menens zijn? Is dit geen oefening? Ik loop achter mijn collega’s aan naar buiten, waar zich al een  groep heeft gevormd. Ik zie een brandweerauto en twee ambulances staan, een aantal  collega’s zitten op een muurtje, waarvan een paar  er erg bleek uitzien. Ondertussen hoor ik dat er een vreemde geur is geroken, de geur van verbrand plastic, een ander heeft het over koolmonoxide …  Het dringt nog steeds niet echt tot me door wat er aan de hand is. Mensen praten druk met elkaar, ik hoor sommigen zeggen ‘Dit is niks voor mij, ik word hier helemaal zenuwachtig van’.  Ik voel geen ontrust. Vraag me wel even af waarom we voor het gebouw blijven staan. Stel dat er echt iets aan de hand is en de boel explodeert, dan kunnen we toch beter wat verder op gaan staan?
Degenen met klachten moeten voor het gebouw blijven zitten en zullen onderzocht worden. Op de achtergrond hoor ik het geluid van naderende sirenes. Komt er nog meer aan? En dan duikt ook de  traumahelikopter op. Het is dus echt serieus.
De mensen die geen klachten hebben, worden naar een ander gebouw van ons bedrijf geleid. Ondertussen vraag ik me af of ik geen klachten heb. Ik heb inmiddels behoorlijke hoofdpijn en hoor anderen hier ook over, maar ik was vanochtend al niet helemaal fit. Ik heb niks geroken, wat gek is, want ik heb normaal gesproken een scherpe neus.
Er is wat verwarring over welke kant we op moeten.  Uiteindelijk worden we over twee gebouwen verspreid,  waar werkplekken voor ons klaar staan. Ondertussen arriveren er nog steeds nieuwe ambulances …
Zo’n drie kwartier later schat ik, zitten we deels weer geïnstalleerd achter de computer met een headset op en proberen we de wachtende klanten te woord te staan. Er staat inmiddels een behoorlijke wachtrij en van collega’s hoor ik later dat er zelfs klanten boos zijn geworden, omdat ze zo lang moesten wachten. Ondanks dat er een bandje ingesproken was en wij het de klant ook nog hebben uitgelegd. Gelukkig heb ik zelf geen boze klanten aan de lijn gehad. Het is wel even anders bellen, op een andere plek, nog niet wetende wat er nu precies aan de hand is en de spullen die ik anders bij me heb liggen om het één en ander op te zoeken, zijn nog in het andere gebouw.  Dat ik die heb achtergelaten, vind ik niet zo erg, het is alleen maar lastig. Ik maak me wel wat zorgen om mijn agenda, die ik ook achter heb gelaten en waarin toch wel wat gegevens staan die belangrijk zijn en mijn mooie pen die ik van Joop heb gekregen zit erbij …

Zo’n tweeënhalf uur later horen we dat het goed gaat met de collega’s die onwel waren geworden. Ze zijn voor de zekerheid naar het ziekenhuis gebracht, onderzocht en er is bloed afgenomen. Hier is niks uit gekomen. Ook het onderzoek van de brandweer ter plaatse heeft verder niks opgeleverd, er lijkt niks aan de hand, dus we mogen weer terug naar onze eigen werkplek. Het voelt wel een beetje raar. Er zijn meerdere mensen niet lekker geworden, maar er is  niks gevonden . Bij binnenkomst op de zaal zitten er al collega’s druk te bellen, ik ruik een wat branderige geur of zal dit verbeelding zijn?

Desinteresse of vergeetachtig?

best-films-of-2008-final-mosaic        DSC00956        DSC00957[1]

Ben ik de enige of zijn er meer mensen zoals ik. Ik kan naar een film kijken en er helemaal in opgaan. Het kan voorkomen dat manlief zegt dat we deze film al eerder hebben gezien, maar dat hij mij toch helemaal niet bekend voorkomt. Ik kijk de film dus,  alsof het de eerste keer is dat ik hem zie, en pas bij het slot komt hij mij ineens bekend voor. Joop heeft gelijk, ik heb deze film al eerder gezien, vast al een jaar of wat geleden.
Best handig. Zo kan ik films dus na verloop van tijd opnieuw bekijken, zonder dat ik weet hoe het afloopt. Op de één of andere manier kan ik helemaal opgaan in een film, maar de inhoud ervan toch niet onthouden. Evenals  ik geen idee heb als iemand een naam noemt van een bekende acteur. Ik ken er heus wel een aantal, maar als ik triviant speel zijn de roze vragen niet aan mij besteed. Hier weet ik veelal geen antwoord op, terwijl het gezelschap waarin ik me bevind deze vragen vaak juist wel weten te beantwoorden.
Waar zal dit mee te maken hebben? Desinteresse?

Bij boeken ligt dit denk ik toch anders. Die kan ik keer op keer opnieuw lezen. Niet direct, liefst pas na een paar jaar. Als ik lees,  vormen zich beelden in mijn hoofd , zo zie ik het huis waarin alles zich afspeelt, de buurt, het landschap … Ik kan me hier door de tekst te lezen helemaal een voorstelling van maken en zo ook totaal in het boek wegduiken. De volgende keer dat ik het boek lees, vormen zich weer dezelfde beelden als de eerste keer in mijn hoofd. De huizen kunnen huizen zijn die ik ken, maar kunnen ook totaal ‘vreemde’ huizen zijn, die in mijn hoofd toch een hele duidelijke indeling krijgen etc. Ik zie het in mijn hoofd allemaal voor me als in een film … Toch weet ik bij het herlezen niet alles meer van wat ik heb gelezen. Ik weet vaak wel hoe het boek afloopt, maar alle details ken ik niet meer, waardoor het opnieuw lezen van een boek toch leuk en spannend blijft. Ik ben wel benieuwd hoe anderen dit beleven.

Laatst begon ik me toch af te vragen of ik niet wat vergeetachtig begin te worden en of dit door het ouder worden komt. Alhoewel ik  ook op jongere leeftijd wel momenten van vergeetachtigheid heb ervaren in tijden van drukte, weinig slaap en/of als er veel om me heen gebeurde, maar toch …
Vorig jaar met Sinterklaas heb ik een boekenbon gekregen. Ik wilde heel graag een bepaald boek hebben, deze was echter op dat moment niet op voorraad, dus ik kreeg een bon. Ik weet nog dat ik een aantal keren met het boek in handen heb gestaan, maar het toch niet heb gekocht. De eerste editie was namelijk een speciale editie en daarom voorzien van een harde kaft met omslag. Het mag dan een luxere uitvoering zijn van een boek, maar ik vind het helemaal niet mooi en praktisch. Geef mij maar een boek met zachte kaft. Hier zit niet zo’n vervelende losse omslag omheen en deze is ook minder zwaar. Ik heb hem dus een paar keer weer teruggelegd.
Een jaar later begon ik me af te vragen of ik het boek nu wel of niet had gekocht en ging op zoek naar de cadeaubon. Ik vond een bon, die er volgens mij toch anders uitzag, maar ik wist het niet zeker. Ik besloot het  boek toch te gaan kopen en ik was blij te zien dat het nu wel een zachte kaft had. Blij dat ik hem niet eerder had gekocht.
Net voordat ik het boek afrekende met de bon, zag ik in de boekenwinkel een boekenbon die me wel heel bekend voor kwam. Had ik misschien die boekenbon vorig jaar gekregen? En toch al gebruikt? Het was al bijna sluitingstijd, ik was in een andere stad en heb er verder niet meer over na gedacht.
’s Avonds ging ik gewapend met mijn boek naar bed en bij het lezen van de eerste pagina, begon het me toch wel bekend voor te komen. Hoe kon dit nu? Had ik het boek dan toch al gelezen? De afloop kon ik me niet voor de geest halen, maar ik ben  eerst niet verder gaan  lezen. Eerst maar eens kijken of dit boek niet toch al in mijn boekenkast stond en dan misschien wel met een boekenleggen of papiertje erin, dat ik hem nog niet uit had gelezen.
Thuis gekomen vond ik het boek inderdaad in mijn boekenkast, met harde kaft, zonder boekenlegger of papiertje. Dit is me toch echt nog nooit eerder  overkomen …

Net voor de kerst kreeg ik van mijn moeder een boek te leen om te lezen. Ik hou van boeken  met waargebeurde verhalen, meestal verteld  door vrouwen uit andere culturen. Door hun ogen leer ik hun land en cultuur kennen. Dit boek beschreef het verhaal van vier generaties Palestijnse vluchtelingen die uit hun land verbannen zijn.
Ik kon in eerste instantie moeilijk ‘in het boek’ komen, misschien omdat het lastig is me hier een goede voorstelling van te maken. In het begin lukte het me niet goed om beelden bij de tekst te vormen, maar na verloop van tijd zat ik er toch echt ‘in’. Wat een hartverscheurend boek, het geeft me meer inzicht in het conflict tussen Israël en Palestina vanuit Palestijnse ogen.  Zolang als ik leef volg ik op afstand de verschrikkelijke beelden, maar het hoe en waarom van de oorlog heb ik nooit echt begrepen. Ik hoor me nog zeggen tegen Joop: ‘Ik wist niet dat Israël pas in 1948 is ontstaan …’
Het boek heeft me erg gegrepen. Dit kunnen wij Nederlanders van deze tijd ons helemaal niet voorstellen, hoe het echt is om in oorlogsgebied te leven. In verschillende passages kwamen verhalen voorbij, waarbij ik dacht dat ik deze gruwelbeelden misschien wel  op het Journaal had gezien, maar door het lezen van dit boek heb ik me een beeld kunnen vormen van hoe het eraan toe gaat in oorlogsgebied. Een goed geschreven boek. Zo onder de indruk van dit verhaal, kan ik me niet voorstellen dat ik het ooit eerder heb gelezen. Toch kwam er aan het eind een passage waarbij ik dacht: ‘Hè, heb ik dit niet eerder gelezen?’ Vlak voor het einde van het boek, waarbij ik nog steeds het gevoel had dat het voor de hoofdpersoon wél goed afloopt, wat uiteindelijk toch niet het geval is…
Het boek heeft me nog in zijn greep, daarnaast blijft maar in mijn hoofd malen: ‘Zal ik hem toch eerder hebben gelezen?’ Ik kan het me (bijna) niet voorstellen. Iets dat zoveel indruk op me maakt, dat kan ik toch niet ‘vergeten’? De foto op de achterkant van het boek van een vrouw kwam me echter vanaf het begin al bekend voor. Het boek had eerder een andere titel.
Ik heb mijn hele boekenplank afgestruind, verder in huis gekeken waar ook nog boeken kunnen liggen, maar ik kan het boek echt niet vinden. Dit soort boeken zijn vaak niet bij de bibliotheek te leen. Dat is de reden dat ik ze koop. Ik heb het boek in de oude vorm opgezocht via internet, maar de kaft komt me niet bekend voor. Zou ik hem dan toch niet hebben gelezen? Zou het stuk dat me zo bekend voorkomt,  uit een ander boek komen? Ik weet het niet.  Desinteresse kan het in dit geval niet zijn, vergeetachtigheid dan?