Met een brok in mijn keel laat ik je in de taxi stappen. Naar school, hoe zal het vandaag gaan? Het voelt niet meer fijn om je naar deze school te laten gaan. Wat zal er vandaag weer gebeuren? Hoe vaak zal je naar de achterwacht gaan? Wat gaat er toch mis. Zelf ga je nog wel met plezier naar school, alhoewel ik daar toch ook aan begin te twijfelen. Je boze buien, je opstandigheid en je plotselinge huilbuien waarin je dingen zegt, die niet kloppen, maar waar wel een kern van waarheid in zit. We hebben er helemaal geen vertrouwen meer in, maar thuishouden is ook geen optie. Je zult niet snappen waarom je niet naar school mag. Thuis vind je het wel fijn, maar hele dagen achter elkaar gaat toch vervelen en waarom zijn alle buurkinderen wel naar school? Ik zit in de trein richting Den Haag. Vindt het onder deze omstandigheden moeilijk om zover weg te zijn …
Vanaf oktober zijn we al in gesprek met school. In eerste instantie om te kijken hoe ze ervoor kunnen zorgen dat jij beter de dag door komt. Door te zorgen voor rustpunten, andere bezigheden, meer praktisch gericht, want het lange stilzitten dat kun je niet. Er worden wel dingen gedaan, maar de vraag is zo langzamerhand of dit het wel is. Wij hebben heel sterk het gevoel dat de leerkrachten die nu op je groep zitten, niet geschikt zijn voor deze groep kinderen en niet weten hoe ze je moeten benaderen, met je om moeten gaan. Dit leidt alleen maar tot meer frustratie en boze buien bij jou.
In januari word ik tijdens het werk gebeld, de school wil toch echt met ons spreken en wel zo snel mogelijk. De orthopedagoge benaderd ons. Ze maakt zich zorgen om jou, heeft het gevoel dat je je niet meer veilig voelt op school, herhaaldelijk wordt je naar de achterwacht gebracht en het begroot haar om jou soms zo hartverscheurend te zien huilen.
Wij hopen in eerste instantie nog dat je naar een andere klas kan, dit zou naar ons idee voor het moment de oplossing zijn, maar helaas is dat niet mogelijk. We hebben steeds minder vertrouwen in de school en op hun aanraden en ook omdat wij het gevoel hebben, dat dit misschien wel beter is, gaan wij op zoek naar een andere plek voor jou.
In eerste instantie gaan we naar een plek voor dagbesteding, opgezet door een oud-medewerker van de school, die jou goed kent. De ruimte waar ze zit is prettig, maar wel erg stil. Op dat moment is er maar één kind aanwezig. De rest van de week zullen dit gemiddeld 2-3 zijn, maar dit wordt wel iets meer (hoopt ze) en met jou erbij zijn het er 3-4. Zij denkt dat het een goede plek voor je is. Wij vinden de plek prima, maar zijn bang dat dit voor jou toch te eenzaam is. Je hebt meer gezelligheid om je heen nodig, ook al zijn dit ook meer prikkels. Wij zien je hier toch niet echt gelukkig worden.
We gaan vervolgens naar een KDC, een plek waar we jaren geleden ook al eens een kijkje hebben genomen, maar wat we op dat moment nog niet echt bij je vonden passen. Nu zijn we wel enthousiast over deze plek, de ideeën, de kinderen die er zitten, maar of dit het helemaal is, is nog niet geheel duidelijk. We besluiten daarom nog een KDC te bezoeken, welke in eerste instantie niet direct onze aandacht had. Hier aangekomen, voelt de omgeving direct heel goed aan. Er zijn veel mogelijkheden hier, voor het doorstromen naarmate je ouder bent, je kunt hier eventueel logeren en/of later wonen. We kunnen ons helemaal vinden in de visie van dit KDC, er is echter één maar … de kinderen en volwassenen die hier zitten zijn qua niveau, in onze ogen, nog een stuk lager dan jij. Zal je hier wel aansluiting vinden? Zal je je hier thuis voelen? Dit maakt de keuze heel moeilijk voor ons. Het andere KDC voelde ook goed, maar qua ruimte, mogelijkheden en visie voelt dit misschien wel beter, alleen de kinderen op het andere KDC zijn meer van jouw niveau, daar zal je je waarschijnlijk beter tussen voelen en aansluiting vinden. Een moeilijk keuze, maar we kiezen uiteindelijk voor het andere KDC.
Gelukkig zijn ze er hier na het intake gesprek al snel uit, jij past prima bij hun en bij de groep kinderen die er nu zit en er is al gauw een plekje voor je. Een aantal weken later krijgen we ook de vrijstelling voor school, alles is nu dus bijna rond, alleen is het wachten nog op de indicatie. Dit gaat ongeveer zes weken duren.
Ondertussen horen wij steeds minder leuke verhalen vanuit school, of van mensen die op wat voor manier dan ook met school te maken hebben. Het baart ons zorgen, we gaan opnieuw in gesprek over iets waar wij helemaal niet blij mee zijn om te horen, maar het wordt glashard ontkent.
Steeds meer moeite heb ik om je naar school te laten gaan. Ik overweeg om je thuis te laten, maar doe ik je daar een plezier mee? Snap je dat?
En dan komt het verlossende telefoontje. De indicatie zal die dag nog in orde gemaakt worden. Wij als ouders besluiten dat we je zo snel mogelijk over willen plaatsen naar het KDC, niet wachten tot de vakantie of na de vakantie ook al is het nog maar drie weken tot de vakantie. Nog voordat we de indicatie in huis hebben bellen we het KDC om af te spreken, dat als het helemaal rond is, jij de volgende week daar al zult starten. We hebben die ochtend een rondleiding gehad op een eventuele nieuwe locatie waar jij met je groep naar toe gaat. Eerst als proef en hopelijk bevalt dit goed. We ontmoeten hier ook andere ouders van kinderen uit je nieuwe groep en hebben het gevoel in een warm bad terecht te komen. Hoe er hier met ouders omgegaan wordt en er inspraak wordt gegeven aan ouders, dit kennen wij helemaal niet …
Op school geef ik aan dat het waarschijnlijk je laatste week is, juf vindt dit wel snel gaan. Jou vertellen we, met het oog op het komende schoolreisje, nog even niks. Dit is al spannend genoeg. Vrijdag zal je afscheid nemen, je diploma ontvangen en dan maandag op het KDC starten. Ik hoop dat we er voor jou goed aan doen …
Geschreven op dinsdag 17 juni, de dag dat we de indicatie in de bus kregen.