Bijkletsen met oud collega’s

DSC08763      DSC09815      DSC09806

Ik weet eigenlijk niet hoelang we het al doen, al wel een aantal jaren. Het is begonnen toen collega 1 voor zichzelf is begonnen. We werkten alle drie voor de Thuiszorg, inmiddels Thuiszorg Groningen, maar zijn bij Ommelanden begonnen. Ik later dan de andere twee en met collega 1 heb ik zelfs het sollicitatiegesprek gevoerd, waarbij ik destijds ben aangenomen. Ik kan me dat nog als de dag van gisteren herinneren …

Na twee jaar te hebben gewerkt in het ziekenhuis, waar ik achtereenvolgens twee zwangerschapsverloven heb opgevuld, gevolgd door een overbruggingsperiode totdat er eindelijk een meewerkend hoofd voor de afdeling Diëtetiek was gevonden, was er geen plek meer voor mij. Op dat moment was er een vacature bij de Thuiszorg. Eigenlijk wilde ik helemaal niet werken bij de Thuiszorg, ik had niks met het geven van voorlichtingen en vond het ook niet zo leuk om hoofdzakelijk mensen met overgewicht te begeleiden. Mijn hart lag meer bij ‘ziekte en diëten’.  Het ging om een invalbaan, waarbij het mogelijk was om voor spreekuren te worden gevraagd en/of voor het geven van de cursus ‘Over gewicht’. Niet mijn droombaan dus, maar ik heb er wel op gesolliciteerd…
Ik kan het nog zo voor de geest halen, de ruimte waar we het sollicitatiegesprek hadden. Een soort zolderkamer met alleen een dakraam. Ik had het gesprek met collega 1 en een andere collega en de enige vraag die ik me nog kan herinneren is : ‘Wat heb jij met overgewicht’. Wat ik erop geantwoord heb weet ik niet, maar ik weet wel wat ik dacht: ‘Helemaal niks’. Toch ben ik aangenomen en het eerste waar ik voor gevraagd werd was het geven van de cursus ‘Over gewicht’. Ik werd ingewerkt door collega 2. Ik vond het erg leuk om met haar de cursus mee te lopen en te zien hoe zei het deed, ik vond het doodeng om zelf voor de groep te staan, toch kan ik me daar niks meer van herinneren. Alleen maar dat ze vertelde voordat we weer een avond met haar meegingen (ik samen met een andere invaller) dat ze geen tijd meer had gehad om te koken en daarom snel een patatje had gegeten. Gek hè, de dingen die je zo bijblijven. Ik denk, omdat ik dacht: ‘Oh, zij eet ook gewoon patat’.
Hoewel dus mijn hart niet bij de Thuiszorg lag en al helemaal niet bij het geven van cursussen, is het verlangen naar terugkeer als  diëtist in het ziekenhuis langzaam aan vervaagd en ben ik al die jaren blijven hangen. Ik heb de mens achter het overgewicht leren kennen, ben het werk gaan waarderen en heb geleerd dat juist hier een hele variëteit aan mensen en behandelingen zijn. Daarnaast gaat overgewicht vaak gepaard  met heel veel andere (medische) klachten en zie je als Thuiszorgdiëtist veel meer dan alleen maar mensen met overgewicht. Ook ík had een vooroordeel.
Het werk is heel anders dan in het ziekenhuis. Het grote voordeel is dat je ‘privé’  met je cliënten kunt praten. Je hebt relatief veel tijd  voor een gesprek en kunt daardoor veel dieper op zaken in  gaan. Gesprekstechnieken zijn heel belangrijk om zaken boven tafel te krijgen en er is ruimte een band op te bouwen met je cliënt. In het ziekenhuis sprak ik de patiënten vaak aan het bed, op een zaal met andere mensen. Er liep geregeld personeel  binnen en artsen dachten altijd dat zij belangrijker waren of dat hun tijd kostbaarder was dat dat van jou en dat ze daarom zo in konden breken in je gesprek. Er was minder tijd en vooral minder privacy voor een goed gesprek, ik zag mensen wel sneller achter elkaar, maar eenmaal uit het ziekenhuis was ik ze kwijt, maar ik dwaal af …

Twee keer in het jaar proberen we af te spreken. Dit gebeurt steevast bij collega 1 en zij maakt iedere keer weer een heerlijke brunch voor ons klaar. Voor collega 2 en mij is dit echt genieten. Rustig eten, lekker bijkletsen, die rust is er thuis vaak niet, gezien we beiden behept zijn met een gezin waarin een kind dat meer zorg nodig heeft.
We praten over ons werk, hoe het een ieder nu vergaat. Ook collega 2 is inmiddels  voor zichzelf begonnen. Dit brengt  een heleboel nieuws en veel geregel  met zich mee. Ik vind het wel stoer hoor dat ze dit toch en vooral in deze tijd, nog aandurft. Als ik de verhalen hoor, denk ik aan de ene kant wel:  ‘Had ik het toch ook moeten proberen’, aan de andere kant weet ik na deze gesprekken ook weer waarom ik er niet voor  heb gekozen, maar zij hebben allebei werk en zijn heel enthousiast en ik … ik weet het nog steeds niet.
Als we heerlijk rustig gegeten en gedronken hebben en een beetje bijgepraat, gaan we op pad.  Een heerlijke wandeling maken. Collega 1 weet veel  leuke wandelroutes en zo hebben we al heel wat  van Drenthe en Groningen gezien.
Dit keer is het koud, het waait hard, maar het zonnetje schijnt. We hebben ons goed ingepakt en als we doorstappen, dan is het best te doen. De wandeling begint in het bos, we lopen in het gebied van het Friescheveen met de kop in de wind. In eerste instantie voelen we dat nog niet zo, maar al gauw komen we in het open veld. We kletsen en stappen flink door, voelen de wind wel, maar echt koud hebben we het niet. Het is beter dan een aantal jaren geleden , toen we hier ook ergens in de buurt liepen. Het begon ineens flink te regenen. Daar hadden we helemaal niet op gerekend en in een mum van tijd waren we drijfnat. Tja, we waren nog een eind af van waar de auto stond, in het open veld was nergens ook maar een plekje om te schuilen, dus er zat niks anders op dan door te stappen. Nee, dan is deze frisse wind met toch een zonnetje een stuk beter. We laten ondertussen de verschillende collega’s de revue passeren. Wat zijn ze allemaal gaan doen? Wie heeft er wel werk en wie niet, hoe gaat het met ze, wie komt wie nog wel eens tegen, etc. etc. We kletsen niet alleen over het werk. Ook onze gezinnen, vakanties, sporten of juist het niet sporten, komen aan de orde, het is geen minuut stil.
Twee uur lang stappen we lekker door. Heerlijk om op een sportieve manier bij te kletsen. Dit doe ik ook elke week met een andere oud collega en ook wij raken nooit uitgepraat. Van de wind af gaat het ineens heel hard, we worden als het ware vooruit geduwd en als we weer terug in het bos zijn en later in de bebouwde kom, merken we haast niks meer van de wind. Het was een ijzig koud weekend, maar echt niet te koud voor een gezellige, stevige wandeling.
Na afloop drinken we nog even wat bij collega 1 en dan scheiden onze wegen zich weer voor een half jaar. Wel spelen we nu dagelijks Wordfeud met af en toe een kort berichtje. Ik kan me nu al verheugen op onze volgende ontmoeting en wandeling. Wat mij betreft houden we dit er nog een hele tijd in …

Twee dames op pad met een onbekende auto

sleutel        tankdop        navigatie

Het is al een dikke week geleden, maar ik kan er nog steeds om lachen. Voor het eerst in jaren lukt het mijn zusje en mij om onze ouders van het vliegveld te halen als ze weer terugkomen uit Indonesië. De laatste jaren werd dit steeds door anderen gedaan. We hebben dit keer veel en gemakkelijk contact met ze gehad, ver weg in Indonesië. Wat wordt de wereld toch klein, met al die technologie. Ze hadden gratis Wifi in het hotel en een iPad bij de hand, we zullen nu niet alle verhalen nog te horen krijgen, want een deel ervan kennen we al. Gelezen op de familiebox of via de berichten op facebook of chat. Wat een verschil met de eerste keer dat ze naar Indonesië gingen. Toen moest alles via de fax van de winkel waar mijn zusje destijds werkte.

Net als voorgaande jaren landen mijn ouders weer vroeg in de ochtend op Schiphol. Wat inhoudt dat wij al op tijd ons bed uit moeten om die richting op te rijden. We gaan met de auto van onze ouders, welke wij de avond van tevoren bij hun huis ophalen. Het is al even geleden dat ik voor het laatst in deze auto heb gereden. De auto werkt niet meer met een sleutel die je in het sleutelgat stopt, maar je kunt hem gewoon in je jaszak houden. Ik vind dit nog steeds een vreemde gewaarwording. Wij beschikken nog niet over zo’n moderne auto.
In eerste instantie gaat de auto niet direct open. Ik moet nu toch echt even het knopje gebruiken. Het heeft gesneeuwd en gevroren vannacht. De auto zit nog onder de sneeuw en we moeten krabben. Lastig hoor een auto die niet van jezelf is, het is eerst even zoeken naar de krabber. Als we dan eindelijk in de auto zitten, is het kijken hoe alles werkt. Welke knop moest er ingedrukt worden? Ah, die is snel gevonden, maar bij het ontkoppelen en gas geven gebeurd er helemaal niks.
Staat hij misschien op de handrem? Gewoonte van mijn ouders, maar volgens mijn zusje moet je dat niet doen als het vriest. Dit is niet het geval. Moet ik het gas dan verder intrappen? Ik controleer nog even of ik de auto wel echt in zijn achteruit heb. De auto staat namelijk naast het huis met voor de auto een deel van de keuken. Het moet me niet gebeuren dat ik vol het gas intrap en dat de auto dan vooruit rijdt in plaats van achteruit. Hij staat echt in z’n achteruit. Ik geeft nog eens gas, weer gebeurd er niks. Ik begin bang te worden dat de auto te lang heeft stil gestaan met deze kou en dat hij het nu niet meer doet. We horen een krassend geluid en voelen de auto in beweging komen. Het lijkt wel alsof we ergens overheen rijden. Hortend en stotend rijdt de auto achteruit. Dit ligt niet alleen aan de auto, maar ook aan mij. Ik moet even wennen aan de manier waarop ik met deze auto de koppeling en het gaspedaal moet gebruiken. Bij het intrappen van de rem, staan we met een schok stil. O ja, even vergeten dat hier een rembekrachtiging op zit en hij veel gemakkelijker remt dan onze eigen auto.
We rijden de snelweg op, de rem doet nog een beetje raar, het lijkt wel alsof het glad is op de weg en de rem mij niet in één keer wil laten remmen. Op de snelweg komen we erachter dat we de jassen zijn vergeten mee te nemen. Die zijn met deze kou wel nodig, helemaal gezien zij uit die heerlijke warmte komen. We moeten dus weer terug. Op deze manier leer ik de auto wel snel beter kennen.
Als we de jassen hebben gehaald, besluiten we ook nog maar even te tanken, dan hoeven we dat morgenochtend niet meer te doen. We rijden het pompstation op en vragen ons beiden af aan welke kant de tankdop zit. We gokken aan de linkerkant, dus ik zet de auto rechts van de benzinepomp. Iets te dichtbij, zodat ik niet uit de auto kan stappen om te kijken of de tankdop daadwerkelijk aan deze kant zit. Mijn zusje stapt uit en kijkt aan haar kant. Ja daar zit hij. Ik sta dus aan de verkeerde kant. Ondertussen ben ik aan het zoeken naar het hendeltje om de tankdop te openen. Ik kan echter niks vinden wat er op lijkt. Ik zie één hendeltje, maar vermoed dat deze van de motorkap is. Aangezien ik niks anders kan vinden wat het in mijn ogen zou kunnen zijn, trek ik er maar aan en ja hoor de motorkap flipt een stukje omhoog. Mijn zusje zoekt naar het haakje om de motorkap te openen en weer dicht te duwen, maar kan niks vinden. Ik rij de auto iets naar voren, zodat ik ook uit kan stappen, maar kan het ook niet vinden. Dan maar kijken of het zo lukt om hem dicht te drukken. Gelukkig dat lukt. Ik zet de auto maar even aan de andere kant van de pomp, dat is toch wat makkelijker tanken. We hebben nog steeds niet het knopje gevonden om de dop te openen. Dit blijkt niet nodig. De benzineklep heeft een geïntegreerde opening. Tja, waarom is het ook bij elke auto anders?
Ondertussen vragen we ons af of hier ook camera’s hangen. Als er mensen achter die camera’s zitten en nu naar ons zitten te kijken, kunnen ze wel denken dat we de auto hebben gejat. Zo zitten we te stuntelen. Ik wil gaan tanken, het is een onbemand tankstation en ik vergeet helemaal dat ik toch echt eerst mijn pasje in het apparaat moet steken. Zo krijg ik dus geen benzine. Uiteindelijk lukt het om met een volle tank verder te rijden. Ik breng eerst mijn zusje naar huis en rijdt daarna naar mijn eigen huis. Het is veel later dan mijn bedoeling, het wordt dus een kort nachtje.

Om half vier gaat de wekker. Even een kopje koffie en een broodje en op weg naar mijn zusje. Klokslag half vijf ben ik daar en vertrekken we richting Schiphol. We stellen voor de zekerheid het navigatiesysteem in, wat zit ingebouwd in de auto. Ook dat is even wennen. Het is namelijk geen Touch screen, maar werkt met knopjes en een hendeltje die tussen de voorstoelen in zitten. Vlak voor de rotonde van Joure geeft hij aan dat we rechtdoor moeten richting Sneek. Richting Sneek? We kijken elkaar eens aan, ja hij had bij het instellen wel iets gezegd over een obstructie, maar richting Sneek lijkt ons toch wel een beetje raar. Dat zou betekenen dat we via de Afsluitdijk moeten rijden. We zijn eigenwijs en nemen gewoon de afslag Emmeloord.
Als we op de A6 richting Lelystad/Almere willen zien we borden dat de Ketelbrug is afgesloten. Daarom moesten we dus over de Afsluitdijk. Al het verkeer wat voor ons rijdt neemt gewoon de afslag, dus wij rijden er maar achteraan. Een stukje verderop zien we een omleiding. Zullen we deze toch maar volgen? Stel dat we anders terug moeten, komen we dan wel op tijd? We twijfelen, zien auto’s gewoon doorrijden, waar zullen we worden langs geleid? Het is nog donker, alles ziet er zo anders uit als overdag. We volgen toch de omleiding en komen op een heel donkere B-weg. Geen idee waar we nu zijn, hoever we omgaan en hoe lang het duurt voordat we op Schiphol zijn. De navigatie blijft maar volhouden dat we om moeten keren … We zijn al een stuk verder als ik mijn zusje vraag om eens op haar mobiel te kijken of we echt om moeten rijden. Wat blijkt nu, na 5 uur kunnen we gewoon weer over de Ketelbrug. Het is inmiddels al 5 uur geweest. We hadden dus niet om hoeven rijden. Inmiddels zijn we al een heel stuk verder en we komen maar geen afslag tegen, we moeten wel doorrijden. Gelukkig pakt de navigatie uiteindelijk een nieuwe route op en geeft aan dat we iets over 7 op Schiphol zullen zijn.
Onze ouders landen als het goed is om half 7, maar het duurt wel even voordat ze door de douane zijn. We hadden om 7 uur afgesproken. Ook het parkeren bij Shiphol gaat niet volgens plan. We komen op een heel andere parkeerplaats terecht, dan waar we anders staan, maar we zijn nog net op tijd om onze ouders door de deuren te zien aan komen. Fijn om ze na dik vier weken weer te zien en dat alles goed is gegaan. Wij hebben heel wat te vertellen …

Een droom die uitkomt …

DSC02439        DSC02478         DSC02498

Nooit gedacht dat deze droom echt uit zou komen. Een eigen chalet aan het strand. Hoe vaak heb ik er niet over gedroomd, hoe vaak heb ik niet gedacht als dat eens … En daar sta ik dan, in de deuropening van ons eigen chalet. Een geweldig chalet, helemaal ingedeeld zoals ik het wil, gewoon midden op het strand. Achter me bevinden zich de duinen, de rug van het chalet staat hier naartoe. De andere kant kijkt uit over de zee…

Ik stap het chalet binnen via de deur die zich aan de linkerzijkant bevindt en ik loop door een vrij lange gang aan duinzijde. Links van mij bevindt zich de badkamer met een heerlijke douche en een wasbak. Daarnaast bevindt zich een slaapkamer met een tweepersoons bed. Het is geen grote kamer. Rechts van het bed kun je net lopen en bevindt zich een kledingkast. Het voeteneind van het bed bevindt zich aan de achterkant van de kamer richting de deuren die grotendeels uit ramen bestaan en die je open kunt slaan. Dan sta je zo met je voeten in het zand en heb je uitzicht op de zee. Naast deze kamer bevindt zich nog een tweede slaapkamer met twee losse bedden, een middenpad naar de zelfde deuren als in de kamer ernaast. Achter de bedden is nog ruimte voor een klein zitje en onder de bedden is kastruimte gemaakt evenals boven de bedden.
Vanuit de gang kom je dan in de keuken die aansluit op de woonkamer. Een ruime hoekkeuken, waar je vanaf de deur op kijkt. Links bevind zich de eettafel met stoelen. Deze staat zo opgesteld dat je vanaf de tafel  aan de ene kant over de zee heen kijkt. Hier kan ik goed werken.  Ook in deze ruimte bevinden zich grote deuren die je open kan slaan. Buiten ligt op het zand een grote vlonder, die doorloopt tot aan de woonkamer en richting de zee. De vlonder is  deels  omgeven door een houten hek, welke de wind tegenhoud en zorgt voor wat privacy. Er staat een zitje bestaande uit een ronde tafel en vier stoelen en daarnaast staan er nog twee ligbedden. Wat een luxe. Een deel van het terras kan met een uitschuifbaar dak worden overdekt  voor  als het nog wat te koud is of als het te warm is om volop in de zon te zitten.
De woonkamer bevindt zich achter de keuken en is niet in zijn geheel  van de keuken afgesloten. Er is wel een halve wand tussen beide ruimten, waar zich aan de ene kant een deel van de keuken en bovenkastjes bevinden en aan de andere kant de tv. In de woonkamer staat een heerlijke hoekbank.  Aan drie kanten bevinden zich ramen waardoor de woonkamer licht is en je zowel zicht hebt op de zee, het strand en de duinen. Wij hebben het laatste huisje van de tien chalets die hier op dit stukje strand geplaatst zijn, dus aan de woonkamerkant hebben we geen buren waar we op uitkijken of waarvoor het nodig is om daar ook een houten hek te plaatsen.
Ik loop rustig rond in ons chalet. Ik kan het nog steeds niet geloven dat dit echt van ons is. Wat een luxe, zo’n tweede huis waar ik in alle rust kan zitten schrijven aan mijn boek. In stilte was dit altijd een droom van mij. Me af en toe even kunnen afzonderen om hard te werken in een omgeving met rust, ruimte en de ruisende zee, die mij telkens weer verblijd . Ik ben hier niet helemaal alleen. Ik heb de hond meegenomen om op me te passen en om heerlijke wandelingen mee te maken,  in de ochtend om inspiratie op te doen en aan het eind van de middag om me even te ontspannen na een lange dag schrijven.
Joop en de kinderen zijn op dit moment thuis. Zij moeten  gewoon aan het werk en naar school. In het weekend komen ze ook  weer deze kant op, maar nu heb ik  een weekje voor mezelf om heel hard te werken.
Ik installeer mijn laptop op de eettafel. Zet Pepper z’n etensbak en drinkbak vlakbij de openslaande deuren. Deze houd ik nog even dicht. Het is nog niet zo warm dat de deuren erbij open kunnen, dat komt later in het seizoen wel.
We gaan eerst  lekker langs het strand lopen. De temperatuur ligt zo rond de twaalf graden, het zonnetje komt er al wat bij, dus het voelt heerlijk. Ik geniet van het ruizen van de zee, de geur van het zilte, zoute water, het kabbelen van de golven op het strand. Wat heerlijk ,dat ik hier nu net zo vaak heen kan gaan als ik wil. Al jaren gaan we elk jaar wel een keer naar de kust, omdat ik het nodig heb om even uit te waaien. Dit begon met één keer in het jaar, maar de laatste jaren is het  steeds vaker voorgekomen. Voorzichtig begon ik te dromen over een huisje vlakbij zee. Het liefst met zicht op de zee. Maar dat het zo mooi zou worden dat had ik nooit verwacht. Ik voel de wind door mijn haren waaien, Pepper rent in en uit het water, ik probeer stevig door te stappen. Af en toe moet ik  teruglopen, omdat Pepper mijn tempo niet bij kan benen of het te druk heeft met snuffelen om zich heen. De schelpen knarsen onder mijn voeten. Het hoofdstuk waar ik vandaag  mee wil starten, begint  steeds meer  vorm in mijn hoofd te krijgen. Af en toe schrijf ik wat steekwoorden op in mijn schriftje, maar dan moet ik toch echt terug. Ik moet achter mijn laptop gaan zitten, ik kan de woordenstroom niet meer tegenhouden …

Helaas is dit nog steeds een droom. Vanochtend tijdens ‘het schrijfcafé’  is het begin van bovenstaand verhaal ontstaan. We begonnen met een woordgedicht, waarbij het woord ‘dromen’, het onderwerp was. Vervolgens kreeg ik  een woord van de dame rechts van mij, ‘fantaseren’.  Heerlijk om even helemaal weg te kunnen dromen. Stilletjes hoop ik dat het eens geen droom meer is …

chalet

Een week zonder koelkast …

DSC05709              DSC05715                DSC05711

 

Je staat er niet dagelijks bij stil in wat voor luxe we leven. Pas als iets het niet doet, ga je nadenken. Als er ineens geen water is, merk je pas hoe vaak je zomaar even de kraan open draait. Waar je dat water allemaal voor gebruikt en wat je ineens allemaal niet meer kan. Dat geldt ook voor de wasmachine. Als die het niet meer doet, merk je pas hoe afhankelijk je eigenlijk van zo’n apparaat bent geworden.
Onze vaatwasser is al een tijdje stuk, vervelend, maar daar is nog wel over heen te komen. We staan nu dus dagelijks weer de afwas te doen, dat was lang geleden? Ook wel eens goed dat de kinderen weten wat het is om met de hand af te wassen. Ik vind het niet leuk, maar dat het nu echt iets is waar ik niet zonder kan …
Ruim een week geleden stonden we ’s morgens wat vreemd te kijken. De boter was hard en het leek wel alsof er klonten in de melk zaten. Deze was ook wel heel erg koud. Meer aandacht hebben we er op dat moment nog niet aan geschonken.
De volgende dag was het pak sojamelk helemaal bevroren, de halvarine niet meer smeerbaar, de dieetmargarine overigens nog wel en het drinken in de koelkast was allemaal wel heel erg koud. In de koelkast begon zich een laagje ijs te vormen. Tja wat moet je daar nu mee? We zetten de koelkast maar wat hoger (of lager, het is maar hoe je het bekijkt), misschien dat het helpt. Ondertussen merk ik dat de koelkast niet meer afslaat, wat volgens mij anders wel zo is. Ach eigenlijk let ik er nooit zo op.
We komen er geleidelijk aan achter dat hij echt niet meer afslaat. De koelkast is inmiddels een vrieskast geworden, dus we bellen toch maar een monteur. De bon kunnen we nergens meer vinden, maar we weten wel dat de koelkast nog niet zo oud is. De vriendelijk vrouw aan de andere kant van de lijn verteld dat de monteur aan het serienummer in de koelkast meestal wel kan afleiden hoe oud hij is. We hopen maar dat we nog garantie hebben, want alleen de voorrijkosten zijn al niet mals.
De monteur heeft direct door dat de koelkast niet meer te redden valt . Er moet een nieuwe komen. Hij zoekt uit hoe oud de koelkast is en ik zoek uit of ik op de bank afschriften nog kan vinden wanneer hij is gekocht. Stom genoeg hebben we hem contant betaald, dus kan ik niet aantonen dat we hem in december 2010 gekocht hebben. Aan het serienummer is te zien dat de koelkast van oktober 2010 is,  dat kan dus kloppen. We hebben nog garantie en er wordt een nieuwe koelkast besteld. Dit kan echter wel een week duren …

De monteur heeft de koelkast even uitgezet. Volgens hem kan hij het nog even doen, maar dat zal niet lang meer duren. Wij zetten hem weer aan, maar helaas  heeft hij het lootje al gelegd. Daar staan we dan, met een koelkast en vrieskist vol levensmiddelen. Wat gaan we daar nu mee doen?
De lekkere bapaobroodjes en lempers kunnen gelukkig in de vriezer bij een oom en tante van mij. De spullen uit de koelkast stallen we maar in kratjes in de schuur. Gelukkig is het nog koud genoeg. Alles wordt wel goed afgedekt en niet op de grond gelegd, want ik heb de rat die ik anderhalf jaar geleden in de tuin zag zitten, nog vers op mijn netvlies.
’s Ochtends in alle vroegte loopt één van ons naar de schuur om een dienblad vol spullen te halen. Hoe vaak we niet uit gewoonte toch de koelkast hebben geopend … Ook als we net naar de schuur zijn gelopen om iets te halen. Jeetje, dat is er niet uit te krijgen.
Ook heb ik blijkbaar de gewoonte om eerst de pan op het vuur te zetten en vervolgens pas de braadboter uit de koelkast te halen. Dat probeer ik nu ook, maar moet toch eerst even het vuur weer uitdoen, voordat ik naar geïmproviseerde koelkast loop. De koelkast stinkt binnenin inmiddels behoorlijk, dus het is niet handig om hem te openen. Ook Sylvain hebben we gezegd dat hij de koelkast niet meer open moet doen. Op het moment dat hij het wel per ongeluk doet, komt hij verschrikt bij me. ‘Mama, ik ben stom geweest …’, roept hij uit.
’s Avonds hebben we soms geen zin meer om nog voor een glas drinken naar de schuur te lopen, dus dan maar een extra kop koffie, glas water of helemaal niks.
Ondertussen vraag ik me af hoe ze dat toch doen in arme landen, waar ze helemaal geen koelkast hebben en waar het vaak ook nog eens veel warmer is dan bij ons. Daar zullen ze toch wel zo hun manieren hebben? Of hebben ze gewoon geen voorraad? Of überhaupt niks te eten?
Wat zijn wij toch verwend. Mopperen als we naar de schuur moeten lopen. Onthand zonder koelkast en balend dat de nieuwe koelkast er niet eerder kan zijn. Dagelijks boodschappen doen, omdat ik het  niet zo’n fijn idee vind om bepaalde dingen zoals vlees in de schuur te bewaren. Op het moment dat ik voor twee dagen kook – zo gewend om te doen, als we een dag geen tijd hebben om te koken- bedenk ik me ineens dat die pan met eten ook in de schuur bewaard moet worden. Vastgeknoopt met een theedoek en gewikkeld in een dichtgeknoopte plastic zak, durven we het toch aan …

Inmiddels is onze nieuwe koelkast gearriveerd. Wat een genot. En ik wil hierbij mijn welgemeende en ook wel ietwat verbaasde, maar heel erg dankbare complimenten maken voor LIEBHERR. Wat een service dat ze aan het serienummer kunnen zien hoe oud de koelkast is en hem vervangen zonder dat we de bon kunnen overhandigen.