Een wijde blik of niet teveel ruimte om je heen

Onderweg naar het werk kleurt de lucht, als het langzaam aan lichter wordt, van donkerrood/paars naar oranje en later geel. Het is niet helemaal helder, er hangt een heel dun laagje mist over de velden. Een mooi gezicht, wat kan ik hiervan genieten en wat kan ik ver kijken. Mijn gedachten gaan terug naar het gesprek met mijn vriendin. Over zee, het hoge land, bomen en  bossen en we komen erachter dat we met heel andere ogen kijken en van andere dingen houden, wat ook te maken heeft met het gevoel wat het in ons oproept. Grappig, om dit zo te bespreken en er achter te komen dat wat je ziet, waar je van houdt en de associatie die je er bij hebt, voor de één heel anders kan zijn als voor de ander.
Mijn zusje heb ik ook wel horen zeggen dat ze de zee elke keer hetzelfde vindt, zij houdt meer van wandelen in het bos. Een tante heeft wel aangegeven dat ze het fietsen bij ons in de buurt maar saai vindt. Zo open allemaal, zij fietst liever in een omgeving met meer bos. Ik heb me vaak afgevraagd waarom ik, als ik naar het werk rij, liever via Veendam-Stadskanaal-Ter Apel rijdt, dan via de gebruikelijke N34. Heeft het ermee te maken dat de N34 een minder veilige weg is? Of dat ik voor mijn gevoel eerst Groningen door moet en later Emmen, terwijl ik anders gewoon direct de stad uit ben en in Emmen ook aan de goede kant uitkom (ook al maak ik meer km) of is het wat anders? Waarom hou ik meer van zee, het platte land, vergezichten?
In het begin dat ik van Groningen naar Emmen reedt, nam ik de ene keer de A28/N34, de andere keer de A7/N33/N366/N391. Qua tijd scheelt het elkaar niet zoveel, qua km is de 2e weg 10 km langer. Deze laatste is in de loop der tijd veranderd en mag je nu bijna overal 100 km/h rijden. Ik dacht dat ik dat prettig vond, niet eerst de ring en niet na hoeven denken dat je op sommige kruisingen op de N34 moet afremmen en het laatste stuk in Emmen maar 50 km/h mag rijden. Gewoon lekker relaxed de cruise control  aan op 100. Af en toe neem ik nog wel de N34, voor de afwisseling, maar toch valt het me steeds weer tegen. Waarom?

Zo ben ik ook gaan nadenken over waarom ik liever bij de zee wandel dan in het bos. Ik dacht dat dit te maken had met het heerlijke geluid van de zee, het op elk moment een ander zicht, rustig water, juist heel erg woest water, een stralende blauwe lucht, een blauwe lucht met mooie wolkenpartijen of juist een erg ruige, donkere lucht, waar toch de zonnestralen door heen proberen te komen. Voor mij is het bij zee nooit hetzelfde, ik geniet er echt van, behalve dan op het moment dat het erg mooi weer is en de stranden vol liggen met zonnende mensen. Dan vind ik het toch wat minder leuk.
Wandelen in het bos doe ik ook regelmatig en vind ik best leuk. Vooral als het wat harder waait kan ik genieten van het geruis van de bladeren, ik hou van het geluid van de vogels in het bos en de mooie kleuren in de herfst. Toch moet het bos niet te dicht zijn, ik wil wel tussen de bomen door kunnen kijken in de verte. Veel mensen om mij heen, inclusief mijn jongste zoon (waar ik de laatste 1 ½ jaar vele wandelingen mee heb gemaakt) houden juist van het wandelen in het bos. We kiezen er daarom nu vaak voor om een route te lopen die deels door het bos gaat en deels over de heide, een zandvlakte of andere vorm van open veld, zodat we elk wat wils hebben.
Ik heb er dus wel vaker over nagedacht. Waarom houdt de één van de wijde blik en de ander meer van bomen om zich heen? In het gesprek met mijn vriendin ben ik wel meer inzichten gaan krijgen.
Zij benoemde dat ze niet echt houdt van de zee, de zee, het water, wat onvoorspelbaar is, voelt juist als onveilig, ook het hoge land is niet echt haar ding. Veel te veel ruimte om haar heen. Zij houdt meer van de bossen, rijdt ook liever op een plek met bomen om zich heen, dat voelt meer geborgen. Ik vind vooral ook het rijden met bomen en bossen om me heen niks aan. Dat belemmerd mijn zicht, ik kan niet ver kijken en vooral tijdens mijn ritten als de zon opkomt of ondergaat, kan ik me ergeren aan een groep bomen langs de weg of wat verder in het veld, die me dan juist net belemmeren om te zien hoe de zon (vaak dan een mooie oranje/rode bol met licht) daadwerkelijk onder de horizon verdwijnt of opkomt. Ik wil juist zover mogelijk kunnen kijken, zien wat er te zien valt. 1x ben ik getuige geweest tijdens mijn rit naar huis, van een regenboog die daadwerkelijk op het land eindigde. Een geweldig gezicht. Midden op een gemaaid korenveld, zag ik de 7 kleuren van de regenboog het land in verdwijnen. De plek waarop dit gebeurde was meer verlicht dan het landschap eromheen. Het leek een ronde cirkel waar het licht echt uitspatte. Wat wilde ik daar graag een foto van maken, maar dat kon natuurlijk niet gezien ik aan het rijden was, maar gelukkig zie ik het nog steeds in gedachten. Wauw, op zo’n moment denk ik echt ‘wat is de natuur toch mooi’.

Ik ben er inmiddels dus wel achter, ik hou van vergezichten. Wil zien wat er om me heen gebeurd en voel me het prettigst als er niet teveel mensen om mee heen zijn. In het bos, vooral waar het donker is en er geen andere mensen om me heen zijn, of juist maar een eenling, voelt het niet veilig. In mijn eentje zal ik niet snel in het bos gaan wandelen. Met mijn zoon doe ik dat wel, al is dat ook wel een beetje gek, wat kan hij doen op het moment dat wij belaagd worden? Toch voel ik me samen met hem bijna nooit onveilig. Ik kan me maar 1x herinneren dat we in een bos liepen, we waren hier helemaal alleen met z’n tweeën, het was er donker, de bomen stonden dicht op elkaar en het was een onbekend bos, we konden niet ver tussen de bomen doorkijken, daarbij begon de lucht ook nog eens te betrekken, waardoor het nog donkerder werd in het bos. Het voelde niet fijn, achter elke boom zag ik bij wijze van spreken iemand zitten. We zijn snel doorgelopen naar de rand van het bos, waar we op een hek stuiten. Even dacht ik dat we het hele stuk weer terug zouden moeten lopen, door het donkere bos, maar gelukkig was er een klein paadje langs het hek en konden we onze weg vervolgen op een open gebied langs het bos. Het was hier net zo rustig als in het bos, maar het voelde toch een stuk prettiger, omdat ik hier kon zien wat er voor en achter me was.
Ik vraag me dus wel af wat er achter zit. Waarom houdt de één van de bossen en voelt dit als geborgenheid (veiligheid), terwijl de ander juist ruimte om zich heen wil en dit juist als veilig beschouwd? Hier ben ik best benieuwd naar. Heeft het te maken met wat je (in je jonge jaren) hebt meegemaakt?
Ik weet dat ik me nooit veilig heb gevoeld in de kelder onder onze flat, waar we de fiets moesten neerzetten. Een, lange, donkere gang, waar je vanaf buiten eerst een stukje naar beneden moest en dan nog een heel eind naar achteren lopen, gezien onze schuur bijna achterin zat. In het begin was deze gang gesplitst in 2 delen. In het midden zat een dichte deur (later is deze er gelukkig uitgehaald), dus als je eenmaal in de gang was, dan kon je er niet meer uit, mocht er iemand de uitgang blokkeren of nog erger achter je aan komen. In deze lange gang, die galmde als je er liep, bevonden zich aan beide kanten deuren. Aan de ene kant, dichte deuren, aan de andere kant deuren met spijlen. De meeste mensen hadden hier wel een gordijntje ofzo achter, maar niet iedereen en er was één deur met spijlen, waarachter iemand een regenpak had hangen. Daar ben ik een keer heel erg van geschrokken.
Ook ben ik me op een gegeven moment, denk dat ik een jaar of 16 was, steeds meer opgesloten gaan voelen in onze flat. We woonden onderaan, dus er waren nog 2 lagen woningen boven ons. Ons huis bevatte veel hout, als we naar buiten keken vanuit de woonkamer of de slaapkamers, keken we tegen een andere flat aan. Het voelde niet vrij. Nu wonen we in een rijtjeshuis, met eigenlijk ook niet echt heel veel uitzicht, maar het voelt toch minder opgesloten. Ik kan naar boven gaan en daar veel verder kijken. Toch lijkt het me nog fijner om ergens op het platteland te wonen met een wijds uitzicht om me heen. Ik kan me nog herinneren, de eerste vakantie dat we met familie een groot huis hadden gehuurd in Italië, dit stond in de middle of nowwhere. Heerlijk vond ik dat en ik heb me hier zeker niet onveilig gevoeld, we waren hier immers met z’n 8-en later zelfs 10-en. Ik zat ook regelmatig in de nacht even alleen beneden, omdat ik niet kon slapen. Ik was eigenlijk erg verbaasd toen mijn tante aangaf zich hier niet op haar gemak te voelen en dat ze zeker niet in de nacht alleen naar beneden durfde. Zo verschillend kan het zijn.

Ik hou dus van ruimte, leegte en niet teveel (vreemde) mensen om me heen en vraag me af of dit te maken heeft met het gevoel van onveiligheid in omsloten ruimten, waar ik niet kan zien wat er om me heen gebeurd. Maar hoe zit dat met jou?
Ik ben eigenlijk wel benieuwd hoe jullie dit ervaren. Heb je er ooit over nagedacht waarom je liever in het bos wandelt of juist op een open veld, bij zee of in de bergen (erop of juist er tussen)? Hou je van ruimte om je heen of juist van geborgenheid en waarom? Wat doet het met je?

Strand, zee, duinen en harde wind.

DSC05976     DSC05778     DSC05822
Ik lig in mijn bed, maar kan de slaap nog niet vatten. Buiten gaat de wind flink tekeer. Met harde  gieren en halen, komt en gaat de wind. Rukwinden noemen ze dit, denk ik. Rondom me in het huisje is het stil. Zou de rest wel slapen? Vinden zij het niet heerlijk om naar het geluid van de wind te luisteren? Op dit moment bevinden we ons in Denemarken, in een huisje op een soort park op een paar 100 meter van het strand. De huisjes staan hier ver uit elkaar, je hebt veel privacy. Om ons heen de duinen, waar we een mooi zicht op hebben, in de verte een ander huis en verder dus alleen landschap. Mooi, maar op dit moment ook wel kwetsbaar. De stoelen op het terras aan de westzijde, waar de wind vandaan komt, hebben we voor het slapen gaan toch maar naar binnen gehaald. Je weet maar nooit en dat met alle ramen in ons huisje.
Ik geniet van het geluid van de wind, af en toe hoor ik er ook wat spetters tussendoor. Nu mag het. Als ik lekker warm in mijn bedje lig, vind ik het niet erg dat het regent en waait. Hopelijk is het morgen nog wel een periode droog, zodat we lekker door de duinen kunnen wandelen en misschien ook nog even op het strand. Strand, zee, duinen, ik hou er van.

Ruim een half jaar geleden viel mijn oog op dit huis. Een mooi huis, midden in de natuur tussen de duinen op een steenworp afstand van het strand en qua prijs best te doen. De foto’s van het huis heb ik de laatste maanden meermalen de revue laten passeren. Toch kun je je er niet helemaal een voorstelling van maken, hoe het daadwerkelijk zal zijn. Ik had niet gezien dat het huisje op een soort park stond. In mijn belevenis stond het nog dichter bij de zee, maar de foto’s hebben verder niks teveel gezegd. Het is echt een heel mooi huis.
Na onze vakantie in Engeland en Schotland heb ik hier wel naartoe  geleefd, maar toch anders als bij een zomervakantie. Hierbij speelde mee, dat mijn man steeds meer last van zijn rug kreeg en uiteindelijk zes weken voor onze vakantie is geopereerd aan een hernia. Zou hij op tijd weer zijn hersteld om mee te kunnen op vakantie? Daarnaast is mijn naaste collega, met wie ik de vakantie had afgestemd, nog steeds ziek en haar vervangster heeft ook in de herfstvakantie een vakantie gepland. Niet handig, het voelt niet goed dat er een week lang geen diëtist aanwezig is en wat voor puinhoop treffen we aan, als we weer terug zijn. Zaken waar ik me echt druk om kan maken.
De dag voor vertrek is manlief nog voor controle in het ziekenhuis geweest en het ziet er goed uit. Hij mag op vakantie, maar moet wel goed naar zijn lichaam luisteren en aanvoelen wat kan. Op mijn werk is alles zo goed als geregeld met collega’s uit het nabijgelegen ziekenhuis. Met een min of meer gerust hart kunnen we dus op reis.
Hoe dichter we bij onze bestemming komen, des te meer het vakantiegevoel vat om me gaat krijgen.
Als we op de plaats van bestemming zijn, valt alles van ons af. Het laatste stuk hierheen hebben we zicht op een schitterende zonsondergang, de laatste 10 minuten rijden we door een geweldig natuurgebied bestaande uit mooie, glooiende duinen, bedekt met verschillende heidesoorten en helm en dan staan we voor ons huis. Het voelt direct goed en de volgende avond sta ik al oog in oog met twee damherten bij ons in de achtertuin. Ik kijk ze aan en zij mij, ze laten mij rustig mijn fototoestel pakken en foto’s van hen maken. Het weer is helaas deze week wel omgeslagen. Het is een stuk frisser, winderig met zo nu en dan een bui, dit weerhoudt ons er niet van om richting zee te gaan. De eerste avond dat we hier zijn, genieten we van de wind, de zilte zeelucht en de bewolking maakt, net op het moment dat de zon onder gaat, toch wat plaats, waardoor we kunnen genieten van een schitterende zonsondergang. Oh, wat hou ik toch van de zee. Hopelijk kunnen we deze week nog vaker even langs zee lopen, de zonsondergang bewonderen en genieten van dit schouwspel.
De dag nadat we een uitstapje hebben gemaakt naar de oudste stad van Denemarken, moet Joop het toch even bekopen. Het is slecht weer, dus we lassen een rustdag in. De kinderen moeten nog studeren en Sylvain doet wel een poging om met mij mee te gaan naar het strand, maar vindt de wind te hard en als het dan ook nog begint te regenen, wil hij terug. Zodra het weer droog is, doe ik een nieuwe poging om naar het strand te wandelen. Zodra ik vanuit de duinen zicht op zee heb, vliegen de zandkorrels en het schuim uit zee me om de oren. Ik kan me nauwelijks staande houden en de zee staat hoog, dus er is weinig strand. Ik besluit om het strand niet op te gaan, maar wel even vanaf mijn plekje in de duinen te genieten van de wilde zee, de harde wind zorgt voor enorme schuimkoppen die in kleine stukjes met de wind meevaren, het helm in de duinen gaat woest te keer. Mijn gezicht zit vol zand en mijn lippen smaken zout, maar ik geniet. Niet te lang, maar het lukt me toch om een paar (bewogen) foto’s te maken. Hierna kies ik ervoor om mijn wandeling maar voort te zetten in het duingebied. Hier waait het ook, maar toch iets minder. Heerlijk dit, zo krijg ik mijn hoofd wel leeg.

Al maanden wilde ik naar zee, maar het kwam er maar niet van. Nu kan ik in principe een hele week, elke dag lekker langs het strand wandelen. Door de korte dagen en gezien we ook nog wel wat anders van de omgeving willen zien, lukt dat niet elke dag, maar toch zeker wel om de dag. Heerlijk dit. Ik zou best aan de kust willen wonen. Dat blijft toch wel een droom, een eigen huisje vlak bij zee. Terwijl ik de wind nog hard tegen ons huis aan hoor beuken, voel ik me langzaam wegzakken in een diepe slaap.

 

Water, meren, zee en … (Niagara) Falls

DSC02836     DSC02865     DSC02978

Ik hou van water, al ben ik geen watersporter. Ik ben gek op het geluid van de zee. Het geluid van het klotsende, kolkende water maakt me rustig. Op de één of andere manier komen we in de vakantie ook altijd wel ergens bij water terecht. Meestal zijn we er niet echt naar op zoek, maar in welke (grote) stad we ook lopen, we komen steevast bij een grote rivier uit, waar we heerlijk langs wandelen. We houden van de drukte van de stad, maar genieten ook van de rust en de sereniteit dat het stromende water met zich mee brengt. Er is altijd wel wat te zien. In Parijs hebben we langs de Seine gelopen, in London langs de Theems, in Tsjechië bij de Donau, in Florence bij de Arno en zo kan ik nog wel even doorgaan. Ook het kletsende water bij watervallen trekt mij aan. In Kassel heb je een waterspel wat in de zomermaanden wekelijks op een vast tijdstip in gang wordt gezet. Een immense watermassa volgt zijn weg van boven naar beneden via verschillende wegen en zorgt voor mooie watervallen, een heus spektakel om te zien. In Italië hebben we de kunstmatige waterval de Marmore bezocht, ook een geweldig spektakel. Ik kan echt genieten van het geluid wat het vallen van het water met zich meebrengt. In Passau komen drie rivieren samen, wat er toe leidde dat toen wij er waren de rivieren nogal buiten hun oevers traden. Niet leuk voor de stad, maar wij vonden het wel een belevenis om mee te maken. En in New York was Manhattan volledig omgeven door water. Hier hebben we op meerdere plekken onze rust gevonden bij het water. Helaas is het ons niet gelukt om, op het moment dat we in New York waren, ook de Niagara Falls te bekijken. Dit bleef echter een wens en dit jaar hebben we deze wens in vervulling kunnen brengen. Na een aantal dagen in Toronto hebben we onze intrek genomen in een huis in Hamilton. Op het moment van boeken niet wetende dat dit een stad is met meer dan 100 watervallen.

DSC02833            DSC02831            DSC02839

Als we in Hamilton zijn aangekomen, ga ik op de site van Hamilton Waterfalls op zoek naar een mooie waterval die we kunnen gaan bezoeken. Er zijn meer dan 100 watervallen in deze stad, deze kunnen we natuurlijk niet allemaal bekijken. Maar wat zijn dan de mooiste? Ik ga maar af op de foto’s die ik zie en bekijk welke een beetje goed bereikbaar zijn. Met mijn zere knie kan ik geen hele klimpartijen maken. Wel jammer, want de meeste watervallen zijn met de auto alleen aan de bovenkant te bereiken, terwijl ze er van beneden toch het mooist uitzien. Een aantal mag je momenteel ook niet beneden bezoeken. Er schijnen jaarlijks in deze tijd nogal wat ongelukken te gebeuren bij de watervallen. Uiteindelijk zoeken we er drie uit. De eerste, Devil’s Punch Bowl, zoeken we uit vanwege de mooie kleuren in de lagen van de rotswand. Ergens in mijn achterhoofd weet ik dat ik gelezen heb dat bij deze waterval de hoeveelheid water per seizoen kan verschillen. Op dit moment heb ik daar niet meer aan gedacht. De waterval bevindt zich bij het uitzichtpunt van Hamilton, vanwaar je over de stad heen kijkt en bij mooi, helder weer ook de contouren van Toronto kunt waarnemen. Helaas is het op dit moment geen helder weer en kunnen we de contouren niet zien. Wel genieten we van het uitzicht over de stad. Geen echt mooie stad, maar het is altijd leuk om de wereld van bovenaf te bekijken. De waterval kunnen we vanaf hier nog niet zien. Er staan teveel bomen voor. Ook horen we het kletterende water (nog) niet. We lopen een stukje verder en zien dan de rotswand achter de waterval. Deze ziet er inderdaad erg mooi uit, met de verschillende kleuren lagen in de rotswand. Maar waar is nu de waterval? Ik zie alleen wat zand opstuiven, denk ik, maar dit blijkt het beetje water te zijn wat er op dit moment uit deze waterval druppelt. Dit is wel een beetje teleurstellend, een waterval zonder water. Die middag komen we er niet meer aan toe om nog een andere waterval te bezichtigen. Het water wat we bij de waterval niet zien, komt later die middag plotsklaps met bakken uit de lucht vallen. We moeten de auto zelfs even aan de kant zetten, omdat we niets meer zien.
DSC02862            DSC02869            DSC02896

De volgende dag lukt het wel om de volgende waterval op het lijstje te bezoeken, de Albian Falls. Hier hebben we meer geluk. Er klettert een hoop meer water vanaf deze waterval naar beneden, misschien wel geholpen door de enorme regenbui van gisteren, maar deze waterval komt ook vanuit een rivier. Een mooie waterval in een schitterend natuurgebied. We zijn echter niet de enigen, die hier een kijkje komen nemen. Bij deze waterval mag je op dit moment niet aan de voet komen, echter als we bij de waterval aankomen, zien we ontzettend veel mensen beneden bij de waterval en in de waterval staan. Er loopt een pad door het bos, zou je dan toch op een veilige manier bij de waterval kunnen komen? Net als een heleboel andere mensen, lopen we het pad af, niet wetende waar we uit zullen komen. Van de andere kant zien we ook allemaal mensen komen. Het pad gaat echter niet echt omlaag, dus we vragen ons af of we uiteindelijk wel beneden komen, toch lopen we stug door. We zijn niet de enigen. Niemand weet waar het pad heen leidt. Het is overigens wel een leuke weg door het bos en daar genieten we van. Uiteindelijk komen we, nadat we nog langs een andere waterval, de Buttermilk falls waar op dit moment ook weinig water uitkomt, bij een parkeerplaats van waar mensen in tegengestelde richting naar de Albian Falls lopen. Daar ging het pad dus heen. We lopen maar weer terug en genieten van het mooie natuurgebied en uiteindelijk nogmaals van de waterval, waarvan de schoonheid toch wel verstoord wordt, door de vele mensen die er zo nodig in moeten gaan staan.
Inmiddels is Sylvain voldoende opgeknapt, zodat we de volgende dag ‘eindelijk’ onze reis naar de Niagara Falls kunnen maken. We zien er naar uit, zijn zo benieuwd of deze watervallen daadwerkelijk zo adembenemend zijn, als wordt beweerd. We willen het graag met eigen ogen aanschouwen.
We rijden in de ochtend eerst naar Niagara on the Lake, dit moet ook een mooie plaats zijn met veel geschiedenis en vanaf hier kun je een leuke route rijden richting de Niagara Falls. Hier woont volgens mij wel het ‘rijkere’ volk. Het is een groot wijngebied. We worden omgeven door mooie, dikke auto’s en vele cabrio’s. De mannen kijken hun ogen uit.
Onderweg werpen we nog een blik op de kolkende Niagara River en merken dat we al aardig in de buurt zijn van de Niagara Falls. Boven ons vliegen de helikopters af en aan met toeristen die vanuit een helikopter het natuurgeweld willen aanschouwen. Wij vervolgen onze weg, inmiddels is het aardig bewolkt geworden, dat was toch niet de voorspelling? Even later rijden we Niagara in. Wat een drukte. Voordat we de auto daadwerkelijk ergens gaan parkeren, willen we nog even alvast vanaf de Rainbowbridge de watervallen aanschouwen. Je mag deze brug tussen Canada en Amerika wel lopend betreden. Op het eerste stuk zijn de parkeerplekken al vol, vele auto’s achter ons rijden gewoon door. Er zal verderop nog wel een parkeerplek zijn, denken wij, dus we rijden er achter aan en belanden op de weg naar Amerika en kunnen niet meer terug. We hebben elkaar er nog zo voor gewaarschuwd, dat we ervoor moeten zorgen dat we niet in Amerika terecht komen, want we hebben geen visum en nu gebeurd het toch. We hebben geen andere keus, we moeten door de douane en leggen hier de situatie uit. Flagholes, worden we genoemd. Na wat gedoe, kunnen we gelukkig terug naar Canada, waar we besluiten de auto maar gewoon op een betaalde parkeerplaats te zetten en vanaf hier te gaan lopen. Maar … we hebben al wel onze eerste blik op de watervallen kunnen richten.
Vanaf de parkeerplaats komen we eerst in het kermisachtige gedeelte, waar o.a. een groot reuzenrad staat met uitzicht op de watervallen. Het is een drukte van belang, maar wel een gezellige drukte. We aanschouwen dit gebied en lopen samen met velen richting de boulevard, vanaf waar je een mooi uitzicht hebt op zowel de Amerikaanse watervallen als de Canadese watervallen.
DSC02958            DSC02971            DSC02974

Hier aangekomen zijn we gelijk alle drukte en het gedoe van daarnet vergeten, ook al lopen we nog steeds midden in een mensenmassa. Wat een geweldig uitzicht heb je hier al op de watervallen en op dit moment zijn we er nog helemaal niet zo dicht bij. De Amerikaanse watervallen zijn het dichtst bij ons en we lopen in ruim 2 uur tijd richting de Canadese Watervallen, onderwijl stoppend, genietend van ons uitzicht, foto’s en filmpjes makend, het is echt geweldig en het wordt steeds mooier naarmate we dichter bij de watervallen komen. De lucht betrekt ondertussen wel en we worden op een gegeven moment ook nat. We denken dat het de regen is, maar het blijkt een combinatie te zijn van regen en de waterdamp die vanaf de Canadese watervallen onze kant op komt. Een stukje verderop is het namelijk helemaal niet zo nat. We genieten echt van wat we zien. Dit kan ik niet omschrijven, dit moet je gewoon zelf aanschouwen en beleven. Alle drukte om ons heen vernemen we niet eens. De sfeer is heel gemoedelijk. Iedereen is hier met hetzelfde doel, intens genieten van dit geweldige natuur spektakel.
Aan de overkant, de Amerikaanse kant, zien we ook veel mensen staan. Zij kunnen echter de watervallen niet vanaf de voorkant bekijken, maar kijken vanaf hun plek alleen maar op het stuk waar de watervallen naar beneden donderen. Ook een heel mooi gezicht, dit zien wij uiteindelijk ook bij de Canadese watervallen, maar ik snap nu wel waarom er gezegd wordt dat de watervallen vanaf de Canadese kant mooier zijn. Ik ben blij dat we ze vanaf deze kant kunnen aanschouwen. Waren we hier twee jaar geleden geweest, dan zouden we aan de andere kant staan.
We hebben hier uren rondgelopen. Denk dat we er om een uur of vier waren en rond tien uur zijn we teruggelopen naar onze auto. Ook bij het vallen van de duisternis, is het een heel spektakel om te zien.

DSC03010            DSC03029            DSC03049

Van alle wateren, die ik tot nu toe heb gezien, is dit toch wel één van de mooiste belevenissen. We zouden er nog uren naar kunnen kijken. Bij het weglopen, kijken we ook steeds nog even over onze schouder om het natuurgeweld nog even te kunnen zien. Het is echt een fantastische ervaring.
Ondanks dat we de drukte en alle andere mensen die hier aanwezig waren, niet vervelend vonden, vind ik het eigenlijk toch wel jammer, dat zo’n mooi natuurgebied, niet meer midden in de natuur ligt. Er is zoveel omheen gebouwd. Dat maakt het toch iets minder mooi.
(Bij de derde waterval in Hamilton, de Tiffany Falls, die we wilden bezoeken,  zijn we overigens niet meer geweest. Deze zou helemaal in het niet vallen na ons bezoek aan de Niagara Falls).

Kort maar krachtig

DSC08122      DSC08126      DSC08152

Terwijl ik naar buiten kijk, waar de regen nog steeds met bakken naar beneden komt, bedenk ik me wat een mazzel we toch hebben gehad.De laatste jaren hebben we ons moeder-dochtersweekend in de maand november gehouden. Dat was gemakkelijk, omdat we dan direct gezamenlijk de Sinterklaasinkopen konden doen. Sinds vorig jaar vieren we geen Sinterklaas meer, dus dat is nu niet meer nodig.
Het voorstel was nu om in september, het weekend van de week dat mijn ouders de chalet in Callantsoog kunnen huren, met zijn drieën ons weekend weg in Callantsoog door te brengen. Op zich prima. Ik hou van de zee, vorig jaar zouden we eigenlijk al naar zee, maar is dit door omstandigheden niet gelukt. Dit jaar weer aan zee, spreekt me dus wel aan. In september is daarnaast de kans groter op mooi weer. Het weekend is echter wel heel erg vlot na onze zomervakantie. Sinds juni ben ik gelukkig weer tijdelijk aan het werk en daarnaast nog druk aan het solliciteren. Ik kan dus niet vooraf zeggen of ik de vrijdag al wel weg kan. Vlak voor onze vakantie is het me gelukt om naast mijn tijdelijke baan, nog een andere tijdelijke baan te bemachtigen, wat inhoudt dat ik nu vijf dagen in de week werk en het niet kan maken om direct de tweede week al een dag vrij te nemen. Dus we kunnen pas vrijdag na het werk weg. Het weekend na mijn eerste volle week, met weer veel nieuwe indrukken, realiseer ik me dat we het volgende weekend al weggaan. Het is mijn beurt om te rijden, echter heb ik in de vakantie, door het wandelen in de heuvels weer last van mijn knie gekregen, wat met vijf dagen werken in verpleeghuizen waar veel gelopen wordt, nog niet echt beter wordt. Autorijden gaat niet zo lekker, met name als ik veel de koppeling in moet trappen. Eigenlijk zie ik het niet zitten om na een dag werken, waarbij ik ook nog twee keer een uur moet autorijden, nog naar Callantsoog te rijden. Wat nu? Moeten we het maar afblazen?
Gelukkig wil Bianca wel rijden, maar niet in onze auto. Haar man heeft hun auto zondag nodig, dus besluiten we uiteindelijk maar een kort weekend te gaan. Vrijdagavond heen en zaterdagavond weer terug.

DSC08130        DSC08140        DSC08151

Rond zes uur vertrekken we richting Callantsoog. De hele week is het weer lekker geweest en ook nu is het nog mooi. De voorspellingen zijn door de week heen wel wat wisselend voor het weekend, maar het lijkt er nu op dat het wel mooi weer wordt. Halverwege de rit begint het echter te sputteren, de lucht betrekt steeds meer, het sputteren gaat over in regen, dat is toch eigenlijk niet de bedoeling.
Als we bij de camping aankomen en uit de auto stappen, is het best fris. We zien de mensen op de camping nog wel allemaal in zonnige kleding lopen, dus het is hier wel mooi weer geweest. Op dit moment voelt het echter niet zo aangenaam. Ik heb helemaal geen dikke kleding meegenomen. Gelukkig nog wel een jas.  Nou ja, we laten ons niet zo snel uit het veld slaan.
We halen direct bij aankomst een patatje en nestelen ons daarna voor de tv in ons chalet. Dat het nu geen mooi weer is maakt niets uit. We zijn toch niet van plan om vanavond nog wat te doen. We kijken gezellig tv, kletsen lekker bij en gaan natuurlijk veel te laat op bed.
De volgende ochtend ben ik bij tijds wakker, als ik naar buiten kijk zie ik een stralend blauwe lucht. Yes, het is mooi weer. Daar heb ik nu echt zin in. Gezien ik met mijn knie niet zoveel kan lopen, hebben we al besloten dat we dit keer geen dag gaan winkelen in een naburige stad. Het lopen van de camping naar het strand is ook te ver, dus we besluiten om fietsen te huren, per fiets de omgeving te verkennen en verder gewoon lekker op het strand te gaan zitten en genieten van de zee.
We fietsen naar het eerstvolgende dorp, 3 km verderop en gaan hier richting strand. De zon voelt lekker op onze huid, er staat wel een aardige westenwind, maar niet te. Gewoon lekker. Bij de eerste de beste strandtent willen we beneden in het zand gaan zitten, maar deze strandtent heeft buiten het afgeschermde terrasgedeelte nog een stuk ervoor waar je lekker kunt zitten met uitzicht op het strand en de zee. We installeren ons hier. Het bevalt zo goed, dat we tot ver in de middag heerlijk zitten te genieten van het uitzicht, lekker bijkletsen, koffie drinken en heerlijk lunchen. Eigenlijk is dit wel heel ontspannen zo. Heel anders als anders, maar het bevalt onze alle drie prima.
Rond half 3 besluiten we toch nog maar verder te fietsen, het heeft niet zo heel veel zin meer om nog naar een ander dorp te fietsen. Tussen de landerijen, met uitzicht op de duinen, fietsen we terug naar Callantsoog, waar we nog eventjes gaan winkelen in het dorp. Het ene moment schijnt de zon volop, maar af en toe trekt er ook een wolkendek over ons heen. Je merkt direct een verschil in temperatuur, maar echt koud is het niet. Wat een heerlijk dag.
Rond zes uur komen mijn vader en Sylvain in Callantsoog. Sylvain zal de rest van de week samen met opa en oma hier verblijven en hij heeft er zin in.Samen gaan we nog even lekker eten op het strand en Sylvain en ik gaan nog  pootje paden. De lucht is inmiddels wel een stuk donkerder geworden, er komen af en toe wat spetters uit de lucht, het is vloed en de zee is aardig wild. Dit weerhoudt ons er niet van om nog even met zijn tweeën met onze voeten in het water te staan. Genieten.

DSC08164         DSC08174        DSC08181

We drinken nog gezellig koffie met z’n allen in de chalet. Delen onze verhalen over het weekend met mijn vader. Sylvain installeert zich inmiddels in zijn slaapkamer. Spullen op zijn plek, etc. Hij vindt het wel gek dat ik de vorige nacht in ‘zijn’ bed heb geslapen. ‘Ga jij zo weg? En blijf ik hier?’ Even kijkt hij mij wat vertwijfelt aan. Het is voor hem ook wel een gekke situatie, maar hij heeft er wel heel erg veel zin in. Ik breng hem naar bed, we knuffelen nog even en dan is het goed.
Terwijl wij onze belevenissen van deze dag nog even in het schrift vastleggen, begint het ineens heel hard te regenen. O jee, wij moeten nog op de fiets naar de auto en daarna terug naar huis. Hebben we net te lang gewacht? Gelukkig wordt het nog even droog. Snel fietsen we naar de receptie. Zetten onze fietsen daar neer en nemen afscheid van ons mamsje, die ons nog even uitzwaait, maar dan snel terug gaat naar het chalet, voordat de bui weer losbarst.
Het was een kort, maar heerlijk weekend. Volgend jaar willen we hier graag weer naartoe, maar dan langer. Gewoon weer lekker op de fiets de omgeving verkennen, chillen op het strand en geen hele dagen meer winkelen. Dit was heerlijk!

Verjaardag vieren, maar dan anders …

12583611_1280637418629034_1928741262_n        DSC05966        groepsefie

In het boekje wat ik van Lesley en Sylvain voor mijn verjaardag heb gekregen ‘Flow-daily life- inzichtenpocket’ staat de volgende zin: ‘De waarde die je aan dingen hecht, kan door de jaren heen veranderen. Misschien vond je het vroeger gezellig …, maar ben je die traditie allang beu’. Dit slaat voor mij helemaal op het vieren van mijn verjaardag. Grappig om dit te lezen op het moment dat we het al helemaal anders hebben gedaan.
Als kind vond ik het, net als ieder ander kind (denk ik), geweldig om mijn verjaardag te vieren. Ook toen we gingen samenwonen vond ik het leuk. Nu kon ik het helemaal op mijn eigen manier doen. We hadden nog geen kinderen, een redelijk opgeruimd huis, en alle tijd om van tevoren lekkere hapjes klaar te maken, nieuwe te bedenken, etc. In de loop der jaren is dit toch wel veranderd. Op het moment dat er kinderen komen, eerst bij anderen, later bij onszelf, worden verjaardagen meer overdag en ’s avonds gevierd. Wat inhoudt dat je niet alleen gebak in huis haalt, ook zorgt voor een maaltijd tussendoor en in de avond nog weer andere hapjes op tafel tovert. Gezien wij een erg grote familie hebben, in principe niet aan verjaardagen doen (wat inhoudt dat je je verjaardag wel kunt vieren, maar niemand verplicht is om te komen) weet je nooit van tevoren hoeveel mensen je kunt verwachten en haal je altijd teveel eten in huis. De laatste jaren voelde het vieren van mijn verjaardag als: ‘Vroeg in de ochtend taart halen en daarna de boodschappen, vervolgens het huis aan kant maken, tussendoor proberen de kinderen te vriend te houden en zodra de eerste visite zich aanmeld is het draven met kopjes koffie/thee/frisdrank, taart, lekkers, tussendoor proberen om een praatje te maken met de visite (wat de ene keer wel lukt, omdat iedereen netjes achter elkaar aan komt – maar heel vaak niet, omdat iedereen tegelijk binnen komt en je niets anders kan doen dan heen en weer draven), eten klaar maken, opnieuw koffie/thee/frisdrank/hapjes en vaak pas later op de avond even gezellig babbelen als je eigenlijk al uitgeput bent. ‘Is dit nu een verjaardag vieren?’ vroeg ik me steeds vaker af.
Deze keer heb ik lang getwijfeld of ik mijn verjaardag nu wel of niet zou vieren. Vorig jaar heb ik ook al overgeslagen. ‘Maar voor wie doe je het dan?’ vraagt een stemmetje achterin mijn hoofd, ‘heb je er zelf wel zin in?’ ‘Eigenlijk niet’, beantwoord ik het stemmetje. ‘Ja, aan de ene kant wel, want ik vind het wel gezellig om mijn familie te zien. Aan de andere kant niet, want zelf heb je er als gezin vaak toch niet zoveel aan’. Alleen Sylvain geniet van alle visite en aandacht. Lesley helpt inmiddels mee met het draven.
De woensdag voor mijn verjaardag heb ik nog steeds geen besluit genomen. Ik praat erover met mijn oud collega en vriendin, die een dag voor mij jarig is, tijdens het wandelen. Zij gaat het niet vieren, ze gaan lekker een weekend naar Amsterdam. Ze vraagt wat ik zelf graag zou willen. ‘Naar het strand’, zeg ik. En op dat moment is mijn besluit genomen. Ik ga mijn verjaardag niet vieren, ik ga gezellig met mijn gezin naar het strand. Als ik echter de weersvoorspelling bekijk voor die dag is er een kans van 95% op neerslag. Dat is wel heel veel. Als ik opper dat we misschien naar Corpus kunnen gaan, een museum waar ik al heel lang eens met het gezin heen wil, is iedereen enthousiast. Ik begin direct met het uitzoeken en regelen.

DSC05956         12557794_1280017852024324_1828552858_o        12591774_1280015232024586_388507751_o

Met zijn vieren stappen we lachend in de auto. We hebben er zin in. De weersvoorspellingen zijn niet zo fijn, het kan glad worden. Toch lijkt het mee te vallen, dus we besluiten toch te gaan. Het is al wat later op de ochtend. Af en toe krijgen we een beetje sneeuw, maar het valt best mee en hoe verder we richting het westen komen, hoe beter het weer. Vanaf Amsterdam begint de zon zelfs flink te schijnen. We hebben ruim de tijd genomen om er te komen, maar we kunnen gewoon goed doorrijden en zijn daarom al op tijd op de plaats van bestemming. We beginnen daarom met een kop koffie en een gebakje, dat hoort er toch wel bij.
Even later wordt onze toer omgeroepen, we krijgen allemaal een audiofoon mee met koptelefoon, die ons begeleid tijdens de reis door de mens. We starten bij de knie en krijgen uitleg over de spieren, terwijl dit ook op een scherm zichtbaar is. We horen meer over rode en witte bloedcellen, zien en horen wat er gebeurd op het moment dat je een splinter hebt. Zittend op bankjes ervaren we hoe de bloedcellen door onze aders worden gepompt, we lopen door de gehoorgang, door de kamers van het hart, komen in de longen, via verschillende liften komen we op de verschillende verdiepingen. Het is erg interactief, luisteren, zien, voelen, ervaren. Een hele leuke belevenis voor jong en oud. Ook Sylvain geniet ervan, ook voor hem is dit uitermate geschikt om te doen. Het leukste vindt hij het als we als bloedcel door de aderen gaan (het lijkt wel een beetje een kermisattractie), als we in de hersenen zijn en onze stoel ineens achterover gaat, als we op de tong staan, wat een beetje op een springkussen lijkt en de tanden van de binnenkant kunnen bewonderen. Het was echt de moeite waard.
Als we boven in de kantine staan hebben we een heel mooi uitzicht en in de verte zie ik de duinen. Het is schitterend weer, de zon schijnt volop, er staat wel veel wind en het is best koud, maar als ik de duinen zie, dan trekt het toch om even naar zee te gaan.
Als we uitgekeken zijn in Corpus, willen we nog een hapje eten en we besluiten om richting zee te gaan. Ik had wel wat gezien in Noordwijk aan Zee. Als we de auto hebben geparkeerd en uitstappen, voelen we direct de harde wind en de kou. Er wordt mij gevraagd of ik echt langs het strand wil wandelen. De mannen willen liever direct ergens een restaurantje induiken, maar ze kunnen mijn smekende blik niet weerstaan. We pakken ons dik in en lopen naar het strand. In eerste instantie willen we tegen de wind inlopen. Het zand stuift echter zo, dat dit niet echt fijn is, dus lopen we maar van de wind af. In de verte zien we een strandtent. Het ziet er wel luxe uit, maar we gaan toch eens kijken of we hier een hapje kunnen eten. Dichterbij gekomen, ziet het er toch wel erg chic uit. Er staat iets op de deur over een Michelin aanbeveling. Nee, dit is niks voor ons. We lopen nog maar even verder. Iets verderop zien we een andere strandtent. Van buiten ziet het er niet zo mooi uit, maar als we hier naar binnenstappen, zijn we direct verkocht. Heerlijke muziek, druk pratende en lachende mensen, een steenoven waar de geur van lekkere verse pizza’s uitkomt en allemaal haardvuurtjes. Het is echter wel druk. Zullen we hier nog wel kunnen zitten? We hebben niet gereserveerd. Met wat improviseren kunnen we er nog wel bij. We genieten volop, eten heerlijk en genieten van de muziek, elkaars gezelschap en de hele sfeer.

DSC05967         DSC05971         DSC05989

DSC05992         DSC05995         DSC06003

Wat een geweldige verjaardag heb ik gehad. We hebben alle vier genoten. Zo willen we nog wel vaker een verjaardag vieren. Het voelde wel een beetje als een verjaardagsfeestje van vroeger.
Als Sylvain ’s avond uitgeput op bed ligt en ik nog even met hem na klets vraagt hij: ‘Gaan we morgen weer daarheen?’ (Je moet weten dat morgen voor hem een heel ruim begrip is, dat kan ook volgend jaar zijn). Ik vraag hem waarom hij dit graag wil. ‘Nou ik wilde eigenlijk nog op de tong springen, maar was bang dat de mond open ging en dat ik tussen de tanden zou komen’. Er verschijnt een grote glimlach op mijn gezicht. Wat gaat er toch in zijn koppie om. Nu hij hier in bed ligt, had hij toch wel graag willen voelen hoe het is om op die tong te springen (Op foto’s op de site heeft hij gezien dat kinderen dit deden).

De invloed van de natuur

DSC06974      DSC04103      DSC06918

Oh, wat is het weer moeilijk wakker worden, of eigenlijk lig ik al wel een tijdje wakker, maar ik heb geen zin om mijn warme bed uit te komen. Met moeite hijs ik me omhoog en loop slaapdronken naar beneden. Daar smeer ik eerst het brood van Sylvain en daarna dat van mij. Ik moet er goed op letten dat ik wel het goede boterkuipje pak, uit de juiste la het beleg voor hem of voor mij neem. Als ik nog niet helemaal wakker ben, heb ik daar nog wel moeite mee. Als een robot voer ik mijn vaste riedeltje uit. Boven gekomen doe ik het licht aan in Sylvains kamer. Over een paar minuten zal zijn wekker gaan, het geluid van een kraaiende haan, en zal meneer hopelijk wakker worden.

Gisteravond toen ik naar bed wilde gaan en nog even in zijn kamer stond, ging hij rechtop zitten. Keek even naar buiten en zei: ‘Moet ik naar school?’. Hij kon maar niet begrijpen dat het nog avond was, dat we eerst nog moesten slapen en dat hij daarna pas naar school zou gaan. Ontroostbaar en helemaal uit zijn doen. Nu het ’s ochtends nog net zo donker is bij het wakker worden  als in de avond en hij zelfs in het donker in de taxi stapt, is hij helemaal gedesoriënteerd.  Het heeft even geduurd, voordat hij weer in slaap viel. Ik hoop dat hij wakker wordt van de wekker. Als een gewoonte kijk ik richting zijn bed … het is leeg. Meneer is bij zijn broer in bed gestapt, laat in de avond al en ligt daar lekker te slapen onder het dekbed van Lesley. Lesley ligt ernaast zonder dekens …
Het kost wat meer moeite om zoonlief wakker te krijgen en hij is behoorlijk chagrijnig. Toch niet genoeg slaap gehad blijkbaar. We maken ons riedeltje af en het lukt me om hem op tijd klaar te hebben, voordat de taxi voor de deur staat. Zelf ben ik nog niet klaar, dus ik moet opschieten om nog op tijd op mijn fiets te kunnen stappen.

Buiten is het fris, maar niet echt koud. De lucht voelt prettig aan, alsof er genoeg zuurstof inzit. Ik adem eens diep in. Er staat weinig wind en het is droog. Ideaal fietsweer. Na de drukte in de morgen en voordat mijn werk begint, vind ik het heerlijk om even een frisse neus te halen en rustig aan richting werk te fietsen. Als ik bij het meer aankom zie ik een mooie glinstering op het water, ik kijk om en zie daar een prachtige lucht. De zon is aan het opkomen, er hangt een schaapachtig wolkendek met hier en daar een stukje blauw. De zon begint de wolken langzaam aan roze en geel te kleuren. Wat een geweldig gezicht. Wat jammer dat ik nu net de andere kant op moet fietsen, wat zonde dat ik mijn fotocamera niet bij me heb, ik had prachtige plaatjes kunnen schieten.
Onder het fietsen kan ik het niet laten om steeds maar om te kijken. De lucht kleurt mooier en mooier roze/geel, de zon komt steeds hoger aan de horizon, wat is de natuur toch mooi. Ik merk dat ik ouder word. Als jongere vielen mij dit soort zaken niet op, toen had ik alleen maar haast. Nu fiets ik in alle rust door, kijk om en op sommige stukken naast me en geniet van het mooie schouwspel.
Morgen ben ik vrij, ik neem me voor om dan toch vroeg op te staan, wie weet is er wel weer zo’n mooie lucht. Terwijl ik dit denk, weet ik dat ik de volgende dag toch niet vroeg mijn bed uit zal gaan. Ik kan immers wat langer liggen en zolang ik nog in mijn bed lig en niet de mooie lucht zie, komt het niet in me op om op te staan. Toch probeer ik mezelf over te halen om het morgen wel te doen.
Ondertussen vormen zich allemaal woorden in mijn hoofd, voel ik een verhaal opkomen, worden woorden gedichten zo uit het niets, wat de natuur al niet voor invloed op mij kan hebben. Ik moet het zo echt even opschrijven…

Op het werk aangekomen, is het eerste wat ik doe mijn schrijfboekje tevoorschijn halen. Ik schrijf wat steekwoorden op onder het opstarten van mijn programma’s, ik luister met een half oor naar degene die vandaag verteld wat er nieuw is en wat we vandaag kunnen verwachten. Het lukt nog niet om me helemaal los te maken uit het heerlijke lome, ontspannen, inspirerende gevoel. Ik schrijf nog even door, terwijl ik nog wat programma’s opstart. Dan hoor ik het bekende geluid, het geluid van intoetsende tonen op de telefoon. De één na de ander is aan het inloggen, het is negen uur, ik schrik wakker als uit een mooie droom. De plicht roept, ik moet ook inloggen en paraat zitten voor alle lieve, vriendelijke, grappige, maar ook boze, scheldende, niet luisterende klanten … ik ben weer terug in de werkelijkheid.
Geschreven op 26 november. Foto’s komen uit het archief. Helaas de volgende dag geen mooie zonsopgang.

DSC00391 + tekst

Moeder-dochters weekend

DSC00260      DSC00253      DSC00268

Waar het precies van komt, weet ik niet, maar ik slaap de laatste tijd slecht. Heeft het te maken met de ‘nieuwe’ geluiden in deze tijd van het jaar? De verwarmingsbuizen die ’s avonds laat en ’s ochtends vroeg tikken, de regen op het dakraam en de harde wind rondom het huis, een man die laat naar bed gaat en ’s nachts ligt te puffen, de drukte van mijn baan in combinatie met een gezin en een zorgintensief kind of de spanning op het werk door de strengere regels van de opdrachtgever, waardoor er om de haverklap ‘werknemers’ verdwijnen en niemand weet waar hij aan toe is? Ik weet het niet, maar wat ik wel weet is dat ik elke ochtend vermoeid opsta en denk: ‘Moet ik echt de hele dag nog?’
Afgelopen weekend was het tijd voor ons jaarlijkse moeder en dochters weekendje weg en ik moet eerlijk bekennen: ‘Ik zag er best een beetje tegenop’. Sinterklaasinkopen doen, lange shopdagen en slechte nachtrust, zou ik het volhouden?

Vrijdagochtend kunnen we al op tijd vertrekken, want dit keer zijn zowel mijn zusje als ik de vrijdag al vrij. Ik had die ochtend nog willen werken, maar de planner heeft me vrij gegeven (wat inhield dat ik deze week wel drie dagen van acht uur moest werken, niet helemaal ideaal). Het weer ziet er nog niet helemaal denderend uit, maar we hopen richting zee toch meer zonnestraaltjes te krijgen.
Onderweg komen we nog twee keer een (vracht)auto in de berm tegen, wat voor wat oponthoud zorgt en mijn zusje wordt onderweg (zij rijdt, dus we moeten een parkeerplaats zoeken) gebeld door school. Haar dochter vindt het niet leuk dat mama weg is en heeft inmiddels een uur gehuild. Gelukkig is dit tegen de tijd dat mijn zusje terugbelt opgelost door de juf en kan ze met een gerust hart verder rijden.
Rond twaalven komen we aan in Den Helder. Niet de plek waar we zullen slapen, maar daar kunnen we pas na drieën terecht dus we gaan eerst maar even winkelen. Al snel komen we er achter dat we dit keer gelukkig niet zo heel veel en niet te lastige cadeautjes hoeven kopen, dus hopelijk zijn we hier niet al te lang  mee zoet, zodat we ook nog tijd hebben om gewoon even lekker kleren te kijken , ergens te zitten om te eten en drinken en niet te laat in het huisje zijn.
Den Helder is naar mijn mening niet een heel gezellige stad. Het is hier erg stil, doet een beetje doods aan. Het enige wat de winkelstraat op een gegeven moment siert zijn de mariniers die alleen of in groepjes in hoog tempo door de winkelstraat lopen al dan niet met een tas of koffer. Zullen ze net vrij zijn of moeten ze vertrekken?
Rond kwart over vier gaan we toch maar richting Julianadorp aan zee, waar mijn ouders dit keer op een park een huisje hebben gehuurd, niet ver van zee. Ik ben benieuwd. Het lijkt me heerlijk dat je vanaf het huisje zo naar zee kunt lopen. We worden niet al te vriendelijk geholpen bij de balie (we zijn toch echt op tijd) en niet duidelijk de weg gewezen, waardoor we eerst een heel rondje park rijden voordat we ons huisje hebben gevonden. Een leuk huis, met wel wat andere vormen dan we gewend zijn in een huis, waardoor we de weg nog wel eens kwijt raken in huis. Of te wel, als ik naar de gang wil, stap ik mama’s slaapkamer binnen, etc.
’s Avonds gaan we nog even naar Julianadorp, waar we ons jaarlijkse patatje eten, nog wat cadeautjes vinden en boodschappen halen, alvorens we ons naar het huisje haasten om net op tijd te zijn voor ‘Commisaris Witse’. Helaas vinden we alleen maar Duitse zenders en kunnen we het vervolg van vorige week helaas niet zien.We zijn overigens goed geslaagd vandaag, waardoor we morgen niet al te vroeg ons bed uit hoeven om onze ‘shopping’ voort te zetten. Heerlijk, toch een beetje uitslapen.

DSC00276     DSC00277     DSC00279     DSC00280
De volgende dag winkelen we in Alkmaar. Wat een mooie stad. Vele grachten en leuke bruggetjes, een mooi oud pand middenin de winkelstraat en in de avond eten we bij de Griek pal tegenover het kaasmuseum, een mooi oud gebouw. Ik kan m’n nieuwe fotocamera goed uitproberen.
Het is ook een schitterende dag, met mooie blauwe lucht. Eigenlijk vind ik het best zonde om de stad in te gaan in plaats van naar het strand.
De volgende dag als ik wakker word, ik heb weer heerlijk geslapen met mijn oordoppen in, en ik doe ze uit hoor ik regendruppels. Nee toch? Vandaag willen we heerlijk langs het strand gaan wandelen, daar heb ik me zo op verheugd. Heerlijk uitwaaien aan zee, met een zonnetje en mooie foto’s maken. Dit is toch niet de afspraak?Gelukkig zegt de buienradar dat hierna geen verdere buien voorbij komen, dus dat moet helemaal goed komen.
Als we klaar zijn, stappen we zo het huisje uit en binnen tien minuten zijn we aan zee. Heerlijk. Ik ben best een beetje jaloers op mijn moeder, die hier nog de verdere week blijft samen met mijn vader, die vanmiddag deze kant op komt. Wat een genot om zo dicht bij zee te zitten. Er staat een straffe wind, waar we eerst maar tegenin wandelen. De lucht is bepakt met een dik wolkendek, toch zien we in de verte heel voorzichtig een klein stukje blauwe lucht ontstaan, waar de zon doorheen probeert te komen. We lopen de kant van het kleine stukje blauwe lucht op. Het is vloed, het strand is klein en de golven gaan wild te keer. Mooi gezicht en een heerlijk geluid. Hier kan ik iedere keer opnieuw van genieten. ‘Woonde ik maar dichter bij de zee’, is een gedachte die iedere keer als ik hier loop in me op komt.
Ik geniet van de wind door mijn haren en zoals altijd komt er een bepaalde rust in mijn lijf. De wind neemt alle stress met zich mee en ik voel me vrij. Ik bewonder de wilde golven die komen en gaan, maar toch steeds iets meer gaan wijken, het wordt langzaam aan eb. Ik maak zoveel mogelijk foto’s om alles wat ik zie vast te leggen en thuis nog eens rustig te kunnen bekijken, maar zoals het echt is krijg ik het toch niet op de foto. Ik maak een filmpje om het ruizen van de zee en de wilde golven ook thuis nog even te kunnen horen en zien. Ondertussen stappen we rustig door. Ik raak steeds wat achterop, omdat ik het niet kan laten om keer op keer nieuwe plaatjes te schieten. Ik kan zo wel uren doorlopen, maar helaas hebben we die tijd niet. We maken toch maar rechtsomkeer om na een dik half uur lopen met de wind in de rug en zelfs nog een regenbui, ons te settelen in een strandtentje waar we gezellig wat eten en drinken, voordat we terug naar het huisje gaan waar onze vader zo zal komen …

DSC00310         DSC00327         DSC00321

We hebben een heerlijk weekend gehad en deze keer heb ik goed geslapen, was het al met al niet zo’n druk weekend als voorgaande en heb ik het dus goed vol kunnen houden. De laatste dag op het strand, is mijn favoriet. Daar ben ik echt van opgeknapt. Wat de zee en het strand al niet voor invloed kunnen hebben … I love it!

DSC00359

 

 

Een droom die uitkomt …

DSC02439        DSC02478         DSC02498

Nooit gedacht dat deze droom echt uit zou komen. Een eigen chalet aan het strand. Hoe vaak heb ik er niet over gedroomd, hoe vaak heb ik niet gedacht als dat eens … En daar sta ik dan, in de deuropening van ons eigen chalet. Een geweldig chalet, helemaal ingedeeld zoals ik het wil, gewoon midden op het strand. Achter me bevinden zich de duinen, de rug van het chalet staat hier naartoe. De andere kant kijkt uit over de zee…

Ik stap het chalet binnen via de deur die zich aan de linkerzijkant bevindt en ik loop door een vrij lange gang aan duinzijde. Links van mij bevindt zich de badkamer met een heerlijke douche en een wasbak. Daarnaast bevindt zich een slaapkamer met een tweepersoons bed. Het is geen grote kamer. Rechts van het bed kun je net lopen en bevindt zich een kledingkast. Het voeteneind van het bed bevindt zich aan de achterkant van de kamer richting de deuren die grotendeels uit ramen bestaan en die je open kunt slaan. Dan sta je zo met je voeten in het zand en heb je uitzicht op de zee. Naast deze kamer bevindt zich nog een tweede slaapkamer met twee losse bedden, een middenpad naar de zelfde deuren als in de kamer ernaast. Achter de bedden is nog ruimte voor een klein zitje en onder de bedden is kastruimte gemaakt evenals boven de bedden.
Vanuit de gang kom je dan in de keuken die aansluit op de woonkamer. Een ruime hoekkeuken, waar je vanaf de deur op kijkt. Links bevind zich de eettafel met stoelen. Deze staat zo opgesteld dat je vanaf de tafel  aan de ene kant over de zee heen kijkt. Hier kan ik goed werken.  Ook in deze ruimte bevinden zich grote deuren die je open kan slaan. Buiten ligt op het zand een grote vlonder, die doorloopt tot aan de woonkamer en richting de zee. De vlonder is  deels  omgeven door een houten hek, welke de wind tegenhoud en zorgt voor wat privacy. Er staat een zitje bestaande uit een ronde tafel en vier stoelen en daarnaast staan er nog twee ligbedden. Wat een luxe. Een deel van het terras kan met een uitschuifbaar dak worden overdekt  voor  als het nog wat te koud is of als het te warm is om volop in de zon te zitten.
De woonkamer bevindt zich achter de keuken en is niet in zijn geheel  van de keuken afgesloten. Er is wel een halve wand tussen beide ruimten, waar zich aan de ene kant een deel van de keuken en bovenkastjes bevinden en aan de andere kant de tv. In de woonkamer staat een heerlijke hoekbank.  Aan drie kanten bevinden zich ramen waardoor de woonkamer licht is en je zowel zicht hebt op de zee, het strand en de duinen. Wij hebben het laatste huisje van de tien chalets die hier op dit stukje strand geplaatst zijn, dus aan de woonkamerkant hebben we geen buren waar we op uitkijken of waarvoor het nodig is om daar ook een houten hek te plaatsen.
Ik loop rustig rond in ons chalet. Ik kan het nog steeds niet geloven dat dit echt van ons is. Wat een luxe, zo’n tweede huis waar ik in alle rust kan zitten schrijven aan mijn boek. In stilte was dit altijd een droom van mij. Me af en toe even kunnen afzonderen om hard te werken in een omgeving met rust, ruimte en de ruisende zee, die mij telkens weer verblijd . Ik ben hier niet helemaal alleen. Ik heb de hond meegenomen om op me te passen en om heerlijke wandelingen mee te maken,  in de ochtend om inspiratie op te doen en aan het eind van de middag om me even te ontspannen na een lange dag schrijven.
Joop en de kinderen zijn op dit moment thuis. Zij moeten  gewoon aan het werk en naar school. In het weekend komen ze ook  weer deze kant op, maar nu heb ik  een weekje voor mezelf om heel hard te werken.
Ik installeer mijn laptop op de eettafel. Zet Pepper z’n etensbak en drinkbak vlakbij de openslaande deuren. Deze houd ik nog even dicht. Het is nog niet zo warm dat de deuren erbij open kunnen, dat komt later in het seizoen wel.
We gaan eerst  lekker langs het strand lopen. De temperatuur ligt zo rond de twaalf graden, het zonnetje komt er al wat bij, dus het voelt heerlijk. Ik geniet van het ruizen van de zee, de geur van het zilte, zoute water, het kabbelen van de golven op het strand. Wat heerlijk ,dat ik hier nu net zo vaak heen kan gaan als ik wil. Al jaren gaan we elk jaar wel een keer naar de kust, omdat ik het nodig heb om even uit te waaien. Dit begon met één keer in het jaar, maar de laatste jaren is het  steeds vaker voorgekomen. Voorzichtig begon ik te dromen over een huisje vlakbij zee. Het liefst met zicht op de zee. Maar dat het zo mooi zou worden dat had ik nooit verwacht. Ik voel de wind door mijn haren waaien, Pepper rent in en uit het water, ik probeer stevig door te stappen. Af en toe moet ik  teruglopen, omdat Pepper mijn tempo niet bij kan benen of het te druk heeft met snuffelen om zich heen. De schelpen knarsen onder mijn voeten. Het hoofdstuk waar ik vandaag  mee wil starten, begint  steeds meer  vorm in mijn hoofd te krijgen. Af en toe schrijf ik wat steekwoorden op in mijn schriftje, maar dan moet ik toch echt terug. Ik moet achter mijn laptop gaan zitten, ik kan de woordenstroom niet meer tegenhouden …

Helaas is dit nog steeds een droom. Vanochtend tijdens ‘het schrijfcafé’  is het begin van bovenstaand verhaal ontstaan. We begonnen met een woordgedicht, waarbij het woord ‘dromen’, het onderwerp was. Vervolgens kreeg ik  een woord van de dame rechts van mij, ‘fantaseren’.  Heerlijk om even helemaal weg te kunnen dromen. Stilletjes hoop ik dat het eens geen droom meer is …

chalet

Weekje vrij

          

Kan me niet heugen wanneer wij voor het laatst een hele week vrij zijn geweest in een kindervakantie met zijn vieren. Ja, in de zomervakantie en één keer in de meivakantie op uitnodiging van mijn ouders in verband met hun 45 jarig huwelijksfeest.
Toen ik nog werkte nam ik in de vakanties vaak wel 1 extra dag vrij. Ik werkte 3 of 4 dagen en de kinderen konden 2 dagen naar de NSO. Als Joop ook een dag vrij nam, was dat een andere dag dan de dag waarop ik vrij was. In de jaren dat Joop in de kerstvakantie standaard vrij had, werkte ik juist in die vakantie door. Zo konden we onze vrije dagen mooi verdelen en hadden we niet teveel extra oppas nodig.
Joop had geen vrij gevraagd, maar hoorde vlak voor de vakantie dat hij de volgende week vrij was. Wat fijn, nu waren we dus met z’n allen vrij en konden we samen leuke dingen doen. En dat hebben we gedaan.

Het weekend België stond al gepland en zoals eerder te lezen, was dit een succes.
Op maandag zijn we bij mijn ouders op bezoek gegaan en hebben de hond weer opgehaald, die daar het weekend had doorgebracht.
Mijn ouders waren die ochtend met de andere kleinkinderen gaan wandelen naar de vijver waar ontzettend veel en verschillende paddenstoelen staan. Daar wilden wij ook wel een kijkje nemen en mooie foto’s maken. De paddelstoelen vielen ons eerst nog niet zo op, maar al gauw zagen we dat mijn vader niet had overdreven. Het stond hier vol van de paddenstoelen, van die mooie rode met witte stippen, witte met een tijgertekening, dit leken wel tijgerbolletjes en nog vele anderen. Ik heb hier menig plaatje geschoten.
Dinsdagavond speelde Lesley zijn 1e van 3 wedstrijden in deze vakantie. Het was nog heerlijk weer en er kwam onverwachts veel publiek van de familie, gezellig. De wedstrijd was spannend tot de laatste minuut. Ze stonden 2-0 voor, maar verspeelden deze voorsprong, het werd 2-2. In de extra tijd werd het uiteindelijk nog 3-2 voor hun. Of dit echt helemaal verdiend was … maar de punten zijn binnen.
Donderdagavond was de 2e wedstrijd van Lesley. Wat was het ineens koud! Dit keer was het een bekerwedstrijd, de jongens stonden al gauw voor met 2-0, maar toen het na rust snel 3 en 4-0 werd was het helemaal gedaan met de spanning en hebben we alleen nog maar staan blauwbekken, maar ze zijn door naar de volgende ronde met een einduitslag van 5-0.
Ook zaterdag stond er weer een wedstrijd voor de deur. Een wedstrijd tussen 2 ploegen met een geschiedenis, sportief gezien niet de gezelligste wedstrijd van de week, maar hier in een volgende blog meer over. Uiteindelijk is het 1-1 geworden.
Woensdag was de laatste warme dag voorlopig. Eens in de zoveel tijd wil ik naar het strand. Dan moet ik even de zee zien en de wind door mijn haren voelen. Heerlijk, even helemaal niets. Alleen maar wandelen, kijken naar de voetballende kinderen en de hond zien draven over het zand. Ik had al weer een tijdje het gevoel dat ik toch echt even naar zee ‘moest’, dus dat hebben we deze woensdag gedaan. Samen met een vriendje van Lesley zijn we naar Callantsoog getogen. De zon scheen helaas niet, maar wat me vooral verbaasde was dat er vrijwel geen wind stond. Voor mijn gevoel staat er altijd wind aan zee, maar nu was er echt nagenoeg niks. Helaas geen lekkere wind door mijn haren en op mijn hoofd, die even alle zorgen opzij blaast, maar de temperatuur was heerlijk. We hebben lekker geslenterd over het strand, de kinderen ondertussen een balletje trappend wat Joop zo af en toe ook niet kon laten en de hond is voor zijn doen ver het water in gegaan en heeft ook veel van het zoute water gedronken. Gelukkig had dit geen verdere gevolgen …
Het was weer heerlijk, ondanks dat de zon niet scheen en er geen echte wind stond. Ik knap er altijd weer van op. Dat is die 2 uur heen en ook nog terug echt wel waard.
           

Donderdag hadden Sylvain en ik afgesproken met een vriendje en zijn moeder om naar de bioscoop te gaan. Ik had al wat gekeken wat er draaide en dacht dat ‘Mees Kees’  of  ‘Ice Age’  wel iets voor de jongens was. Ik had Sylvain nog niets verteld over dat we naar de film gingen, toen ik me aan het oriënteren was op internet. Sylvain komt achter me staan en roept ‘Mees Kees’. Gaan we daarheen? Vol verbazing kijk ik hem aan, je moet weten dat hij niet kan lezen, dus hoe weet hij dit nu? Hij zegt verder ook niks, maar een tijd later speelt hij ineens een scene na uit de film, waarvan hij blijkbaar een voorstukje heeft gezien op tv. Hij heeft waarschijnlijk de gezichten onthouden en kon zo zien dat ik ‘Mees Kees’ voor me op het scherm had staan.
Die middag zaten we dan met z’n vieren in de bioscoop. De jongens naast elkaar met een veel te grote bak popcorn op hun schoot. Sylvain zat helemaal gebiologeerd te kijken naar de film, had dikke lol, helemaal toen het stuk kwam wat hij thuis aan het naspelen was. Ondertussen stonden de kaken van de jongens niet stil. Zijn vriendje had iets meer moeite om zo lang bij de les te blijven, maar heeft naar mijn idee ook genoten van de film en ook wij ouders genieten als onze kinderen zo genieten.
Zaterdag  hebben we ons weekje vrij afgesloten met een filmavond samen met een deel van de familie waar we mee op vakantie zijn geweest. Toen al afgesproken, maar nog niet eerder van gekomen, het was er niet minder gezellig door. We werden getrakteerd op een heerlijke zelfgemaakte taart en hebben 2 (deels enge) films gekeken.
En zondag was het dan eindelijk de beurt aan Sylvain om te voetballen. Hij heeft er de hele week al op zitten wachten, steeds maar vragend waar hij nu zou gaan spelen. Het was weer schitterend weer (dit is vaak zo als de jongsten van Kids United voetballen) en ook hier was veel familie aanwezig. Dat vond Sylvain natuurlijk geweldig. Hij was aanvoerder en scoorde ook nog een doelpunt. Zijn dag kon niet meer stuk.

            

Het was niet de bedoeling om zo’n relaas te schrijven, maar het lukt me niet om het met minder woorden te beschrijven. Wat heerlijk zomaar een weekje met elkaar vrij.
Al met al vond ik het wel een vermoeiende week, want ík was toch niet echt vrij.
‘s Ochtend toch maar op tijd m’n bed uit om de jacht op vacatures te openen, Twitter te checken en bij eindelijk een geschikte vondst het daarbij behorende telefoontje, het nadenken, schrijven etc. Ik probeer aanwezig te zijn op Linked in, de redactie heeft het één en ander veranderd wat me even wat meer tijd kost en zo nodig moet er wat uitgevoerd worden en veel wassen om de voetbalkleren steeds maar weer schoon te hebben voor de volgende wedstrijd. Wie bedenkt dat ook, 1 tenue bestaande uit 3 uiteenlopende kleuren, wit, oranje en zwart. Dit houdt dus in dat ik elke keer 3 wassen moet draaien om het tenue weer compleet te hebben …

Het was heerlijk, maar ik denk dat ik deze week toch weer iets meer rust heb en meer tijd om naast alles wat in elk geval moet verder te werken aan mijn boek, want dat lag toch echt een weekje stil.