Over twijfels en weer in het ritme komen, slecht weer en genieten

Als ik wakker word, zie ik een oranje-roze gloed in mijn slaapkamer. Zal het…
Ik sta snel op, loop om het bed heen en doe de luxaflex omhoog. Buiten zie ik inderdaad een mooie, roze gloed in de lucht en over het iets heiige veld achter onze tuin. Ik snel mijn slaapkamer uit, trek mijn jas en tuinklompen aan en gris snel mijn telefoon mee. Ik kan nog steeds enorm genieten van een mooie zonsopkomst (dat geldt overigens ook voor een mooie zonsondergang). Ik weet niet hoeveel foto’s ik al gemaakt heb in de tuin en vooral van het veld achter onze tuin, sinds we hier wonen, maar het blijft mooi. Eigenlijk ben ik net iets te laat, mijn telefoon maakt niet de mooiste foto’s (of eigenlijk maakt hij het mooier dan het is) dus wil ik snel mijn camera halen. Alleen is dan de echte magie van de mooie roze lucht en het heiige veld alweer weg. Daarnaast lukt het me nog steeds niet om mijn camera snel goed in te stellen voor een echt mooie foto van de zonsopkomst.
Als ik nog even de voederpaal van nieuw voer voorzie, komen de musjes, kool-en pimpelmezen en een enkel roodborstje er al aanvliegen. Ze verschansen zich in de boom en struik vlakbij de paal, totdat ik uit het gezichtsveld ben verdwenen.
Ik ga naar binnen, het is ook best fris, nog even lekker lezen op de bank, dit moment pakt niemand me meer af. Genieten!
Niet veel later zie ik vanaf de bank de vogeltjes af en aan vliegen naar de voederpaal en ineens ook weer de Gaai. Deze beestjes zijn erg schuw. Ik probeer snel mijn camera te pakken en vanuit de woonkamer te fotograferen, maar eigenlijk is dit net wat te ver weg. Toch maar naar de slaapkamer, stilletjes bij het raam gaan staan. Maar voordat ik de camera goed in de aanslag heb, is hij alweer verdwenen. Jammer.

Inmiddels wonen we bijna een jaar in Sappemeer op het bijna platteland. En ik kan je wel vertellen, ik vind het nog steeds heerlijk.
Heel even was ik bang dat ik het hier toch niet meer zo leuk vond. Dat was vlak na de vakantie.
We hebben erg naar deze vakantie uitgekeken, maar eerlijk gezegd vond ik het ook wel moeilijk om ons huis ‘alleen’ te laten. Ik weet nog niet zoveel van de buurt, hoe is het hier als je huis een tijdlang onbemand is? Valt dit op? Wordt er veel ingebroken? Net voordat we op vakantie gingen, werden onze kunststofkozijnen en nieuwe deuren geplaatst. Dat gaf al een wat meer veilig gevoel, want de beide buitendeuren waren behoorlijk krom getrokken. Niet alleen niet fijn als het koud is, maar zou je de deur ook niet makkelijk kunnen forceren? Dat was dus mooi opgelost, alleen hadden we toen het volgende probleem. De gordijnen pasten toch eigenlijk niet zo goed meer voor de ramen. Het zou ons zeker niet lukken om ze er direct goed voor te krijgen, daarbij twijfelden we of we deze gordijnen er wel weer voor wilden of toch anderen, dus zonde om hier dan gaten voor te gaan boren. Maar het huis zonder gordijnen achter laten, is dat wel een optie?
We hebben uiteindelijk eerst maar goedkope gordijnen op een geïmproviseerde manier voor de ramen gehangen, zodat er toch wat voor hangt. Zo moest het maar en zo heb ik ons huis toch ‘alleen’ achter gelaten, want tja ik wilde toch wel graag met het gezin onze droomreis maken.
Eenmaal weg, kon ik het gelukkig wel loslaten. We hebben echt genoten van de vakantie, zoals jullie in de vorige blog hebben kunnen lezen. Terwijl de mannen na 3 weken wel weer naar huis verlangden, kon het voor mij niet lang genoeg duren. Ik had er nog wel 2-3 week aan vast willen plakken. Ik was nog lang niet uitgekeken en zeker nog niet klaar met het heerlijke gevoel van vrijheid, lekker doen waar je zin in hebt, genieten van de schitterende natuur, fijne wandelingen maken, grenzen verleggen, etc. Maar helaas, na 3 weken hield het toch echt op en moesten we weer op huis aan. Gelukkig had ik nog een kleine week om thuis bij te komen, voordat ook de werkplicht weer riep.
Thuis was het echter nogal grauw en grijs en een stuk frisser dan tijdens de vakantie. Dat was wel even schakelen. Je komt weer in je normale ritme (of sleur, het is maar hoe je het bekijkt) en ik merk dat ik daar best een beetje moeite mee heb. Terwijl de mannen blij waren weer lekker thuis te zijn, het gewone leven weer op te pakken, liep ik een beetje met mijn ziel onder mijn arm. Had ik hier zo lang naar toe geleefd, had ik zoveel uitgezocht, me er zo op verheugd en dan is het ineens voorbij? Ook het huis voelde ineens niet meer als voorheen. Even was ik bang dat de chemie tussen mij, het huis en de omgeving er niet meer was, maar terugdenkend heb ik dit eigenlijk na elke vakantie wel. Ik vind het best lastig om weer terug te keren in het ritme van alle dag. Ik mis het heerlijke gevoel van weg zijn van alle sores, genieten van een nieuwe omgeving, even niks moeten maar alleen van alles mogen en maar zien hoe de dag loopt. Herkennen jullie dat? Of vind je het juist fijn om na de vakantie weer lekker thuis te zijn en weer het ‘gewone’ ritme op te pakken?

Al met al weet ik nu dat ik toch echt nog heel erg blij ben met ons huis en de omgeving waar we nu wonen en ook ik heb het gewone leven weer opgepakt. Ik merk wel dat ik het nodig heb, om middels het uitzoeken van foto’s en filmpjes van de vakantie, nog even wat langer in de vakantie te blijven hangen. En dat heeft dit keer best lang geduurd. We hebben met elkaar zoveel foto’s en filmpjes gemaakt, dat ik er wel even zoet mee was om alles te bekijken, ordenen, de mooiste foto’s eruit te pikken en alle filmpjes te bekijken, herbeleven en te bepalen welke er in onze ‘Vakantiefilm’ terecht komen. Van elke vakantie maak ik na afloop een mooie film met teksten en muziek, welke we vervolgens keer op keer kunnen bekijken als we even weer weg willen dromen.
Het is de laatste tijd hier in Nederland slecht weer geweest. Iedereen hoor ik erover. Ik moet zeggen dat ik het zelf niet zo mee heb gekregen. Misschien wel omdat ik op de momenten dat het echt te veel regende en ik thuis was, druk was met het uitzoeken van de foto’s en filmpjes. Ik vond dat het eigenlijk best vaak gebeurde dat het droog was en best mooi weer en dan vind ik het jammer om thuis te blijven. Naar mijn idee heb ik regelmatig tussendoor lekker buiten kunnen wandelen (dus dan geen tijd om verder aan mijn project te werken), ook in de pauzes op het werk konden we best vaak naar buiten. Thuis en onderweg heb ik ook van mooie zonsopkomsten kunnen genieten en een enkele zonsondergang. Dus in mijn beleving viel het best mee. Bekijk ik het vooral van de zonnige kant en is de rest te pessimistisch of was ik gewoon teveel afgeleid?

Heerlijk winters weer

Als ik nog wat slaapdronken naar beneden loop, voel ik een lichte loopneus en druk op mijn hoofd. Het zal toch niet … Na een onrustige, drukke week, waarin ik niet aldoor genoeg en/of goed geslapen heb, heb ik vannacht erg vast geslapen. Dat zal mijn wat zware hoofd wel verklaren en dat sniffen, heb ik dat niet altijd in deze tijd van het jaar?
Ik voel me onrustig na deze drukke week. Wat zal ik doen, toch weer terug in bed? Beginnen in dat boek dat er al een paar weken ligt, maar waar ik niet in durf te beginnen, omdat ik weet dat ik dan nergens anders meer aan toe kom dit weekend? Schrijven? Ik wil al zo lang verder met het 2e boek. Ik kan de rust niet echt vinden, zoveel drukte in mijn hoofd. Ik besluit toch maar even te gaan lezen en terwijl ik me net geïnstalleerd heb op de stoel voor het raam, zie ik het roodborstje zitten op onze met rijp bedekte schutting. Hup weer uit de stoel, op zoek naar mijn camera. Maar als ik die heb, is het roodborstje natuurlijk alweer gevlogen. Ik kijk eens goed naar buiten. Op de daken een mooi, dun laagje ijs, de zon is aan het opkomen, een stralend blauwe lucht. Het is eigenlijk heel mooi weer. Ik kijk nog even hoe het de rest van de dag is en vooral morgen in de ochtend, maar dan is regen voorspelt. Als ik van het mooie weer wil genieten, moet ik het nu doen. Ik kan toch de rust niet vinden om te gaan lezen en als ik nu niet ga, heb ik morgen spijt.

Nog geen kwartier later, sta ik omgekleed en wel met mijn rugtas met camera en broodje in de hand buiten. Ik heb nog getwijfeld of ik mijn winterjas aan moet doen of dat mijn tussendoorjas volstaat. Ik gok toch maar op het laatste, ik loop me wel warm. Ik adem de frisse lucht in en stap nog opgetogen naar buiten, op naar het natuurgebied in de buurt. Het is niet zo heel vroeg meer en blijkbaar hebben meer mensen bedacht dat het lekker is om naar buiten te gaan. Er fietsen veel jongeren voorbij, op weg naar hun sportclub. Ik besluit lekker te gaan wandelen bij het stuk met de koeien, daar is het niet zo druk. Maar daar eenmaal aangekomen, zie ik dat ze weer op het pad lopen. Zal ik toch proberen er langs te lopen? Ik loop een stukje in hun richting, maar nee ik durf het toch niet en besluit maar terug te lopen en via een omweg aan de andere kant van het bruggetje te komen. Als ik daar eenmaal loop, zie ik dat de man met fiets, die ik eerder al in de verte zag lopen, nu op het stuk loopt waar ik net was. Hij heeft het er wel op gewaagd om bij of tussen de koeien door te lopen. Tenminste twee koeien lopen achter hem aan over het pad. Ik zie wel vaker dat mensen er wel gewoon tussendoor lopen, maar als ik dit zo zie, de koeien zo dicht achter hem aan, weet ik dat ik de goede keuze heb gemaakt. Ik zou me daar niet prettig bij voelen. Ondertussen loop ik verder, wat foto’s makend met mijn telefoon, geen zin of niet de rust om me met mijn camera bezig te houden. Ik geniet van de omgeving, die wit is van een dun laagje sneeuw of zal het gewoon rijp zijn? Het ziet er in elk geval mooi uit. Boven mij vliegen een heel stel ganzen heen en weer, druk gakkend. Worden ze opgejaagd? Of vinden ze het gewoon leuk om steeds in grote groepen heen en weer te vliegen boven het vlakke land en daarbij een hoop lawaai te produceren? Ook onderweg naar mijn werk zag ik van de week al een aantal keren grote groepen ganzen overvliegen. Alleen hoor ik dan niet het oorverdovende geluid wat ze daarbij maken. Op de ‘grote’ weg is het inmiddels druk met andere wandelaars, fietsers en vooral ook groepen hardlopers, wat een drukte zo op de zaterdagmorgen. Dat vind ik eigenlijk wel jammer. Had ik toch met de auto naar het platteland moeten gaan? Terwijl ik verder loop, denk ik iemand in korte broek te zien lopen. Ik kijk nog eens goed om te zien of ik me niet vergis, maar nee en hij loopt zelfs op blote voeten. Bijzonder. Als ik later nog even langs het meer over het pad met de bruggetjes loop, zie ik dat het ook erg druk is bij het strandje. Blij dat ik ervoor gekozen heb om daar niet langs te gaan. Wat doen die mensen daar toch allemaal. Als ik eens goed kijk, zie ik dat er best veel mensen in zwemkleding bij zijn en zich ook in het koude water tussen het ijs in bevinden of zich hieraan gaan wagen. Ik zie wel eens een enkeling die zo gek is om met dit weer in het koude water te gaan zwemmen of dompelen, maar zoveel? Hier kijk ik toch wel van op. Heeft dit te maken met de ‘iceman’? Volgens mij heb ik hier nog iets van voorbij zien komen op de tv afgelopen week of al wat langer geleden. Geen idee. Niet mijn ding. Ook al heb ik het in mijn tussendoorjas beslist niet koud. Het is heerlijk weer, zeker als je doorstapt, maar om nu in het koude water te gaan staan en of zwemmen, mij niet gezien.

Ondertussen ben ik aan het einde van mijn rondje. Jammer dat het zo druk was buiten, maar ondanks dat heeft  het buiten zijn wel geholpen om mijn hoofd een beetje tot rust te brengen. Ik heb zin om te schrijven of zal ik toch aan mijn boek beginnen?

Een wijde blik of niet teveel ruimte om je heen

Onderweg naar het werk kleurt de lucht, als het langzaam aan lichter wordt, van donkerrood/paars naar oranje en later geel. Het is niet helemaal helder, er hangt een heel dun laagje mist over de velden. Een mooi gezicht, wat kan ik hiervan genieten en wat kan ik ver kijken. Mijn gedachten gaan terug naar het gesprek met mijn vriendin. Over zee, het hoge land, bomen en  bossen en we komen erachter dat we met heel andere ogen kijken en van andere dingen houden, wat ook te maken heeft met het gevoel wat het in ons oproept. Grappig, om dit zo te bespreken en er achter te komen dat wat je ziet, waar je van houdt en de associatie die je er bij hebt, voor de één heel anders kan zijn als voor de ander.
Mijn zusje heb ik ook wel horen zeggen dat ze de zee elke keer hetzelfde vindt, zij houdt meer van wandelen in het bos. Een tante heeft wel aangegeven dat ze het fietsen bij ons in de buurt maar saai vindt. Zo open allemaal, zij fietst liever in een omgeving met meer bos. Ik heb me vaak afgevraagd waarom ik, als ik naar het werk rij, liever via Veendam-Stadskanaal-Ter Apel rijdt, dan via de gebruikelijke N34. Heeft het ermee te maken dat de N34 een minder veilige weg is? Of dat ik voor mijn gevoel eerst Groningen door moet en later Emmen, terwijl ik anders gewoon direct de stad uit ben en in Emmen ook aan de goede kant uitkom (ook al maak ik meer km) of is het wat anders? Waarom hou ik meer van zee, het platte land, vergezichten?
In het begin dat ik van Groningen naar Emmen reedt, nam ik de ene keer de A28/N34, de andere keer de A7/N33/N366/N391. Qua tijd scheelt het elkaar niet zoveel, qua km is de 2e weg 10 km langer. Deze laatste is in de loop der tijd veranderd en mag je nu bijna overal 100 km/h rijden. Ik dacht dat ik dat prettig vond, niet eerst de ring en niet na hoeven denken dat je op sommige kruisingen op de N34 moet afremmen en het laatste stuk in Emmen maar 50 km/h mag rijden. Gewoon lekker relaxed de cruise control  aan op 100. Af en toe neem ik nog wel de N34, voor de afwisseling, maar toch valt het me steeds weer tegen. Waarom?

Zo ben ik ook gaan nadenken over waarom ik liever bij de zee wandel dan in het bos. Ik dacht dat dit te maken had met het heerlijke geluid van de zee, het op elk moment een ander zicht, rustig water, juist heel erg woest water, een stralende blauwe lucht, een blauwe lucht met mooie wolkenpartijen of juist een erg ruige, donkere lucht, waar toch de zonnestralen door heen proberen te komen. Voor mij is het bij zee nooit hetzelfde, ik geniet er echt van, behalve dan op het moment dat het erg mooi weer is en de stranden vol liggen met zonnende mensen. Dan vind ik het toch wat minder leuk.
Wandelen in het bos doe ik ook regelmatig en vind ik best leuk. Vooral als het wat harder waait kan ik genieten van het geruis van de bladeren, ik hou van het geluid van de vogels in het bos en de mooie kleuren in de herfst. Toch moet het bos niet te dicht zijn, ik wil wel tussen de bomen door kunnen kijken in de verte. Veel mensen om mij heen, inclusief mijn jongste zoon (waar ik de laatste 1 ½ jaar vele wandelingen mee heb gemaakt) houden juist van het wandelen in het bos. We kiezen er daarom nu vaak voor om een route te lopen die deels door het bos gaat en deels over de heide, een zandvlakte of andere vorm van open veld, zodat we elk wat wils hebben.
Ik heb er dus wel vaker over nagedacht. Waarom houdt de één van de wijde blik en de ander meer van bomen om zich heen? In het gesprek met mijn vriendin ben ik wel meer inzichten gaan krijgen.
Zij benoemde dat ze niet echt houdt van de zee, de zee, het water, wat onvoorspelbaar is, voelt juist als onveilig, ook het hoge land is niet echt haar ding. Veel te veel ruimte om haar heen. Zij houdt meer van de bossen, rijdt ook liever op een plek met bomen om zich heen, dat voelt meer geborgen. Ik vind vooral ook het rijden met bomen en bossen om me heen niks aan. Dat belemmerd mijn zicht, ik kan niet ver kijken en vooral tijdens mijn ritten als de zon opkomt of ondergaat, kan ik me ergeren aan een groep bomen langs de weg of wat verder in het veld, die me dan juist net belemmeren om te zien hoe de zon (vaak dan een mooie oranje/rode bol met licht) daadwerkelijk onder de horizon verdwijnt of opkomt. Ik wil juist zover mogelijk kunnen kijken, zien wat er te zien valt. 1x ben ik getuige geweest tijdens mijn rit naar huis, van een regenboog die daadwerkelijk op het land eindigde. Een geweldig gezicht. Midden op een gemaaid korenveld, zag ik de 7 kleuren van de regenboog het land in verdwijnen. De plek waarop dit gebeurde was meer verlicht dan het landschap eromheen. Het leek een ronde cirkel waar het licht echt uitspatte. Wat wilde ik daar graag een foto van maken, maar dat kon natuurlijk niet gezien ik aan het rijden was, maar gelukkig zie ik het nog steeds in gedachten. Wauw, op zo’n moment denk ik echt ‘wat is de natuur toch mooi’.

Ik ben er inmiddels dus wel achter, ik hou van vergezichten. Wil zien wat er om me heen gebeurd en voel me het prettigst als er niet teveel mensen om mee heen zijn. In het bos, vooral waar het donker is en er geen andere mensen om me heen zijn, of juist maar een eenling, voelt het niet veilig. In mijn eentje zal ik niet snel in het bos gaan wandelen. Met mijn zoon doe ik dat wel, al is dat ook wel een beetje gek, wat kan hij doen op het moment dat wij belaagd worden? Toch voel ik me samen met hem bijna nooit onveilig. Ik kan me maar 1x herinneren dat we in een bos liepen, we waren hier helemaal alleen met z’n tweeën, het was er donker, de bomen stonden dicht op elkaar en het was een onbekend bos, we konden niet ver tussen de bomen doorkijken, daarbij begon de lucht ook nog eens te betrekken, waardoor het nog donkerder werd in het bos. Het voelde niet fijn, achter elke boom zag ik bij wijze van spreken iemand zitten. We zijn snel doorgelopen naar de rand van het bos, waar we op een hek stuiten. Even dacht ik dat we het hele stuk weer terug zouden moeten lopen, door het donkere bos, maar gelukkig was er een klein paadje langs het hek en konden we onze weg vervolgen op een open gebied langs het bos. Het was hier net zo rustig als in het bos, maar het voelde toch een stuk prettiger, omdat ik hier kon zien wat er voor en achter me was.
Ik vraag me dus wel af wat er achter zit. Waarom houdt de één van de bossen en voelt dit als geborgenheid (veiligheid), terwijl de ander juist ruimte om zich heen wil en dit juist als veilig beschouwd? Hier ben ik best benieuwd naar. Heeft het te maken met wat je (in je jonge jaren) hebt meegemaakt?
Ik weet dat ik me nooit veilig heb gevoeld in de kelder onder onze flat, waar we de fiets moesten neerzetten. Een, lange, donkere gang, waar je vanaf buiten eerst een stukje naar beneden moest en dan nog een heel eind naar achteren lopen, gezien onze schuur bijna achterin zat. In het begin was deze gang gesplitst in 2 delen. In het midden zat een dichte deur (later is deze er gelukkig uitgehaald), dus als je eenmaal in de gang was, dan kon je er niet meer uit, mocht er iemand de uitgang blokkeren of nog erger achter je aan komen. In deze lange gang, die galmde als je er liep, bevonden zich aan beide kanten deuren. Aan de ene kant, dichte deuren, aan de andere kant deuren met spijlen. De meeste mensen hadden hier wel een gordijntje ofzo achter, maar niet iedereen en er was één deur met spijlen, waarachter iemand een regenpak had hangen. Daar ben ik een keer heel erg van geschrokken.
Ook ben ik me op een gegeven moment, denk dat ik een jaar of 16 was, steeds meer opgesloten gaan voelen in onze flat. We woonden onderaan, dus er waren nog 2 lagen woningen boven ons. Ons huis bevatte veel hout, als we naar buiten keken vanuit de woonkamer of de slaapkamers, keken we tegen een andere flat aan. Het voelde niet vrij. Nu wonen we in een rijtjeshuis, met eigenlijk ook niet echt heel veel uitzicht, maar het voelt toch minder opgesloten. Ik kan naar boven gaan en daar veel verder kijken. Toch lijkt het me nog fijner om ergens op het platteland te wonen met een wijds uitzicht om me heen. Ik kan me nog herinneren, de eerste vakantie dat we met familie een groot huis hadden gehuurd in Italië, dit stond in de middle of nowwhere. Heerlijk vond ik dat en ik heb me hier zeker niet onveilig gevoeld, we waren hier immers met z’n 8-en later zelfs 10-en. Ik zat ook regelmatig in de nacht even alleen beneden, omdat ik niet kon slapen. Ik was eigenlijk erg verbaasd toen mijn tante aangaf zich hier niet op haar gemak te voelen en dat ze zeker niet in de nacht alleen naar beneden durfde. Zo verschillend kan het zijn.

Ik hou dus van ruimte, leegte en niet teveel (vreemde) mensen om me heen en vraag me af of dit te maken heeft met het gevoel van onveiligheid in omsloten ruimten, waar ik niet kan zien wat er om me heen gebeurd. Maar hoe zit dat met jou?
Ik ben eigenlijk wel benieuwd hoe jullie dit ervaren. Heb je er ooit over nagedacht waarom je liever in het bos wandelt of juist op een open veld, bij zee of in de bergen (erop of juist er tussen)? Hou je van ruimte om je heen of juist van geborgenheid en waarom? Wat doet het met je?

Over schakelen en andere zaken

Het is nog donker als ik mijn bed uitstap. Terwijl ik naar beneden loop, hoor ik het zachte tikken op het zolder dak. Het is inmiddels licht gaan regenen. Voor me ligt weer een lange werkdag. Het lukt me nog niet goed om er na de vakantie weer in te komen. Ik ben nog niet volledig bijgelezen en ken ‘mijn mensen’ nog niet. We hebben een heerlijke (wat late) vakantie achter de rug, maar daardoor wel een vakantie met mooi (nazomer) weer. Het contrast is echter groot. Op het werk, zit iedereen er al weer een tijd helemaal in, na de vakanties. Terwijl in de vakantieperiode alles toch net even wat minder snel gaat, er overleggen stilliggen, is alles inmiddels weer in volle gang en daar val ik nu midden in. Ook is het dus ineens al weer donker bij het opstaan en zelfs nog als ik op weg naar het werk ga. Het lijkt alsof ik van een heerlijke zomer, ineens middenin de herfst ben beland. Zelfs een mooie zonsopkomst heb ik in de ochtend nog niet gezien, daar is het te bewolkt voor. De overgang is groot, het lukt me nog niet helemaal om te schakelen.

Wat hebben we een heerlijke vakantie gehad, al is deze door omstandigheden wat anders verlopen dan gepland. Eigenlijk vind ik dat we ook een heerlijke zomer hebben gehad, al wordt dit lang niet door iedereen beaamt. Het weer was slecht, hoor ik om me heen, maar gezien ik de hele zomerperiode heb doorgewerkt, heb ik daar blijkbaar niet zoveel van meegekregen. Inmiddels is onze jongste zoon vanaf half juli weer gedeeltelijk aan het werk, maar tot die tijd wandelde ik nog steevast 3x in de week met hem ergens in de drie noordelijke provincies en sinds hij weer werkt nog 2x in de week. Naar mijn idee hebben we weinig in de regen of kou gelopen, hebben we zelfs gewoon mooi weer gehad. Maar misschien heb ik wel een selectief geheugen. Ik weet in elk geval dat we wekelijks genoten hebben en nog steeds genieten van onze wandelingen, die inmiddels steevast tussen de 4-7 km bedragen. Een beetje afhankelijk van hoeveel tijd ik me hiervoor gun. We vinden niet zoveel nieuwe routes meer, maar hebben een groot aantal favorieten die we afwisselen en waar we nog steeds met veel plezier naar toegaan.
Hoe gaat het nu met hem, hoor ik je denken. Ik heb inderdaad al lang niet meer geschreven. Het drukke leven slokt me weer op en op de vrije momenten wandel ik dus in de natuur. Ik kan de tijd of misschien wel meer de rust, niet vinden om te gaan schrijven. Al met al gaat het eigenlijk heel goed met ons zorgenkindje. Zijn rug lijkt goed hersteld, hij is weer op het gewicht van voor de operatie (helaas lukt het nog niet om nog verder aan te komen) en hij is weer deels aan het werk. Dit zijn we nog aan het opbouwen, omdat we niet goed weten wat hij al wel kan en wat niet. Ik schrijf daarom ook bewust dat het lijkt dat zijn rug goed hersteld is. Hij klaagt niet over pijn, maar zijn gedrag is niet altijd even fijn. Komt dit toch vanwege pijn, ligt dit voornamelijk aan het feit dat hij erg aan het puberen is en/of dat hij na anderhalf jaar weer dagelijks tussen de mensen is, zijn plekje op het werk opnieuw moet veroveren, hij weer veel prikkels krijgt? Ik weet het niet. Ik vind het heel moeilijk om dit in te schatten, maar ik weet wel dat ik hem momenteel niet altijd heel leuk vind. Zijn gedrag kan van het één op andere moment totaal omslaan. Hij voelt zich volwassen en wil niet dat wij ons met hem bemoeien, hij kan zich niet altijd goed uiten, dus doet dit in schelden en met deuren slaan. Ik weet soms niet wat ik verkeerd doe, wat dit gedrag weer oproept en heb ook niet altijd de energie om hier op een goede manier op te reageren. Kortom, het is lang niet altijd gezellig. Ik vraag me soms wanhopig af hoe hier toch goed mee om te gaan en ook wel of ik dat nog wel kan/wil. Moeten we toch niet een volgende stap gaan zetten? Maar goed, hierover misschien later meer. Het gaat dus wel goed, maar ook weer niet en waar het aan ligt …
De vakantie was dus een welkome onderbreking. Vanwege de onzekerheid rondom corona, hebben we dit jaar gekozen voor een vakantie in eigen land. Eerst een kleine week aan zee (mijn favoriet) in Zeeland en daarna nog een kleine week in de Achterhoek. Beide plekken waar we nog niet veel zijn geweest. En wat hadden we een mazzel met het weer. De dagen aan zee hadden we voornamelijk 25-28 graden. Heerlijk. Wat kan ik genieten van het lopen in het zand met blote voeten, terwijl het zeewater steeds heen en weer langs mijn voeten klotst. Het geluid van het water, de ene keer rustig, de andere keer een stuk ruiger, het ver voor je uit kunnen kijken, zonder echte obstakels. Wat hou ik ervan, maar dat weten jullie inmiddels al. Voor mij is de zee echt genieten. Maar daarnaast hebben we ook in leuke, oude stadjes rondgestruind. Mooie gebouwen bewonderd en lekker gewinkeld, op terrasjes gezeten en lekker gegeten. Het kan allemaal weer wat meer, al moet ik eerlijk bekennen dat ik nog wel wat moeite heb met veel mensen om me heen en dichtbij me. Vond dat afstand houden eigenlijk zo gek nog niet. In de Achterhoek hebben we ook echt genoten. Het weer was hier wat minder warm, maar dat was niet erg. We wisten niet dat deze streek zoveel mooie kastelen rijk is. We hebben ze lang niet allemaal kunnen bewonderen, maar wel een aantal waar we ook leuke wandelingen hebben gemaakt. Kortom, we zijn wel aan onze portie cultuur, natuur en gezelligheid gekomen en wat is Nederland mooi.

Inmiddels zitten we dus alweer middenin het drukke leven en ineens middenin de herfst. Ik vraag me dus af of ik een late vakantie eigenlijk wel zo leuk vind. De overgang vind ik in elk geval wel heel erg groot. De reden van deze late vakantie is, dat onze oudste druk bezig was met afstuderen en door corona in eerste instantie wat achterliep. Hij kon al voordat hij is afgestudeerd aan het werk bij zijn laatste stage adres en vooral in de vakantieperiode hier veel werken. We vonden het allen nog wel leuk om samen op vakantie te gaan, na een jaar niet te zijn geweest en onze (we dachten laatste vakantie met elkaar) droomvakantie naar Amerika te hebben gecanceld.
Inmiddels is hij (op tijd) afgestudeerd en in het bezit van een vaste baan. Wat ben ik trots op hem. Dit hadden we destijds met alle struggels op het VMBO niet verwacht, hij al helemaal niet. Maar hij heeft het maar mooi geflikt om in 4 jaar tijd en een heftig laatste jaar (met corona, achterstand doordat stage tijdelijk stil lag, de naweeën van pfeiffer, een broertje die kritiek op de IC heeft gelegen, een verbroken relatie) zijn HBO studie af te ronden. Wij zijn supertrots!

Er even tussenuit, luxe of noodzaak!

Kun je na nog geen twee maanden volledig weer aan het werk te zijn, zo toe zijn aan vakantie? In eerste instantie vond ik van niet, maar na alles wat er is gebeurd, is het nog niet zo gek. Net als iedereen begin ook ik meer moeite te krijgen met de beperkingen die ons door de lockdown zijn opgelegd, maar eigenlijk nog meer door wat we ons zelf hebben opgelegd. Door de kwetsbaarheid van onze zoon, hebben we ons al meer dan een jaar grotendeels uit het sociale leven teruggetrokken. In 1e instantie door alle onzekerheid rondom het coronavirus en het feit dat onze jongste elke infectie makkelijker oppikt. Daarna, omdat het van belang was om hem fit te  houden, in gewicht te doen toenemen, vanwege de grote operatie die hij moest ondergaan en vervolgens de complicatie na de operatie, waarbij één van de longen het tijdelijk niet deed, hij weer veel was afgevallen en van ver moest komen om weer conditie op te bouwen en aan te komen.
De eerste periode vond ik het zelf niet erg om ons af te zonderen. Gezien ik net voor het hele coronagebeuren aan met een burn-out thuis kwam te zitten, had ik helemaal geen behoefte aan contacten. Ik heb wel moeten wennen aan dat iedereen ineens thuis was en ik daardoor niet de rust kon nemen die ik nodig had om te herstellen, maar hier hebben we gelukkig wat op gevonden. De vele wandelingen in de natuur deden me goed en langzaam aan krabbelde ik weer op, waardoor ik in september weer geleidelijk aan het werk op kon pakken. Dit ging niet direct van een leien dakje, heb het heel langzaam aan op moeten bouwen en op het moment dat ik net het gevoel had, dat het eindelijk weer wat de goede kant op ging, kwam de operatie van Sylvain met alles nadien; spanning, angst, slapeloze nachten op de IC, alle prikkels van piepjes, gebiologeerd door de getallen op het scherm, gaat het wel de goede kant op, etc. etc. Op dat moment onderga je het allemaal en gelukkig ging het na verloop van tijd de goede kant op, maar het heeft ons wel een hele knauw gegeven. Het viel niet mee, om na 4 weken ‘vakantie’ de draad op het werk weer op te pakken, maar uiteindelijk is het gelukt om vanaf half april weer volledig te gaan werken.
De gesprekken met ex-coronapatiënten, die op de IC hebben gelegen, doen zo nu en dan de herinneringen wel weer boven komen, dit komt soms zomaar uit het niets, maar ik heb het denk ik wel een plekje kunnen geven.

Gezien de huidige stand van zaken, is het nog niet mogelijk om een groot feest te geven ter gelegenheid van Joops 50ste  verjaardag. Daarom hadden we bedacht dat het ook wel lekker zou zijn om een paar dagen met het gezin weg te gaan. Bij de voorbereidingen merkte ik dat ik toch wel erg de behoefte heb om er even tussenuit te zijn en misschien wel langer dan een paar dagen, dus het werd een week. Zoals gebruikelijk in onze familie de laatste jaren, krijgt iemand die 50 (of in sommige gevallen pas bij 60) wordt, een mooi boekwerk met persoonlijke verhalen, herinneringen, anekdotes of wat ook, vaak vergezeld met leuke foto’s, van familie en/of vrienden. Zo ook ben ik dit gaan regelen voor Joop. Zelf had ik bedacht dat het wel leuk zou zijn om naast mijn verhaal ook van elk jaar een foto van Joop toe te voegen. Dit bleek echter niet mogelijk. Van de eerste 16 jaren, kon ik helaas niet van elk jaar een foto vinden, daarna lukte het wel en sinds het digitale tijdperk, hebben we zoveel foto’s dat het moeilijk kiezen was. Het werden er dus steeds meer. Doordat ik door alle fotoalbums en digitale foto’s heen ben gegaan, komen er veel herinneringen weer naar boven. Wat heeft Joop al veel meegemaakt in zijn jonge jaren, wat hebben we samen al veel meegemaakt, het maakte een hoop los. De kinderen hebben elk op hun eigen manier een mooi stukje op papier gezet en ook van familie hebben we leuke herinneringen ontvangen. Met een dik boekwerk met vele mooie, lieve, dierbare woorden en verhalen, waarover we onze mond moesten houden, leuke cadeautjes, versieringen etc., zijn we naar ons vakantieadres afgereisd.

We hebben een heerlijke week achter de rug. Helaas kon onze oudste zoon door verplichtingen op school niet de gehele week aanwezig zijn, maar we hebben samen genoten. Het weer was ons ook goed gezind. We hebben leuke wandelingen gemaakt in de bossen, heidevelden en grote zandvlakte om ons heen, maar vooral ook lekker gerelaxt, goede gesprekken gevoerd en het aangedurfd om een stad in te gaan, in een rustige winkel kleding te passen en lekker te genieten op een terras.
Op deze manier Joops 50ste  verjaardag vieren, was voor ons een prima alternatief. De dag zelf hebben we bij ons huisje doorgebracht. Eerst de boel versieren, Lesley’s mooie Abraham buiten gezet en de cadeautjes gegeven. Nu konden we eindelijk alle geheimzinnigheid achter ons laten. Sylvain had al één ding verklapt voor de verjaardag en Lesley en ik moesten steeds op onze tong bijten, om niet te laten merken waar we mee bezig waren. We hebben heerlijk uitgebreid ontbeten (of eigenlijk meer gebruncht) met lekkere broodjes, koffie met gebak gehad en pizza als diner.
Tussendoor was er genoeg tijd voor Joop om samen met ons het mooie boekwerk te lezen, foto’s te kijken, herinneringen op te halen en we merkten allemaal dat al deze verhalen ons erg emotioneel maakten. Dit kwam deels door de mooie woorden, maar ook door alle emoties van de afgelopen tijd, die door het lezen van de verhalen (die hier helemaal niet specifiek over gingen overigens) boven kwamen. Het is net alsof we nu pas de tijd en rust hadden om dit toe te laten. Daarnaast doordat we bijna alle mensen die de moeite hebben genomen om wat moois op papier te zetten, al zo lang niet echt meer hebben gezien en gesproken.
Maar hopelijk is nu het einde in zicht en krijgen we langzaam aan stukje bij beetje ons oude leven weer terug. Gelukkig zijn wij drieën inmiddels gevaccineerd en heeft ook Syl zijn 1e prik gehad. Hopelijk kunnen/durven we (ik) ons daarna weer wat meer te permitteren.
En, ja … ik denk dat we echt even toe waren aan deze vakantie, vooral ook even weg uit onze eigen omgeving, even letterlijk afstand nemen. Ook Sylvain zien we opbloeien op het moment dat hij weer in een winkel komt, een gesprek met ‘vreemden’ aan kan gaan en heerlijk door de Apenheul kan slenteren (ook al moeten we hem nog steeds waarschuwen). We beseffen ons misschien ook wel te weinig wat dit alles met hem heeft gedaan. Al bijna 1 ½ jaar niet meer naar zijn werk (op een paar maanden na, waarin hij 2x 1 ½ uur per week kon komen), een enorme operatie, waar hij de noodzaak en impact niet van begrijpt, vervolgens weer helemaal opnieuw revalideren, in zijn ogen niets mogen en opnieuw niet naar het werk mogen.

Wandelen als therapie

Als ik wakker word, ben ik blij verrast. De zon schijnt, ik zie een stralend blauwe lucht met van die mooie, witte schapenwolken. Gisteren, toen ik mijn bed in stapte, stormde het buiten en was de regen net even opgehouden. Ik had niet naar de weersvoorspelling gekeken, dacht dat het het hele weekend slecht zou zijn en had me daarom voorgenomen om in de ochtend, als iedereen nog op één oor ligt even in alle rust te gaan schrijven. Maar nu is het mooi weer, ik heb last van mijn rug en ben gisteren ook al niet buiten geweest. Zal ik dan toch eerst maar lekker gaan wandelen? Nu kan het nog. Straks gaan de mannen weer verder klussen en moet ik er zijn voor Syl die helaas ziek is. Met hem aan de wandel gaat het vandaag niet worden. Tja, wat zal ik doen, ik hou ook van de rust in huis, als iedereen nog lekker ligt te slapen en ik even tijd voor mezelf heb om te lezen of te schrijven, maar buiten lonkt ook. M’n hoofd leegmaken tijdens het wandelen, foto’s maken en nadenken over de verhalen die zich sinds gisteren weer langzaam aan het ontspinnen zijn in mijn hoofd. Ik kies voor het laatste. Ik maak snel een ontbijt, lees onder het eten nog even rustig en ga dan op pad in mijn veel te dikke winterjas. We hebben de gang leeg gemaakt voor het klussen en mijn dunnere jas ligt op de kamer van mijn oudste zoon, die wil ik nu niet wakker maken.

Steevast, als ik in het weekend eenmaal buiten loop, denk ik: ‘Ik had een uurtje eerder moeten gaan’. Het is inmiddels 9 uur geweest en ik ben niet de enige die van het mooie weer wil genieten. Voor een zondagochtend is er al best veel volk op de been, wandelaars, hardlopers, (race)fietsers, vissers, gezinnen met kleine kinderen, oudere echtparen, jonge stellen, ik kom ze allemaal tegen. Het is ook ineens een stuk aangenamer qua temperatuur, nu de wind is gaan liggen en de zon erbij is gekomen.
Helaas lukt het me in de weekenden niet meer om op tijd op te staan, na een week van erg vroeg wakker zijn (de wekker van manlief staat dagelijks om 5 uur), bijna weer op het oude niveau werken en daarnaast de zorg voor onze jongste zoon (die nog niet weer terug kan naar zijn dagbesteding).
Het is fijn weer meer aan het werk te zijn, ik geniet weer van de rust, de muziek en de mooie luchten tijdens de autorit op de heenweg, de terugweg valt me nog wat tegen na een werkdag, dan ben ik moe en kan ik nog niet helemaal zo genieten van de rit als voorheen.
Ik loop intussen mijn favoriete rondje vlak bij huis. Dit keer neem ik ook het stukje meer met de bruggetjes mee. Op de één of andere manier geeft het mij rust om hier te lopen, zo dicht bij huis, maar toch die serene rust en dit keer hier nog niet zoveel andere mensen. Het pad is smal, dus ik kom hier liever niemand tegen. Ik vervolg mijn weg langs het mooie stuk waar de koeien grazen. Het is altijd even afwachten waar deze beestjes zich nu weer begeven. Het is me al meermalen gebeurd, dat ze met z’n allen in een rijtje voor de brug stonden of deels op de brug, waardoor ik er niet langs kan en weer terug moet lopen. Tenminste, ik durf er dan niet langs, ik zie anderen wel eens een poging wagen.
Dit blijft één van mijn favoriete plekken om te wandelen en foto’s te maken. Op de één of andere manier ziet het er hier elke keer weer anders uit, qua kleuren, vogels, etc. Hier loop ik ook nooit zo hard, maar kijk ik om me heen en kom tot rust. Om vervolgens op mijn andere favoriete plek te komen, moet ik langs het pad met de bomen, het pad dat dienstdeed als cover voor mijn boek. Het lange pad, opgesplitst in 3 delen, met aan het eind van de ‘tunnel’ licht. Deze bomenrij blijft symbolisch voor mij. In eerste instantie stond het symbool voor de lange weg die we aflegden om erachter te komen wat er met Sylvain aan de hand is. Dat pad hebben we inmiddels afgelegd, een diagnose gevonden en een hele nieuwe familie gekregen, waarbij we met al onze vragen en zorgen terecht kunnen. Maar we begeven ons nu op het tweede deel en af en toe worden we door de storm teruggeworpen en beginnen we het pad deels opnieuw. Ook nu hebben we weer zo’n periode dat we eerst een heel stuk teruggeworpen zijn en langzaam aan weer dichter bij het licht komen, maar dit weekend weer even een stap terug moeten zetten. Terwijl ik dit lange pad afloop, hier neemt mijn tempo toe, omdat ik dit een minder fotogeniek gebied vind, gaan mijn gedachten terug naar de afgelopen periode.
Na twee toch wel zware maanden en de laatste week waarin Sylvain heel erg verkouden werd, een keelontsteking ontwikkelde en het maar niet echt lukte om, ondanks de sondevoeding echt aan te komen in gewicht, moest de sondeslang vervangen worden. Sylvain zelf wilde hem niet meer terug, Joop zag het ook niet meer zitten, ik vond het nog wel lastig, maar gezien hij er nu toch uit moest, hij keelpijn had en een erg zere neus, wilden we het hem niet aandoen om hem nu opnieuw te plaatsen,. Tegen het advies van de verpleegkundige in (en op de achtergrond de diëtist), hebben we ervoor gekozen om de sonde nog even niet te herplaatsen en Syl de kans te geven om het op eigen kracht te proberen.
Vanaf het moment dat de sonde eruit was, ging het eten geleidelijk aan beter en lukte het ook om dagelijks 3 flesjes drinkvoeding te gebruiken. Sylvain was zo blij dat de sondeslang (die vooral aan zijn neus ook heel erg zeer begon te doen) eruit was en hij belemmerde hem ook bij het slikken, net zoals dat het geval is op het moment dat hij weer ‘slijm in zijn keel’ heeft.
Het is hierna 1 ½ maand heel erg goed gegaan. Meneer is aangekomen tot 44 kg (bijna zijn gewicht van voor de operatie), wat niet alleen door het eten kwam, maar ook doordat zijn spieren door het revalideren weer meer terugkwamen.
Dagelijks zijn we met hem aan de wandel, wat begon met afstandjes van 500 m, is inmiddels uitgegroeid tot 5 km, bijna weer op het niveau van voor de operatie. In eerste instantie hebben we het rondje rond het huis steeds wat groter gemaakt, inmiddels kan hij ook weer een stukje mee in de auto en kunnen we weer op andere plekken wandelen. Wat blij was hij toen hij weer even in een andere omgeving kon wandelen en toen de sonde eruit was, kon hij ook weer bij opa en oma logeren.
Langzaam aan wordt het leven weer een beetje meer normaal, tenminste voor zover het normaal kan zijn in deze tijd. Naar de dagbesteding lukt nog niet, daarvoor moet zijn rug eerst nog beter herstellen, dit vindt hij best lastig. Zo nu en dan gaat hij er even naar toe om de beesten te zien en even bij te kletsen, maar verder is het voor hem vooral nog thuis, wandelen en logeren bij opa en oma. Hij geniet ervan om bij hen te zijn, zij genieten van zijn gezelschap, in deze ook voor hen toch wel eenzame tijd en wij vinden het fijn dat we de zorg even uit handen kunnen geven (dank je wel pap en mam). Samen met hen heeft hij een nieuwe hobby ontdekt;  Happy Stones zoeken. Dat gebeurd nu natuurlijk ook tijdens onze wandelingen.
Het ging zo goed, maar helaas is meneer op dit moment ziek, weer last van slijm in zijn keel, hoofdpijn en ook even koorts, dit resulteert direct weer in niet eten. Gisteren zijn we even flink geschrokken. Nadat hij naar de wc was geweest, werd hij slap in de benen en viel weg. Gelukkig stonden Joop en Lesley net in de gang om hem op te vangen. Je moet er toch niet aan denken wat er met zijn rug gebeurd, op het moment dat hij met een klap op de grond terecht komt. Zijn ogen draaiden weg, hij was echt even helemaal van de wereld. Te weinig gegeten? Ik was in de woonkamer en hoorde manlief een aantal keren zijn naam roepen. Dacht eerst nog dat Syl weer iets deed, wat niet mocht, maar toen drong het tot me door dat het wat anders was. Toen ik in de gang aankwam, zag ik een slappe pop in de handen van mijn man en zoon, waarvan de ogen me zonder wat te zien aankeken en vervolgens wegdraaiden. Op dat moment kwam alles weer naar boven van de tijd op de IC, er flitste van alles door mijn hoofd. Gelukkig kwam hij weer bij en is het nu weer goed, maar we zijn dus nog niet weer aan het eind van de tunnel.

Inmiddels ben ik aanbeland bij mijn andere favoriete stuk. Ik merk dat het me goed doet om te wandelen en alles even op een rijtje te zetten voor mezelf. Langzaam aan voel ik de spieren van mijn rug weer wat minder pijnlijk worden. Bewegen is goed voor mijn lichaam en geest. Normaal zou ik nu weer richting huis gaan, maar ik plak er nog eens stukje bij aan. Ik ben nog niet toegekomen aan het verder denken over de verhalen die ik graag wil schrijven. Het was ook te druk met mensen op het pad waar ik liep, gelukkig kom ik nu even een tijdje niemand tegen en kan ik de rust en ruimte vinden om ook hier over na te denken, in het ritme van mijn passen komen de verhalen tot leven. Nu nog de rust en ruimte vinden om ze daadwerkelijk op papier te zetten.  

Oh, wat een jaar!

Gek genoeg is 2020 een jaartal wat al heel lang in mijn hoofd zat als bijzonder. Het jaar waarin ik 50 zou worden, voelde als kind al als bijzonder, maar ook als een jaar waarin ik toch al wel oud zou zijn en wat nog heel ver weg lag. Later werd het ook het jaar waarin ik 25 jaar getrouwd zou zijn. Een getal dus, wat op de één of andere manier een bepaald gevoel bij mij teweeg bracht.
Begin dit jaar was ik er nog van overtuigd dat het een heel bijzonder jaar zou worden, met heel veel (eigenlijk vond ik wel een beetje te veel) hoogtepunten, waar ik me wel een beetje voor geneerde (was het niet een beetje teveel van het goede?). Misschien had ik dat niet moeten denken. Een bijzonder jaar is het geworden, een jaartal wat bij velen nog lang in het geheugen zal staan gegrift. We zullen het niet snel vergeten, maar op een heel andere manier dan ik vorig jaar om deze tijd had verwacht.

Ik zit aan de eettafel, de kerstboom staat er nog. Het is stil in huis, iedereen ligt nog op één oor na de jaarwisseling, die je bijna geen jaarwisseling kan noemen, zo anders is die verlopen als alle voorgaande jaren. Er was toch nog wel het nodige vuurwerk om ons heen, maar zelf hebben we niks afgestoken, hebben we de avond alleen met z’n vieren doorgebracht in plaats van met familie en kwamen er na middernacht ook geen vrienden van onze zoon langs om te toosten op het nieuwe jaar.
Mijn gedachten gaan terug naar het afgelopen jaar. Wat een bizar jaar is dit geweest. Vorige jaar rond deze tijd schreef ik nog dat we mooie vooruitzichten hadden. Mijn 50e verjaardag, een Roadtrip door Zuidwest Amerika met het gezin ter ere van ons 25e huwelijksfeest.  Daarnaast zouden we ook weer een Meeting hebben met NCBRS families, dit keer in Parijs. ‘Mooie vooruitzichten, dus laat 2020 maar komen!’ Het liep helaas allemaal heel anders. Mijn verjaardag heb ik nog kunnen vieren, een gezellige dag met familie en vrienden onder het genot van een lekkere high tea, en wat ben ik verwend!

Maar daarna werd alles anders. Mijn man zat al opnieuw thuis met rugklachten en helaas lukte het mij op een gegeven moment niet langer om op de been te blijven, na jarenlang te hard te hebben gewerkt. Ik dacht een weekje ziek te zijn, maar helaas monde dit uit in een burn-out waarbij ik een half jaar volledig uit de running was. Even daarna gevolgd door het begin van de Coronacrisis, waarbij ook mijn jongste zoon thuis kwam te zitten en de oudste tijdelijk moest stoppen met stage en startte met thuisonderwijs. Ineens zaten we met zijn allen thuis.
De beginperiode was helemaal nog niet zo erg. Ik moest zorgen voor ontspanning, mijn jongste moest zijn energie kwijt, dus we zijn allerlei wandelingen gaan maken in de natuur in Groningen, Friesland en Drenthe. Zover mogelijk weg van andere mensen, dus op rustige plekken en wat hebben we mooie wandelroutes ontdekt. We waren hier niet de enigen in, heel Nederland zocht de natuur in eigen land op, dus in de weekenden bleven we thuis. De wandelingen deden me goed, hierdoor kwam ik tot rust en kon ik mijn jongste zijn gang laten gaan. Maar om echt tot rust te komen, ben ik er ook alleen op uit gegaan. Lange wandelingen gemaakt, vooral bij zee om echt mijn hoofd leeg te maken, letterlijk uit te waaien en overal heb ik foto’s van gemaakt. Eerst alleen met mijn mobiel, want ik had geen puf om mijn camera mee te nemen. Later ook met mijn camera, waar ik alleen op de automatische stand foto’s mee maakte en op een gegeven moment wilde ik mijn camera toch beter leren kennen en ben ik een online cursus gaan doen. Ideaal als je nog zoveel moeite hebt met onthouden, de filmpjes kun je steeds opnieuw terugkijken. Het heeft ervoor gezorgd dat ik langzaam aan weer wat tot rust kwam en uiteindelijk weer voorzichtig kon beginnen met mijn werk op te pakken.


Rond de zomer kwam de wereld weer een beetje uit de lockdown. Er kon weer gereisd worden, het werd drukker op straat, mensen begonnen weer meer te ondernemen. Ook wij begonnen ons wel iets meer te permitteren. We hebben langzaam aan weer wat mensen ontvangen in de tuin op gepaste afstand, dingen ondernomen in de buitenlucht en ook onze trouwdag hebben we toch op een leuke manier kunnen vieren. Geen Roadtrip door Zuidwest Amerika, maar zeehonden spotten op een ribtocht met aansluitend koffie met gebak op een terras en een etentje. Alles in de buitenlucht, omdat we ons daar veiliger bij voelden en we bleven toch nog steeds zoveel mogelijk bij iedereen uit de buurt.
We hadden namelijk net te horen gekregen dat onze jongste toch echt geopereerd moest worden en dat het eigenlijk zo snel mogelijk moest. De manier waarop het werd gebracht heeft ons zo aan het twijfelen gemaakt, dat we nog een second opinion hebben aangevraagd, maar we konden er echt niet onderuit. We zagen het ook zelf eigenlijk wel. De bocht werd groter en groter. Maar corona was de wereld nog niet uit, onze zoon had nog steeds ondergewicht, hij is kwetsbaar, we moesten echt zorgen dat hij niet ziek werd voor de operatie. Daarnaast was het op een gegeven moment de vraag of hij wel geopereerd zou kunnen worden, na de zomer namen de besmettingen weer toe, waarbij ook de druk op de ziekenhuizen, etc. en is het ziekenhuis wel de plek waar je op dat moment wilt zijn?
Helaas hebben we ook afscheid moeten nemen van onze trouwe lobbes. Na 13 jaar en al een aantal jaren artritis, lukte het hem op een gegeven moment niet meer om op te staan. Met wat hulp van ons, hebben we het nog even uit kunnen stellen, maar uiteindelijk hebben we toch de moeilijke keuze moeten maken om hem te laten gaan. Een troost is, dat we door alles dit laatste jaar met zijn allen veel bij hem zijn geweest.
Uiteindelijk ging het ook met de operatie van de jongste op een gegeven moment snel. Eind oktober werd ik gebeld dat hij begin november kon worden geopereerd, echter moest er nog een MRI plaatsvinden en deze kon niet ver genoeg naar voren gehaald worden. Uiteindelijk wel, kon hij terecht op een avond om 22 uur, echter was zijn operatieplek inmiddels al vergeven. Vrij snel hierna kwam er toch nog een plek vrij en wat een hectische tijd kwam hier achterweg. De operatie is goed geslaagd, maar de complicatie die erbij kwam kijken (en waar wij vooraf zo bang voor waren) heeft ons een behoorlijke knauw gegeven, die niet zomaar even weggepoetst is in combinatie met slaapgebrek. De laatste weken van het jaar, zijn dan ook de heftigste geweest.
(Terwijl ik dit schrijf besef ik dat het voor vele anderen nog veel heftiger is geweest. Tijdens ons verblijf in het ziekenhuis en op de IC, waar wij toch steeds bij Sylvain mochten zijn, al was het met een beperkt aantal, kwamen de verhalen van coronaslachtoffers die op de IC lagen en geen bezoek mochten ontvangen, waarbij mensen zijn gestorven zonder nog een dierbare te hebben gezien, nog harder binnen)

Inmiddels is het 2021. Hopelijk wordt dit voor iedereen een beter jaar. Wat we in elk geval wel hebben geleerd het afgelopen jaar, is dat ook Nederland heel mooie plekken heeft, dat je niet ver weg hoeft te gaan om te kunnen genieten en ontspannen. Dat het ook wel goed kan zijn om even wat meer back to basic te gaan, om te beseffen wat we normaal gesproken allemaal hebben en kunnen doen. En vooral dat gezondheid toch wel het allerbelangrijkste is en dat we er voor elkaar moeten zijn, rekening moeten houden met ‘de kwetsbaren’ en niet alleen aan onszelf denken.
Wij hebben zelf veel liefde en warmte ontvangen het afgelopen jaar, door lieve kaartjes, kleine attenties, etc. zowel in de periode van de intelligente lockdown als na de operatie van onze jongste. Dat heeft ons goed gedaan, hiervoor nogmaals onze hartelijke dank.
Al onze mooie vooruitzichten, weekend Parijs, ballonvaart en uiteindelijk ook onze droomreis, hebben we af moeten zeggen, of eigenlijk uitstellen, want we hopen dit toch alsnog te kunnen doen als alles weer meer ‘normaal’ is. Vooral voor onze oudste zoon, hoop ik dat dit niet al te lang meer hoeft te duren, hij is denk ik degene die het meest heeft moeten inleveren het laatste jaar en dat is niet gemakkelijk voor een jonge knul. Zelf heb ik er eigenlijk niet zo heel veel moeite mee gehad, dat we niet veel mensen konden zien, niet naar verjaardagen, feestjes en/of visites konden, geen gezamenlijke kerst konden vieren, etc. Maar ik denk dat dat vooral te maken heeft met mijn eigen gemoedstoestand. Al ben ik weer langzaam aan, aan het werk en probeer ik weer rustig op te krabbelen, ik voel wel dat ik de burn-out nog niet volledig achter me heb gelaten. Voor mij was deze ‘verplichte’ isolatie goed, om ook echt even niet al te veel te moeten. Dat neemt niet weg dat ook ik zo langzamerhand wel toe ben aan wat meer terug naar ‘normaal’.
Ik hoop dat 2021 een beter jaar wordt voor iedereen en dat we langzaam aan weer terug kunnen naar ons oude leven.

Lege plek

             
Het is stil als ik beneden kom. Geen donkerbruine lobbes, die me vragend, bijna smekend aankijkt of ik geen eten voor hem klaar wil maken. Hij weet precies wie dit in de ochtend altijd doet. Als hij nog niet direct eten krijgt, gaat zijn kop bij elke beweging die ik maak, omhoog en kijkt hij me met die grote, smekende kijkers aan. Hier kan ik meestal geen weerstand tegen bieden. Als ik wat later omgekleed en wel beneden kom, kijkt hij me opnieuw vragend aan, hij weet dat we naar buiten gaan. De laatste jaren zijn het geen grote wandelingen meer. Door de artrose kan hij niet lang meer lopen en geleidelijk aan is hij steeds wankeler op zijn poten gaan staan. We durven dus niet ver te lopen, al heeft meneer zelf daar andere gedachten over. Hij wil steevast nog de kant op, waarvan hij weet dat we dan een grotere ronde gaan doen. Vertikt het dan ook regelmatig om de kant op te gaan waar wij naartoe willen, maar het kan echt niet meer. De laatste tijd werd dit wel minder, voelde hij zelf dat het niet meer wou? Vorige week weigerde hij nog om over het bruggetje te lopen (denk dat hij dit toch te glad vond) en vanaf afgelopen weekend lukte het hem niet meer om zelf op zijn poten te komen staan. Met wat hulp kon hij nog wel lopen, maar ook dit ging heel snel achteruit …

                

Ik ben niet echt een hondenliefhebber, al ben ik er als klein meisje wel mee opgegroeid. Van de verhalen en foto’s weet ik, dat onze herder en ik het goed konden vinden, ik kan me dit echter niet herinneren. Ik ben niet bang voor honden, maar heb er gewoon niet zoveel mee in tegenstelling tot mijn zusje.
Er werd dan ook wel met verbazing gereageerd toen wij een hond kregen. Mijn man is echter ook opgegroeid met honden en zijn wens was wel om ooit een eigen hond te hebben. We werkten allebei overdag, dus ik vond dat dat niet kon voor een hond. Zeker niet als je nog een puppy moet opvoeden. Door omstandigheden ging manlief in 2007 in de avonden werken en ik bleef overdag werken. Het ideale moment om dan toch maar overstag te gaan. Ook de kinderen zagen een hond wel zitten, daarbij kon het ook goed zijn voor onze jongste zoon, die toch al zo weinig vriendjes heeft. En zo kwam Pepper in oktober 2007 in ons leven. Een lieve, ondeugende pup. Bij het zien van het nestje labradors, was ik meteen verkocht. Zoals zovelen, denk ik. Maar er zijn toch wel een hele hoop momenten geweest waarop ik heb gedacht: ‘Waar zijn we aan begonnen’.
Gezien mijn man overdag thuis was, kon hij grotendeels de opvoeding van de hond op zich nemen. Wat ik me echter niet had gerealiseerd, was dat ik als ik thuis kwam van het werk en de kinderen en de hond had. Het huis was aan kant, het eten stond klaar, maar de hond moest natuurlijk nog wel uit. In het begin had ik een nog niet zindelijke hond en ook mijn jongste was nog niet zindelijk, terwijl Sylvain riep dat hij moest plassen (en dan moest het ook direct), zag ik ook Pepper al wiebelen. Ik dacht ik zet de hond snel even in de tuin en ga dan met Sylvain naar de wc, helaas plasten ze beiden op het zelfde moment in de kamer. Tot 8 maanden was Pepper een lieve, aandoenlijke pup, die goed luisterde en ook prima los kon lopen. Echter daarna kwam de pubertijd en dat deze bij labradors best lang kan duren, dat hebben we geweten. Tot zeker 3 jaar heeft dit ons veel hoofdbrekers gegeven. Wat heb ik vaak gemopperd en er zijn ook periodes geweest dat ik hem echt niet meer uit wilde laten, alleen als er niemand anders thuis was. In die tijd kon hij eigenlijk niet los. Als hij het in zijn kop had, dan was hij in no time weg. Meestal had ik hem niet los, maar als er een andere hond aankwam, dan wilde hij er graag mee spelen en ik kon hem op den duur dan niet zo goed meer houden aan de riem, dus liet ik hem maar los. 7 van de 10 keer ging dit goed, maar het gebeurde ook dat hij het spelen als afleiding gebruikte, even speelde om er vervolgens vandoor te gaan. Vaak de bosjes in om te vreten. Hoe vaak ik niet met hem ergens in de bosjes heb gestaan, om hem er uiteindelijk toch weer uit te halen. Labradors houden (over het algemeen) van eten, de onze in elk geval wel. Vooral van poep, maar ook van naar ons idee oneetbare producten. Zo heeft hij eens op staat een bakje waar nog patat inzat met bakje en al opgegeten, hield hij van rotte vis en ook een reep chocolade met verpakking heeft hij in zijn jonge jaren eens van de tafel gegrist. Chocolade is niet goed voor honden, Joop was op dat moment natuurlijk aan het werk, die blijft wel rustig in dit soort situaties. Ik heb volgens mij de dierenarts gebeld, wat nu te doen. Heb hem op advies met moeite een lepel zout gegeven en daarna net zo lang buiten gelopen (terwijl de kinderen dus alleen thuis waren) totdat hij de boel er weer uitgekotst had. Ook bezorgde hij ons wel andere lastige situaties. Eigenlijk sprong hij niet echt vaak tegen mensen op, maar op het moment dat er dan iemand in spierwitte kleding liep en/of duidelijk aangaf niet zo van hem gediend te zijn, dan begroette hij diegene juist enthousiast. Ook kwam hij wel te onstuimig op mensen afrennen met zijn lompe lichaam en dan lukte het niet op tijd om in te houden. Het strand vond hij ook prachtig, al moest hij iedere keer opnieuw ontdekken dat het water zout was en hij dit toch echt niet lekker vond. Ook mocht hij graag kindertjes plagen, of eigenlijk wilde hij graag met ze meespelen. Niet alle kinderen vonden dat even leuk en hij heeft ook een keer het handvat van iemands vlieger kapot gebeten. In huis lag hij altijd precies daar, waar jij moest wezen of zo dat hij de hele doorgang versperde. En zo kan ik nog wel even doorgaan (Lees ook: https://angelinewagenaar.wordpress.com/2016/01/07/ik-ben-er-helemaal-klaar-mee/). De stofzuiger vond hij niet zo fijn, daar werd hij onrustig van. Zelf was hij een goede stofzuiger. Zodra er wat op de grond viel, was hij er als de kippen bij. Dit gaan we ook wel missen.

            

Ondanks al momenten van frustratie, hebben we een geweldige hond gehad. Heerlijke wandelingen gemaakt in het natuurgebied hier in de buurt. Regelmatig even naar het bos of naar het strand voor een wandeling. In de tijd dat Sylvain op de woensdag niet naar school kon, liepen we steevast samen met de hond in het Kolhamsterbos. Sylvain kan uren in het bos rondstruinen, hij vindt altijd wel wat. Ook Pepper vond het heerlijk om op zijn dooie akkertje rond te neuzen in het bos, ieder op hun eigen manier. Hier had ik ‘geen kind’ aan ze en kon ik ondertussen mooi foto’s maken. Zo liepen we hier uren, zonder nu echt grote afstanden af te leggen. De laatste jaren was dit er echter al niet meer bij. Pepper hield niet echt van autorijden, in de kofferbak hebben we hem altijd met moeite gekregen en mij lukte dat toen hij volwassen was al helemaal niet meer. Dus zat hij in onze auto waar een deel van de achterbank omhoog kon, achterin. Maar bij de nieuwe auto kon dit niet meer en door zijn artrose kon hij ook niet zo lang meer lopen. Langzaam aan werden de rondjes steeds kleiner en waren op den duur beperkt tot het kleine parkje achter ons huis, totdat ook dat niet meer kon.

            

We hebben er helaas voor moeten kiezen om hem in te laten slapen, een moeilijk, maar onvermijdelijk besluit. We gaan je missen Pepper, maar kijken terug op vele mooie jaren, waarbij je ons (zeker mij) ook wel tot wanhoop hebt gedreven. Ik zeg nog steeds dat ik geen hondenliefhebber ben, maar jij bent daarop de uitzondering!           

                

 

Vrijheid(sbeperking)

76 jaar vrijheid 6         afstand         IMG_20200418_171220986
Vandaag vieren we 75 jaar vrijheid! Het is 75 jaar geleden dat we bevrijd zijn van oorlog. Velen kunnen zich niet voorstellen hoe het voelt, als je van je vrijheid beroofd bent, als je niet je leven kunt leven zoals je wilt leven, je onderdrukt wordt, in angst leeft, niet weet hoe lang dit gaat duren en waar het gaat eindigen. Ik kan het me in elk geval niet voorstellen.
Toch is het dit jaar anders als anders. Kunnen we niet in vrijheid de vrijheid vieren, maar zitten we zelf in vrijheidsbeperking. Al bijna 8 weken lang in een intelligente lockdown. De één heeft het drukker dan ooit, ziet verschrikkelijke beelden of moet ineens zijn hele werkprogramma op een andere manier uitvoeren, de ander zit thuis en heeft ineens tijd over, maakt zich zorgen over hoe het verder moet zonder inkomen, vele verschillende verhalen…
Om mij heen merk ik dat er steeds meer mensen wel klaar zijn met de beperkingen die er nu zijn, die weer verder willen waar ze gebleven zijn, die het misschien allemaal wel onzin vinden en het niet eens zijn met de maatregelen die ons door de regering worden opgelegd. 17 miljoen mensen, zoveel verschillende situaties, zoveel verschillende manieren hoe iemand in deze hele crisis zit, vele verschillende belangen, kortom: vele verschillen.
Maar als we dan goed nagaan dat het eigenlijk nog geen 8 weken aan de gang is, als we dit vergelijken met de oorlogssituatie van destijds, dan is dit toch peanuts? Of zie ik dat verkeerd?

DSC09489          IMG_20200422_175956646_PORTRAIT          IMG_20200504_174036717_PORTRAIT

Zelf heb ik nog niet zoveel moeite met de vrijheidsbeperking, maar misschien komt dat ook wel door de situatie waarin ik me nu bevind; overwerkt, overbelast of burn-out, het is maar hoe je het wilt noemen. Ik hoef niet op een heel andere manier te werken, maar moet het werk nu juist loslaten en zorgen dat ik tot rust kom. Ik heb geen behoefte aan socializen, visites, feestjes of wat dan ook, dat kost alleen maar energie. Ik wil rust, ruimte en stilte om me heen. Dit laatste is nog wel eens lastig, nu ook de rest van het gezin hoofdzakelijk thuis is, maar gelukkig ben ik een ochtendmens en komt de rest pas later naar beneden, heb ik een heel klein (werk)kamertje van mezelf, waar ik me terug kan trekken, een mini sportschool voor de nodige beweging en de mogelijkheid om de natuur in te trekken en deze laatste doet wonderen. Ik zou nu best graag in een hutje op de heide willen wonen, teruggetrokken van alles en iedereen met een groot stuk grond, waar ik uren kan wandelen in plaats van in een relatief drukke stad.
Zoals al eerder geschreven trekken we er om de paar dagen op uit om een wandeling te maken op rustige plekken in de omgeving. Heerlijk vind ik dat, alleen daar kom ik echt tot rust, kan ik even alles loslaten en mijn gedachten stil zetten. Ook al doen we dit meestal met zijn vieren, we doen dit elk op onze eigen manier. Mijn man en oudste zoon gebruiken de wandelingen om lekker bij te kletsen, mijn jongste sjokt er wat omheen, struint de boel af naar stokjes, beestjes of wat ook, we kijken samen naar de verschillende bloemen, bomen, vogels die we op onze tochten tegenkomen, zelf kan ik echt genieten van het geluid van de verschillende vogels, het groen om me heen, de verschillende soorten landschappen, bos, heide, akkervelden, vennen en alle dieren die we onderweg tegenkomen, alles leg ik vast met mijn camera (momenteel meestal die van mijn telefoon), omdat ik geen zin heb om met teveel ballast aan de wandel te gaan. Ik kom er achter dat ik de wereld zie door een cameralens, alles wil ik vastleggen om later nog eens rustig naar te kunnen kijken. Je zou zeggen dat het juist rustig is om gewoon te wandelen en te genieten van alles wat je om je heen ziet en niet bezig te zijn met foto’s maken, maar mij geeft het juist rust om het vast te leggen en terug te kunnen kijken. Net als mijn jongste zoon, loop ik dus vaak wat achter de rest aan en moet er regelmatig even op me gewacht worden.
Het wandelen door de natuur, genieten van de rust, de geluiden van bomen, blaadjes, vogels en andere dieren, het vastleggen van al dit moois, doet me goed. Na zo’n wandeling voel ik me herboren, dit wil ik vasthouden, dat lukt ook wel een tijdje, maar helaas nog niet helemaal.
Ik voel op een gegeven moment de energie weer uit me stromen en ook komen mijn piekergedachten weer naar boven, die er door deze hele Coronacrisis niet beter op geworden zijn.
Ik vind het moeilijk om met mijn angsten rondom het virus om te gaan, de angst om besmet te worden en vooral om mijn zoon niet te besmetten. Wat dat betreft voelt deze lock down, ook wel als een veilige haven. Doordat we nu zo weinig contacten hebben, is de kans op besmetting klein, maar ik snap ook dat het langzaam aan weer anders wordt, dat we meer contacten zullen krijgen, ook al zullen we voorlopig nog in een heel andere wereld leven, met de nodige beperkingen, afstand houden van minimaal 1,5 m, etc. De manier waarop ik hiermee omga, de paniek die zo nu en dan heftig omhoog komt, zegt mij dat ik er nog niet ben. Als ik me sterk voel, kan ik beter met dit soort situaties omgaan. Ik ben er nog niet, maar merk dat het heel langzaam aan beter gaat.
Misschien is dit de reden dat de vrijheidsbeperking mij niet zo erg raakt, dat ik er niet zoveel moeite mee heb en al met al is het toch nog maar een relatief korte tijd. Het is niet te vergelijken met wat mensen in oorlogstijd meemaken.

DSC09507          IMG_20200502_103834231_HDR          IMG_20200408_171704661_HDR

Vrijheid, we moeten het koesteren, blijven vieren en blijven stilstaan bij hen die ervoor gezorgd hebben dat wij nu al 75 jaar in vrijheid kunnen leven. Al zullen wij ons in mijn ogen nooit kunnen voorstellen hoe het is om in oorlog te leven, zolang we het niet zelf hebben meegemaakt. Misschien kunnen we ons, door onze huidige vrijheidsbeperking en het gevoel wat dit met ons doet, wel ietsje beter inleven.

Dierbare herinneringen

DSC08963        1985        december 2006 027 jpg

De eerste tien dagen van het nieuwe jaar zijn al weer achter de rug. Wat gaat de tijd toch snel. In de vakantie heb ik wat energie op kunnen doen, maar na de vakantie was het (door de vrije dagen) direct weer hectiek alom en ook thuis loopt het niet vlekkeloos en moet er weer veel extra geregeld worden, de energie is dan ook gauw weer gedaald. Wat me helpt om mijn gedachten op een rijtje te zetten, is lekker te wandelen, even rust aan mijn hoofd. De eerste zondag in januari kon ik wel merken wat de goede voornemens van veel mensen waren. Wat was het druk in het mooie natuurgebied, vlak bij ons huis. Terwijl ik hoopte lekker rustig mijn rondje te lopen in mijn eentje, werd ik nu wel door heel veel anderen vergezeld. Wandelaars, hardlopers, fietsers, etc. Het zelfde beeld zien mijn wandelmaatje en ik ook altijd op de donderdag of inmiddels woensdagavond na de zomervakantie. Vooral hardlopers dan, die in voorbereiding zijn voor de 4 mijl. Dat is weer over na de 2e zondag in oktober en ook in het begin van het jaar zie je het langzaam aan weer minderen en blijven de die hards over.
Vandaag loop ik op zaterdag, omdat er voor morgen slecht weer is voorspeld. Eigenlijk heb ik niet zoveel zin. Ik ben moe van de eerste volledige werkweek van het nieuwe jaar, waarin ook een nieuwjaarsborrel na werktijd en veel nieuwe opnames. Eigenlijk wil ik liever met mijn boek op de bank, maar ik ga toch. Ik weet dat na de eerste paar honderd meters, als de wijk wordt verruild door het mooie natuurgebied, de rust geleidelijk aan in me keert, als het vaste ritme van mijn eigen benen er een beetje in begint te komen, ik geniet van de omgeving en mijn gedachten langzaam aan geordend worden. Door de drukte van de laatste week, de feestelijkheden rond Kers en Oud & Nieuw, heb ik geen tijd meer gehad om stil te staan bij mijn gevoelens en herinneringen die ik kreeg op het moment dat ik weer even terug was in mijn tweede thuis. Terwijl ik loop, trekt een gevoel van nostalgie over mij heen en ben ik weer even terug.

Ik kijk eens goed om me heen. Ik sta in de ‘achterkamer’ wat vroeger de slaapkamer was van mijn opa en oma. Nu staat er een tafel met 6 stoelen waarop de enveloppen van de rouwkaarten, die worden geschreven door mijn tantes en moeder. Wat ziet het er hier anders uit en wat lijkt het ineens klein. Kon hier vroeger echt een bed staan, waarnaast links een tafeltje waar het nodige op stond, bij het tussen raam een klepkast met erop, – in en omheen een heleboel spullen, een strijkplank tegen de rechterzijde van het bed met een stoel erachter voor het raam naar buiten, een hangkast tegen de muur en de rekken met kleding boven het raam? Ook aan de lange wand achter het bed waren nog kasten, waar je voor langs kon lopen naar de deur van het balkon.
Mijn oma zat hier vaak te strijken, onder de rekjes met was. Wat ze streek, legde ze op het bed, in nette stapeltjes. Ik weet niet hoe vaak ik dit tafereel heb gezien en kan het me ook niet heel goed meer voor de geest halen, maar in mijn herinnering lag ik dan op het bed, naast de stapels met gestreken was, naar haar te kijken terwijl ze het één na het ander streek. Ze streek ook echt alles, niet alleen de kleding, maar ook lakens, theedoeken, handdoeken tot de washandjes aan toe. Toen stond ik daar verder niet bij stil. Ik vond het gezellig om hier bij oma op het bed te liggen en met haar te kletsen. Ook  hier heeft ze me vast haar verhalen verteld over haar jeugd. De verhalen die ik vaak heb gehoord en met mij denk ik ook veel andere neven en nichten.
Ook de woonkamer is helemaal veranderd. Ik herken het niet meer terug. Het is supernetjes, maar op de één of andere manier lijkt ook deze veel kleiner als vroeger. De kast waarop oma’s zwarte tas altijd lag, is er niet meer. De kastjes met boeken, tijdschriften etc. die zowel langs de tussenwand en de achterwand stonden zijn verdwenen. Wat hebben wij hier vroeger veel gelezen, zowel uit de leesmap, als ook de Donald Ducks, Bobo’s, Tina’s etc. waar oma op geabonneerd was voor al haar kinderen en kleinkinderen. Regelmatig zaten we dan met een stuk of wat aan de eettafel, die de hele ochtend gedekt stond met het ontbijt, zodat een ieder kon gaan eten wanneer het hem uitkwam. We lazen ook onder het eten. Met meerdere mensen zaten we dan zwijgend aan tafel met een bord voor ons en daarachter een boek. Ongezellig zul je denken, maar dat was het zeker niet. Het was juist heel gezellig en het fijne vond ik dat hier niet alles hoefde volgens een vast stramien. Met zijn allen aan tafel, verplicht praten, bestek via vaste etiquette of wat ook. Nee, als je zin had om niks te zeggen, zowel gewoon of tijdens het eten, dan deed je dat niet. Als je zin had om te lezen en verder niks te zeggen, dan was dat prima. Maar als je wel zin had om te kletsen, dan was er (bijna) altijd wel iemand waarmee je dat kon doen. Wat was het altijd gezellig, wat hebben we veel gelachen met elkaar, wat hebben we veel spelletjes gespeeld op deze eettafel, maar ook op de kleine tafel voor of op beide tegelijk. Wat was het een mooie tijd. Terwijl ik hier zo om me heen kijk, herken ik er niks meer van terug. Nadat mijn opa en oma hier vandaan zijn verhuisd naar een verzorgingshuis, ben ik er ook nagenoeg niet meer geweest. Ik denk nog 1x en nu dus om afscheid te nemen van mijn oom.
Ook in de kamer waar hij nu ligt, heb ik vele herinneringen. In de tijd dat ik nog regelmatig bij mijn opa en oma logeerde, vaak samen met mijn zusje, sliepen we in deze kamer. De kamer van onze jongste tante. Zij meestal bij mijn tante in bed en ik in het andere bed. Wat hebben we hier ’s avonds/’s nachts wat afgekletst met zijn tweeën of drieën en hier luisterde ik met mijn tante ook altijd naar het radioprogramma ‘Candle light’, waar mooie gedichten werden voorgelezen. Mijn tante hield hiervan en gezien ik dan bij haar op de kamer sliep, luisterde ik mee. Of ik het in die tijd ook mooi vond, weet ik niet, maar het zijn wel mooie herinneringen.
Nog één keer kom ik hier terug om samen met mijn gezin afscheid te nemen van mijn oom. En Ik neem niet alleen afscheid van mijn oom, maar ook van het huis. Wat liggen hier veel herinneringen en wat bijzonder dat een hele familie hier op zijn eigen manier, zoveel herinneringen aan hebben. Ik kan natuurlijk niet voor de rest spreken, maar ik denk met veel plezier, warmte en weemoed terug aan deze tijd.
Als baby en klein kind kwam ik hier in elk geval wekelijks, misschien wel vaker, maar dat kan ik me niet meer herinneren. In elk geval in het weekend weet ik dat ik hier met mijn ouders naartoe ging en net voor mij en vlak na mij werden er nog vier andere neven en nichten geboren. We waren hier allemaal veel. Na 3-4 jaar kwam de volgende lichting van vijf kleinkinderen. Het werd een steeds drukkere boel. Met deze tien kleinkinderen ben ik min of meer opgegroeid. Hierna volgenden er nog 12, maar hier zat wat meer tijd tussen. In mijn middelbare school tijd kon ik zelf naar opa en oma en dat deed ik ook veelvuldig. Als het even kon, ging ik na school nog even langs bij opa en oma om een kop koffie te drinken, maar veelal ook om mijn ooms, tantes, neven en nichten te ontmoeten die er dan vaak ook waren. De ene keer was het drukker als een andere keer, maar vaak trof je wel iemand. Met het ouder worden, werden de bezoekjes minder frequent, door studie, verkering, werk, kinderen etc. maar we zijn altijd blijven komen, ook in het bejaardentehuis. Wat een mooie tijd, wat een mooie herinneringen en wat jammer dat dit er nu niet meer is. Maar deze mooie herinneringen en het gevoel dat dit oproept als ik er aan terug denk, neemt niemand me af.

2020-01-12_144837        scan0002        december 2006 031

Inmiddels ben ik bijna aan het einde van mijn rondje. Hier houdt ook het natuurgebied op en loop ik langs de rand van onze wijk. Langzaam aan kom ik weer in het hier en nu. Had ik eerst de wind in de rug, inmiddels heb ik de wind volop in mijn gezicht. Best lekker, maar de wind is snijdend en ik voel wat tranen over mijn wangen lopen. Ik heb hier snel last van, tranende ogen door de wind, al vraag ik me af of de tranen nu alleen door de wind komen of ook een beetje door de herinneringen.

Zie ook:
https://angelinewagenaar.wordpress.com/2012/10/19/terug-in-de-tijd/
https://angelinewagenaar.wordpress.com/2012/05/21/familiedag/