Familie van vaders kant

hora4        11-24-2008_061        11-23-2008_045
Het is alweer eind januari terwijl ik naar het werk rij en ik bemerk dat het geleidelijk aan weer langer licht is. Tijdens de rit naar het werk, is de lucht niet langer meer zwart, maar kleurt van donkerblauw naar lichter blauw en als ik bij het werk aankom is het al bijna licht. Als het me lukt om op tijd naar huis te gaan, dan is het zelfs al de halve terugrit licht. De donkere dagen na kerst (zoals ik ze in gedachten ben gaan noemen in de auto), waarin ik alleen maar in het donker reed, worden langzaam aan weer wat lichter. Wat een blij gevoel kan dat geven. Het gekke is dat ik ook wel even weer moet wennen dat ik ineens weer wat om me heen zie en niet meer helemaal in mijn coconnetje zit met mijn eigen gedachten. Mijn gedachten zijn de afgelopen weken meer teruggegaan in de tijd. Zoals ik al eerder schreef, heb ik voor mijn 50e verjaardag een mooi herinneringsboek gekregen, waarin familieleden hun herinneringen met mij hebben beschreven. Fijne, dierbare herinneringen, die ik graag nog even teruglees en ineens besef ik dat er veel meer herinneringen aan de oppervlakte liggen van de familie aan moeders kant, dat ik hier ook veel meer over geschreven heb in mijn blogs, dan aan de herinneringen met de familie aan vaders kant. Ook wel logisch denk ik, want wij waren veel meer bij en samen met de familie van moeders kant. Deze familie is veel groter, maar woont ook allemaal meer in de buurt, waardoor we elkaar veel meer zagen. Vooral in het verleden, maar ook nu nog. En een deel van de familie van vaders kant, is ook familie van moeders kant. Dubbele familie zeg maar, dus het loopt ook wat door elkaar heen. Toch komen er geleidelijk aan ook steeds meer herinneringen naar boven van en met de familie van vaderskant. Ik kan ze niet allemaal meer helder voor de geest halen, maar er komen steeds meer vlagen voorbij. Wat toch jammer dat ik van die tijd zo weinig foto’s heb, want foto’s helpen mij om herinneringen levend te houden, daarom hou ik nu zo van foto’s maken en vooral ook deze bij tijd en wijle terugkijken.

11-28-2008_031            11-25-2008_031          12-1-2008_013               

Mijn vroegste herinneringen aan mijn opa en oma van vaders kant, zijn niet heel positief. In mijn herinnering kwamen we hier niet zo vaak als bij mijn andere opa en oma en ik voelde me hier nooit zo op mijn gemak. Misschien kwam het wel omdat het contrast zo groot was. Als we hier kwamen, lagen er lakens over de tafel en bank, want stel dat wij kleinkinderen de boel vies zouden maken. Naar mijn idee zaten wij ook vaak niet op de bank, maar er achter en als we pinda’s wilden pakken, dan moest dat met een lepeltje uit een bakje. Ik ben niet zo handig, dus vond dit erg lastig om dit netjes te doen. Bang dat ik de pinda’s alsnog naast het bakje zou mikken, doordat ik te onvoorzichtig met de lepel probeerde de pinda’s op te scheppen of ze daarna misschien niet in maar deels naast mijn hand zou strooien. Als we met opa en oma naar de camping reden, mopperde oma altijd op opa dat hij niet zo hard moest rijden, gezien wij op de achterbank zaten en eenmaal ouder mochten wij van oma nog steeds niet van de camping af, terwijl de andere grote kinderen allemaal op de zandvlakte zaten. Hierdoor verveelde ik me dood en hebben we uiteindelijk ook een flinke ruzie gekregen, maar aan de andere kant is hierdoor wel mijn schrijflust ontstaan. Gezien ik niet meer naar de speeltuin en in het zwembad mocht vanwege mijn leeftijd (>8) en mijn zusje nog wel, zat ik voornamelijk bij de caravan van opa en oma en ben begonnen met korte verhalen schrijven.
Nu ik ouder ben, snap ik het natuurlijk wel. Oma had graag haar huis aan kant en wij kleine kleinkinderen zaten overal met onze vieze handjes aan, verder voelde het voor haar best als een verantwoordelijkheid om voor ons te zorgen en was het natuurlijk alleen maar mooi dat wij in de vakantie een paar nachten/week of misschien wel langer, dat weet ik eigenlijk niet meer bij hen op de camping mochten komen. Ik heb hier ook echt wel mooie herinneringen aan. Samen met opa en oma maakten we wandelingen over de zandvlakte en in het naast gelegen bos. Ik kan me nog herinneren dat we samen met opa (ik weet eigenlijk niet of oma hier ook bij was) op de fiets naar Zuidlaren reden, dat vond ik echt tof. Ook met de hele familie waren we wel gezellig bij hen op de camping, chillden bij de caravan of maakten leuke wandelingen met zijn allen.
De ochtenden op nieuwjaarsdag kan ik me ook nog herinneren, dan keken we steevast naar schansspringen en volgens mij luisterden we dan ook eerst of later nog naar één of ander concert wat dan op de tv was. En wat ik me nog heel goed kan herinneren is die week, toen we al wat ouder waren en al langere tijd niet meer bij opa en oma op de camping mochten logeren, dat oma bij ons kwam, omdat mijn ouders samen met opa op reis naar Oostenrijk waren. Een beladen reis, waar ze teruggingen naar de plek waar opa in de oorlog had gezeten. Oma wilde niet mee, zij kwam bij ons om voor ons te zorgen. Ik weet niet precies hoe oud ik toen was, een jaar of 14-15? Wij gingen overdag gewoon naar school, moesten thuis ook huiswerk maken en oma was er als we thuiskwamen, zorgde voor het eten en we hadden het echt gezellig. We hebben toen leuke gesprekken gehad met oma en oma vond het zo leuk dat ik in mijn kamertje aldoor keihard mee zat te zingen met muziek (ik had denk ik niet door dat het zo goed te horen was, anders had ik vast niet zo hard gezongen) en het enige wat ik me nog kan herinneren is dat ik het liedje van Gerard Joling – Ticket to the tropics hard mee zong (dat vond oma zo knap, haha).
Dit was echt een hele leuke week en heeft veel goed gemaakt, denk ik, aan onze wat moeizame verstandhouding na de laatste keer dat we bij hen op de camping hadden gelogeerd en met ruzie uit elkaar zijn gegaan.
Pas later besefte ik dat het mijn oma waarschijnlijk veel pijn heeft gedaan, dat wij veel liever naar onze andere oma toegingen (Het ging ook eigenlijk niet echt om opa en oma, maar om alle nichtjes, neefjes, ooms en tantes die daar ook vaak waren) We gingen veelvuldig naar de Papiermolen in de zomers en fietsten dan langs oma’s huis als we op weg naar onze andere oma waren. We zwaaiden altijd even snel en reden gewoon door of stapten even af om een praatje te maken voor het huis en gingen dan verder. Toen we wat ouder waren, hadden we dit misschien wel wat in de gaten, want we kozen er dan ook wel voor om een andere weg langs te gaan, zodat zij niet zou zien dat we weer naar onze andere oma gingen. Toch sta je daar als kind niet zo bij stil. Ik vind het jammer dat we niet meer de tijd hebben gekregen om het hier nog eens over te hebben. Of misschien hebben we dat nog wel gedaan, maar ik kan het me helaas niet meer herinneren. Wel weet ik dat we, toen ik inmiddels bij mijn huidige man was, samen met opa en oma nog wel leuke gesprekken hebben gehad. Mijn man snapte ook niet zo goed waarom ik het bij deze opa en oma niet zo leuk vond. Helaas is mijn oma en niet veel later mijn opa, veel te vroeg overleden. Ik was 22 toen dit gebeurde. Ze hebben helaas nooit hun achterkleinkinderen ontmoet.

12-1-2008_001                             11-25-2008_033                             11-25-2008_026
Er komen steeds meer herinneringen naar boven. Al zijn het helaas maar flarden. Ik heb ook erg leuke herinneringen aan de tijd dat ik samen met mijn oudste nicht (van beide kanten familie) bij mijn tante en oom logeerde in de vakanties. Trouwerijen, speciale verjaardagen, etc., waren ook aanleiding om elkaar weer eens te zien en heel soms spontane bezoekjes. We hebben met de familie leuke familiedagen gehad, al is dit er helaas op een gegeven moment wat bij gebleven. Moeten we toch maar weer eens oppakken of niet familie? Volgens mij wel goed om mijn herinneringen weer wat levendiger te krijgen 😊.

Dierbare herinneringen

DSC08963        1985        december 2006 027 jpg

De eerste tien dagen van het nieuwe jaar zijn al weer achter de rug. Wat gaat de tijd toch snel. In de vakantie heb ik wat energie op kunnen doen, maar na de vakantie was het (door de vrije dagen) direct weer hectiek alom en ook thuis loopt het niet vlekkeloos en moet er weer veel extra geregeld worden, de energie is dan ook gauw weer gedaald. Wat me helpt om mijn gedachten op een rijtje te zetten, is lekker te wandelen, even rust aan mijn hoofd. De eerste zondag in januari kon ik wel merken wat de goede voornemens van veel mensen waren. Wat was het druk in het mooie natuurgebied, vlak bij ons huis. Terwijl ik hoopte lekker rustig mijn rondje te lopen in mijn eentje, werd ik nu wel door heel veel anderen vergezeld. Wandelaars, hardlopers, fietsers, etc. Het zelfde beeld zien mijn wandelmaatje en ik ook altijd op de donderdag of inmiddels woensdagavond na de zomervakantie. Vooral hardlopers dan, die in voorbereiding zijn voor de 4 mijl. Dat is weer over na de 2e zondag in oktober en ook in het begin van het jaar zie je het langzaam aan weer minderen en blijven de die hards over.
Vandaag loop ik op zaterdag, omdat er voor morgen slecht weer is voorspeld. Eigenlijk heb ik niet zoveel zin. Ik ben moe van de eerste volledige werkweek van het nieuwe jaar, waarin ook een nieuwjaarsborrel na werktijd en veel nieuwe opnames. Eigenlijk wil ik liever met mijn boek op de bank, maar ik ga toch. Ik weet dat na de eerste paar honderd meters, als de wijk wordt verruild door het mooie natuurgebied, de rust geleidelijk aan in me keert, als het vaste ritme van mijn eigen benen er een beetje in begint te komen, ik geniet van de omgeving en mijn gedachten langzaam aan geordend worden. Door de drukte van de laatste week, de feestelijkheden rond Kers en Oud & Nieuw, heb ik geen tijd meer gehad om stil te staan bij mijn gevoelens en herinneringen die ik kreeg op het moment dat ik weer even terug was in mijn tweede thuis. Terwijl ik loop, trekt een gevoel van nostalgie over mij heen en ben ik weer even terug.

Ik kijk eens goed om me heen. Ik sta in de ‘achterkamer’ wat vroeger de slaapkamer was van mijn opa en oma. Nu staat er een tafel met 6 stoelen waarop de enveloppen van de rouwkaarten, die worden geschreven door mijn tantes en moeder. Wat ziet het er hier anders uit en wat lijkt het ineens klein. Kon hier vroeger echt een bed staan, waarnaast links een tafeltje waar het nodige op stond, bij het tussen raam een klepkast met erop, – in en omheen een heleboel spullen, een strijkplank tegen de rechterzijde van het bed met een stoel erachter voor het raam naar buiten, een hangkast tegen de muur en de rekken met kleding boven het raam? Ook aan de lange wand achter het bed waren nog kasten, waar je voor langs kon lopen naar de deur van het balkon.
Mijn oma zat hier vaak te strijken, onder de rekjes met was. Wat ze streek, legde ze op het bed, in nette stapeltjes. Ik weet niet hoe vaak ik dit tafereel heb gezien en kan het me ook niet heel goed meer voor de geest halen, maar in mijn herinnering lag ik dan op het bed, naast de stapels met gestreken was, naar haar te kijken terwijl ze het één na het ander streek. Ze streek ook echt alles, niet alleen de kleding, maar ook lakens, theedoeken, handdoeken tot de washandjes aan toe. Toen stond ik daar verder niet bij stil. Ik vond het gezellig om hier bij oma op het bed te liggen en met haar te kletsen. Ook  hier heeft ze me vast haar verhalen verteld over haar jeugd. De verhalen die ik vaak heb gehoord en met mij denk ik ook veel andere neven en nichten.
Ook de woonkamer is helemaal veranderd. Ik herken het niet meer terug. Het is supernetjes, maar op de één of andere manier lijkt ook deze veel kleiner als vroeger. De kast waarop oma’s zwarte tas altijd lag, is er niet meer. De kastjes met boeken, tijdschriften etc. die zowel langs de tussenwand en de achterwand stonden zijn verdwenen. Wat hebben wij hier vroeger veel gelezen, zowel uit de leesmap, als ook de Donald Ducks, Bobo’s, Tina’s etc. waar oma op geabonneerd was voor al haar kinderen en kleinkinderen. Regelmatig zaten we dan met een stuk of wat aan de eettafel, die de hele ochtend gedekt stond met het ontbijt, zodat een ieder kon gaan eten wanneer het hem uitkwam. We lazen ook onder het eten. Met meerdere mensen zaten we dan zwijgend aan tafel met een bord voor ons en daarachter een boek. Ongezellig zul je denken, maar dat was het zeker niet. Het was juist heel gezellig en het fijne vond ik dat hier niet alles hoefde volgens een vast stramien. Met zijn allen aan tafel, verplicht praten, bestek via vaste etiquette of wat ook. Nee, als je zin had om niks te zeggen, zowel gewoon of tijdens het eten, dan deed je dat niet. Als je zin had om te lezen en verder niks te zeggen, dan was dat prima. Maar als je wel zin had om te kletsen, dan was er (bijna) altijd wel iemand waarmee je dat kon doen. Wat was het altijd gezellig, wat hebben we veel gelachen met elkaar, wat hebben we veel spelletjes gespeeld op deze eettafel, maar ook op de kleine tafel voor of op beide tegelijk. Wat was het een mooie tijd. Terwijl ik hier zo om me heen kijk, herken ik er niks meer van terug. Nadat mijn opa en oma hier vandaan zijn verhuisd naar een verzorgingshuis, ben ik er ook nagenoeg niet meer geweest. Ik denk nog 1x en nu dus om afscheid te nemen van mijn oom.
Ook in de kamer waar hij nu ligt, heb ik vele herinneringen. In de tijd dat ik nog regelmatig bij mijn opa en oma logeerde, vaak samen met mijn zusje, sliepen we in deze kamer. De kamer van onze jongste tante. Zij meestal bij mijn tante in bed en ik in het andere bed. Wat hebben we hier ’s avonds/’s nachts wat afgekletst met zijn tweeën of drieën en hier luisterde ik met mijn tante ook altijd naar het radioprogramma ‘Candle light’, waar mooie gedichten werden voorgelezen. Mijn tante hield hiervan en gezien ik dan bij haar op de kamer sliep, luisterde ik mee. Of ik het in die tijd ook mooi vond, weet ik niet, maar het zijn wel mooie herinneringen.
Nog één keer kom ik hier terug om samen met mijn gezin afscheid te nemen van mijn oom. En Ik neem niet alleen afscheid van mijn oom, maar ook van het huis. Wat liggen hier veel herinneringen en wat bijzonder dat een hele familie hier op zijn eigen manier, zoveel herinneringen aan hebben. Ik kan natuurlijk niet voor de rest spreken, maar ik denk met veel plezier, warmte en weemoed terug aan deze tijd.
Als baby en klein kind kwam ik hier in elk geval wekelijks, misschien wel vaker, maar dat kan ik me niet meer herinneren. In elk geval in het weekend weet ik dat ik hier met mijn ouders naartoe ging en net voor mij en vlak na mij werden er nog vier andere neven en nichten geboren. We waren hier allemaal veel. Na 3-4 jaar kwam de volgende lichting van vijf kleinkinderen. Het werd een steeds drukkere boel. Met deze tien kleinkinderen ben ik min of meer opgegroeid. Hierna volgenden er nog 12, maar hier zat wat meer tijd tussen. In mijn middelbare school tijd kon ik zelf naar opa en oma en dat deed ik ook veelvuldig. Als het even kon, ging ik na school nog even langs bij opa en oma om een kop koffie te drinken, maar veelal ook om mijn ooms, tantes, neven en nichten te ontmoeten die er dan vaak ook waren. De ene keer was het drukker als een andere keer, maar vaak trof je wel iemand. Met het ouder worden, werden de bezoekjes minder frequent, door studie, verkering, werk, kinderen etc. maar we zijn altijd blijven komen, ook in het bejaardentehuis. Wat een mooie tijd, wat een mooie herinneringen en wat jammer dat dit er nu niet meer is. Maar deze mooie herinneringen en het gevoel dat dit oproept als ik er aan terug denk, neemt niemand me af.

2020-01-12_144837        scan0002        december 2006 031

Inmiddels ben ik bijna aan het einde van mijn rondje. Hier houdt ook het natuurgebied op en loop ik langs de rand van onze wijk. Langzaam aan kom ik weer in het hier en nu. Had ik eerst de wind in de rug, inmiddels heb ik de wind volop in mijn gezicht. Best lekker, maar de wind is snijdend en ik voel wat tranen over mijn wangen lopen. Ik heb hier snel last van, tranende ogen door de wind, al vraag ik me af of de tranen nu alleen door de wind komen of ook een beetje door de herinneringen.

Zie ook:
https://angelinewagenaar.wordpress.com/2012/10/19/terug-in-de-tijd/
https://angelinewagenaar.wordpress.com/2012/05/21/familiedag/