Een gezellige wandeling met een goed gevoel, een doel, herinneringen en oog op de toekomst

01        02        03

Sylvain zit inmiddels al drieënhalf jaar op het KDC op een ideale plek aan de rand van het Stadspark. Hij heeft het hier naar zijn zin en wij als ouders zijn heel blij met deze plek voor hem. Dagelijks wandelen ze in het park en Sylvain vertelt hier vaak over. Wat ze hebben gedaan, waar ze naartoe zijn gelopen, enzovoort. Wij woonden vroeger vlak bij het park. Weliswaar precies aan de andere kant, maar we wandelden best vaak in het park, dus ik weet in grote lijnen waar hij het over heeft. Waar ze precies langs wandelen weet ik niet. Daar heb ik mijn eigen voorstelling van gemaakt in mijn hoofd. Eén keer ben ik meegelopen of misschien wel ze tegemoet gelopen op het moment dat ik Sylvain ophaalde van het KDC.
Al een tijd ‘werkt’ Sylvain op de kinderboerderij in het park. 1-2x in de week gaat hij daar met een paar groepsgenoten en de begeleiders naartoe om poep te scheppen. Iets wat hij ook op de ZML school waar hij voorheen zat graag wilde, maar toen zat hij in de andere groep die alleen maar papiertjes prikte op de kinderboerderij. Hier was meneer al snel flauw van. Hij wilde ook helpen in de stallen. De overalls en laarzen waren echter te groot voor hem, dus hij kon niet in de andere groep. Erg teleurgesteld was hij hier over.  Maar nu mag hij dus wekelijks ‘poepscheppen’ en hij vindt het prachtig. Vol enthousiasme vertelt hij hier over. Gezien Sylvain bijna zeventien is en maar tot zijn achttiende op dit KDC kan blijven, moeten we op zoek naar een andere plek. Een plek voor dagbesteding, waar hij kan gaan werken. Ik vind het best moeilijk dat hij straks afscheid moet gaan nemen van deze mooie plek. We moeten dus iets anders gaan vinden waar hij zich net zo op zijn plek voelt als hij nu doet. Een ‘werkplek’, maar wat zal een goede plek zijn? Het lijkt me dus goed om een keer mee te gaan kijken op de kinderboerderij om te zien hoe hij het hier doet. Of we moeten zoeken in deze richting of in combinatie met wat anders. Want is het werk op een boerderij (als dit de hele dag gebeurd) niet veel te zwaar voor dit kleine, iele mannetje met scoliose?

Vandaag is het dan zover. Ik ga met Sylvain een groepsgenootje en één van de begeleiders lopend vanuit het KDC naar de kinderboerderij. Sylvain is blij dat mama mee gaat. Ze heeft al gekeken bij de fysio, thee mee gedronken en nu lopen we samen door het park. In tegenstelling tot wat ik verwacht had, slaan we vanaf het KDC niet rechtsaf de lange laan op, maar steken we deze over en komen direct in het park. We lopen over kleine bospaadjes en Sylvain vertelt me enthousiast over de daslook, die hier groeit. Hij laat het me zien en ruiken. Een tijdje geleden thuis vertelde hij hier ook al over bij het zien van de plant. Dat een groepsgenootje van hem dit opeet en dat hij dit helemaal niet lekker vindt. Hij heeft het duidelijk dus ook een keer geproefd. Ik heb nog nooit gehoord van daslook, dus dacht dat het niet bestond en dat hij iets anders bedoelde. Niet dus. Het bestaat echt, groeit hier in overvloed en een groepsgenootje eet dit inderdaad steeds op. Leuk dat mijn zoon mij, zo vol enthousiasme, ‘zijn vertrouwde omgeving’ laat zien. We slaan een ander pad in en ineens herken ik de bloementuin. Hier wandelden we vroeger vaak met mijn ouders. Ik wist niet dat het zo dichtbij het KDC was. Voor ons was het vroeger een heel eind lopen.
 ‘Is het nog ver’, vraag ik al zuchtend aan mijn vader. Het is weer zondag en ik loop hier samen met mijn vader, moeder en zusje door het park. Mijn vader voorop, fototoestel in de aanslag. Wij sjokken er achteraan. Naarmate ik ouder word, vind ik het steeds minder leuk om zo’n eind te lopen. Papa wil naar de bloementuin. Daar kun je zulke mooie foto’s maken en wij moeten maar weer poseren. Mijn zusje loopt nog wel enthousiast achter mijn ouders aan. Zij is ook een stuk jonger dan ik. Vindt het nog niet zo erg om hier onze tijd te verdoen. Ik had liever wat anders gedaan. Even lekker gezellig chillen bij opa en oma. Ik vind de bloemen wel mooi om te zien, maar heb niet zoveel zin om dat hele stuk te lopen. En dan weer foto’s maken. Kost ook allemaal tijd’.
04        05        06
‘Gezellig hè mam’, haalt mijn zoon mij uit mijn gedachten. We lopen inmiddels de bloementuin uit, een lange, bredere laan op en kijken aan het einde op een heuvel. Sylvain loopt naast me en geniet van alles om zich heen. We horen de vogels enthousiast zingen en Sylvain vertelt, aangevuld door zijn begeleider, over een roofvogel die ze hier laatst hoorden, maar niet hebben gezien. Ook een specht horen ze hier regelmatig. Leuk om hier nu zo met mijn zoon rond te lopen. Hij voelt zich hier duidelijk thuis. Dit is het gebied waar hij dagelijks wandelt. Wij wandelen samen ook wel veel, maar niet hier.  Dat is echt al best lang geleden. En op dit stuk waar we ons nu begeven hebben we samen nog nooit gewandeld. Inmiddels komen we aan bij de heuvel, welke ik inmiddels ook herken. Hier heb ik een aantal jaren geleden, regelmatig gewandeld met de wandelclub, waar ik destijds bij zat. We deden hier regelmatig wandeltrainingen. De heuvel op en weer af, eromheen en er vervolgens weer op. Ook kwam ik hier vroeger met mijn ouders regelmatig.
Het is winter, het heeft flink gesneeuwd. Yes, het heeft genoeg gesneeuwd om met onze slee naar het park te gaan en papa en mama willen wel mee naar de grote heuvel, waar je zo heerlijk met je slee naar beneden kan roetsjen. Mijn zusje en ik kunnen niet wachten totdat we gaan. Onze mooie houten slee staat al klaar. In het park aangekomen, zien we dat we niet de enigen zijn met dit idee. Het is druk. Er lopen al veel kinderen met ouders richting de bult (zoals wij het noemen). We moeten eerst wel een stuk met de slee omhoog lopen naar de plek waar we lekker naar beneden kunnen roetsjen. We gaan wel samen met zijn tweeën op de slee, mijn zusje achterop en ik ervoor, maar we willen ook ieder alleen. We hebben maar één slee, dus dan moeten we om en om. Het lopen naar boven, vind ik minder leuk, maar als ik dan eenmaal aan de top sta en op de slee ga zitten, geniet ik van dat heel speciale gevoel wat je krijgt op het moment dat de slee eerst langzaam, maar dan steeds sneller naar beneden suist. Je moet wel goed oppassen, want her en der staan bomen. Je moet goed sturen zodat je niet recht op een boom afsleet. We kunnen zo (voor ons gevoel) uren doorgaan. Heerlijk. Koud krijg ik het niet echt, terwijl het toch echt best koud is, maar doordat we steeds opnieuw naar boven moeten lopen, blijf je warm. Voor papa en mama is het vast anders, maar dat besef ik me op dat moment nog niet.
10        11        12
Dit tafereel zie ik voor me op het moment dat ik samen met mijn zoon de heuvel oploop. De richting op, waar we met de slee naar boven liepen. Ik kijk naar beneden. Grotendeels ziet het er nog hetzelfde uit, maar er liggen ook veel bomen om. Omgewaaid door de harde wind. Het lijkt alsof er minder wordt ‘opgeruimd’ als vroeger. Terwijl ik naar beneden kijk, naar het veld met de gekke, scheve palen, zie ik een ander beeld voor me.
Mijn man en mijn oudste zoon zijn lekker aan het voetballen. Wat verderop staat mijn andere zoon, ook met een bal. Hij dreutelt wat op het veld, de bosjes in, de bal in zijn hand, maar wordt weer teruggeroepen door mijn man. Hij komt er aan en schopt even tegen de bal, die naar hem toe wordt gespeeld. Hij doet wel even mee, maar kan de aandacht er niet echt bij houden. Voetballen is ook nog niet zo gemakkelijk met die korte, kleine beentjes. Daarnaast is er zoveel om hem heen te zien. Bomen, takken, blaadjes, etc. Veel leuker dan steeds maar tegen de bal aantrappen. Terwijl vader en zijn grote broer aan het voetballen zijn, wordt zijn aandacht hier toch weer meer naar getrokken, met de bal in de hand loopt hij weer de bosjes in.
13         
15        14
Ik kijk naar mijn inmiddels ‘grote zoon’ naast me en moet glimlachen. Wat was hij toen nog klein, maar het rondstruinen in het park, op zoek naar stokken, blaadjes en wat al niet meer, doet hij nog steeds. Hij geniet van de natuur en alles om zich heen. Wat lijkt zijn leventje toch simpel, toch vraag ik me wel af, of dit ook werkelijk zo is. Weer denk ik: ‘Kon ik maar even in jouw hoofd kijken, wat gaat daar allemaal in om.’
Ondertussen zijn we de heuvel af. Lopen we bij het hertenkamp, dat er nog net zo uitziet als in mijn herinnering. We zien een grote roofvogel zitten in een boom en lopen verder naar de kinderboerderij.
07        08        09
Ook hier ben ik als kind veel geweest en ook later met de kinderen nog wel. Het ziet er inmiddels wel anders uit. Althans de ingang is anders. Ik zie dat mijn zoon zich hier op zijn plek voelt. Hij gaat mij voor en laat zien waar we langs moeten, waar hij zijn overal en werk jas aan trekt. Hij vraagt: ‘Mam, doe jij ook een overal aan?’ Hij zou graag zien, denk ik, dat ik ga meehelpen. Dit zie ik echter niet zo zitten. Ten eerste weet ik helemaal niet hoe ik poep moet scheppen en spreekt me dit ook niet echt aan, ik heb last van mijn tennisarm en knie, daarnaast heb ik hierna nog een afspraak met een belastingconsulent. Dan ruik ik vast niet zo fris meer. Het maakt mijn zoon gelukkig niet uit. Eenmaal omgekleed loopt hij de kinderboerderij op naar de plek waar hij de kruiwagen en andere spullen moet ophalen. Ondertussen de mensen die hier werken begroetend en hij stelt mij vol trots aan ze voor. Hij loopt naar de paardenstal en samen met zijn begeleider gaat hij hier hard aan het werk. Zijn groepsgenootje loopt er wat voor spek en bonen bij, die doet niet zo heel veel, maar mijn zoon doet echt goed zijn best. Ik moet wel even wennen aan de poeplucht in de paardenstal. Die is niet bepaald aangenaam. Mijn zoon lijkt er geen enkel probleem mee te hebben. Hij schept de kruiwagen vol. Brengt deze daarna naar de plek waar de mest gestort wordt (het rijden met de kruiwagen vindt hij wel zwaar) en gaat weer terug om verder te gaan met scheppen. Dit herhaalt zich totdat de stal helemaal leeg is. Hij vindt het leuk. Geniet ervan en vindt het vooral ook leuk om dit aan mij te laten zien. Ondertussen ook druk pratend met zijn begeleider en de andere mensen die langs komen. Hierna mag hij schoon stro halen en dit in het hok verspreiden. Hij wil hier graag nog even mee ‘spelen’. Lekker het stro rondschoppen. Als dit niet mag, zie ik weer de Sylvain hoe hij ook kan zijn. Boos, omdat hij niet zijn zin krijgt. Hij moet het overgebleven stro nog terug brengen. Doet dit … maar gooit steeds uit baldadigheid een klein beetje op de grond. Dit is ook Sylvain. Heel enthousiast met de dingen die hij doet, totdat het niet gaat zoals hij wil, dan slaat hij als een blad in de boom om. De begeleider besteedt er maar niet al teveel aandacht aan, waardoor hij langzaam weer tot zich zelf komt.
Hierna is het weer omkleden, nog even een glas ranja drinken en weer op naar het KDC. We lopen nu een andere route. Ook hier komen weer allerlei herinneringen boven uit mijn jeugd. Wat een leuke ochtend. Ik vind het prachtig om te zien hoe mijn zoon hier door het park loopt. De weg op zijn duimpje kent, me van alles laat zien en me nieuwe dingen leert. Daarnaast ook erg leuk om al die herinneringen weer de revue te laten passeren.
16        17        18
Goed om te zien hoe zelfstandig mijn zoon kan zijn op een plek waar hij werkt. Hij moet zeker iets gaan doen straks met dieren. De vraag is wel even wat precies. Poepscheppen is natuurlijk wel prima, maar nu was het een uurtje. Ik zie dat het ook best wel zwaar voor hem is. Vooral de volle kruiwagens verplaatsen. Dit kan hij niet een hele dag doen. We moeten ons maar rustig eens gaan oriënteren.