Teleurstelling; hoe ga je hiermee om?

DSC03984      DSC03985      DSC03987

Terug uit Berlijn, zijn daar ineens vier vacatures voor een diëtist. Eén had ik via via in Berlijn al ontvangen, de anderen kreeg of zag ik zondagavond. Voor één van de vacatures had ik nog maar weinig tijd, de termijn van reageren verliep de volgende dag.Die ochtend heb ik direct contact gezocht met degene die vermeld stond op de vacature. De vacature sprak me al aan, maar de diëtist die ik kreeg te spreken, maakte me alleen maar enthousiaster. De brief en mijn CV heb ik daarna direct gemaakt en wat me normaal gesproken niet lukt, lukte me nu wel. Dezelfde dag waren ze klaar en verstuurd en op vrijdag kreeg ik de uitnodiging voor een gesprek. Helemaal blij, ben ik me gaan verdiepen in het bedrijf, op zoek gegaan naar informatie over de mensen die er werken, heb ik me voorbereid op het gesprek en dinsdag was het dan zover. Door een stomme fout bij het intoetsen van de Tom Tom de vorige avond, ik had nr. 37 ingetoetst in plaats van 97, kwam ik er bij het wegrijden achter dat ik te laat was vertrokken terwijl ik dacht een kwartier speling te hebben. Naar 37 op hetzelfde adres was het 46 minuten rijden,  naar 97  1 uur en een minuut. Normaal zou ik in paniek raken, maar gek genoeg bleef ik rustig en ben die kant op gereden. Het zonnetje scheen me bemoedigend toe, de omstandigheden voelden goed en om precies 11.35 uur, de tijd van mijn afspraak, stapte ik het verpleeghuis binnen. Ik had nog rustig de tijd om in de hal te zitten wachten, want het liep een beetje uit. Gelukkig dat ik nog even kon wachten, nu kon ik de sfeer proeven van het ‘huis’. Het was druk in de hal. Rolstoelpatiënten reden af en aan, personeel verplaatste zich van de ene kant van het gebouw naar de andere kant of andersom. Heerlijk, om zo nog even te voelen aan de eventuele nieuwe werkplek. Het voelde goed, de zenuwen begonnen inmiddels wel wat parten te spelen, maar dat is een goed teken en uiteindelijk, ruim 20 minuten later was het mijn beurt. Ik was de laatste; uit zevenenveertig kandidaten hadden ze vijf uitgenodigd voor gesprek, waaronder mij dus. Het gesprek liep vlot, ik voelde me niet overvallen door de vragen die ik kreeg, kon overal op antwoorden, maar proefde op een gegeven moment toch twijfel. De reden leek mij het feit dat ik al een tijd niet meer als diëtist gewerkt had (wat overigens al in mijn CV te lezen was). Diezelfde dag zou ik antwoord krijgen, winkelen in Emmen zoals ik van te voren had bedacht, had ik nu geen rust voor. Thuis wist ik ook niet wat te doen. In de auto had ik allerlei redenen bedacht, waarom ze mij niet zouden nemen, maar er kwamen ook steeds meer redenen naar voren bij het terughalen van de vragen en de antwoorden die ik daarop had gegeven, dat ze juist wel voor mij zouden kiezen en dit kreeg toch wel de overhand. Het gevoel dat het nu eindelijk eens zou lukken, begon steeds groter te worden en heel even, toen om half 3 de telefoon ging, dacht ik dat nog steeds, maar helaas mijn droom viel al gauw in duigen. Er werden een paar zaken aangehaald, waarbij ik voor de derde keer te horen kreeg dat ik de pech heb dat er zulke goede kandidaten bij zaten, het feit dat ik al een tijd niet meer als diëtist heb gewerkt, speelde ook een belangrijke rol (waarom ze me dan toch hebben uitgenodigd voor een gesprek, vraag ik me achteraf wel af) maar de keuze is niet op mij gevallen.

De teleurstelling is groot, mijn gevoel van verslagenheid overheerst en ik weet even niet hoe ik hiermee om moet gaan. Ik kan nu een zak chips pakken of een reep chocolade om mijn frustratie weg te eten, dit speelt wel even door mijn hoofd. Ik kan de stad in gaan en een heleboel geld uitgeven als troost. Sporten was misschien ook een goede manier geweest om even alle frustratie kwijt te raken en alles op een rijtje te zetten, maar helaas speelt ook mijn knie me parten na het vele wandelen in Berlijn. Gelukkig heb ik nog een andere uitlaatklep. Ik hou van mooie dingen, zoals elke vrouw dat denk ik wel heeft. Ik ben niet zo’n vrouw die tientallen paren schoenen in de kast heeft liggen of de wereld aan tassen, al denkt mijn man hier waarschijnlijk anders over. Nee, ik heb een zwak voor mooie schriften, schrijfboekjes, pennen, papier met leuke motieven, etc.  en laat ik nou net al een hele tijd een idee in mijn hoofd hebben om te kijken of ik zelf van die leuke notitieblaadjes kan maken voor mijn agenda. Elk jaar koop ik een nieuwe organizervulling voor mijn agenda. Niet zo’n saaie vulling met alleen maar witte blaadjes, maar ik ben fan van de agendavulling van Marjolein Bastin. Elk jaar zitten hier ook leuke notitieblaadjes bij, maar in mijn ogen veel te weinig. Daar heb ik toch niet genoeg aan in een heel jaar. Je kunt wel apart notitieblaadjes kopen, maar ook alleen van die saaie witte of crèmekleurige, daar vind ik niets aan. Het zit dus al heel lang in mijn hoofd om zelf iets te maken, maar ik heb er nog niet de rust en tijd voor gevonden. Nu sta ik mezelf toe om hiermee aan de slag te gaan. Ik doe dit in Word’’, misschien niet het meest handige programma voor dit soort zaken, maar ik weet niet wat voor programma ik hier anders voor zou kunnen gebruiken.
Ik probeer daarom eerst een format te maken met de juiste maten, zodat ik hier later met behulp van foto’s, tekstvakken, etc, wat leuks in kan maken. Heerlijk, om zo creatief bezig te zijn. Daar kan ik me helemaal in verliezen en uiteindelijk lukt het om mijn eerste uitprobeersels uit te printen.
Dan komt het lastigste. Ik ben niet zo goed in logisch nadenken. Ik wil natuurlijk een voor- en achterkant. Als ik hier hetzelfde ontwerp voor neem en ik print het uit, dan komt de achterkant er op de kop uit. Hoe zorg ik er nu voor dat de achterkant precies andersom geprint wordt en ook nog precies op de zelfde plek als op de voorkant? Met veel puzzelen, vele misdrukken en vele uren (zeg maar twee dagen),  is het me gelukt. Maar wat schetst mijn verbazing? Op de voorkant krijg ik witte randen en op de achterkant print hij het zonder randen. Hoe kan dit? Ik heb van alles geprobeerd, maar het is me nog niet gelukt om hier achter te komen. Als iemand het weet, hoor ik het graag.

Het concept is af, nog lang niet zoals ik het eigenlijk hebben wil, maar ik heb een serie eigen leuke notitieblaadjes en een format wat ik kan gebruiken om nieuwe blaadjes in te maken. Ik ben nog lang niet tevreden, maar ik heb mijn doel bereikt. Ik heb de teleurstelling van me af kunnen laten glijden, zonder me te verliezen in buitensporig eten, wegkwijnen op de bank, koopziekte of what else. Vol frisse moed ga ik weer verder met solliciteren en het perfectioneren van mijn notitieblaadjes dat komt later wel een keer, als ik het weer nodig heb om mijn zinnen te verzetten …

Een paar daagjes weg, zonder onze jongste zoon.

DSC03768            DSC03701            DSC03788

Vier jaar geleden liepen Joop en ik voor het eerst in Berlijn, met Joops oudste broer. De stad heeft veel indruk op ons gemaakt, vooral omdat overal nog goed te zien is wat zich hier in en na de oorlog heeft afgespeeld. Toen al zeiden we tegen elkaar, dat dit voor Lesley erg leuk zou zijn om te zien. Lesley houdt van geschiedenis, oude gebouwen en steden. Het leek ons leuk om hier een keer met zijn drieën naar toe te gaan, zonder Sylvain. Even alle aandacht voor onze oudste.
Vorig jaar konden we niet op vakantie, omdat ik net voor de vakantieperiode een baan kreeg en niet weg mocht. In de herfstvakantie kon ik wel vrij krijgen en besloten we om naar Berlijn te gaan. Toch maar met zijn vieren, omdat het na alle drukte toch wel even lekker was om met zijn alle bij elkaar te zijn. Echter, vlak voor de herfstvakantie ging het helemaal niet goed met Sylvain op school. Hij was overprikkeld, moe, dwars, etc. Het was ons nog niet duidelijk wat er precies aan de hand was, maar een vakantie in een grote stad, leek ons op dat moment voor hem geen goed idee. We hebben Berlijn daarom maar even op de lange baan geschoven en gekozen voor de rust van Sauerland.

Inmiddels is de rust wat teruggekeerd. Na een hectisch jaar, lijkt alles nu op zijn pootjes te zijn terechtgekomen. Sylvain heeft zijn plekje gevonden en dat zorgt voor een hoop rust in zijn lijf, maar ook in dat van ons. Deze zomer zijn we wel met zijn vieren weg geweest en daarom hebben we er voor gekozen om in de herfstvakantie onze belofte aan Lesley waar te maken. We zijn met z’n drieën naar Berlijn gegaan. Sylvain mocht bij opa en oma logeren en de hond ging met hem mee.
Sylvain vindt het heel bijzonder dat hij samen met de hond gaat logeren bij opa en oma. Anders gaat alleen Pepper, als wij op vakantie gaan, of alleen Sylvain tijdens zijn maandelijkse logeerweekend. We hebben Sylvain al ruim van tevoren voorbereid dat hij naar opa en oma gaat en wij een paar dagen naar Berlijn. Hij vindt het prima, heeft zin om bij opa en oma te logeren, samen met Pepper. Toch klinkt er in zijn stem op een gegeven moment verontwaardiging door, als blijkt dat hij naar opa en oma gaat en wij naar Berlijn. Komt het omdat we gezegd hebben dat we op vakantie gaan? Met vakantie gaat hij toch altijd mee? Berlijn, zegt hem waarschijnlijk niets en hij heeft dit niet als vakantie bestempeld. Ik weet niet of dit het is, maar bij nader inzien zou dit wel de reden kunnen zijn, waarom hij er ineens meer moeite mee heeft. Hij zegt ineens: ‘Ik mag niet mee hè naar Berlijn, ik ga naar opa en oma met Pepper’. De intonatie is anders dan voorheen. Of is het mijn eigen gevoel? Voel ik me bezwaard dat we voor het eerst met zijn drieën gaan en Sylvain alleen achter laten? Joop en ik zijn samen wel eens vaker een weekend weg geweest, maar dan was Lesley samen met Sylvain bij opa en oma. Dit voelt toch anders.
Ik moet bekennen, ik heb er aan de ene kant best moeite mee, maar aan de andere kant kan ik me er stiekem heel erg op verheugen. Even onbezorgd een paar dagen weg. Lesley dát geven wat andere kinderen met ‘gewone’ broertjes of zusjes, altijd ervaren. Even niet bij alles nadenken, ogen en oren de hele dag gespitst hebben, in de gaten houden waar dat energievretende, goedlachse jongetje nu weer uithangt of wie hij nu weer aanspreekt. Er om denken dat hij op tijd naar de wc gaat, want zelf denkt hij er niet om, totdat hij direct moet en er geen wc in de buurt is … Allemaal zaken waar we nu even niet aan hoeven denken. En na alle strijd met de zalf, het ooglapje, etc. ben ik wel even toe aan wat rust in mijn hoofd.

DSC03725             DSC03732             DSC03813

DSC03743             DSC03762             DSC03901

Sylvain brengen we de dag voor ons vertrek, samen met Pepper bij opa en oma. Hij heeft er zin in. Zegt ons gedag en gaat lekker slapen. Ik voel me nog heel even bezwaard, maar de volgende dag is dit gevoel helemaal weg. We gaan  lekker genieten van een paar dagen onbezorgd vakantie vieren met zijn drieën. Ook Lesley heeft er heel veel zin in. Leuk om Berlijn te bezoeken en even alleen met papa en mama …
Rond half 3 komen we de eerste dag in Berlijn aan bij ons hotel. Als we de spullen hebben weggebracht, een plek voor de auto hebben gevonden en een milieusticker hebben zien te bemachtigen, kan onze stedentrip echt beginnen. We kiezen ervoor om de eerste dag alleen te winkelen. De bekendste winkelstraat van Berlijn is vlak bij ons hotel, dus we kunnen er lopend heen. We genieten van het mooie weer, de rust om ons heen (in een drukke stad), kijken onze ogen uit gezien de vele chique modewinkels en struinen rustig rond van winkel tot winkel en bezichtigen tussendoor ook nog de Gedankkirche. Inmiddels begint het al donker te worden. Erg leuk zo met het lekkere weer in het donker en de mooie verlichting. We genieten volop en zitten pas rond een uur of negen aan ons avondmaal.
De twee hierop volgende dagen gaan we vele bezienswaardigheden bij langs, Potzdamer Plätz (waar Lesley voor het eerst een stuk van de muur ziet) met het Sonycenter, de jüdische gedenkstätte, de Brandenburger Tor, Siegelsäule, Reichtag, Unter den Linden, Friedrichstraße, Checkpoint Charlie en we eindigen de eerste dag met eten vlak voor de Brandenburger Tor, waar een geweldige lichtshow blijkt te zijn. Gezien we hier niet met de metro kunnen, moeten we teruglopen naar de Potzdamer Plätz, waar ook een mooie lichtshow blijkt te zijn. Het is al laat als we uiteindelijk in ons hotel terugkomen, maar het maakt niks uit. Het kan.
Joop, die twee weken geleden met zijn knie op een traptrede is gevallen, merkt nu dat hij hier toch nog veel last van heeft. De tweede dag bezichtigen we nog een hoop, maar nemen nu toch meer de metro, we bekijken het langste stuk muur wat nog bewaard is gebleven en nu is veranderd in een openlucht galerie (East side gallery), komen bij de Gendarmenmarkt met de bijna identieke Duitse dom en Franse dom en daartussen het concerthuis. We gaan naar Alexanderplatz, waar we de Fernsehturm bezoeken, nog even winkelen en ook de Berliner Dom bekijken, zowel bij dag als bij avond, want ook hier bevindt zich een lichtshow. Er is deze dagen het jaarlijkse Festival of lights. Wij wisten dit niet, maar het is een mooi cadeautje.
We genieten volop en benutten onze dagen van vroeg tot laat. Even geen rekening houden met de tijd. We zien wel hoe de dag loopt en waar we wanneer aan toe zijn. Regelmatig denken we aan Sylvain, de lichtshows had hij prachtig gevonden, maar ook opmerkingen als ‘toch wel lekker dat we nu even niet in de gaten hoeven houden waar een wc is’, ‘dit had Sylvain niet vol kunnen houden’, ‘dit zijn allemaal veel te veel prikkels voor Sylvain’, etc. passeren de revue tijdens deze dagen. Hij is steeds in onze gedachten, maar we genieten nu toch even van zijn afwezigheid.
De laatste dag, rijden we op de terugweg nog langs het Olympisch stadion van Berlijn. Ook hier ligt een groot stuk geschiedenis. Daarna zit het erop en rijden we richting opa en oma. We willen Sylvain graag weer zien, zijn er wel weer aan toe.

DSC03945                          DSC03965                          DSC03971

Berlijn is zeker de moeite waard en ik heb er geen spijt van dat we dit met ons drieën hebben gedaan. Voor Sylvain waren het veel te veel prikkels geweest en door hem mee te nemen, krijgen wij ook teveel prikkels. Nu zijn we lichamelijk vermoeid, maar geestelijk uitgerust. We hebben er goed aan gedaan en aan dit gevoel heeft de opmerking van Sylvain bij thuiskomst -waarbij hij ons toch nog even liet weten, dat het hem niet helemaal zinde dat hij niet mee mocht- niets veranderd.

DSC03947

 

Niet de strijd aan …

DSC03429        sylvain nog blij        ‘Sylvain niet blij meer

Niet de strijd aan …’, roept hij hard op het moment dat hij mij met de oogzalf aan ziet komen. Ik zucht. Dat is nu precies wat ik ook niet wil, maar hij is degene die de strijd aan gaat. Hoe maak ik hem dat toch duidelijk? Sommige vrij simpele handelingen, die als er even meegewerkt wordt, zo gepiept zijn, zijn bij hem zo moeilijk. Ik voel dat mijn lijf ook al weer reageert. Ik word gespannen en voel weer ergernis opkomen. Ik probeer rustig te blijven en dit lukt ook wel een tijdje, maar uiteindelijk verlies ik toch weer mijn geduld.

Dat sommige handelingen bij een kind met een beperking zo moeilijk verlopen, is voor mensen die er niet mee te maken hebben, bijna niet voor te stellen. Ik denk ook niet dat het bij elk kind zo is, maar bij Sylvain wel.
Al toen hij nog een kleine baby was en hij in verband met pseudokroep regelmatig aan de Ventolin was, wat met behulp van een ‘grote toeter’ op zijn gezicht moest worden toegediend, kwam je al bijna handen tekort als je dit wilde toedienen. En toen was hij nog zo klein en had weinig kracht.
Ik kan me de keer nog herinneren dat mijn moeder zijn nagels wilde knippen, toen hij bij hen logeerde. Ze kreeg het niet voor elkaar en vroeg zich af hoe wij dat toch deden. Nou, over het algemeen met veel strijd dus. Om zijn nagels te kunnen knippen, moet je zijn arm  van de hand waarvan je de nagels wilt knippen, klemmen onder je eigen arm. De vinger waarvan de nagel geknipt moet worden, klemt tussen duim en wijsvinger en dit gaat niet altijd zonder kracht. Meneer probeert namelijk met al zijn kracht zijn hand uit mijn greep te verlossen. Hij zegt dat het pijn doet als ik hem knip. Hij begrijpt niet dat het knippen van de nagels geen pijn doet, maar het stijf klemmen van zijn vinger tussen mijn duim en wijsvinger. Dat kunnen we hem niet duidelijk maken.
Ook het knippen van zijn haren verloopt moeizaam. Met afleiding van de televisie kom je een heel eind, maar dat neemt niet weg dat Joop (die zijn haren knipt) geleidelijk aan steeds moedelozer en prikkelbaarder wordt.

Een week geleden zat ik met Sylvain bij de huisarts. Hij heeft al vier weken last van een rare witte bult bovenop zijn ooglid. Deze leek vorige week wat af te zakken, maar is nu in alle hevigheid terug. Inmiddels zie ik ook onder zijn ooglid een bobbeltje ontstaan, dus besluit ik toch maar een afspraak te maken. Sylvain laat ons niet echt toe om naar zijn oog te kijken.
Ook de huisarts heeft moeite om goed te kijken wat er aan de hand is, dit keer ligt Sylvain niet stil op de behandeltafel. Ze weet echter al snel wat het is, dit geeft mij het gevoel dat het niks bijzonders is.
Het is een chalazion (verstopte afvoergang van een talgkliertje, het talg hoopt zich op, waardoor een zwelling ontstaat). Aangezien het er nog niet zo lang zit, kan het waarschijnlijk nog wel met oogzalf verholpen worden. Daarnaast moeten we minstens 2x per dag een rond, dun watje natmaken met warm water en deze vijftien minuten op het oog leggen. Mocht het bultje na tien dagen nog niet zijn verdwenen, dan moeten we terugkomen en zal het waarschijnlijk verwijderd moeten worden met een mesje (weggeschrapt). Hierbij zegt ze nog dat dat waarschijnlijk niet gemakkelijk zal worden bij Sylvain. Ik denk bij mezelf: ‘Niet gemakkelijk? Zonder dat hij weggemaakt wordt, onmogelijk’. Maar ik zeg alleen maar ‘Dat weet ik wel zeker’ en denk : ’Hopelijk gaat het lukken met de oogzalf’. We gaan direct door naar de apotheek en hier kom ik erachter dat de oogzalf niet op het oog gesmeerd moet worden, maar in zijn oog. Het onderste ooglid moet naar beneden getrokken worden en dan moet er een zalfstrengetje van ongeveer een centimeter  in het gootje worden gestopt. De moed zakt me al in de schoenen. Hoe gaan we dit in vredesnaam voor elkaar krijgen?

Het rustig op de bank zitten met een warme wat op het oog een kwartier lang, is al niet haalbaar. De losse wat blijft natuurlijk niet liggen. We proberen hem vast te plakken met pleisters, maar dit blijft ook niet zitten. Er zit dus niks anders op om het met verband vast te binden om zijn hoofd en we zeggen dat hij nu een echte piraat is. Even is dit leuk, maar een kwartier is toch wel lang. Helemaal als je kind een kwartier lang vraagt of de tijd al om is. Al snel is de lol van piraat zijn eraf en is het een hele toer om de wat met het verband erom op zijn oog te krijgen.
En dan moet de zalf nog, drie keer per dag. In eerste instantie lukt het nog wel. Het prikt niet zegt hij, dus dat valt al weer mee. Wel roept hij, nadat ik de zalf in zijn oog heb gestopt: ‘Ik zie niets, het is mistig’. Dat klopt. Dat staat ook in de bijsluiter. Na een paar dagen is hij het zat en begint zich wild te verzetten tegen het toedienen van de zalf, wat er toe leidt dat ik per ongeluk met het puntje van de tube zijn oog raak. Nu is het helemaal mis. Ik mag de zalf niet meer toedienen, Joop gelukkig nog wel en tussen de middag doen ze het op het KDC en daar gaat het zonder problemen. Het duurt niet lang of ook Joop en Sylvain krijgen strijd met het toedienen en als Joop er niet is, zal ik het toch echt moeten doen.

We zijn nu een week verder. De zalf moet tenminste tien dagen tot maximaal veertien dagen worden toegediend. Gisteren hebben we er een half uur over gedaan om er een beetje zalf in te krijgen. Joop heeft sneller dan ik zoiets van: ‘Dan maar niet, dan maar naar de oogarts om het met een mesje te laten verwijderen’. Aan de ene kant denk ik dat ook wel, want dit is ook niks en nog gevaarlijk ook. Je wilt niet weten hoe zo’n gevecht het is en wat voor gevoelens dit naar boven brengt. Ik probeer rustig te blijven, maar als je hand met zalf continue weggeslagen wordt, zijn hoofd alle kanten opdraait en hij vervolgens als je hem dan eindelijk een beetje stil hebt liggen, zijn oog dichtknijpt, dan raakt het geduld wel op. En de onmacht die je dan voelt, waarom lukt het me niet om het voor elkaar te krijgen? Om nog maar niet te spreken over de boosheid die van binnenuit naar boven borrelt … Ik vraag me af of we de tien dagen gaan volmaken.

Vanochtend heb ik de wat met het ooglapje nog aangebracht. Aan de zalf ben ik niet meer begonnen. Die heb ik in zijn tas gedaan en gevraagd of ze het ook in de ochtend op het KDC willen toedienen. Tot nu toe gaat het daar nog goed. Het voelt eigenlijk als falen. Dat ik als moeder het niet voor elkaar krijg, maar van de andere kant ook wel heel erg fijn dat ze het op het KDC geen enkel probleem vinden om dit van ons over te nemen … Alleen vanavond zal ik het toch zelf moeten doen.