Het valt niet altijd mee, als je geen vaste baan hebt.

dsc06207        Picture 010        dsc04112

Het is 15 minuten later dan de bedoeling is, dat ik naar buiten stap, als ik zie dat de auto’s bedekt zijn met een klein laagje ijs. Ook nog krabben, dat wordt dus echt niet meer op tijd op mijn werk op deze laatste werkdag in 2016. Ik had het al ingecalculeerd. Op de één of andere manier lukt het me niet om op te schieten in de ochtend. Ik sta al vroeg op. Heb echt 1 ½ uur nodig om wakker te worden, brood te smeren, rustig te ontbijten en me daarna klaarmaken om naar het werk te gaan. Eenmaal de auto ontdaan van het dunne laagje ijs, stap ik 23 minuten later dan gepland in de auto en rijdt richting Emmen. Op de snelweg valt me op dat de lucht niet meer zwart is, maar van donkerblauw al langzaam aan overgaat in lichtblauw. Je kunt al zien dat we de kortste dag hebben gehad. Geleidelijk aan worden de dagen weer langer of ga ik nu te snel en komt dit alleen maar omdat ik later van huis ben vertrokken? Aan de horizon kleurt een mooie rand van donker oranje naar licht oranje gloed van de opkomende zon. Wat een mooi gezicht is dit toch. Dit schouwspel bewonder ik sinds eind augustus elke ochtend en een periode ook in de avond tijdens mijn één uur durende rit heen en terug naar en van mijn werk. Daar kan ik echt van genieten. Terwijl ik nu naar het werk rijdt dwalen mijn gedachten terug naar het afgelopen jaar. Wat een gek jaar is het geweest.

Begin van het jaar had ik veel moeite met het feit dat ik weer thuis zat nadat ik, na drie jaar niet meer als diëtist te hebben gewerkt, negen maanden weer volop heb gewerkt in het vak waar ik voor opgeleid ben en merkte dat dit toch echt is wat ik wil; weer terug in mijn vak. In eerste instantie had ik verwacht in januari wel weer aan het werk te kunnen, vervolgens had ik de deadline op 1 april gezet, maar ook dat is niet gelukt. Toch nog een aantal uren in het revalidatiecentrum terugkeren bleek ook al snel van de baan, de uren waren wegbezuinigd. Mijn registratie in het kwaliteitsregister had ik inmiddels wel veilig gesteld, maar het lukte maar niet om werk te vinden. Begin mei had ik echt een enorme dip, na een afwijzing op een sollicitatiebrief; niet eens uitgenodigd voor gesprek in het ziekenhuis waar ik al eerder gewerkt heb. Ik wist even niet meer wat ik nu nog moest doen om werk te vinden. Hierna kwamen er ineens een heleboel vacatures, weliswaar veelal vervangingen van zwangerschapsverlof, maar ik werd in elk geval uitgenodigd voor een gesprek en bij één ook aangenomen. Een ander gesprek ging ik zelf al met te veel twijfel in, het verlof zou namelijk gelijktijdig zijn met het andere verlof en inhouden dat ik op twee verschillende werkplekken tegelijk zou beginnen, op plekken waar ik al jaren geen ervaring meer mee had. Samen zou het een fulltime baan zijn. Zou ik dat wel kunnen bolwerken? Eén van beide werkplekken was daarnaast ook niet naast de deur en thuis heb ik een kind die de nodige zorg en aandacht van mij nodig heeft. Dit heeft hen doen besluiten toch maar niet met mij in zee te gaan en ik denk dat dat een goede beslissing is geweest. Ik kon nu, drie weken eerder dan gepland, rustig aan beginnen in het verpleeghuis, een sector waar ik al 17 jaar niet meer actief ben geweest. Er is veel veranderd in die tijd, dus ik heb wel even nodig gehad, voordat ik alles onder de knie had. Maar het beviel me prima en ik werd met open armen ontvangen. Fijn, als je direct opgenomen wordt in een groep.
Onze zomervakantie was al gepland, doordat ik nog niet echt vakantiedagen had opgebouwd, kon ik niet langer weg dan de twee weken die we daadwerkelijk weg zouden gaan. Op de maandag voordat we die vrijdag op vakantie zouden vertrekken, had ik nog een sollicitatiegesprek in verband met vervanging van zwangerschapsverlof en mogelijk ook al per direct ziekteverlof, in een soortgelijk verpleeghuis als waar ik nu ook al werkte.
Het gesprek verliep naar mijn idee niet geheel vlekkeloos van mijn kant en gezien ik tijdens het gesprek te horen kreeg dat nog niet geheel duidelijk was of de diëtist nog wel terug zou komen voor haar zwangerschapsverlof, had ik toch wel wat twijfels. Hoe ga ik 20 uur met 24 uur combineren terwijl ook de afstand naar deze werkgever toch wel ver is? In de auto terug had ik de tijd om het hele gesprek voor mezelf op een rijtje te zetten en tot de conclusie te komen, dat ze toch niet voor mij zouden kiezen, gezien het verloop van het gesprek. Ik baalde wel, maar aan het eind van de rit was ik er eigenlijk wel over uit dat het misschien ook maar beter is zo. Stel dat ik wel die 24 uur er direct bij zou krijgen. Dat is toch niet te combineren. Er viel nog wel wat te schuiven, maar om dit drie maanden vol te houden …
Mijn verbazing was dan ook groot, toen ik aan het eind van de middag werd gebeld met de mededeling dat ik aangenomen was voor deze baan. Ook zij hadden nog wel wat zorgen over de uren, hoe dit zou moeten als de diëtist niet terug zou komen, maar de andere diëtist zou eventueel tijdelijk nog wel wat meer kunnen werken, dus dan moesten we er wel uit kunnen komen. Ik was perplex en moest ineens toch weer omschakelen in mijn hoofd, hier had ik niet op gerekend. Er moest ineens nog van alles geregeld worden, want de bedoeling was dat ik direct na mijn vakantie daar dan ook aan de slag zou gaan. Alles rondom het contract, de nodige papieren etc., moesten nog voor mijn vakantie ingevuld worden, toegezonden, etc. en dit naast de gebruikelijke stress die er bij de voorbereiding van de vakantie toch vaak komt kijken.
Het is raar om op vakantie te gaan en niet te weten hoeveel uren je na je vakantie zult gaan werken, hoe het zal gaan met het inwerken, etc., maar inmiddels was ik wel heel blij dat ik hier aangenomen was. Het wordt even druk de aankomende drie maanden, maar daarna heb ik tenminste nog voor vier maanden werk. Weer besef ik dat ik het de eerste 20 jaren van mijn werkbare leven, maar gemakkelijk heb gehad. Vanaf mijn afstuderen altijd aan het werk geweest, ook al had ik in eerste instantie geen vast contract en geen vaste uren, ik heb nooit langer dan een maand thuis gezeten. Nu is dat toch heel anders, het ene moment maanden geen werk, daarna weer maanden dubbel werk. Maar wat heerlijk om weer aan het werk te zijn.
De laatste jaren van mijn werk in de eerste lijn, werkte ik min of meer op de automatische piloot. Het werk was grotendeels voorspelbaar, omdat ik het al zoveel jaren deed. Ook vorig jaar toen ik weer begon met werken in de eerste lijn, kon ik alles vrij snel weer oppakken. Ik had niet meer mijn eigen cliënten en moest dus iedere cliënt leren kennen, maar het werk was nog in grote lijnen hetzelfde. Vanaf het moment dat ik in het revalidatiecentrum terecht kwam en ook nu in de verpleeghuiszorg is dit toch anders. Ik kom veel nieuwe dingen tegen, nieuwe uitdagingen, lang niet van alles ben ik goed op de hoogte, maar met mijn ervaring en daarnaast fijne collega’s om me heen, direct of op afstand (collega’s in ziekenhuizen die ik niet persoonlijk ken, maar die ik altijd kan bellen) red ik me hier prima mee. Het kost echter wel veel meer tijd en energie om me alles weer eigen te maken, maar dat is nu juist óók wel weer de uitdaging.
Ondertussen bereik ik mijn bestemming, het is bijna licht. Ik loop naar mijn kamer en zet de computer aan. Benieuwd wat de dag me brengt, welke aanvragen en mailtjes zijn er binnen gekomen waar ik vandaag mee aan de slag kan gaan? Ik weet bij aankomst nog niet wat er die dag allemaal op mijn programma staat.

Het is donker als ik naar buiten loop en ik zie dat er een mistlaag hangt. Het is weer later dan mijn bedoeling was om richting huis te gaan, er is altijd meer werk dan er in een werkdag past, maar ik heb in elk geval de zaken geregeld die geregeld moesten worden, leuke gesprekken gevoerd met patiënten en collega’s en dat geeft voldoening. Ik rijd rustig richting huis, het zicht is beperkt, ik heb het gevoel dat ik in een wazige tunnel rijdt. Niks geen mooie luchten vanavond, maar daar is het ook al te laat voor, ook als er geen mist zou zijn zou ik die niet meer zien.
Ik kijk uit naar de jaarwisseling. Weer een jaar voorbij, een bewogen jaar, wat zal 2017 mij op werkgebied brengen? Eindelijk eens kans op meer vastigheid in mijn werk?

 

Niet de strijd aan …

DSC03429        sylvain nog blij        ‘Sylvain niet blij meer

Niet de strijd aan …’, roept hij hard op het moment dat hij mij met de oogzalf aan ziet komen. Ik zucht. Dat is nu precies wat ik ook niet wil, maar hij is degene die de strijd aan gaat. Hoe maak ik hem dat toch duidelijk? Sommige vrij simpele handelingen, die als er even meegewerkt wordt, zo gepiept zijn, zijn bij hem zo moeilijk. Ik voel dat mijn lijf ook al weer reageert. Ik word gespannen en voel weer ergernis opkomen. Ik probeer rustig te blijven en dit lukt ook wel een tijdje, maar uiteindelijk verlies ik toch weer mijn geduld.

Dat sommige handelingen bij een kind met een beperking zo moeilijk verlopen, is voor mensen die er niet mee te maken hebben, bijna niet voor te stellen. Ik denk ook niet dat het bij elk kind zo is, maar bij Sylvain wel.
Al toen hij nog een kleine baby was en hij in verband met pseudokroep regelmatig aan de Ventolin was, wat met behulp van een ‘grote toeter’ op zijn gezicht moest worden toegediend, kwam je al bijna handen tekort als je dit wilde toedienen. En toen was hij nog zo klein en had weinig kracht.
Ik kan me de keer nog herinneren dat mijn moeder zijn nagels wilde knippen, toen hij bij hen logeerde. Ze kreeg het niet voor elkaar en vroeg zich af hoe wij dat toch deden. Nou, over het algemeen met veel strijd dus. Om zijn nagels te kunnen knippen, moet je zijn arm  van de hand waarvan je de nagels wilt knippen, klemmen onder je eigen arm. De vinger waarvan de nagel geknipt moet worden, klemt tussen duim en wijsvinger en dit gaat niet altijd zonder kracht. Meneer probeert namelijk met al zijn kracht zijn hand uit mijn greep te verlossen. Hij zegt dat het pijn doet als ik hem knip. Hij begrijpt niet dat het knippen van de nagels geen pijn doet, maar het stijf klemmen van zijn vinger tussen mijn duim en wijsvinger. Dat kunnen we hem niet duidelijk maken.
Ook het knippen van zijn haren verloopt moeizaam. Met afleiding van de televisie kom je een heel eind, maar dat neemt niet weg dat Joop (die zijn haren knipt) geleidelijk aan steeds moedelozer en prikkelbaarder wordt.

Een week geleden zat ik met Sylvain bij de huisarts. Hij heeft al vier weken last van een rare witte bult bovenop zijn ooglid. Deze leek vorige week wat af te zakken, maar is nu in alle hevigheid terug. Inmiddels zie ik ook onder zijn ooglid een bobbeltje ontstaan, dus besluit ik toch maar een afspraak te maken. Sylvain laat ons niet echt toe om naar zijn oog te kijken.
Ook de huisarts heeft moeite om goed te kijken wat er aan de hand is, dit keer ligt Sylvain niet stil op de behandeltafel. Ze weet echter al snel wat het is, dit geeft mij het gevoel dat het niks bijzonders is.
Het is een chalazion (verstopte afvoergang van een talgkliertje, het talg hoopt zich op, waardoor een zwelling ontstaat). Aangezien het er nog niet zo lang zit, kan het waarschijnlijk nog wel met oogzalf verholpen worden. Daarnaast moeten we minstens 2x per dag een rond, dun watje natmaken met warm water en deze vijftien minuten op het oog leggen. Mocht het bultje na tien dagen nog niet zijn verdwenen, dan moeten we terugkomen en zal het waarschijnlijk verwijderd moeten worden met een mesje (weggeschrapt). Hierbij zegt ze nog dat dat waarschijnlijk niet gemakkelijk zal worden bij Sylvain. Ik denk bij mezelf: ‘Niet gemakkelijk? Zonder dat hij weggemaakt wordt, onmogelijk’. Maar ik zeg alleen maar ‘Dat weet ik wel zeker’ en denk : ’Hopelijk gaat het lukken met de oogzalf’. We gaan direct door naar de apotheek en hier kom ik erachter dat de oogzalf niet op het oog gesmeerd moet worden, maar in zijn oog. Het onderste ooglid moet naar beneden getrokken worden en dan moet er een zalfstrengetje van ongeveer een centimeter  in het gootje worden gestopt. De moed zakt me al in de schoenen. Hoe gaan we dit in vredesnaam voor elkaar krijgen?

Het rustig op de bank zitten met een warme wat op het oog een kwartier lang, is al niet haalbaar. De losse wat blijft natuurlijk niet liggen. We proberen hem vast te plakken met pleisters, maar dit blijft ook niet zitten. Er zit dus niks anders op om het met verband vast te binden om zijn hoofd en we zeggen dat hij nu een echte piraat is. Even is dit leuk, maar een kwartier is toch wel lang. Helemaal als je kind een kwartier lang vraagt of de tijd al om is. Al snel is de lol van piraat zijn eraf en is het een hele toer om de wat met het verband erom op zijn oog te krijgen.
En dan moet de zalf nog, drie keer per dag. In eerste instantie lukt het nog wel. Het prikt niet zegt hij, dus dat valt al weer mee. Wel roept hij, nadat ik de zalf in zijn oog heb gestopt: ‘Ik zie niets, het is mistig’. Dat klopt. Dat staat ook in de bijsluiter. Na een paar dagen is hij het zat en begint zich wild te verzetten tegen het toedienen van de zalf, wat er toe leidt dat ik per ongeluk met het puntje van de tube zijn oog raak. Nu is het helemaal mis. Ik mag de zalf niet meer toedienen, Joop gelukkig nog wel en tussen de middag doen ze het op het KDC en daar gaat het zonder problemen. Het duurt niet lang of ook Joop en Sylvain krijgen strijd met het toedienen en als Joop er niet is, zal ik het toch echt moeten doen.

We zijn nu een week verder. De zalf moet tenminste tien dagen tot maximaal veertien dagen worden toegediend. Gisteren hebben we er een half uur over gedaan om er een beetje zalf in te krijgen. Joop heeft sneller dan ik zoiets van: ‘Dan maar niet, dan maar naar de oogarts om het met een mesje te laten verwijderen’. Aan de ene kant denk ik dat ook wel, want dit is ook niks en nog gevaarlijk ook. Je wilt niet weten hoe zo’n gevecht het is en wat voor gevoelens dit naar boven brengt. Ik probeer rustig te blijven, maar als je hand met zalf continue weggeslagen wordt, zijn hoofd alle kanten opdraait en hij vervolgens als je hem dan eindelijk een beetje stil hebt liggen, zijn oog dichtknijpt, dan raakt het geduld wel op. En de onmacht die je dan voelt, waarom lukt het me niet om het voor elkaar te krijgen? Om nog maar niet te spreken over de boosheid die van binnenuit naar boven borrelt … Ik vraag me af of we de tien dagen gaan volmaken.

Vanochtend heb ik de wat met het ooglapje nog aangebracht. Aan de zalf ben ik niet meer begonnen. Die heb ik in zijn tas gedaan en gevraagd of ze het ook in de ochtend op het KDC willen toedienen. Tot nu toe gaat het daar nog goed. Het voelt eigenlijk als falen. Dat ik als moeder het niet voor elkaar krijg, maar van de andere kant ook wel heel erg fijn dat ze het op het KDC geen enkel probleem vinden om dit van ons over te nemen … Alleen vanavond zal ik het toch zelf moeten doen.