Vakantiegevoel

Het is vrijdagochtend nog vrij vroeg, maar je voelt al dat er een heerlijke, warme dag aan zit te komen. Zoals gewoonlijk loop ik nog eventjes door de tuin, de vogeltjes schieten weg in de bomen en heg, en kijk nog even naar de bloemen, de opkomende sla, de aankomende aardbeien en frambozen en geniet van het uitzicht over het veld achter onze tuin, welke nu vol aardappelplanten staat. Nog één werkdag en dan is het weekend en het beloofd een (erg) warm weekend te worden. Heerlijk!
Als ik in de auto stap, zonder jas en onderweg de zon al flink zijn best zie doen, de bermen met bermgras en daarin ook vele, mooi felrood gekleurde klaprozen, krijg ik een blij gevoel. Het lijkt wel alsof ik op weg naar vakantie ben. Ik geniet van het mooie uitzicht in de auto, rij relaxed op de cruise control, geen haast, gewoon lekker genieten en in gedachten ga ik terug naar de afgelopen vakanties.

We hebben al veel mooie reizen mogen maken en vaak ook met de auto. Hoe ver de reis ook is, de vakantie begint al in de auto. Lekker genieten van alles wat je onderweg ziet, hoe klein ook. Zo nu en dan verkeerd rijden, hoort er bij ons ook bij. Geen probleem. We komen uiteindelijk wel weer op de goede weg. Onderweg ook stoppen om even bij te tanken, wat eten en drinken en gezellig kletsen. We hebben gereisd met verschillende gezelschappen, alleen ons eigen gezin, samen met het gezin van mijn oom en tante, of met nog meer familie. Het is altijd een gezellige boel. Zodra het landschap begint te veranderen, bijvoorbeeld meer heuvelachtig of juist tussen de duinen, grotere vergezichten of wat ook, neemt het vakantiegevoel alleen maar toe. Heerlijk vind ik het om over de weg te rijden, steeds verder van huis en dichter bij onze eindbestemming. Soms rijden we in 1 dag, soms in 2 dagen, we hebben ook vakanties gehad waarbij we op verschillende plekken verbleven en we in eerst instantie steeds iets verder wegreden, om vervolgens weer richting huis te gaan met nog wat tussenstops. Meestal rijden we in onze eigen auto, maar ook hebben we wel eens een auto gehuurd, als we met het vliegtuig op reis gingen. Dat was vaak eerst even wennen, maar soms ook erg fijn en heeft er zelfs toe geleid dat we nu ook in een automaat rijden.
Terwijl ik richting werk rijd, passeren er heel wat weggetjes waar we ooit langs zijn gereden, de revue. Mooie landweggetjes tussen enorme zonnebloemvelden, een heel smal weggetje, waar we helemaal niet in moesten, maar we door de Tom Tom heen waren gestuurd. Hier konden we niet meer keren, dus moesten we in de achteruit terug, totdat er een garage was, waar we door steeds maar weer heen en weer te rijden, uiteindelijk de draai konden maken.
Wegen met geweldige uitzichten op bergen en dalen. Verlaten weggetjes waar de schapen ‘los’ rondliepen en je ellenlang door kon rijden zonder iemand anders tegen te komen. Die keer dat we achter een tractor reden met hooibalen, waar we een beetje bij twijfelden of ze wel echt stevig lagen op de aanhanger. Er flitst van alles door mijn hoofd.
De boeren zijn ook hier druk bezig met dit weer. Ik rijd nu ook weer langs het open veld, velden met koeien, velden waar wordt gehooid. Ik geniet van het uitzicht en bedenk me dat ik toch ook wel heel blij ben dat ik nu, nadat ik al die jaren met name onderweg heb genoten van het uitzicht en het vrije gevoel, vanavond weer thuiskom in een huis met een grote tuin en datzelfde vrije gevoel door het mooie uitzicht zowel voor als achter.
Na een uur rijden kom ik aan op mijn werkplek voor de ochtend. Het is verder rijden dan de werkplek waar ik meestal ben en ook in de middag weer naartoe rijdt. Het is een bijzondere werkplek met een specifieke doelgroep, ik vind het iedere keer weer leuk om hier te komen. Qua reisafstand is het eigenlijk niet het meest logisch dat ik naar deze locatie ga, maar het is zo gegroeid en ik wil er nog geen afstand van doen. Als ik hier klaar ben rij ik terug naar mijn andere werkplek. Heerlijk om ook tussendoor even een stukje te mogen rijden en na nog een paar uur werken, kruip ik opnieuw achter het stuur en geniet weer van de rit in de zon en het vakantiegevoel, wat ik ondanks dat ik tussendoor heb gewerkt, nog steeds heb. Het is weekend!

Thuis aangekomen, kan ik nog lekker buiten zitten, buiten eten en even relaxen. Morgen is het feest en het beloofd ook lekker warm te worden. We hebben in de tuin wel schaduwplekken, maar niet een plek waar we met meer mensen tegelijk samen in de schaduw kunnen zitten. De bedoeling is nog dat we ergens in de tuin een overkapping gaan maken, maar gezien we hier nog niet zo lang wonen, weten we nog niet zo goed waar we deze willen plaatsen. We besluiten daarom voor nu een partytent te kopen, deze kunnen we op verschillende plekken in de tuin neerzetten om te kijken waar we qua zon/schaduw/wind etc. het beste een overkapping kunnen realiseren.
De partytent heeft ons een mooi, beschut plekje gegeven met een grotere groep mensen, gezellig en heerlijk ontspannen. Maar ik kan er nu ook heerlijk zitten typen, muziekje op de achtergrond, was aan de lijn en een lekker, warm windje. Genieten! Van mij mag het voorlopig wel zo blijven. Kom jij ook al helemaal in vakantiestemming?

Heerlijk winters weer

Als ik nog wat slaapdronken naar beneden loop, voel ik een lichte loopneus en druk op mijn hoofd. Het zal toch niet … Na een onrustige, drukke week, waarin ik niet aldoor genoeg en/of goed geslapen heb, heb ik vannacht erg vast geslapen. Dat zal mijn wat zware hoofd wel verklaren en dat sniffen, heb ik dat niet altijd in deze tijd van het jaar?
Ik voel me onrustig na deze drukke week. Wat zal ik doen, toch weer terug in bed? Beginnen in dat boek dat er al een paar weken ligt, maar waar ik niet in durf te beginnen, omdat ik weet dat ik dan nergens anders meer aan toe kom dit weekend? Schrijven? Ik wil al zo lang verder met het 2e boek. Ik kan de rust niet echt vinden, zoveel drukte in mijn hoofd. Ik besluit toch maar even te gaan lezen en terwijl ik me net geïnstalleerd heb op de stoel voor het raam, zie ik het roodborstje zitten op onze met rijp bedekte schutting. Hup weer uit de stoel, op zoek naar mijn camera. Maar als ik die heb, is het roodborstje natuurlijk alweer gevlogen. Ik kijk eens goed naar buiten. Op de daken een mooi, dun laagje ijs, de zon is aan het opkomen, een stralend blauwe lucht. Het is eigenlijk heel mooi weer. Ik kijk nog even hoe het de rest van de dag is en vooral morgen in de ochtend, maar dan is regen voorspelt. Als ik van het mooie weer wil genieten, moet ik het nu doen. Ik kan toch de rust niet vinden om te gaan lezen en als ik nu niet ga, heb ik morgen spijt.

Nog geen kwartier later, sta ik omgekleed en wel met mijn rugtas met camera en broodje in de hand buiten. Ik heb nog getwijfeld of ik mijn winterjas aan moet doen of dat mijn tussendoorjas volstaat. Ik gok toch maar op het laatste, ik loop me wel warm. Ik adem de frisse lucht in en stap nog opgetogen naar buiten, op naar het natuurgebied in de buurt. Het is niet zo heel vroeg meer en blijkbaar hebben meer mensen bedacht dat het lekker is om naar buiten te gaan. Er fietsen veel jongeren voorbij, op weg naar hun sportclub. Ik besluit lekker te gaan wandelen bij het stuk met de koeien, daar is het niet zo druk. Maar daar eenmaal aangekomen, zie ik dat ze weer op het pad lopen. Zal ik toch proberen er langs te lopen? Ik loop een stukje in hun richting, maar nee ik durf het toch niet en besluit maar terug te lopen en via een omweg aan de andere kant van het bruggetje te komen. Als ik daar eenmaal loop, zie ik dat de man met fiets, die ik eerder al in de verte zag lopen, nu op het stuk loopt waar ik net was. Hij heeft het er wel op gewaagd om bij of tussen de koeien door te lopen. Tenminste twee koeien lopen achter hem aan over het pad. Ik zie wel vaker dat mensen er wel gewoon tussendoor lopen, maar als ik dit zo zie, de koeien zo dicht achter hem aan, weet ik dat ik de goede keuze heb gemaakt. Ik zou me daar niet prettig bij voelen. Ondertussen loop ik verder, wat foto’s makend met mijn telefoon, geen zin of niet de rust om me met mijn camera bezig te houden. Ik geniet van de omgeving, die wit is van een dun laagje sneeuw of zal het gewoon rijp zijn? Het ziet er in elk geval mooi uit. Boven mij vliegen een heel stel ganzen heen en weer, druk gakkend. Worden ze opgejaagd? Of vinden ze het gewoon leuk om steeds in grote groepen heen en weer te vliegen boven het vlakke land en daarbij een hoop lawaai te produceren? Ook onderweg naar mijn werk zag ik van de week al een aantal keren grote groepen ganzen overvliegen. Alleen hoor ik dan niet het oorverdovende geluid wat ze daarbij maken. Op de ‘grote’ weg is het inmiddels druk met andere wandelaars, fietsers en vooral ook groepen hardlopers, wat een drukte zo op de zaterdagmorgen. Dat vind ik eigenlijk wel jammer. Had ik toch met de auto naar het platteland moeten gaan? Terwijl ik verder loop, denk ik iemand in korte broek te zien lopen. Ik kijk nog eens goed om te zien of ik me niet vergis, maar nee en hij loopt zelfs op blote voeten. Bijzonder. Als ik later nog even langs het meer over het pad met de bruggetjes loop, zie ik dat het ook erg druk is bij het strandje. Blij dat ik ervoor gekozen heb om daar niet langs te gaan. Wat doen die mensen daar toch allemaal. Als ik eens goed kijk, zie ik dat er best veel mensen in zwemkleding bij zijn en zich ook in het koude water tussen het ijs in bevinden of zich hieraan gaan wagen. Ik zie wel eens een enkeling die zo gek is om met dit weer in het koude water te gaan zwemmen of dompelen, maar zoveel? Hier kijk ik toch wel van op. Heeft dit te maken met de ‘iceman’? Volgens mij heb ik hier nog iets van voorbij zien komen op de tv afgelopen week of al wat langer geleden. Geen idee. Niet mijn ding. Ook al heb ik het in mijn tussendoorjas beslist niet koud. Het is heerlijk weer, zeker als je doorstapt, maar om nu in het koude water te gaan staan en of zwemmen, mij niet gezien.

Ondertussen ben ik aan het einde van mijn rondje. Jammer dat het zo druk was buiten, maar ondanks dat heeft  het buiten zijn wel geholpen om mijn hoofd een beetje tot rust te brengen. Ik heb zin om te schrijven of zal ik toch aan mijn boek beginnen?

Over schakelen en andere zaken

Het is nog donker als ik mijn bed uitstap. Terwijl ik naar beneden loop, hoor ik het zachte tikken op het zolder dak. Het is inmiddels licht gaan regenen. Voor me ligt weer een lange werkdag. Het lukt me nog niet goed om er na de vakantie weer in te komen. Ik ben nog niet volledig bijgelezen en ken ‘mijn mensen’ nog niet. We hebben een heerlijke (wat late) vakantie achter de rug, maar daardoor wel een vakantie met mooi (nazomer) weer. Het contrast is echter groot. Op het werk, zit iedereen er al weer een tijd helemaal in, na de vakanties. Terwijl in de vakantieperiode alles toch net even wat minder snel gaat, er overleggen stilliggen, is alles inmiddels weer in volle gang en daar val ik nu midden in. Ook is het dus ineens al weer donker bij het opstaan en zelfs nog als ik op weg naar het werk ga. Het lijkt alsof ik van een heerlijke zomer, ineens middenin de herfst ben beland. Zelfs een mooie zonsopkomst heb ik in de ochtend nog niet gezien, daar is het te bewolkt voor. De overgang is groot, het lukt me nog niet helemaal om te schakelen.

Wat hebben we een heerlijke vakantie gehad, al is deze door omstandigheden wat anders verlopen dan gepland. Eigenlijk vind ik dat we ook een heerlijke zomer hebben gehad, al wordt dit lang niet door iedereen beaamt. Het weer was slecht, hoor ik om me heen, maar gezien ik de hele zomerperiode heb doorgewerkt, heb ik daar blijkbaar niet zoveel van meegekregen. Inmiddels is onze jongste zoon vanaf half juli weer gedeeltelijk aan het werk, maar tot die tijd wandelde ik nog steevast 3x in de week met hem ergens in de drie noordelijke provincies en sinds hij weer werkt nog 2x in de week. Naar mijn idee hebben we weinig in de regen of kou gelopen, hebben we zelfs gewoon mooi weer gehad. Maar misschien heb ik wel een selectief geheugen. Ik weet in elk geval dat we wekelijks genoten hebben en nog steeds genieten van onze wandelingen, die inmiddels steevast tussen de 4-7 km bedragen. Een beetje afhankelijk van hoeveel tijd ik me hiervoor gun. We vinden niet zoveel nieuwe routes meer, maar hebben een groot aantal favorieten die we afwisselen en waar we nog steeds met veel plezier naar toegaan.
Hoe gaat het nu met hem, hoor ik je denken. Ik heb inderdaad al lang niet meer geschreven. Het drukke leven slokt me weer op en op de vrije momenten wandel ik dus in de natuur. Ik kan de tijd of misschien wel meer de rust, niet vinden om te gaan schrijven. Al met al gaat het eigenlijk heel goed met ons zorgenkindje. Zijn rug lijkt goed hersteld, hij is weer op het gewicht van voor de operatie (helaas lukt het nog niet om nog verder aan te komen) en hij is weer deels aan het werk. Dit zijn we nog aan het opbouwen, omdat we niet goed weten wat hij al wel kan en wat niet. Ik schrijf daarom ook bewust dat het lijkt dat zijn rug goed hersteld is. Hij klaagt niet over pijn, maar zijn gedrag is niet altijd even fijn. Komt dit toch vanwege pijn, ligt dit voornamelijk aan het feit dat hij erg aan het puberen is en/of dat hij na anderhalf jaar weer dagelijks tussen de mensen is, zijn plekje op het werk opnieuw moet veroveren, hij weer veel prikkels krijgt? Ik weet het niet. Ik vind het heel moeilijk om dit in te schatten, maar ik weet wel dat ik hem momenteel niet altijd heel leuk vind. Zijn gedrag kan van het één op andere moment totaal omslaan. Hij voelt zich volwassen en wil niet dat wij ons met hem bemoeien, hij kan zich niet altijd goed uiten, dus doet dit in schelden en met deuren slaan. Ik weet soms niet wat ik verkeerd doe, wat dit gedrag weer oproept en heb ook niet altijd de energie om hier op een goede manier op te reageren. Kortom, het is lang niet altijd gezellig. Ik vraag me soms wanhopig af hoe hier toch goed mee om te gaan en ook wel of ik dat nog wel kan/wil. Moeten we toch niet een volgende stap gaan zetten? Maar goed, hierover misschien later meer. Het gaat dus wel goed, maar ook weer niet en waar het aan ligt …
De vakantie was dus een welkome onderbreking. Vanwege de onzekerheid rondom corona, hebben we dit jaar gekozen voor een vakantie in eigen land. Eerst een kleine week aan zee (mijn favoriet) in Zeeland en daarna nog een kleine week in de Achterhoek. Beide plekken waar we nog niet veel zijn geweest. En wat hadden we een mazzel met het weer. De dagen aan zee hadden we voornamelijk 25-28 graden. Heerlijk. Wat kan ik genieten van het lopen in het zand met blote voeten, terwijl het zeewater steeds heen en weer langs mijn voeten klotst. Het geluid van het water, de ene keer rustig, de andere keer een stuk ruiger, het ver voor je uit kunnen kijken, zonder echte obstakels. Wat hou ik ervan, maar dat weten jullie inmiddels al. Voor mij is de zee echt genieten. Maar daarnaast hebben we ook in leuke, oude stadjes rondgestruind. Mooie gebouwen bewonderd en lekker gewinkeld, op terrasjes gezeten en lekker gegeten. Het kan allemaal weer wat meer, al moet ik eerlijk bekennen dat ik nog wel wat moeite heb met veel mensen om me heen en dichtbij me. Vond dat afstand houden eigenlijk zo gek nog niet. In de Achterhoek hebben we ook echt genoten. Het weer was hier wat minder warm, maar dat was niet erg. We wisten niet dat deze streek zoveel mooie kastelen rijk is. We hebben ze lang niet allemaal kunnen bewonderen, maar wel een aantal waar we ook leuke wandelingen hebben gemaakt. Kortom, we zijn wel aan onze portie cultuur, natuur en gezelligheid gekomen en wat is Nederland mooi.

Inmiddels zitten we dus alweer middenin het drukke leven en ineens middenin de herfst. Ik vraag me dus af of ik een late vakantie eigenlijk wel zo leuk vind. De overgang vind ik in elk geval wel heel erg groot. De reden van deze late vakantie is, dat onze oudste druk bezig was met afstuderen en door corona in eerste instantie wat achterliep. Hij kon al voordat hij is afgestudeerd aan het werk bij zijn laatste stage adres en vooral in de vakantieperiode hier veel werken. We vonden het allen nog wel leuk om samen op vakantie te gaan, na een jaar niet te zijn geweest en onze (we dachten laatste vakantie met elkaar) droomvakantie naar Amerika te hebben gecanceld.
Inmiddels is hij (op tijd) afgestudeerd en in het bezit van een vaste baan. Wat ben ik trots op hem. Dit hadden we destijds met alle struggels op het VMBO niet verwacht, hij al helemaal niet. Maar hij heeft het maar mooi geflikt om in 4 jaar tijd en een heftig laatste jaar (met corona, achterstand doordat stage tijdelijk stil lag, de naweeën van pfeiffer, een broertje die kritiek op de IC heeft gelegen, een verbroken relatie) zijn HBO studie af te ronden. Wij zijn supertrots!

Er even tussenuit, luxe of noodzaak!

Kun je na nog geen twee maanden volledig weer aan het werk te zijn, zo toe zijn aan vakantie? In eerste instantie vond ik van niet, maar na alles wat er is gebeurd, is het nog niet zo gek. Net als iedereen begin ook ik meer moeite te krijgen met de beperkingen die ons door de lockdown zijn opgelegd, maar eigenlijk nog meer door wat we ons zelf hebben opgelegd. Door de kwetsbaarheid van onze zoon, hebben we ons al meer dan een jaar grotendeels uit het sociale leven teruggetrokken. In 1e instantie door alle onzekerheid rondom het coronavirus en het feit dat onze jongste elke infectie makkelijker oppikt. Daarna, omdat het van belang was om hem fit te  houden, in gewicht te doen toenemen, vanwege de grote operatie die hij moest ondergaan en vervolgens de complicatie na de operatie, waarbij één van de longen het tijdelijk niet deed, hij weer veel was afgevallen en van ver moest komen om weer conditie op te bouwen en aan te komen.
De eerste periode vond ik het zelf niet erg om ons af te zonderen. Gezien ik net voor het hele coronagebeuren aan met een burn-out thuis kwam te zitten, had ik helemaal geen behoefte aan contacten. Ik heb wel moeten wennen aan dat iedereen ineens thuis was en ik daardoor niet de rust kon nemen die ik nodig had om te herstellen, maar hier hebben we gelukkig wat op gevonden. De vele wandelingen in de natuur deden me goed en langzaam aan krabbelde ik weer op, waardoor ik in september weer geleidelijk aan het werk op kon pakken. Dit ging niet direct van een leien dakje, heb het heel langzaam aan op moeten bouwen en op het moment dat ik net het gevoel had, dat het eindelijk weer wat de goede kant op ging, kwam de operatie van Sylvain met alles nadien; spanning, angst, slapeloze nachten op de IC, alle prikkels van piepjes, gebiologeerd door de getallen op het scherm, gaat het wel de goede kant op, etc. etc. Op dat moment onderga je het allemaal en gelukkig ging het na verloop van tijd de goede kant op, maar het heeft ons wel een hele knauw gegeven. Het viel niet mee, om na 4 weken ‘vakantie’ de draad op het werk weer op te pakken, maar uiteindelijk is het gelukt om vanaf half april weer volledig te gaan werken.
De gesprekken met ex-coronapatiënten, die op de IC hebben gelegen, doen zo nu en dan de herinneringen wel weer boven komen, dit komt soms zomaar uit het niets, maar ik heb het denk ik wel een plekje kunnen geven.

Gezien de huidige stand van zaken, is het nog niet mogelijk om een groot feest te geven ter gelegenheid van Joops 50ste  verjaardag. Daarom hadden we bedacht dat het ook wel lekker zou zijn om een paar dagen met het gezin weg te gaan. Bij de voorbereidingen merkte ik dat ik toch wel erg de behoefte heb om er even tussenuit te zijn en misschien wel langer dan een paar dagen, dus het werd een week. Zoals gebruikelijk in onze familie de laatste jaren, krijgt iemand die 50 (of in sommige gevallen pas bij 60) wordt, een mooi boekwerk met persoonlijke verhalen, herinneringen, anekdotes of wat ook, vaak vergezeld met leuke foto’s, van familie en/of vrienden. Zo ook ben ik dit gaan regelen voor Joop. Zelf had ik bedacht dat het wel leuk zou zijn om naast mijn verhaal ook van elk jaar een foto van Joop toe te voegen. Dit bleek echter niet mogelijk. Van de eerste 16 jaren, kon ik helaas niet van elk jaar een foto vinden, daarna lukte het wel en sinds het digitale tijdperk, hebben we zoveel foto’s dat het moeilijk kiezen was. Het werden er dus steeds meer. Doordat ik door alle fotoalbums en digitale foto’s heen ben gegaan, komen er veel herinneringen weer naar boven. Wat heeft Joop al veel meegemaakt in zijn jonge jaren, wat hebben we samen al veel meegemaakt, het maakte een hoop los. De kinderen hebben elk op hun eigen manier een mooi stukje op papier gezet en ook van familie hebben we leuke herinneringen ontvangen. Met een dik boekwerk met vele mooie, lieve, dierbare woorden en verhalen, waarover we onze mond moesten houden, leuke cadeautjes, versieringen etc., zijn we naar ons vakantieadres afgereisd.

We hebben een heerlijke week achter de rug. Helaas kon onze oudste zoon door verplichtingen op school niet de gehele week aanwezig zijn, maar we hebben samen genoten. Het weer was ons ook goed gezind. We hebben leuke wandelingen gemaakt in de bossen, heidevelden en grote zandvlakte om ons heen, maar vooral ook lekker gerelaxt, goede gesprekken gevoerd en het aangedurfd om een stad in te gaan, in een rustige winkel kleding te passen en lekker te genieten op een terras.
Op deze manier Joops 50ste  verjaardag vieren, was voor ons een prima alternatief. De dag zelf hebben we bij ons huisje doorgebracht. Eerst de boel versieren, Lesley’s mooie Abraham buiten gezet en de cadeautjes gegeven. Nu konden we eindelijk alle geheimzinnigheid achter ons laten. Sylvain had al één ding verklapt voor de verjaardag en Lesley en ik moesten steeds op onze tong bijten, om niet te laten merken waar we mee bezig waren. We hebben heerlijk uitgebreid ontbeten (of eigenlijk meer gebruncht) met lekkere broodjes, koffie met gebak gehad en pizza als diner.
Tussendoor was er genoeg tijd voor Joop om samen met ons het mooie boekwerk te lezen, foto’s te kijken, herinneringen op te halen en we merkten allemaal dat al deze verhalen ons erg emotioneel maakten. Dit kwam deels door de mooie woorden, maar ook door alle emoties van de afgelopen tijd, die door het lezen van de verhalen (die hier helemaal niet specifiek over gingen overigens) boven kwamen. Het is net alsof we nu pas de tijd en rust hadden om dit toe te laten. Daarnaast doordat we bijna alle mensen die de moeite hebben genomen om wat moois op papier te zetten, al zo lang niet echt meer hebben gezien en gesproken.
Maar hopelijk is nu het einde in zicht en krijgen we langzaam aan stukje bij beetje ons oude leven weer terug. Gelukkig zijn wij drieën inmiddels gevaccineerd en heeft ook Syl zijn 1e prik gehad. Hopelijk kunnen/durven we (ik) ons daarna weer wat meer te permitteren.
En, ja … ik denk dat we echt even toe waren aan deze vakantie, vooral ook even weg uit onze eigen omgeving, even letterlijk afstand nemen. Ook Sylvain zien we opbloeien op het moment dat hij weer in een winkel komt, een gesprek met ‘vreemden’ aan kan gaan en heerlijk door de Apenheul kan slenteren (ook al moeten we hem nog steeds waarschuwen). We beseffen ons misschien ook wel te weinig wat dit alles met hem heeft gedaan. Al bijna 1 ½ jaar niet meer naar zijn werk (op een paar maanden na, waarin hij 2x 1 ½ uur per week kon komen), een enorme operatie, waar hij de noodzaak en impact niet van begrijpt, vervolgens weer helemaal opnieuw revalideren, in zijn ogen niets mogen en opnieuw niet naar het werk mogen.

Vrijheid(sbeperking)

76 jaar vrijheid 6         afstand         IMG_20200418_171220986
Vandaag vieren we 75 jaar vrijheid! Het is 75 jaar geleden dat we bevrijd zijn van oorlog. Velen kunnen zich niet voorstellen hoe het voelt, als je van je vrijheid beroofd bent, als je niet je leven kunt leven zoals je wilt leven, je onderdrukt wordt, in angst leeft, niet weet hoe lang dit gaat duren en waar het gaat eindigen. Ik kan het me in elk geval niet voorstellen.
Toch is het dit jaar anders als anders. Kunnen we niet in vrijheid de vrijheid vieren, maar zitten we zelf in vrijheidsbeperking. Al bijna 8 weken lang in een intelligente lockdown. De één heeft het drukker dan ooit, ziet verschrikkelijke beelden of moet ineens zijn hele werkprogramma op een andere manier uitvoeren, de ander zit thuis en heeft ineens tijd over, maakt zich zorgen over hoe het verder moet zonder inkomen, vele verschillende verhalen…
Om mij heen merk ik dat er steeds meer mensen wel klaar zijn met de beperkingen die er nu zijn, die weer verder willen waar ze gebleven zijn, die het misschien allemaal wel onzin vinden en het niet eens zijn met de maatregelen die ons door de regering worden opgelegd. 17 miljoen mensen, zoveel verschillende situaties, zoveel verschillende manieren hoe iemand in deze hele crisis zit, vele verschillende belangen, kortom: vele verschillen.
Maar als we dan goed nagaan dat het eigenlijk nog geen 8 weken aan de gang is, als we dit vergelijken met de oorlogssituatie van destijds, dan is dit toch peanuts? Of zie ik dat verkeerd?

DSC09489          IMG_20200422_175956646_PORTRAIT          IMG_20200504_174036717_PORTRAIT

Zelf heb ik nog niet zoveel moeite met de vrijheidsbeperking, maar misschien komt dat ook wel door de situatie waarin ik me nu bevind; overwerkt, overbelast of burn-out, het is maar hoe je het wilt noemen. Ik hoef niet op een heel andere manier te werken, maar moet het werk nu juist loslaten en zorgen dat ik tot rust kom. Ik heb geen behoefte aan socializen, visites, feestjes of wat dan ook, dat kost alleen maar energie. Ik wil rust, ruimte en stilte om me heen. Dit laatste is nog wel eens lastig, nu ook de rest van het gezin hoofdzakelijk thuis is, maar gelukkig ben ik een ochtendmens en komt de rest pas later naar beneden, heb ik een heel klein (werk)kamertje van mezelf, waar ik me terug kan trekken, een mini sportschool voor de nodige beweging en de mogelijkheid om de natuur in te trekken en deze laatste doet wonderen. Ik zou nu best graag in een hutje op de heide willen wonen, teruggetrokken van alles en iedereen met een groot stuk grond, waar ik uren kan wandelen in plaats van in een relatief drukke stad.
Zoals al eerder geschreven trekken we er om de paar dagen op uit om een wandeling te maken op rustige plekken in de omgeving. Heerlijk vind ik dat, alleen daar kom ik echt tot rust, kan ik even alles loslaten en mijn gedachten stil zetten. Ook al doen we dit meestal met zijn vieren, we doen dit elk op onze eigen manier. Mijn man en oudste zoon gebruiken de wandelingen om lekker bij te kletsen, mijn jongste sjokt er wat omheen, struint de boel af naar stokjes, beestjes of wat ook, we kijken samen naar de verschillende bloemen, bomen, vogels die we op onze tochten tegenkomen, zelf kan ik echt genieten van het geluid van de verschillende vogels, het groen om me heen, de verschillende soorten landschappen, bos, heide, akkervelden, vennen en alle dieren die we onderweg tegenkomen, alles leg ik vast met mijn camera (momenteel meestal die van mijn telefoon), omdat ik geen zin heb om met teveel ballast aan de wandel te gaan. Ik kom er achter dat ik de wereld zie door een cameralens, alles wil ik vastleggen om later nog eens rustig naar te kunnen kijken. Je zou zeggen dat het juist rustig is om gewoon te wandelen en te genieten van alles wat je om je heen ziet en niet bezig te zijn met foto’s maken, maar mij geeft het juist rust om het vast te leggen en terug te kunnen kijken. Net als mijn jongste zoon, loop ik dus vaak wat achter de rest aan en moet er regelmatig even op me gewacht worden.
Het wandelen door de natuur, genieten van de rust, de geluiden van bomen, blaadjes, vogels en andere dieren, het vastleggen van al dit moois, doet me goed. Na zo’n wandeling voel ik me herboren, dit wil ik vasthouden, dat lukt ook wel een tijdje, maar helaas nog niet helemaal.
Ik voel op een gegeven moment de energie weer uit me stromen en ook komen mijn piekergedachten weer naar boven, die er door deze hele Coronacrisis niet beter op geworden zijn.
Ik vind het moeilijk om met mijn angsten rondom het virus om te gaan, de angst om besmet te worden en vooral om mijn zoon niet te besmetten. Wat dat betreft voelt deze lock down, ook wel als een veilige haven. Doordat we nu zo weinig contacten hebben, is de kans op besmetting klein, maar ik snap ook dat het langzaam aan weer anders wordt, dat we meer contacten zullen krijgen, ook al zullen we voorlopig nog in een heel andere wereld leven, met de nodige beperkingen, afstand houden van minimaal 1,5 m, etc. De manier waarop ik hiermee omga, de paniek die zo nu en dan heftig omhoog komt, zegt mij dat ik er nog niet ben. Als ik me sterk voel, kan ik beter met dit soort situaties omgaan. Ik ben er nog niet, maar merk dat het heel langzaam aan beter gaat.
Misschien is dit de reden dat de vrijheidsbeperking mij niet zo erg raakt, dat ik er niet zoveel moeite mee heb en al met al is het toch nog maar een relatief korte tijd. Het is niet te vergelijken met wat mensen in oorlogstijd meemaken.

DSC09507          IMG_20200502_103834231_HDR          IMG_20200408_171704661_HDR

Vrijheid, we moeten het koesteren, blijven vieren en blijven stilstaan bij hen die ervoor gezorgd hebben dat wij nu al 75 jaar in vrijheid kunnen leven. Al zullen wij ons in mijn ogen nooit kunnen voorstellen hoe het is om in oorlog te leven, zolang we het niet zelf hebben meegemaakt. Misschien kunnen we ons, door onze huidige vrijheidsbeperking en het gevoel wat dit met ons doet, wel ietsje beter inleven.

Coronavirus; wat doet dit met jou?

foto coronavirus        IMG_20200316_170603259_HDR         IMG_20200314_162208375_HDR

We kunnen er niet meer omheen, de hele dag gaat het erover, het Coronavirus. Het nieuws en de ontwikkelingen volgen zich zo snel op dat het haast niet bij te houden is. Ook is er zoveel te lezen, spreken verschillende deskundigen zich uit, waarbij ze elkaar ook nog eens tegenspreken. Ik zie af en toe door de bomen het bos niet meer. Wat moet ik wel/niet geloven? Daarbij gaan alle verschillende regeringen, in de landen waar het Coronavirus heerst hier op een andere manier mee om. Wat is goed, wat is wijsheid en hoe lang gaat dit allemaal nog duren?
Ook de ‘gewone mens’ lijkt hier verschillend mee om te gaan. De één neemt het, vooral in het begin, met een korreltje zout, terwijl een ander zich al erge zorgen maakt. Heeft dit ook te maken met het feit in hoeverre je kwetsbare mensen in je omgeving hebt, hoe je hiermee omgaat?

Ik vraag me af, wanneer bij mij het besef is gekomen. Het gaat allemaal zo snel. Daarbij zit ik al tijden niet goed in mijn vel. Deze zomer schreef ik al, dat ik nog nooit zo toe ben geweest aan vakantie, het duurde ook langer voordat het vakantiegevoel echt in daalde en ik kon genieten, maar na de vakantie was dit gevoel al snel weer over. Rond oud en nieuw zat ik er opnieuw doorheen en kon ik gelukkig wat extra vrije dagen nemen, het feit dat we nu extra uren hebben op het werk, droeg er nog niet echt aan bij dat ik meer rust in mijn hoofd en lijf kreeg. De afgelopen weken, begon ik te merken dat het me niet meer lukt om me goed te concentreren op het werk, alles kostte me veel tijd, ik kon niet meer goed schakelen en met ‘moeilijk gevallen’ wist ik niet goed wat ik moest doen en of ik het wel goed deed, ook begon ik steeds slechter te slapen. Ik heb me ziek gemeld en dacht na een weekje wel weer aan de slag te kunnen, helaas bleek dit niet het geval en heb ik er aan toe moeten geven dat het beter is om een tijdje thuis te blijven … en toen kwam alles omtrent Corona in een stroomversnelling in ons land. Het besef kwam dubbel en dwars binnen dat ons kind erg kwetsbaar is en we hem moeten beschermen, maar hoe? In Nederland ging alles nog gewoon door. De scholen zijn nog open, de dagbesteding is nog open en ik moet er nog even niet aan denken om dagelijks met mijn zoon de hele dag in huis te zitten. Is dit egoïstisch?
De tweestrijd begon. Ik voelde me ook wel wat alleen in mijn angst om mijn zoon. Alles en iedereen om mij heen leek zich nog niet zo’n zorgen te maken. De dagbesteding was nog gewoon open, waarom zou hij er dan niet naar toe kunnen. Wel bespraken we al met de dagbesteding, dat we ons wat zorgen maakten en wilden dat ze er rekening mee hielden en aandacht aan besteden dat de cliënten niet te dicht bij elkaar in de buurt komen en dat Sylvain ook wat uit de buurt van bezoekers bleef. Gelukkig bleek op dat moment dat ze al wel hadden besloten dat bezoekers niet meer welkom waren op de locatie. Dat was een pak van mijn hart en die dag liet ik hem, min of meer met een gerust hart achter op de dagbesteding. Ik had ook even tijd nodig voor mezelf. Toch knaagde er wat van binnen. Doe ik hier wel goed aan?
Toen ik die middag mijn zoon op kwam halen, ging hij zijn handen nog wassen. Hij deed dit op een heel uitgebreide manier, had duidelijk geleerd hoe hij dit moest doen, waar hij op moest letten en gaf mij een papiertje waar dit ook duidelijk op stond. Ze waren er dus goed mee bezig geweest op de dagbesteding. De cliënten onderling gaven elkaar geen hand of iets dergelijks meer bij het afscheid nemen, maar een elleboogstoot, dit stelde mij wel gerust. We wilden weggaan en net voordat we richting deur lopen, springt Sylvain in de armen van zijn begeleider ter afscheid en zegt: ‘Tot morgen.’ Deze begeleider had mij hiervoor al verteld, dat het bij sommige cliënten moeilijk was om de gebruikelijk begroetingen ineens te veranderen, omdat ze het niet begrijpen. Ik had het gevoel dat Sylvain het wel begrepen had, maar dit bleek dus duidelijk niet het geval. Toen hij de volgende ochtend ook nog eens met een soort verkoudheidsklachten (slijm + rochelend geluid in zijn keel; wat hij overigens veel vaker heeft) uit bed kwam, stond mijn besluit vast. Ik laat hem niet meer naar de dagbesteding gaan. Geen idee of het helpt, maar het voelt gewoon niet goed meer. Een paar dagen later gaat de dagbesteding ook voor cliënten dicht.
In de loop van de week, komen er steeds meer besmettingen in Nederland naar buiten, het dodental loopt op, er komen meer restricties. Wij zetten onszelf min of meer in thuisisolatie om onze zoon zo goed mogelijk te beschermen. We gaan nog wel af en toe uit wandelen, maar zoeken dan de plekken op waar we verwachten zo min mogelijk mensen tegen te komen. Ook dit blijkt nog lastig. Sylvain loopt altijd meters achter ons. We hebben het er steeds met hem over dat hij niet in de buurt van anderen mag komen, maar op het moment dat er dan een paard met mevrouw bij hem langs komt, vraagt hij toch of hij het paard mag aaien en gaat in gesprek met de mevrouw.  We lopen er snel op af, bespreken nogmaals met Sylvain wat wij bedoelden met niet te dicht in de buurt van andere komen, waarop zijn antwoord is: ‘Maar het paardje is zo lief’. Even hierna komt er nog iemand op een paard aangelopen en weer stapt hij er op af. Het komt niet binnen. We kunnen hem zelfs in de vrije natuur niet meer iets van ons vandaan laten lopen.
We komen daarnaast ook nog wel in de supermarkt (zonder onze zoon) voor de hoognodige boodschappen. Ik probeer voor zoveel mogelijk dagen in 1x in te slaan, zodat ik niet teveel naar de winkel hoef te gaan. Als mijn kar voller wordt, voel ik me eigenlijk ook weer schuldig, maar mensen ik ben echt niet aan het hamsteren, maar heb dit nodig voor de komende dagen. Ik probeer zoveel mogelijk uit de buurt te blijven van anderen, waardoor ik soms langer moet wachten voordat ik een bepaald product kan pakken, omdat er iemand te dicht in de buurt staat en ik probeer gesprekken met bekenden te vermijden, al lukt dit niet altijd en ben ik (voor mijn gevoel) dan heel spastisch aan het zorgen, dat die gesprekspartner niet te dicht bij mij in de buurt komt. Paranoia? Of hoog noodzakelijk? Ik weet het niet, maar weet wel dat ik er alles aan doe om mijn kind zo goed mogelijk te beschermen.

Dus mocht je me de komende tijd in de winkel tegenkomen, dan kan het zijn dat ik je groet en gewoon doorloop of wel even een praatje maak, maar veel afstand houdt. Kom jij een stapje dichterbij, dan zal ik een stapje achteruit doen. Het valt me op, dat nog niet iedereen dit geheel beseft, of misschien uit automatisme gewoon dichter bij komt, omdat je het altijd zo doet. Maar ik ben op mijn hoede, ik neem afstand, want ik ben bang. Niet voor mezelf, maar wel voor mijn kwetsbare kind. Ik ben als de dood (wat lijkt dit raar als je het opschrijft) dat hij het virus krijgt.  Hoe gaan jullie hiermee om en wat doet dit alles met je?

Terugkijken en vooruitblikken

moedeloos     75380391_429190121316828_1560203361976844288_n    agenda

Terwijl we druk bezig zijn met de hapjes alvast klaarmaken, hoor ik mijn man zeggen dat het steeds mistiger begint te worden. ‘Het lijkt wel alsof het elk jaar zo is’, zegt hij erachter aan. Ik kan me dit echter niet zo herinneren. Vorig jaar was het in elk geval niet mistig met Oud & Nieuw. Voor de rest moet ik terugkijken in mijn fotoalbums op mijn computer. Dat kan ik me echt niet meer herinneren, op die ene keer na dan, dat het zo mistig was dat we volgens mij (een deel van) het vuurwerk helemaal niet hebben afgestoken, omdat je er toch niet van kon genieten. Wat ik nog heel goed weet, is dat het toen zo mistig was, dat je letterlijk geen hand voor ogen zag. Toen wij ’s nachts terug wandelden naar huis, hoorden we wel mensen praten onderweg, maar we zagen helemaal niemand en het was ook even afwachten van welke kant ze kwamen aanlopen. Zo mistig had ik het nog nooit meegemaakt. Hopelijk gebeurd dat dit keer niet weer.
Terwijl ik doorga met de voorbereidingen gaan mijn gedachten terug naar het afgelopen jaar. Wat was het weer een hectisch jaar. Zo hectisch dat ik al een half jaar geen ruimte voel om te schrijven, dé manier voor mij om alles op een rijtje te zetten en te ontstressen, als dat al niet meer lukt …

Dat is ook een beetje hoe ik me voel, niet meer de rust en ruimte voelen om me te ontladen. Ik voel me chaotisch, er zit teveel in mijn hoofd, het voelt alsof ik de grip op mijn leven een beetje kwijt raak. Van het zomer schreef ik, dat ik nog nooit zo aan vakantie toe was geweest als afgelopen zomer. Het lukte gelukkig om na een week toch nog echt te genieten van de vakantie en het heeft me goed gedaan, maar eenmaal weer aan het werk, was ik de vakantie al snel weer vergeten en stapten we gewoon weer in die voortdenderende trein. Gelukkig is mijn collega geleidelijk aan weer helemaal aan het werk en hebben we, doordat mijn andere collega mocht blijven, nu meer uren, waardoor op het werk het heel langzaam aan iets rustiger begint te worden. We kunnen hierdoor dingen, die al die jaren zijn blijven liggen proberen op te pakken. Toch heb ik nog niet het gevoel dat het echt rustiger wordt, dat zit ook meer in mezelf, na al die jaren hectiek, kan ik de rust nog niet vinden en het is natuurlijk ook nog steeds wel druk, maar het lukt gelukkig wel vaker om meer op tijd naar huis te gaan. Toch was ik wel heel erg toe aan vakantie en is deze (met dank aan mijn collega’s) op het laatste moment nog iets langer geworden dan in eerste instantie gepland.
De aanleiding voor het eerste dagje extra vrij, was niet zo leuk. Helaas hebben we vlak voor de feestdagen onverwacht afscheid moeten nemen van een oom. De oudste van de 12, broer van mijn moeder. Nu zijn er nog maar 9. We hebben het met zijn allen altijd zo fijn gevonden om een grote familie te hebben, en daar zijn we natuurlijk nog steeds heel blij mee, er zit echter een keerzijde aan: je moet ook veel vaker afscheid nemen van een familielid. Mijn lieve, bescheiden, stille, maar toch ook altijd aanwezige oom, is niet meer. Samen hebben we op een mooie, liefdevolle manier afscheid van hem genomen en herinneringen opgehaald. En zoals dat als zo vaak gaat, sta je dan ineens weer stil bij alle mooie dingen, en ook minder mooie dingen, die je samen hebt meegemaakt. Een ieder heeft zo zijn eigen herinneringen. Fijn om die te delen en de gedachten gaan automatisch ook weer even terug naar de Genestetstraat, naar opa en oma, het thuis waar wij allen, ooms, tantes, neven, nichten, alle aanhang en andere aanverwanten en ook al enkele achterkleinkinderen, zoveel tijd hebben doorgebracht, zoveel plezier met elkaar hebben gehad, lief en leed gedeeld, zoveel herinneringen aan hebben …
Fijn dat ik ook de week erop, de enige dag die ik nog moest werken, op het laatste nippertje vrij kon krijgen. Ik had het even nodig.
Er is de laatste maanden ook zoveel veranderd in ons dagelijkse ritme, zoveel geregel om het allemaal rond te krijgen, weer zoeken naar een nieuwe balans als die al te vinden is, dat heeft er ook wel ingehakt. Vanaf september is Sylvain volledig overgegaan naar dagbesteding en gaat hij niet meer naar het KDC. 5 dagen werken is voor hem teveel, dus hebben we ervoor gekozen om hem op de woensdag thuis te houden, wat inhoudt dat er dan ook één van ons thuis moet zijn. Ik ben hierom op andere dagen gaan werken om er voor hem te kunnen zijn op de woensdag. Om er voor te zorgen dat er ook dagelijks iemand voor hem is om hem rond 10 uur naar zijn werk te brengen, is Joop op een andere plek gaan werken, zodat hij meer late diensten kan draaien. Helaas heeft het even geduurd, voordat de beloftes wat betreft de late diensten helemaal ingewilligd zijn en bevalt de werkplek hem minder dan hij had voorzien. Op de dagen dat wij er niet zijn in de ochtend en/of in de middag als Sylvain weer opgehaald moet worden, kunnen we gelukkig meestal een beroep doen op onze oudste zoon, maar er zijn momenten dat het toch even allemaal niet lukt en we een beroep op anderen moeten doen of zelf later beginnen of eerder weg moeten van het werk. Een heel geregel, wat er ook toe bijdraagt dat het druk is in mijn hoofd. Langzaam aan beginnen we beter te begrijpen, waarom veel ‘kinderen’ met een grotere zorgvraag op hun 18e ergens anders gaan wonen. Toen Sylvain nog niet zo oud was, hebben we ons hier wel eens over verbaasd, dat zoveel kinderen al op hun 18e het huis uit gingen. Dat wilden wij niet en willen wij nog steeds niet, maar het wordt je als twee werkende ouders bijna onmogelijk gemaakt, om dit goed te regelen als je het zelf wilt doen, zonder dat er iedere keer een ander voor je kind klaar moet staan. Maar langzaam aan zullen we er toch meer naar toe moeten om de zorg meer aan andere over te laten.

20200101_004845          vuurwerk

Samen met ons gezin, dierbare familie en later ook de vrienden van onze oudste zoon, luiden we het oude jaar uit en het nieuwe jaar in. Het is mistig, maar gelukkig niet zo mistig, als 12 jaar geleden. Het vuurwerk kan wel afgestoken worden, maar is toch minder zichtbaar als we zouden willen.
En dan komt het besef … het is 2020!, het jaar waarin ik 50 hoop te worden. Jarenlang leek het heel ver weg en dan ineens is het zover. Bijna 50, dan zie je Sara, de mensen die 50 werden, waren in mijn ogen toch echt best wel oud. Maar zo voel ik me helemaal nog niet. Daarnaast is dit ook het jaar, waarin het 25 jaar geleden is, dat we zijn getrouwd. Het is de bedoeling om dit heuglijke feit te gaan vieren met ons gezin tijdens een Roadtrip in Zuid West Amerika. Mooie vooruitzichten, dus laat 2020 maar komen!

babyfoto           trouwfoto           route

Een nieuwe plek

blog nieuwe plek        blog nieuwe werkplek 4        blog nieuwe werkplek 3

Met een grote big smile loop je naast me. Het is heerlijk weer en eindelijk is het dan zover. Het jaarfeest. Je loopt al weken met het affiche rond, hebt vele mensen gevraagd of ze ook willen komen, het affiche gaat overal met je naartoe, is in vieren gevouwen en door het vele open en dicht vouwen zijn er duidelijk vouwlijnen zichtbaar, waardoor de tekst en het plaatje al wat zijn verbleekt. Een groter affiche hangt inmiddels op ons raam en iedereen die het maar horen wil, vertel je erover. Op je werk heb je er natuurlijk ook veel over gehoord. Iedereen is er mee bezig. Al een paar weken treffen jullie, naast het gewone werk, voorbereidingen. Wat jij hiervan allemaal precies hebt meegekregen weet ik niet, maar je hebt er in elk geval heel veel zin in. Vorig jaar waren we ook aanwezig, maar toen als toeschouwers, die vooral een kijkje kwamen nemen op deze misschien wel nieuwe dagbestedingsplek voor jou en wilden zien of/hoe de werknemers het hier naar hun zin hebben, hoe ze met elkaar omgaan en of het ons een plek leek waar we jou wel zagen werken. Het voelde goed en nu ben je zelf een onderdeel van het team.
Als we aankomen is het al een drukte van belang. De verschillende standhouders, die vandaag op de ‘braderie’ staan, zijn druk bezig hun kraampjes in te richten. De begeleiding loopt heen en weer, de cliënten die al aanwezig zijn te instrueren waar nodig, om de laatste hand aan alles te leggen. Wij stappen net als anders jullie kantine binnen, maar hier zit nu niemand rustig de dag te beginnen met een kop koffie of thee. Het is hectiek alom. Wij weten even niet wat jij nu moet doen. Jij weet het niet en ik kan je er niet bij helpen, dus we gaan maar op zoek naar iemand die dit wel weet. Even voel je je een beetje verloren, maar al gauw ga je op in de drukte en ben je mij ook al vergeten. Ik zeg je gedag en zeg dat wij vanmiddag langs komen. Je kijkt al niet meer naar mij om.

Inmiddels is het zo’n negen maanden geleden dat je op deze plek bent gestart met een paar dagen proefdraaien, ook wel stagelopen genoemd. Nadat wij drie verschillende plekken hebben bezocht en uiteindelijk hebben gekozen voor deze plek, waarbij we er toch nog niet helemaal zeker van waren of dit wel de juiste keuze was, ben je naast het KDC hier één dag in de week naartoe gegaan.
Mijn twijfels over of dit wel een juiste plek was, waren snel weg. Al vanaf dag één had je het hier ontzettend naar je zin. Al de 1e dag bij binnenkomst voelde jij je op je gemak, je melde je bij je begeleider en werd wegwijs gemaakt waar je je kon omkleden, etc. Zelf stond ik er wat verloren bij. Gewend om als ouder ook aandacht te krijgen, zoals op het KDC, maar hier gaat dit anders, de meeste cliënten komen zelfstandig naar hun werkplek.
Na kort nog even te hebben overlegd, ben ik daarom maar weggegaan, maar het voelde toch wel een beetje gek. Ik had aangegeven, dat ze me mochten bellen, als je het niet vol kon houden, maar toen ik je rond vijf uur kwam halen, was je nog druk aan het dweilen met een grijns van oor tot oor. Je had het duidelijk naar je zin. Op weg naar huis vertelde je nog wel het één en ander, maar eenmaal thuis stortte je in. Je wilde niet meer praten, was uitgeblust, maar de volgende week ging je vol enthousiasme weer naar je stage.  Na de drie proefdagen was voor ons wel duidelijk dat dit een goede plek is voor jou. We hoopten dat ook de begeleiding hier zo over dacht,  dat je goed in de groep past en/of niet teveel begeleiding nodig hebt. Gelukkig was tijdens het evaluatiegesprek al gauw duidelijk dat ook zij het zagen zitten met jou. Je past prima in de groep, bent nog wel wat jong, maar brengt hierdoor ook weer een andere dynamiek in de groep.
Vanaf die tijd ben je eigenlijk al vlot overgegaan op twee dagen in de week ‘werken’ en daarnaast nog drie dagen KDC, waar je met steeds minder enthousiasme naar toe gaat. Het einde van de week, is jouw favoriet.
In de tussentijd heb je ook al twee feesten meegemaakt en een borrel die jullie mochten verzorgen voor iemand die zoveel jaar in dienst was. Hier geniet je echt van. Vooral de beide feestavonden met Halloween en Carnaval vond je geweldig. Verkleed heen in de avond, muziek, dansen en een ‘biertje’ erbij en dat zonder papa en mama. Als ik je ophaal sta ik stiekem nog even naar binnen te gluren, voordat jij me ziet en zie je stralen en er ook helemaal bij horen.

We zitten lekker op het terras, je vader, broer, zijn vriendin en ik. Jij bent in geen velden of wegen meer te bekennen. Opa en oma zijn net ook even langs geweest, evenals familie van je schoonzus en twee begeleiders van je KDC. Je vindt het geweldig dat ze zijn gekomen. Laat ze trots het één en ander zien, staat een tijdje netjes achter de boeken in het standje waar jij vandaag ‘je werk’ doet, maar je bent ook veel weg om te kijken wat er verder allemaal gebeurd en te zien is, je staat bezoekers te woord en laat ze het één en ander zien, hebt het gezellig met je collega’s. Het is ons wel duidelijk dat je je hier thuis voelt, dat je het naar je zin hebt. Wij hebben hier rustig rondgelopen en zien niet alleen dat jij het naar je zin hebt hier. Ook je collega’s lijken het op deze plek goed naar hun zin te hebben. De plek bestaat inmiddels tien jaar en er hangen foto’s van tien jaar jaarfeest. We herkennen hierop een deel van de begeleiders en cliënten. Waarvan toch een aardig deel hier al vanaf het begin werkt. Het doet ons goed om dat te zien. Dat geeft ons wel het gevoel dat het een goede plek is. Zowel voor begeleiders om te werken alsook voor cliënten om deze plek te hebben als dagbesteding.  Terwijl wij rustig op het terras in het zonnetje zitten, observeren we het hele reilen en zeilen om ons heen. Het voelt goed, het is goed, we hebben een goede keuze gemaakt.
Als het feest achter de rug is gaan wij naar huis. Jij blijft nog even gezellig samen eten met je collega’s.
Als ik je na het eten ophaal, zie je er moe uit. We lopen samen terug naar huis en dan vraag jij: ‘Is het nu afgelopen? Wanneer is dan het jaarfeest?’ Ik kijk je even onbegrijpelijk aan en zeg dat het de hele dag jaarfeest is geweest en dat het nu is afgelopen. Ik zie de vertwijfeling in je gezicht, het is even stil en dan zeg je: ‘Ik dacht dat het binnen was.’
Opeens valt bij mij het kwartje. De vorige keer dat je een feest had (Halloween en Carnaval) had je ook een affiche meegekregen naar huis, waar dit opstond. Het feest was na een gewone werkdag in de avond. Dit had je nu ook verwacht van het jaarfeest. Het is de hele dag een bijzondere dag geweest, anders dan een normale werkdag, maar je had wat anders in je hoofd en hebt alles overdag gewoon gezien als een werkdag, niet als een feest. Als ik je vraag of je had verwacht dat je ’s avonds zou dansen en een ‘biertje’ zou drinken, beaam je dat. Juist dat ‘biertje’ drinken, is voor jou een feestje.
Opeens besef ik dat jij wel de hele tijd met een affiche rond kan lopen, maar je kan niet lezen, dus weet je niet wat erop staat. Wij weten dat wel, maar vergeten blijkbaar dat voor jou niet direct duidelijk is wat het dan voor feestje is. Volgend jaar toch maar even duidelijker uitleggen om teleurstelling te voorkomen.

Taxivervoer

scan0001    DSC05395    DSC06835

Het is nog vroeg. Vandaag moet je weer naar het KDC, waar je al op tijd voor wordt opgehaald door de taxi. Als ik opsta bedenk ik me, dat ik niet meer weet of je nu al weer beter staat gemeld. Met al die keren ziek de laatste tijd en twee dagbestedingsplekken, ben ik het even kwijt. Toch maar even bellen voor de zekerheid, maar dan bedenk ik me dat je vanaf deze week met een ander taxibedrijf wordt vervoerd. Hiervan hebben we wel een mail ontvangen dat het wordt gewijzigd, met de naam van het taxibedrijf, maar verder geen nummer. Ziek en beter meldingen gaan normaliter via het KDC, maar zij zijn nog niet bereikbaar. Als ik de informatie uit de mail goed heb begrepen, zal er niet veel veranderen aan de ophaal- en brengtijden en is er grote kans dat ook de chauffeur gelijk blijft. In de loop der jaren is er al zo vaak wat gewijzigd in vervoer, hebben we al zoveel verschillende taxichauffeurs zien komen en gaan, dat ik het voor kennisgeving heb aangenomen. In de beginjaren kon ik me er nog wel druk om maken. Weer een andere chauffeur. Vooral als we op dat moment juist een goede hadden, was het daarna maar weer afwachten wie we er voor terug kregen. Ik weet niet hoeveel chauffeurs we inmiddels hebben zien komen en gaan, ik ben de tel kwijtgeraakt. Nu is het wel onhandig, want ik weet niet wie ik moet bellen, dus maar afwachten of er iemand komt en zo ja wie en hoe laat.
Jij bent vanochtend gelukkig redelijk te genieten. Dat is de laatste tijden wel anders geweest. Het vroege opstaan is niet jouw ding, nooit geweest, maar helemaal niet nu je op je ‘werkdagen’ pas om 10 uur hoeft te beginnen en je het daar ook meer naar je zin hebt, dan op het KDC. Maar gezien wij het nog niet helemaal rond hebben met opvang, we in één keer 4-5 dagen ‘werken’ voor jou wat teveel vinden, doen we het nog even zo.

Het is inmiddels kwart voor 8. Jij bent er helemaal klaar voor, maar de taxi is er nog niet. Je hebt geen besef van tijd, kunt niet klokkijken, jij bent klaar, dus de taxi moet er ook zijn. Ik vertel je dat er een ander taxibedrijf komt en misschien ook een andere chauffeur en dat ik niet weet of de taxi op dezelfde tijd komt. Het zegt je niets. Je vraagt wel of er een andere chauffeur komt. Het lijkt je niet uit te maken, ook jij hebt al met zoveel chauffeurs van doen gehad. Met de één kun je het beter vinden als met de ander. De één voelt je ook beter aan, als de ander. Soms ben je blij dat je een andere chauffeur krijgt, maar naarmate je ouder wordt maakt het je ook minder uit (denk ik).
Even later zien we een taxibusje voorbij rijden. Hij komt echter niet terug. Het loopt dood bij ons, dus hij moet toch ergens gebleven zijn. In eerste instantie zien we hem een stukje verderop staan, maar even later lijkt hij weg. Jij wil toch even poolshoogte nemen en ik laat je die kant op lopen.  De chauffeur, een nieuwe chauffeur, heeft de taxi iets verder weggezet, buiten ons gezichtsveld. Hij denkt dat hij te vroeg is en wil nog niet aanbellen. Hij stelt zich netjes voor, rijdt sinds gisteren deze rit en moet het nog allemaal uitzoeken. Sylvain heeft direct praatjes, de man komt vriendelijk over, toch moet ik wel even slikken als mijn zoon even later met deze chauffeur wegrijdt. Hij is de eerste die gehaald en gebracht wordt. Voor de zoveelste keer moet ik mijn kind, aan een min of meer vreemde toevertrouwen. Het is toch iedere keer weer moeilijk, om je zo te laten gaan en weer besef ik dat, ook al is het de zoveelste chauffeur aan wie ik je meegeef, hij voor een organisatie werkt, etc. etc., je toch een kwetsbaar kind blijft en ik maar het vertrouwen moet hebben dat die ander goed voor je zal zijn. Ik vind het toch prettiger als je niet als enige in de taxi zit. En weer ben ik blij dat we een dagbestedingsplek hebben gevonden, zo dichtbij, dat we je straks helemaal niet meer met de taxi hoeven te laten gaan. Voor ons is het wel meer gedoe, je begint later, we brengen en halen je zelf, de tijden sluiten minder goed aan bij ons eigen werk,  maar dit stukje kunnen we na zoveel jaren afsluiten.
Het voelt sowieso niet meer helemaal goed om je naar het KDC te laten gaan. Jij gaat er niet meer met zoveel plezier heen als in je begintijd daar. De laatste jaren zijn er veel veranderingen geweest, er zijn veel kinderen al weggegaan, waarvoor nieuwe, jongere kinderen terug zijn gekomen, er is op een gegeven moment veel wisseling in personeel geweest en jij bent het daar gewoon een beetje ontgroeit. Begrijp me niet verkeerd, het is en blijft een prachtige plek en we zijn blij dat we je daar zoveel jaren met een goed gevoel, met fijne begeleiding, waarmee we korte lijntjes hebben, hebben kunnen laten vertoeven. Maar de tijd is rijp voor wat anders.
Al vanaf het begin dat je naast het KDC bent gestart op je eerste ‘werkplek’ horen we niets anders dan ‘Moet ik naar school( het KDC)’? Je laat duidelijk merken dat je het hier niet meer zo naar je zin hebt. Je bent blij als de dagen zijn aangebroken dat je naar je ‘werk’ mag. Daar heb je het nu meer naar je zin, je voelt je hier op je plek. Je bent de jongste, kijkt nog wat op tegen de anderen en leert van hen. Je hebt meer vrijheid en kunt weer stapjes vooruit maken. Maar vooral is alles hier nieuw, een uitdaging. Ik hoop dat je het nog lang leuk blijft vinden.

Nog een paar weken en dan kunnen we dit hoofdstuk echt sluiten. Zoals ik al aangaf, we hebben vele chauffeurs zien komen en gaan, hele verschillende mensen. De één is uitermate geschikt als chauffeur voor deze kwetsbare groep kinderen, maar er zaten er ook tussen, waarbij ik me afvroeg waarom ze in vredesnaam voor dit werk hadden gekozen. Of was het geen echte keuze? Chauffeurs die op de klok zaten te kijken als het even iets langer duurde voordat je klaar was, omdat het nu eenmaal niet altijd vlekkeloos loopt in de ochtend. Hoe meer wij pushen om op te schieten, des te langer het bij jou duurt, lijkt het wel. Tijdsargumenten werken niet. Je hebt er geen idee van dat je, doordat je niet wakker kan worden, later uit je bed stapt. Daarna gaat gewoon alles zoals alle andere ochtenden en zul je geen stap harder doen. Daarnaast gebeurd het nogal eens dat je, vlak voor dat de taxi er is, bedenkt dat je het één of ander mee wilt. Dit mag niet, dat is ook al zo vaak uitgelegd en besproken, maar je snapt het niet of hebt er geen boodschap aan. Als jij iets in je hoofd hebt, dan moet het zo gebeuren, dit levert keer op keer weer strijd op in de ochtend. Sommige chauffeurs lijken niet te snappen dat dit zo werkt bij (deze) kinderen.
Maar we hebben ook genoeg prettige chauffeurs gehad, met engelengeduld, die wel goed weten hoe ze met deze kinderen om moeten gaan. Aan wie je je kind met een gerust hart meegeeft (ook al duurt het wel even, voordat dit gevoel er is). Toch weet ik niet meer wie dit allemaal waren. Eén chauffeuse is ons wel bij gebleven. Zij heeft echt hart voor de kinderen, heeft je meerdere jaren achtereen vervoerd en ook al is dit jaren geleden, we zien en spreken haar nog geregeld.
Vanochtend overviel me toch ineens het gevoel dat ik blij ben dat ik je straks niet meer aan de zoveelste chauffeur mee hoef te geven, al zul je vast in de toekomst ook nog wel gebruik gaan maken van vervoer.

 

Het went nooit

20190323_081800       20190327_121828      20190327_154230

Het lijkt soms wel of we het op ons afroepen. In het verleden is het al vaak gebeurd, dat als wij zeiden dat Sylvain iets niet kon, hij het vervolgens ging doen, maar ook andersom werkt het. Als we zeggen dat Sylvain al lang niet ziek is geweest, dan gebeurd het even daarna. Zo ook nu.
Vier weken geleden was Sylvain ziek. Echt flink verkouden met enorm dikke snottebellen. Zoals altijd eet hij dan nagenoeg niks, maar drinken doet hij wel. We zijn er aan gewend, maar het gaat wel weer ten koste van zijn gewicht. Gelukkig is hij na een week hersteld.
Als we twee weken later bij de kinderarts komen, vraagt ze of Sylvain nog veel ziek is geweest het afgelopen half jaar. Dit valt eigenlijk wel mee. De laatste jaren is hij gemiddeld 5x per jaar ziek, wat bijna neerkomt op 1x per 2 maanden. Nu is hij vanaf eind oktober t/m eind februari niet ziek geweest (of zou ik het niet goed opgeschreven hebben?) Sylvain is echter nauwelijks gegroeid in gewicht. Dacht zelf nog dat hij mooi 2 kg was aangekomen het afgelopen jaar, echter is hij in lengte meer gegroeid, waardoor hij toch eigenlijk is afgevallen. De kinderarts heeft het al over sondevoeding. Gek genoeg komt dit toch even binnen. In mijn werk zet ik mensen ook wel op sondevoeding, maar bij mijn eigen kind heb ik daar nog niet over nagedacht. Denk ook niet dat hij het inbrengen van een slangetje in zijn neus toestaat, dus dit zal dan wel met een roesje of onder narcose moeten. Dit bespreek ik ook met de kinderarts en we besluiten op dit moment nog niets te doen, maar het wel als optie open te houden.
We sluiten de behandeling in het ziekenhuis echter af, gezien Sylvain bijna de leeftijd van 18 heeft bereikt en onze kinderarts naar een andere ziekenhuis gaat. De behandeling zal overgenomen worden door een AVG arts.
Wij proberen weer meer ons best te doen om te zorgen dat Sylvain daadwerkelijk dagelijks zijn flesjes drinkvoeding krijgt, wat er op sommige dagen toch wat bij in is geschoten. Op ‘werkdagen’  begint hij later dan op het KDC en hierdoor krijgt hij het halve flesje bij thuiskomst niet meer, gezien dan het eten al (bijna) op tafel staat. Ik koop weer volle melk, slagroom, andere extra’s, etc. voor hem (met een knipoog naar de rest van het gezin dat dit alleen voor Sylvain is) en samen proberen we dit op te pakken.

En dan nog geen twee week later wordt hij uit het niets opnieuw ziek. Dit keer hebben we het helemaal niet aan zien komen. De dag ervoor was hij nog één en al energie, heeft nog lekker getraind en ook daarna hebben we niks gemerkt. ’s Ochtends bedenk ik me dat ik zijn pap ook wel van een flesje drinkvoeding aangevuld met melk kan maken. Ik zeg niks tegen hem, maar als hij de eerste hap neemt trekt hij een vies gezicht. Hij probeert het nog, maar lijkt het toch echt niet lekker te vinden (heb het zelf geproefd en kan er wel inkomen). Ik maak snel gewone pap, ondertussen is meneer van de eettafel naar de bank verkast. Ik denk nog om gewoon even lekker te hangen en op zijn Ipad te kijken. Zeg hem dus weer aan tafel te gaan om zijn pap te eten, maar dit doet hij niet. Dan maar op de bank pap eten, ook niet. Toch maar een broodje proberen, maar ook dat wil hij niet hebben. Hij zegt nog niet dat hij niet lekker is, maar bij mij begint dit vermoeden nu toch wel te komen. Meneer mag echter na drie dagen KDC, eindelijk weer naar zijn ‘werk’ en wil hier graag naar toe. Als hij uiteindelijk in huilen uitbarst en aangeeft dat hij graag naar zijn lammetjes wil, met ze wil knuffelen, in zijn hand een foto van de lammetjes, is het mij wel duidelijk. Meneer is ziek. Tegen zijn wil in bel ik zijn begeleiders om te zeggen dat hij ziek is. Hij is het er nog steeds niet mee eens, is boos, ik ben een rot moeder, er sneuvelt ondertussen een glas door zijn boosheid en ik voel me best een beetje schuldig. Hij wil zo graag. Hij ziet er nog niet echt ziek uit, maar als hij niet eet, kan hij in mijn ogen ook niet werken. Een uur later zie ik dat ik de goede beslissing heb genomen, meneer kakt steeds verder in en ontwikkelt inmiddels ook koorts. Naast dat hij niet wil eten, wil hij ook niet drinken. Dat ben ik niet van hem gewend.
Helaas is dit niet tijdelijk. Twee dagen later eet en drinkt hij nog steeds niets of nagenoeg niets. Met moeite en onder dwang krijgen we er nog wel mondjesmaat een beetje vocht in. Hij heeft koorts en inmiddels ook diarree. Toch plast hij ook nog steeds. Wat nu? Het is weekend, toch maar de weekendarts bellen? De reden dat hij nu ook niet wil drinken, heeft naar ons idee te maken met het feit dat hij zoveel slijm in zijn keel heeft, dat hij het vervelend vindt om te drinken of misschien wel denkt dat hij er niks doorheen kan krijgen. We weten het niet precies. Aangegeven kan hij het niet en weer denk ik: ‘Kon ik maar even in je hoofd kijken’. We bellen uiteindelijk toch een weekendarts en zijn blij als gezegd wordt aan de telefoon, dat deze wel thuis langs kan komen. Gelukkig maar, want in de tussentijd heeft Sylvain alweer twee vieze onderbroeken. Een uur later stappen er twee mannen onze kamer in. De arts vraagt wat er aan de hand is, onderzoekt Sylvain zijn longen en buik. Daar is gelukkig niets mis mee, alleen zijn darmen rommelen erg. Echt luisteren doet hij volgens mij niet. Zegt alleen dat zijn longen schoon zijn, slijm bevindt zich alleen bovenin en erachteraan zegt hij nog iets in de trant van: ‘Hij heeft nog maar 2 dagen koorts? Ik zou het nog maar even aankijken, als hij na 5 dagen nog koorts heeft, dan zou ik me zorgen gaan maken.’ Op ons verhaal dat er een aantal kinderen met dit syndroom uiteindelijk zijn overleden ten gevolge van een infectie, reageert hij alleen met dat we dan het zekere voor het onzekere moeten nemen en schrijft antibiotica voor. Hij geeft ons 2 tabletten, die Sylvain direct in kan nemen, de rest moeten we bij de apotheek ophalen en weg zijn ze. Geen verdere uitleg. We staan eigenlijk een beetje beduusd te kijken als ze de deur uit zijn. Hier hebben we niet veel aan gehad. Wat doen we, wel/niet de antibiotica. Het voelt niet echt weloverwogen, maar als dit kan voorkomen dat ons kind uiteindelijk toch een infectie ontwikkeld, moeten we het toch maar doen. Het is al lang geleden dat hij antibiotica heeft gehad. We geven hem direct de 2 tabletten en later hoor ik bij de apotheek dat deze bij of na het eten ingenomen moeten worden en met veel water. De arts wist dat onze zoon al 2 ½ dag niets gegeten had en ook met moeite drinkt, toch wel raar dat hier niks over gezegd is. Ik voel me een slechte moeder, omdat ik hier ook niet even op gegoogeld heb. Het lijkt wel dat de zorgen en slaapgebrek  maken dat ik niet meer zo logisch na kan denken.

We zijn inmiddels vijf dagen verder, Sylvain drinkt nog steeds mondjesmaat. De koorts begint gelukkig wel te zakken en de diarree lijkt over, maar er zit ook niks meer in zijn darmen, vermoed ik. Ik moet weer aan het werk. Manlief is gelukkig thuis. Het is druk op het werk, mijn collega is net ziek geweest en er komen op dit moment veel nieuwe opnames binnen, waar wij bij betrokken zijn. Voornamelijk ondervoede en/of slecht etende ouderen, die sondevoeding, bijvoeding of zelfs TPV nodig hebben. Ik doe mijn best om alles zo goed mogelijk te regelen en houdt ondertussen ook contact met het thuisfront. Gelukkig begint Sylvain een klein beetje beter te drinken. Toch voelt het niet zo goed om ver van huis, me druk bezig te houden met andere slecht etende mensen, terwijl mijn kind thuis zo ziek is en niet eet, ook al is hij in goede handen.
Als ik zo mijn blogs terug lees zijn er in zijn leven vaker momenten geweest dat we ons enorm zorgen hebben gemaakt Het helpt niet mee dat we weten dat er al een aantal met dit syndroom zijn overleden na een infectie. We worden weer even heel erg met onze neus op de feiten gedrukt, hoe kwetsbaar ons kleine ventje is. Het gevoel van onmacht en de zorgen die we op zo’n moment hebben, wennen nooit.