De laatste schoolweek

             

De laatste schoolweek, tegenwoordig moet ik zeggen weken, want de middelbare school is al eerder klaar, vind ik altijd erg hectisch en rommelig. De structuur is er helemaal uit, want er gebeuren allemaal andere dingen, zoals schoolreisjes, boeken wegbrengen, rapporten halen, eindgesprekjes voeren, afscheid nemen etc. en dat niet alleen op school, maar ook bij zwemles, voetbal etc.
Ik word er al hyper van, wat moeten de kinderen wel niet en al helemaal de kinderen in het speciaal onderwijs.
Ik probeerde daarom meestal mijn laatste werkdag niet gelijk te laten vallen met die van de kinderen, werkte liever nog even 1-2 week door als zij al vakantie hadden, want dan komt niet alles tegelijk. De laatste werkdagen voor de vakantie zijn vaak ook erg druk, alles moet nog even af, want het kan geen 3-4 weken blijven liggen.
Voor het eerst heb ik hier dus even geen last van. Toch vind ik ook nu de laatste weken wel rommelig en druk.

Direct na ons weekend  Manchester had Lesley zijn schoolreis. Dit was ook gelijk zijn laatste week of eigenlijk waren het nog 2 dagen dat hij op school hoefde te zijn.
Op woensdag moesten de boeken in geleverd en kregen ze hun rapport. Normaal gesproken een kwestie van wegbrengen en ophalen, maar deze mentor vond het leuk als ook de ouders bij de rapportuitreiking aanwezig waren. Joop moest werken, maar ik kon natuurlijk wel even komen.
2 leerlingen hielden nog een presentatie met allemaal leuke foto’s die ze in de loop van het jaar hadden gemaakt in de klas (leve de mobiele telefoon met fotocamera), de mentor zelf had voor elke leerling nog een praatje met een toekomstperspectief wat hij voor de betreffende leerling voor ogen had. Erg leuk gedaan, maar met meer dan 30 leerlingen een hele zit.
De volgende dag volgde het schoolreisje van Sylvain, zoals eerder beschreven een leuke ervaring. Sinds kort doe ik vrijwilligerswerk voor een redactie en houdt dan 1 dag in de week de mail etc. bij. Erg leuk om te doen en soms hoeft er ook helemaal niks, maar ik had nu wel even het gevoel van ‘Wanneer kan ik nog solliciteren?’ want er komen  ineens toch wel erg interessante vacatures voorbij. Zo kun je het als werkzoekende dus toch nog heel druk hebben.
Afgelopen week was Lesley dus al vrij en hoefde niet meer op tijd zijn bed uit. Sylvain, die daar veel meer moeite mee heeft, moest het nog wel, maar vond het eigenlijk niet eerlijk. Daar zaten we dan met z’n tweeën, waarom is Lesley er niet? Waarom hoeft hij niet meer naar school? Tja, hoe leg je dat nu uit.
Op school worden deze week nog 2 verjaardagen gevierd, de klas moet verhuizen van lokaal, er is ook nog een juffendag gepland, maar deze is door verdrietige omstandigheden niet door gegaan en in de ‘oude klas’  werd druk gesloopt en geboord etc. Iets waar Sylvain absoluut niet tegen kan en met hem meerdere leerlingen. Ik snap ook niet hoe je dit als school met speciaal onderwijs en kinderen met een autismestoornis  kan bedenken om dit onder schooltijd te doen. Op de dag dat er daadwerkelijk ‘verhuisd’ moet worden, moeten de kinderen de deur uit. De weersvoorspellingen zijn niet zo best en om de onrust die er al in het lijf van Sylvain zit niet nog groter te maken hebben we in overleg besloten Sylvain maar een dag thuis te laten. De volgende dag echter wordt er dus toch onder schooltijd al gesloopt.
Sylvain  moet dit thuis en bij anderen, die er niet veel van begrijpen waar hij het nu over heeft, in geuren en kleuren vertellen en herhaalt het ook nog eens keer op keer …
Ondertussen zijn we als familie druk bezig het huis op te knappen van onze zieke zus, schoonzus, tante …. Iets wat we met veel liefde doen.
Hectiek en drukte alom en dan moeten de anderen daarnaast ook nog werken, af en toe vraag ik me af hoe ik dat toch al die jaren heb gedaan.
Ondertussen bedenk ik me op het laatste moment dat ik de juffen en de chauffeur nog een afscheidspresentje wil geven. Ik ben niet zo van de kant en klare cadeautjes, maar wil graag iets persoonlijks geven, wat inhoudt dat ik weer aan de knutsel ga. Dit doe ik met veel plezier, het geeft mij voldoening en ook rust om er mee bezig te zijn, maar voorgaande jaren, moest dit dan altijd nog laat in de avond. En het kost altijd meer tijd dan ik vooraf bedenk. Ook nu is dit weer het geval, met het verschil dat ik het nu overdag kan doen of er in elk geval overdag al mee kan beginnen, waardoor ik niet tot in de late uurtjes bezig ben. Wat dat betreft geniet ik er nu maar even van dat ik de dingen met meer rust kan doen.
Ondanks dat voel ik toch de onrust en bemerk ik de onrust dubbel en dwars bij mijn jongste zoon. Hij is echt aan vakantie toe, even niet op tijd z’n bed uit, even niet op tijd z’n bed in (waar moeders ook heel blij mee is) even niet de dagelijkse structuur…

Voor het eerst in al die jaren heb ik samen met mijn kinderen 6 weken vakantie, althans zo ziet het er nu naar uit. Het solliciteren gaat natuurlijk wel gewoon door en daar moet ik nu een ander tijdstip van de dag voor vinden.
Ben benieuwd hoe ik dat zal vinden om 6 weken lang de kinderen om me heen te hebben, hier heb ik geen ervaring mee. We laten wel deze weken de structuur een beetje los. Gaan over in de vakantiestand. Sylvain zal nog steeds zijn 12 uur nachtrust nodig hebben, maar dit hoeft niet meer van 7-7, dit wordt langzaam aan van 9-9 of zelfs 10-10. Gek genoeg kan Sylvain daar heel goed in meegaan, maar des te moeilijker is het om de structuur na de vakantie weer op te pakken.
Dit is echter van latere zorg. Ik ga er nu eerst van genieten. En hoe lekker het vooruitzicht van 6 weken ‘vrij’ me op dit moment ook lijkt, volgend jaar hoop ik toch echt weer maximaal 4 weken vakantie te hebben of ik moet al een leuke baan in het onderwijs kunnen vinden …

               

 

Schoolreisje en attractieparken

          

Zoals ik al eerder aangaf heeft het ook zijn voordelen om niet te werken. Deze wegen niet op tegen de nadelen, maar nu ik dan toch thuiszit, vind ik het fijn om mijn hulp aan te kunnen bieden.
Zo ging ik gisteren met de klas van mijn jongste zoon mee op schoolreisje naar Drouwenerzand. Al weken heeft hij het over het schoolreisje, hij is helemaal enthousiast over  alles wat ze daar kunnen doen en dat zijn mama dan ook nog meegaat, dat maakte het feest compleet. Ook ik had er zin in. De vorige keer dat ik met de klas  mee ging naar de kermis, was me prima bevallen. Zo leuk om al die enthousiaste kinderen te zien glunderen en zo mooi dat de kermisexploitanten in Groningen dit doen voor de kinderen met een beperking.
Groot was dan ook mijn verbazing of eigenlijk mijn verontwaardiging bij het horen van het bericht op tv dat een groep lichamelijk- en verstandelijk beperkte kinderen was geweerd aan de poort van Plopsaland. Bij verder nalezen van de berichten hieromtrent, blijkt het allemaal wel wat genuanceerder te zijn dan het op dat moment gebracht werd op tv, maar ik was bij het horen van het bericht echt in alle staten en vast overtuigd om nooit naar dat park toe te gaan.

De dag begint met een mooie blauwe lucht, met wel wat wolken, maar ook een zonnetje. De voorspellingen zijn echter niet zo rooskleurig, toch gaan we met 3 klassen enthousiaste leerlingen en begeleiders per auto naar Drouwenerzand.
Onderweg begint het hard te regenen. Ook bij het park aangekomen regent het nog, maar het wordt gelukkig al gauw droog.
Vol enthousiasme wandelen de kinderen het park op. Het liefst willen ze, denk ik, alle kanten op stuiven en sommigen doen dat ook wel, maar de meeste kinderen blijven keurig bij de begeleiders en lopen gezamenlijk naar de verschillende attracties.
De groep van Sylvain bestaat uit 8 jongens waaronder 1 jongen in de rolstoel, 2 juffen en 2 moeders. We beginnen bij 2 draaimolens, de rustige veilige vliegtuigjes en de Twister. Het merendeel van de kinderen wil in de Twister. Ook Sylvain wil dit graag samen met met mama, maar nog voordat hij in het bakje zit, rent hij toch maar snel naar de vliegtuigjes. Dat lijkt hem toch leuker (of minder eng).
Hierna hebben de jongens, de botsauto’s ontdekt. Het is nog rustig, waardoor ze steeds opnieuw in de autootjes mogen blijven zitten. De jongen die de botsauto’s bedient, nog een jonge vent, heeft er zelf zichtbaar plezier in om de kinderen van dienst te zijn. Netjes vragen ze hem na elke rit ‘Mogen we blijven zitten meneer?’ Er straalt zoveel enthousiasme af van de kinderengezichten, hij helpt ze met liefde als het even niet helemaal goed gaat (blijven hangen aan de kant, of alleen maar achteruit rijden). Ze zijn hier niet weg te slaan. De big smile is niet meer van Sylvain’s gezicht af te krijgen en dit geldt niet alleen voor hem. Wat heerlijk om te zien hoe óók deze kinderen genieten van een pretpark. Ik word er helemaal warm van …
Op een gegeven moment proberen we ze toch maar even bij de botsauto’s weg te lokken. We willen nog wel wat meer zien van het park. Ook de Oldtimers en het treintje vallen goed in de smaak. Vind het wel grappig om te zien dat er in deze groep toch verschillen zijn. Sylvain durft lang niet overal in, maar vindt het nog heerlijk om bijvoorbeeld in de simpele draaimolen te gaan of in de ballenbak en is zich hier niet van bewust dat dit eigenlijk voor kleine kinderen is, terwijl een ander jongetje in zijn groep toch echt met stelligheid zegt, ‘ Ik ga toch niet in de ballenbak, dat is voor baby’s’.
Ook de trampolines zijn erg in trek, dat ze hier natte voeten krijgen, deert ze niets. Helaas kunnen ze hier niet al te lang van genieten, want dan staan de patatjes al klaar. Voor Sylvain worden de patatjes keurig apart gebakken in een frituurpan die alleen gebruikt wordt voor mensen met een glutenvrij dieet en ook maken ze speciaal kipnuggets met glutenvrije meel. Hartstikke goed geregeld hier.
Na het eten stormen de jongens direct weer op de botsauto’s af. Een aantal gaat nog even in wat andere, gedurfdere attracties, maar komen uiteindelijk ook weer in de botsauto’s. Het wordt inmiddels wat drukker, wat inhoudt dat ze niet meer mogen blijven zitten, maar eerst een rondje moeten rennen. Het gebeurd zelfs dat ze even een beurt moeten wachten, hier is Sylvain erg verontwaardigd over.
Uiteindelijk lukt het om ze over te halen om ergens anders in te gaan, want er komen nu toch wel erg grote puberjongens in de botsauto’s.
Aan het eind van de middag, vlak voordat we weer terug gaan, mogen ze dan toch nog even op het waterplein spelen in de zwembroek. Het is niet echt warm, het regent inmiddels ook een beetje,  maar ze rennen hard heen en weer door de spuitende waterstralen. Ze zijn door het dollen heen.
Moe maar voldaan stappen we vervolgens in de auto, het is heel rustig op de terugweg.
Ze hebben genoten en ik heb genoten van al die blije gezichten. Ik vind het een voorrecht dat ik een dagje mee mocht.

            

Nog nagenietend van de dag denk ik terug aan het bericht op de tv, over het weigeren van kinderen met een beperking in een attractiepark.
Ik vind dit nergens voor nodig. Ouders en/of begeleiders weten zelf heel goed wat wel/niet kan. Deze kinderen genieten al, ook al kunnen ze niet overal in. En zeker een park waar ook nog eens in levende lijve helden van de tv aanwezig zijn, zijn ook of juist voor kinderen met een beperking een hele beleving. Dat kun je ze toch niet weigeren …
Zoals ik al aangaf, zit het volgens mij allemaal wel wat genuanceerder in elkaar en is het bericht op een onjuiste manier naar buiten gebracht. Ik wil hier verder niet opin gaan of over oordelen, … maar als ik naar de blije, glunderende gezichten heb gekeken vandaag, dan weet ik zeker dat alle kinderen hebben genoten, of ze nu wel of niet in veel attracties konden.
Ik kan me voorstellen dat bepaalde attracties niet geschikt zijn voor kinderen met een beperking, zeker niet als ze niet stevig kunnen zitten, maar dat geldt dan ook voor kleine kinderen.  ‘Gewone’ kinderen die (in de ogen van hun ouders en/of begeleiders) nog te klein zijn of het zelf niet durven, gaan toch ook niet in alle attracties en er zijn toch ook genoeg volwassenen die lang niet in alle attracties durven of willen. Ook zwangeren, mensen met hartproblemen, rugproblemen en/of hoge bloeddruk worden geadviseerd niet in bepaalde attracties te gaan, maar zij worden niet geweigerd aan de poort. Doe dit dan ook niet met mensen met een beperking!

Weekendje Manchester/NCBRS Meeting.

       

Voor het derde jaar op rij zijn we dit weekend afgereisd naar Engeland om onze ‘NCBRS vrienden’ te ontmoeten. Vanaf het moment dat we de diagnose hebben gekregen, hoopten we in contact te komen met andere ouders en ook andere kinderen te zien en ontmoeten. Te horen hoe zij zich ontwikkelen, waar ze tegenaan lopen, hoe het gaat met de gezondheid, op school, of ze medicijnen gebruiken, hoe andere ouders omgaan met de soms erg boze buien etc. etc.
Het duurde nog ruim een jaar voordat we voor het eerst in contact kwamen via de mail met andere ouders en bijna 2 jaar voordat we andere kinderen met NCBRS in levende lijve zagen.
De 1e keer waren er naast ons nog 6 families, de 2e keer 13. Na de 1e meeting druppelden er langzaam aan meer families binnen op onze facebookpagina.
Inmiddels ‘kennen’ we 27 andere kinderen over de hele wereld met dit syndroom. Niet allemaal persoonlijk, de meeste contacten verlopen via facebook. 2 van deze 27 zijn inmiddels afgevallen. Zij blijken het syndroom toch niet te hebben.

Eind maart van dit jaar ontvangen we het artikel met nieuws dat het gen voor NCBRS is getraceerd. Nu kan dus in het bloed vastgesteld worden of iemand NCBRS heeft of niet. Sylvain blijkt het daadwerkelijk te hebben, eigenlijk twijfelden we daar niet aan als we hem zagen in vergelijking met de andere kinderen die ook op grond van de uiterlijke kenmerken de diagnose hebben gekregen, maar nu is het dus officieel. Het artikel is erg technisch en in het Engels, dus geheel duidelijk is het me niet. Op de meeting hoop ik hier meer over te horen.

Vol verwachting reizen we per vliegtuig naar Manchester.
Het leek me bij het boeken handig om al in de ochtend te gaan vliegen, zodat we op vrijdag nog tijd hadden om Manchester zelf te bezichtigen.We waren dus al vroeg op pad , hebben vertraging door het slechte weer en bij aankomst regent het pijpenstelen.
Tja, wat nu. Eigenlijk wil ik wel graag iets van Manchester zien, maar na een korte poging, we weten niet precies welke kant we op moeten, en met inmiddels druppende haren, besluiten we de tram naar het hotel maar te pakken.
       

Als we uitstappen, staan we oog in oog met het stadion, Old Trafford. Joop merkt nog op ‘ Ik had het me veel groter voorgesteld’. Het is inderdaad helemaal niet zo groot. Terwijl we erom heen lopen, ons hotel kijkt uit op het stadion, zien we wel wat mooie items, maar het is niet wat we ervan verwacht hadden. Het hotel kunnen we ook niet vinden, alles ziet er heel anders uit dan op de plaatjes en inmiddels zijn we doornat.  We besluiten het toch maar ergens te vragen.
Wat blijkt nu. We lopen niet om het voetbalstadion heen, maar om het cricketstadion. Ineens snappen we waarom het stadion er in onze ogen zo anders uitziet. Een stuk verderop is het voetbalstadion. Als we daar aankomen, snappen we niet hoe we ooit hebben kunnen denken dat het dat andere stadion was. Nu hebben we gelukkig ook snel ons hotel gevonden.
Sylvain vindt het geweldig om zijn vriendjes en vriendinnetjes weer te zien en daarbij gaat het hem niet alleen om de NCBRS kinderen, ook met de broertjes en zusjes kan hij het goed vinden.
Mooi om te zien hoe gemakkelijk de kinderen, zowel de kinderen met een handicap als de ‘gewone’  kinderen met elkaar omgaan. Je ziet dat ze gewend zijn te leven met een kind dat anders is. Ze spreken allemaal verschillende talen of praten helemaal niet, maar het gaat als vanzelf.
Ook Lesley vermaakt zich prima. Met de kinderen kan hij even lekker kind zijn, daarnaast voert hij hele gesprekken in het Engels met de ouders en aanverwanten. Ik ben trots op die jongen, hij gaat niet in een hoekje zitten kniezen, maar voelt zich helemaal thuis en geniet ervan.

             

Zaterdag is de dag van de meeting. We ontmoeten nu iedereen en er is ook 1 nieuwe familie. Het valt me echter wel een beetje tegen hoeveel families er zijn. In totaal met ons 11. 4 families die er vorig jaar waren, zijn er nu niet bij. Van 2 wel begrijpelijk, want die komen van ver, maar de andere 2 komen uit Groot Britannië. Ik had eigenlijk ook nog wel meer nieuwe families verwacht. Jammer.
Dit keer zijn beide artsen van de partij. We krijgen uitleg over hoe het onderzoek tot nu toe is verlopen, wat het inhoudt dat de ‘cause’ is gevonden en vooral dat dit pas het begin is. Ze weten nu waar het foutje zit (SMARCA2), maar het zou kunnen dat dit niet het enige is. Daarnaast functioneert dit gen niet alleen, maar werkt samen met vele andere genen, dus ook dat kan nog van invloed zijn op de symptomen. In het artikel stond nog iets over dat wijzigingen in dit gen ook een rol spelen in bepaalde tumoren, maar dit heeft niets met het syndroom te maken. Dat is een pak van mijn hart.
Er moet nog veel onderzoek gedaan worden. Op dit moment kan nog niks gezegd worden over waarom er verschillen zijn tussen de kinderen, verschillen zijn er natuurlijk altijd, maar  waarom krijgt de een wel epilepsie en de ander niet. Dit lijkt invloed te hebben op de verdere ontwikkeling, waarom kan de een wel praten en de ander niet etc.
De artsen denken in de toekomst, als duidelijk is hoe en wat dat er met medicatie meer gedaan kan worden aan bijv. epilepsie, scoliose, etc.,  maar dan moeten ze eerst meer weten over hoe het allemaal werkt. Dit kan nog jaren duren …
Goed om te horen is dat er op dit moment ook iemand van 39 is met het syndroom. Ouderen zijn nog niet gediagnosticeerd, maar dat kan nog komen. Er zijn nu 55 mensen met het syndroom bekend.
We hebben toch weer nieuwe informatie gekregen, al kunnen we er verder op dit moment niet veel mee. Het meest hebben we aan de onderlinge contacten. Door te praten met andere ouders, te horen waar zij tegen aan lopen, wat ze er mee hebben gedaan etc. daar leer je op dit moment het meest van. Het werd nu ook duidelijk dat er meerdere kinderen veel last hebben van verkoudheid, opgezette slijmvliezen, soort hooikoorts. Door deze contacten is ook duidelijk dat tandproblemen een rol spelen en scoliose komt bij meerdere kinderen voor.
In de verschillende landen zijn zaken omtrent school, dagbesteding etc. heel verschillend geregeld. Sommige dingen zijn of lijken in andere landen beter geregeld, maar ik denk dat bepaalde dingen in Nederland toch helemaal niet zo slecht geregeld zijn, als ik dat zo hoor van anderen. Ook dit soort zaken zijn fijn om te bespreken. We hebben hier iedere keer weer veel aan, maar het mooiste blijft toch om naar de verschillende kinderen te kijken en de overeenkomsten te zien en ontdekken …
Terwijl wij naar de lezingen aan het luisteren zijn en daarna onderling met elkaar in gesprek raken, zijn de kinderen in dezelfde ruimte lekker met elkaar aan het spelen, dit kan zowel binnen als buiten op een afgesloten binnenplaats. Voor de kinderen zijn er knutselspullen aanwezig en er is een tv beschikbaar.
Het verbaasd me iedere keer weer hoe soepeltjes dit toch allemaal verloopt. Niet alle kinderen zijn in staat zichzelf te vermaken of moeten wel degelijk in de gaten gehouden worden, dus een aantal ouders heeft niet alles kunnen volgen, maar echt last van de kinderen hebben we niet en ‘vechten’ doen ze ook niet. Dit schijnt bij Sylvain op school toch regelmatig te gebeuren. Sylvain vermaakt zich sowieso goed. We hoeven hem op zo’n dag nauwelijks in de gaten te houden. Heerlijk.

       

Als welkome afleiding en omdat we er zo dichtbij zitten, besluiten we aan het eind van de dag nog een rondleiding in het voetbalstadion van Manchester United te boeken. Wie weet komen we hier niet weer. Er zijn meerdere families die dit hebben gedaan, maar allemaal op andere tijden.
De jongens genieten zichtbaar, ze vinden het geweldig om in zo’n immens stadion rond te lopen en ook wij genieten er met volle teugen van. Heel wat anders dan ons eigen FC Groningen stadion. 2 jaar geleden zijn we in het Wembley stadion geweest, maar dit is minstens net zo indrukwekkend.

Al met al is het weer een geslaagd weekend. Leuke trip, nieuwe informatie, fijne contacten en het laat ons ook weer relativeren.
Als je Sylvain vraagt ‘Wat vond je nu het leukst’, dan roept hij volmondig ‘ het hotel’. Hij geniet het meest van het spelen met de andere kinderen. Het bezoek aan het stadion, het vliegtuig, de trein, de tram en ook het korte bezoekje aan Manchester op zondag vindt hij leuk, maar het allerleukste blijven toch ‘zijn vriendjes’.

Het is weer zover …

       

Het wordt weer eens tijd dat ik wat ga schrijven, spookt er al een aantal dagen door mijn hoofd.
Door omstandigheden kan ik me er echter niet goed toe zetten om over iets leuks te schrijven. Ik kan me er überhaupt niet goed toe zetten om te schrijven.
Nu had ik bedacht, naar aanleiding van een gezellige koffieochtend met 2 oudcollega’s, om maar een stuk over werk te schrijven. Het gaat nog steeds niet goed met het vak en dat gaat me toch echt aan het hart.
Terwijl ik achtergrondinformatie aan het opzoeken ben, gaat de telefoon.
Ik heb een hekel aan de telefoon. Ik hou niet van bellen en ik heb het gevoel altijd gebeld te worden op het moment dat het mij niet uitkomt. Heel even overweeg ik niet op te nemen, ik ken het nummer niet, maar iets zegt me dat ik het toch maar moet doen.
Op de een of andere manier lukt het me nooit om direct goed te luisteren, waardoor het me nogal eens ontgaat wie ik aan de lijn heb. Iemand stelt zich voor en zegt volgens mij waar ze voor werkt, ik versta iets van Eurocat, daar heb ik wat voor ingevuld over Sylvain. Wat moeten die nu weer van mij? Ze hadden me al eens teruggebeld en zeiden dat het nu klaar was.
Dan vraagt ze me of ik de moeder ben van Lesley. Nu kan ik het helemaal niet meer volgen. Lesley is gaan skaten met een vriendje. Vanmiddag ook al, hij zei dat hij heel voorzichtig was geweest en ook echt zou zorgen dat hij dat zou zijn, want ook hij kent inmiddels zichzelf wat dat betreft. Ik ben er niet gerust op, ik vind dat skaten niks en zeker niet met de reputatie van Lesley, maar kun je het een jongen van 14 verbieden?
Nu begin ik wél goed te luisteren, al snap ik het nog niet. Lesley is gaan skaten bij Kardinge, wat heeft Eurocat hier mee te maken?
Als ik verder luister wordt me duidelijk dat er wat is gebeurd,  hij heeft  geen telefoon bij zich en een monteur staat op het punt om hem naar de 1e hulp te brengen. De vraag is of ik daar wel zo snel mogelijk heen wil gaan.
Het eerste gevoel dat bij me opkomt is boosheid, niet eens schrik of bezorgdheid en ik weet nog niet eens wat er aan de hand is. Voordat ik neerleg heb ik nog wel gevraagd wat er nu precies aan de hand is, maar het is me niet geheel duidelijk. Ze zei iets over een gat in zijn arm …
Gelukkig had Joop dagdienst en is nu thuis, hij is bij Sylvain. Helemaal niet nadenkend roep ik ‘Het is weer zover, Lesley is naar de 1e hulp’. Joop is gelukkig daadkrachtiger dan ik. Hij springt op, kleed zich om en vertrekt naar het ziekenhuis. Ik blijf achter met een huilende Sylvain. Hij is helemaal in paniek, wat is er nu met Lesley. Daar had ik in mijn boosheid helemaal niet bij stilgestaan. Nu pas komt bij mij ook de schrik en vraag ik me af wat er is gebeurd, wat er nu aan de hand is en hoe Lesley eraan toe is. Ik loop snel nog naar beneden, Joop is al weg en heeft zijn mobiel vergeten. Dat duurt nog wel even voordat ik antwoord op mijn vragen krijg … en dan begint ook het schuldgevoel, waarom vraag ik niet direct hoe het met hem is, heel even heb ik hem aan de lijn gehad. Hij wilde me spreken om ‘sorry’  te zeggen.
Terwijl ik Sylvain probeer te kalmeren, dit keer lig ik toch maar bij hem in bed terwijl we dat niet meer zouden doen, dringt tot me door dat de mevrouw waarschijnlijk van de kartbaan is, heet dat niet Eurokart? En ze had het over een monteur. Wat zal er nu weer met Lesley aan de hand zijn en mijn gedachten gaan terug naar al die vorige keren … Hoe vaak zijn we inmiddels al niet met hem op de 1e hulp geweest?

Het begon al toen hij net een jaar was, hij kon net lopen, nog heel wankel. Hij wilde snel naar de salontafel lopen, een tafel zonder scherpe hoeken, toen hij over de voet van mijn zwager struikelde, met zijn hoofd  viel hij op de tafel, met een snee in zijn wenkbrauw tot gevolg, bloeden dat het deed. Hup direct naar de 1e hulp. Mijn zwager reed, Joop zat met zijn arm in het gips, mijn zusje bleef achter, die zat met haar been in het gips …
Een jaar later liepen we met Lesley langs het fietspad. Wij hadden de handen vol boodschappen, op het moment dat er een scooter achterop kwam dartelde Lesley net de kant van het fietspad op, Joop bedacht zich niet en trok hem aan zijn arm terug, met tot gevolg elleboog uit de kom.
Op een gegeven moment was het echt elk jaar vlak voor de zomervakantie raak. Ik kan me niet meer precies herinneren wat hij allemaal heeft gehad, maar 2 dingen kan ik me nog goed voor de geest halen.
De 1 keer kwam een buurman Lesley het huis in tillen. Het was zomers warm, dus hij had weinig kleren aan. We zagen direct de schrammen op zijn been en buik en wilden nog zeggen ‘Wat is dit nu voor aanstellerij’, maar de buurman weerhield ons van commentaar. Hij legde Lesley op de bank en op het moment dat hij zijn arm omhoog deed, keken we in een gapend gat.
Lesley was uit de boom gegleden en aan een afgebroken tak blijven hangen. Onder z’n arm bevond zich een hele grote winkelhaak … Ik heb er niet lang naar gekeken.
Ik weet niet hoeveel verdovingsprikken Lesley heeft gehad en hoeveel hechtingen er wel niet zijn gezet, maar hij heeft zich echt heel kranig gedragen. Hij heeft geen kik gegeven.
De eerstvolgende dagen zaten we dagelijks met hem op de 1e hulp in verband met ontstekingen, maar het is gelukkig allemaal goed hersteld.
Ook de volgens mij laatste keer, 4 jaar geleden kan ik me nog goed herinneren.
Ik was aan het wandelen met mijn zusje en de honden toen Joop mij belde. Ik moest direct thuis komen, Sylvain was even bij de buren, want hij ging nu direct met Lesley naar de 1e hulp.
Lesley was met zijn vriendjes aan het spelen op de grote zakken met rubbers die bij de voetbalvelden stonden voor het aanleggen van de nieuwe kunstgrasvelden. Ze waren tikkertje aan het doen en sprongen van de ene zak naar de andere zak en daarbij was Lesley achter een lus blijven hangen en uit balans geraakt. Hij was rechtstandig naar beneden gevallen en met zijn hoofd op een plank terecht gekomen met tot gevolg een flink gat in zijn hoofd, wat maar bleef bloeden. Maar hij had ook geluk bij een ongeluk. Ik had er niet aan moeten denken wat er was gebeurd als zijn voet niet in de lus was blijven zitten toen hij eenmaal viel….
Hierna is het 4 jaar rustig geweest. We dachten dat we het nu wel hadden gehad met de onhandigheid van ons ADHD kind, toch blijf ik alert en wil ik hem het liefst alle in mijn ogen gevaarlijke dingen verbieden, want hoe het ook zij het lijkt wel alsof het altijd Lesley is die een ongeluk moet krijgen.
Inmiddels is het ruim een uur na het telefoontje. Ze zijn nog niet terug, het zal ook nog wel even duren, ik tik mijn verhaal om bezig te zijn. Ik ben onrustig, wat zal er toch nu weer zijn gebeurd.

2 ½ uur later zijn ze eindelijk thuis. De mevrouw van de kartbaan heeft Lesley zelf naar het ziekenhuis gebracht. Lesley is van een heuvel afgeskated. Toen hij er net opstond vroeg hij zich al af waar hij mee bezig was. Toen het board ook nog heen en weer begon te wiebelen is hij eraf gesprongen, er niet bij nadenkend dat hij veel vaart had. Het lukte hem niet om rennend z’n evenwicht te houden, dus uiteindelijk viel hij voorover in het grind. Hij bekeek zijn lijf en zag in 1e instantie alleen maar schaafwonden, maar toen ontdekte hij een gat in zijn linkerarm. Het 1e wat hij dacht was ‘Wat zullen papa en mama boos zijn’. Bij de kartbaan wilde hij een pleister halen, maar daar zagen ze wel dat dat niet afdoende was.
Dit keer was er gelukkig maar 1 verdovingsspuit nodig om de boel te hechten. Een aantal jaren geleden zei de buurman nog tegen Lesley ‘Als je niet oppast heb je straks een heel winkelcentrum op je lijf’.