Het is weer zover …

       

Het wordt weer eens tijd dat ik wat ga schrijven, spookt er al een aantal dagen door mijn hoofd.
Door omstandigheden kan ik me er echter niet goed toe zetten om over iets leuks te schrijven. Ik kan me er überhaupt niet goed toe zetten om te schrijven.
Nu had ik bedacht, naar aanleiding van een gezellige koffieochtend met 2 oudcollega’s, om maar een stuk over werk te schrijven. Het gaat nog steeds niet goed met het vak en dat gaat me toch echt aan het hart.
Terwijl ik achtergrondinformatie aan het opzoeken ben, gaat de telefoon.
Ik heb een hekel aan de telefoon. Ik hou niet van bellen en ik heb het gevoel altijd gebeld te worden op het moment dat het mij niet uitkomt. Heel even overweeg ik niet op te nemen, ik ken het nummer niet, maar iets zegt me dat ik het toch maar moet doen.
Op de een of andere manier lukt het me nooit om direct goed te luisteren, waardoor het me nogal eens ontgaat wie ik aan de lijn heb. Iemand stelt zich voor en zegt volgens mij waar ze voor werkt, ik versta iets van Eurocat, daar heb ik wat voor ingevuld over Sylvain. Wat moeten die nu weer van mij? Ze hadden me al eens teruggebeld en zeiden dat het nu klaar was.
Dan vraagt ze me of ik de moeder ben van Lesley. Nu kan ik het helemaal niet meer volgen. Lesley is gaan skaten met een vriendje. Vanmiddag ook al, hij zei dat hij heel voorzichtig was geweest en ook echt zou zorgen dat hij dat zou zijn, want ook hij kent inmiddels zichzelf wat dat betreft. Ik ben er niet gerust op, ik vind dat skaten niks en zeker niet met de reputatie van Lesley, maar kun je het een jongen van 14 verbieden?
Nu begin ik wél goed te luisteren, al snap ik het nog niet. Lesley is gaan skaten bij Kardinge, wat heeft Eurocat hier mee te maken?
Als ik verder luister wordt me duidelijk dat er wat is gebeurd,  hij heeft  geen telefoon bij zich en een monteur staat op het punt om hem naar de 1e hulp te brengen. De vraag is of ik daar wel zo snel mogelijk heen wil gaan.
Het eerste gevoel dat bij me opkomt is boosheid, niet eens schrik of bezorgdheid en ik weet nog niet eens wat er aan de hand is. Voordat ik neerleg heb ik nog wel gevraagd wat er nu precies aan de hand is, maar het is me niet geheel duidelijk. Ze zei iets over een gat in zijn arm …
Gelukkig had Joop dagdienst en is nu thuis, hij is bij Sylvain. Helemaal niet nadenkend roep ik ‘Het is weer zover, Lesley is naar de 1e hulp’. Joop is gelukkig daadkrachtiger dan ik. Hij springt op, kleed zich om en vertrekt naar het ziekenhuis. Ik blijf achter met een huilende Sylvain. Hij is helemaal in paniek, wat is er nu met Lesley. Daar had ik in mijn boosheid helemaal niet bij stilgestaan. Nu pas komt bij mij ook de schrik en vraag ik me af wat er is gebeurd, wat er nu aan de hand is en hoe Lesley eraan toe is. Ik loop snel nog naar beneden, Joop is al weg en heeft zijn mobiel vergeten. Dat duurt nog wel even voordat ik antwoord op mijn vragen krijg … en dan begint ook het schuldgevoel, waarom vraag ik niet direct hoe het met hem is, heel even heb ik hem aan de lijn gehad. Hij wilde me spreken om ‘sorry’  te zeggen.
Terwijl ik Sylvain probeer te kalmeren, dit keer lig ik toch maar bij hem in bed terwijl we dat niet meer zouden doen, dringt tot me door dat de mevrouw waarschijnlijk van de kartbaan is, heet dat niet Eurokart? En ze had het over een monteur. Wat zal er nu weer met Lesley aan de hand zijn en mijn gedachten gaan terug naar al die vorige keren … Hoe vaak zijn we inmiddels al niet met hem op de 1e hulp geweest?

Het begon al toen hij net een jaar was, hij kon net lopen, nog heel wankel. Hij wilde snel naar de salontafel lopen, een tafel zonder scherpe hoeken, toen hij over de voet van mijn zwager struikelde, met zijn hoofd  viel hij op de tafel, met een snee in zijn wenkbrauw tot gevolg, bloeden dat het deed. Hup direct naar de 1e hulp. Mijn zwager reed, Joop zat met zijn arm in het gips, mijn zusje bleef achter, die zat met haar been in het gips …
Een jaar later liepen we met Lesley langs het fietspad. Wij hadden de handen vol boodschappen, op het moment dat er een scooter achterop kwam dartelde Lesley net de kant van het fietspad op, Joop bedacht zich niet en trok hem aan zijn arm terug, met tot gevolg elleboog uit de kom.
Op een gegeven moment was het echt elk jaar vlak voor de zomervakantie raak. Ik kan me niet meer precies herinneren wat hij allemaal heeft gehad, maar 2 dingen kan ik me nog goed voor de geest halen.
De 1 keer kwam een buurman Lesley het huis in tillen. Het was zomers warm, dus hij had weinig kleren aan. We zagen direct de schrammen op zijn been en buik en wilden nog zeggen ‘Wat is dit nu voor aanstellerij’, maar de buurman weerhield ons van commentaar. Hij legde Lesley op de bank en op het moment dat hij zijn arm omhoog deed, keken we in een gapend gat.
Lesley was uit de boom gegleden en aan een afgebroken tak blijven hangen. Onder z’n arm bevond zich een hele grote winkelhaak … Ik heb er niet lang naar gekeken.
Ik weet niet hoeveel verdovingsprikken Lesley heeft gehad en hoeveel hechtingen er wel niet zijn gezet, maar hij heeft zich echt heel kranig gedragen. Hij heeft geen kik gegeven.
De eerstvolgende dagen zaten we dagelijks met hem op de 1e hulp in verband met ontstekingen, maar het is gelukkig allemaal goed hersteld.
Ook de volgens mij laatste keer, 4 jaar geleden kan ik me nog goed herinneren.
Ik was aan het wandelen met mijn zusje en de honden toen Joop mij belde. Ik moest direct thuis komen, Sylvain was even bij de buren, want hij ging nu direct met Lesley naar de 1e hulp.
Lesley was met zijn vriendjes aan het spelen op de grote zakken met rubbers die bij de voetbalvelden stonden voor het aanleggen van de nieuwe kunstgrasvelden. Ze waren tikkertje aan het doen en sprongen van de ene zak naar de andere zak en daarbij was Lesley achter een lus blijven hangen en uit balans geraakt. Hij was rechtstandig naar beneden gevallen en met zijn hoofd op een plank terecht gekomen met tot gevolg een flink gat in zijn hoofd, wat maar bleef bloeden. Maar hij had ook geluk bij een ongeluk. Ik had er niet aan moeten denken wat er was gebeurd als zijn voet niet in de lus was blijven zitten toen hij eenmaal viel….
Hierna is het 4 jaar rustig geweest. We dachten dat we het nu wel hadden gehad met de onhandigheid van ons ADHD kind, toch blijf ik alert en wil ik hem het liefst alle in mijn ogen gevaarlijke dingen verbieden, want hoe het ook zij het lijkt wel alsof het altijd Lesley is die een ongeluk moet krijgen.
Inmiddels is het ruim een uur na het telefoontje. Ze zijn nog niet terug, het zal ook nog wel even duren, ik tik mijn verhaal om bezig te zijn. Ik ben onrustig, wat zal er toch nu weer zijn gebeurd.

2 ½ uur later zijn ze eindelijk thuis. De mevrouw van de kartbaan heeft Lesley zelf naar het ziekenhuis gebracht. Lesley is van een heuvel afgeskated. Toen hij er net opstond vroeg hij zich al af waar hij mee bezig was. Toen het board ook nog heen en weer begon te wiebelen is hij eraf gesprongen, er niet bij nadenkend dat hij veel vaart had. Het lukte hem niet om rennend z’n evenwicht te houden, dus uiteindelijk viel hij voorover in het grind. Hij bekeek zijn lijf en zag in 1e instantie alleen maar schaafwonden, maar toen ontdekte hij een gat in zijn linkerarm. Het 1e wat hij dacht was ‘Wat zullen papa en mama boos zijn’. Bij de kartbaan wilde hij een pleister halen, maar daar zagen ze wel dat dat niet afdoende was.
Dit keer was er gelukkig maar 1 verdovingsspuit nodig om de boel te hechten. Een aantal jaren geleden zei de buurman nog tegen Lesley ‘Als je niet oppast heb je straks een heel winkelcentrum op je lijf’.