Een nieuwe plek

blog nieuwe plek        blog nieuwe werkplek 4        blog nieuwe werkplek 3

Met een grote big smile loop je naast me. Het is heerlijk weer en eindelijk is het dan zover. Het jaarfeest. Je loopt al weken met het affiche rond, hebt vele mensen gevraagd of ze ook willen komen, het affiche gaat overal met je naartoe, is in vieren gevouwen en door het vele open en dicht vouwen zijn er duidelijk vouwlijnen zichtbaar, waardoor de tekst en het plaatje al wat zijn verbleekt. Een groter affiche hangt inmiddels op ons raam en iedereen die het maar horen wil, vertel je erover. Op je werk heb je er natuurlijk ook veel over gehoord. Iedereen is er mee bezig. Al een paar weken treffen jullie, naast het gewone werk, voorbereidingen. Wat jij hiervan allemaal precies hebt meegekregen weet ik niet, maar je hebt er in elk geval heel veel zin in. Vorig jaar waren we ook aanwezig, maar toen als toeschouwers, die vooral een kijkje kwamen nemen op deze misschien wel nieuwe dagbestedingsplek voor jou en wilden zien of/hoe de werknemers het hier naar hun zin hebben, hoe ze met elkaar omgaan en of het ons een plek leek waar we jou wel zagen werken. Het voelde goed en nu ben je zelf een onderdeel van het team.
Als we aankomen is het al een drukte van belang. De verschillende standhouders, die vandaag op de ‘braderie’ staan, zijn druk bezig hun kraampjes in te richten. De begeleiding loopt heen en weer, de cliënten die al aanwezig zijn te instrueren waar nodig, om de laatste hand aan alles te leggen. Wij stappen net als anders jullie kantine binnen, maar hier zit nu niemand rustig de dag te beginnen met een kop koffie of thee. Het is hectiek alom. Wij weten even niet wat jij nu moet doen. Jij weet het niet en ik kan je er niet bij helpen, dus we gaan maar op zoek naar iemand die dit wel weet. Even voel je je een beetje verloren, maar al gauw ga je op in de drukte en ben je mij ook al vergeten. Ik zeg je gedag en zeg dat wij vanmiddag langs komen. Je kijkt al niet meer naar mij om.

Inmiddels is het zo’n negen maanden geleden dat je op deze plek bent gestart met een paar dagen proefdraaien, ook wel stagelopen genoemd. Nadat wij drie verschillende plekken hebben bezocht en uiteindelijk hebben gekozen voor deze plek, waarbij we er toch nog niet helemaal zeker van waren of dit wel de juiste keuze was, ben je naast het KDC hier één dag in de week naartoe gegaan.
Mijn twijfels over of dit wel een juiste plek was, waren snel weg. Al vanaf dag één had je het hier ontzettend naar je zin. Al de 1e dag bij binnenkomst voelde jij je op je gemak, je melde je bij je begeleider en werd wegwijs gemaakt waar je je kon omkleden, etc. Zelf stond ik er wat verloren bij. Gewend om als ouder ook aandacht te krijgen, zoals op het KDC, maar hier gaat dit anders, de meeste cliënten komen zelfstandig naar hun werkplek.
Na kort nog even te hebben overlegd, ben ik daarom maar weggegaan, maar het voelde toch wel een beetje gek. Ik had aangegeven, dat ze me mochten bellen, als je het niet vol kon houden, maar toen ik je rond vijf uur kwam halen, was je nog druk aan het dweilen met een grijns van oor tot oor. Je had het duidelijk naar je zin. Op weg naar huis vertelde je nog wel het één en ander, maar eenmaal thuis stortte je in. Je wilde niet meer praten, was uitgeblust, maar de volgende week ging je vol enthousiasme weer naar je stage.  Na de drie proefdagen was voor ons wel duidelijk dat dit een goede plek is voor jou. We hoopten dat ook de begeleiding hier zo over dacht,  dat je goed in de groep past en/of niet teveel begeleiding nodig hebt. Gelukkig was tijdens het evaluatiegesprek al gauw duidelijk dat ook zij het zagen zitten met jou. Je past prima in de groep, bent nog wel wat jong, maar brengt hierdoor ook weer een andere dynamiek in de groep.
Vanaf die tijd ben je eigenlijk al vlot overgegaan op twee dagen in de week ‘werken’ en daarnaast nog drie dagen KDC, waar je met steeds minder enthousiasme naar toe gaat. Het einde van de week, is jouw favoriet.
In de tussentijd heb je ook al twee feesten meegemaakt en een borrel die jullie mochten verzorgen voor iemand die zoveel jaar in dienst was. Hier geniet je echt van. Vooral de beide feestavonden met Halloween en Carnaval vond je geweldig. Verkleed heen in de avond, muziek, dansen en een ‘biertje’ erbij en dat zonder papa en mama. Als ik je ophaal sta ik stiekem nog even naar binnen te gluren, voordat jij me ziet en zie je stralen en er ook helemaal bij horen.

We zitten lekker op het terras, je vader, broer, zijn vriendin en ik. Jij bent in geen velden of wegen meer te bekennen. Opa en oma zijn net ook even langs geweest, evenals familie van je schoonzus en twee begeleiders van je KDC. Je vindt het geweldig dat ze zijn gekomen. Laat ze trots het één en ander zien, staat een tijdje netjes achter de boeken in het standje waar jij vandaag ‘je werk’ doet, maar je bent ook veel weg om te kijken wat er verder allemaal gebeurd en te zien is, je staat bezoekers te woord en laat ze het één en ander zien, hebt het gezellig met je collega’s. Het is ons wel duidelijk dat je je hier thuis voelt, dat je het naar je zin hebt. Wij hebben hier rustig rondgelopen en zien niet alleen dat jij het naar je zin hebt hier. Ook je collega’s lijken het op deze plek goed naar hun zin te hebben. De plek bestaat inmiddels tien jaar en er hangen foto’s van tien jaar jaarfeest. We herkennen hierop een deel van de begeleiders en cliënten. Waarvan toch een aardig deel hier al vanaf het begin werkt. Het doet ons goed om dat te zien. Dat geeft ons wel het gevoel dat het een goede plek is. Zowel voor begeleiders om te werken alsook voor cliënten om deze plek te hebben als dagbesteding.  Terwijl wij rustig op het terras in het zonnetje zitten, observeren we het hele reilen en zeilen om ons heen. Het voelt goed, het is goed, we hebben een goede keuze gemaakt.
Als het feest achter de rug is gaan wij naar huis. Jij blijft nog even gezellig samen eten met je collega’s.
Als ik je na het eten ophaal, zie je er moe uit. We lopen samen terug naar huis en dan vraag jij: ‘Is het nu afgelopen? Wanneer is dan het jaarfeest?’ Ik kijk je even onbegrijpelijk aan en zeg dat het de hele dag jaarfeest is geweest en dat het nu is afgelopen. Ik zie de vertwijfeling in je gezicht, het is even stil en dan zeg je: ‘Ik dacht dat het binnen was.’
Opeens valt bij mij het kwartje. De vorige keer dat je een feest had (Halloween en Carnaval) had je ook een affiche meegekregen naar huis, waar dit opstond. Het feest was na een gewone werkdag in de avond. Dit had je nu ook verwacht van het jaarfeest. Het is de hele dag een bijzondere dag geweest, anders dan een normale werkdag, maar je had wat anders in je hoofd en hebt alles overdag gewoon gezien als een werkdag, niet als een feest. Als ik je vraag of je had verwacht dat je ’s avonds zou dansen en een ‘biertje’ zou drinken, beaam je dat. Juist dat ‘biertje’ drinken, is voor jou een feestje.
Opeens besef ik dat jij wel de hele tijd met een affiche rond kan lopen, maar je kan niet lezen, dus weet je niet wat erop staat. Wij weten dat wel, maar vergeten blijkbaar dat voor jou niet direct duidelijk is wat het dan voor feestje is. Volgend jaar toch maar even duidelijker uitleggen om teleurstelling te voorkomen.

Taxivervoer

scan0001    DSC05395    DSC06835

Het is nog vroeg. Vandaag moet je weer naar het KDC, waar je al op tijd voor wordt opgehaald door de taxi. Als ik opsta bedenk ik me, dat ik niet meer weet of je nu al weer beter staat gemeld. Met al die keren ziek de laatste tijd en twee dagbestedingsplekken, ben ik het even kwijt. Toch maar even bellen voor de zekerheid, maar dan bedenk ik me dat je vanaf deze week met een ander taxibedrijf wordt vervoerd. Hiervan hebben we wel een mail ontvangen dat het wordt gewijzigd, met de naam van het taxibedrijf, maar verder geen nummer. Ziek en beter meldingen gaan normaliter via het KDC, maar zij zijn nog niet bereikbaar. Als ik de informatie uit de mail goed heb begrepen, zal er niet veel veranderen aan de ophaal- en brengtijden en is er grote kans dat ook de chauffeur gelijk blijft. In de loop der jaren is er al zo vaak wat gewijzigd in vervoer, hebben we al zoveel verschillende taxichauffeurs zien komen en gaan, dat ik het voor kennisgeving heb aangenomen. In de beginjaren kon ik me er nog wel druk om maken. Weer een andere chauffeur. Vooral als we op dat moment juist een goede hadden, was het daarna maar weer afwachten wie we er voor terug kregen. Ik weet niet hoeveel chauffeurs we inmiddels hebben zien komen en gaan, ik ben de tel kwijtgeraakt. Nu is het wel onhandig, want ik weet niet wie ik moet bellen, dus maar afwachten of er iemand komt en zo ja wie en hoe laat.
Jij bent vanochtend gelukkig redelijk te genieten. Dat is de laatste tijden wel anders geweest. Het vroege opstaan is niet jouw ding, nooit geweest, maar helemaal niet nu je op je ‘werkdagen’ pas om 10 uur hoeft te beginnen en je het daar ook meer naar je zin hebt, dan op het KDC. Maar gezien wij het nog niet helemaal rond hebben met opvang, we in één keer 4-5 dagen ‘werken’ voor jou wat teveel vinden, doen we het nog even zo.

Het is inmiddels kwart voor 8. Jij bent er helemaal klaar voor, maar de taxi is er nog niet. Je hebt geen besef van tijd, kunt niet klokkijken, jij bent klaar, dus de taxi moet er ook zijn. Ik vertel je dat er een ander taxibedrijf komt en misschien ook een andere chauffeur en dat ik niet weet of de taxi op dezelfde tijd komt. Het zegt je niets. Je vraagt wel of er een andere chauffeur komt. Het lijkt je niet uit te maken, ook jij hebt al met zoveel chauffeurs van doen gehad. Met de één kun je het beter vinden als met de ander. De één voelt je ook beter aan, als de ander. Soms ben je blij dat je een andere chauffeur krijgt, maar naarmate je ouder wordt maakt het je ook minder uit (denk ik).
Even later zien we een taxibusje voorbij rijden. Hij komt echter niet terug. Het loopt dood bij ons, dus hij moet toch ergens gebleven zijn. In eerste instantie zien we hem een stukje verderop staan, maar even later lijkt hij weg. Jij wil toch even poolshoogte nemen en ik laat je die kant op lopen.  De chauffeur, een nieuwe chauffeur, heeft de taxi iets verder weggezet, buiten ons gezichtsveld. Hij denkt dat hij te vroeg is en wil nog niet aanbellen. Hij stelt zich netjes voor, rijdt sinds gisteren deze rit en moet het nog allemaal uitzoeken. Sylvain heeft direct praatjes, de man komt vriendelijk over, toch moet ik wel even slikken als mijn zoon even later met deze chauffeur wegrijdt. Hij is de eerste die gehaald en gebracht wordt. Voor de zoveelste keer moet ik mijn kind, aan een min of meer vreemde toevertrouwen. Het is toch iedere keer weer moeilijk, om je zo te laten gaan en weer besef ik dat, ook al is het de zoveelste chauffeur aan wie ik je meegeef, hij voor een organisatie werkt, etc. etc., je toch een kwetsbaar kind blijft en ik maar het vertrouwen moet hebben dat die ander goed voor je zal zijn. Ik vind het toch prettiger als je niet als enige in de taxi zit. En weer ben ik blij dat we een dagbestedingsplek hebben gevonden, zo dichtbij, dat we je straks helemaal niet meer met de taxi hoeven te laten gaan. Voor ons is het wel meer gedoe, je begint later, we brengen en halen je zelf, de tijden sluiten minder goed aan bij ons eigen werk,  maar dit stukje kunnen we na zoveel jaren afsluiten.
Het voelt sowieso niet meer helemaal goed om je naar het KDC te laten gaan. Jij gaat er niet meer met zoveel plezier heen als in je begintijd daar. De laatste jaren zijn er veel veranderingen geweest, er zijn veel kinderen al weggegaan, waarvoor nieuwe, jongere kinderen terug zijn gekomen, er is op een gegeven moment veel wisseling in personeel geweest en jij bent het daar gewoon een beetje ontgroeit. Begrijp me niet verkeerd, het is en blijft een prachtige plek en we zijn blij dat we je daar zoveel jaren met een goed gevoel, met fijne begeleiding, waarmee we korte lijntjes hebben, hebben kunnen laten vertoeven. Maar de tijd is rijp voor wat anders.
Al vanaf het begin dat je naast het KDC bent gestart op je eerste ‘werkplek’ horen we niets anders dan ‘Moet ik naar school( het KDC)’? Je laat duidelijk merken dat je het hier niet meer zo naar je zin hebt. Je bent blij als de dagen zijn aangebroken dat je naar je ‘werk’ mag. Daar heb je het nu meer naar je zin, je voelt je hier op je plek. Je bent de jongste, kijkt nog wat op tegen de anderen en leert van hen. Je hebt meer vrijheid en kunt weer stapjes vooruit maken. Maar vooral is alles hier nieuw, een uitdaging. Ik hoop dat je het nog lang leuk blijft vinden.

Nog een paar weken en dan kunnen we dit hoofdstuk echt sluiten. Zoals ik al aangaf, we hebben vele chauffeurs zien komen en gaan, hele verschillende mensen. De één is uitermate geschikt als chauffeur voor deze kwetsbare groep kinderen, maar er zaten er ook tussen, waarbij ik me afvroeg waarom ze in vredesnaam voor dit werk hadden gekozen. Of was het geen echte keuze? Chauffeurs die op de klok zaten te kijken als het even iets langer duurde voordat je klaar was, omdat het nu eenmaal niet altijd vlekkeloos loopt in de ochtend. Hoe meer wij pushen om op te schieten, des te langer het bij jou duurt, lijkt het wel. Tijdsargumenten werken niet. Je hebt er geen idee van dat je, doordat je niet wakker kan worden, later uit je bed stapt. Daarna gaat gewoon alles zoals alle andere ochtenden en zul je geen stap harder doen. Daarnaast gebeurd het nogal eens dat je, vlak voor dat de taxi er is, bedenkt dat je het één of ander mee wilt. Dit mag niet, dat is ook al zo vaak uitgelegd en besproken, maar je snapt het niet of hebt er geen boodschap aan. Als jij iets in je hoofd hebt, dan moet het zo gebeuren, dit levert keer op keer weer strijd op in de ochtend. Sommige chauffeurs lijken niet te snappen dat dit zo werkt bij (deze) kinderen.
Maar we hebben ook genoeg prettige chauffeurs gehad, met engelengeduld, die wel goed weten hoe ze met deze kinderen om moeten gaan. Aan wie je je kind met een gerust hart meegeeft (ook al duurt het wel even, voordat dit gevoel er is). Toch weet ik niet meer wie dit allemaal waren. Eén chauffeuse is ons wel bij gebleven. Zij heeft echt hart voor de kinderen, heeft je meerdere jaren achtereen vervoerd en ook al is dit jaren geleden, we zien en spreken haar nog geregeld.
Vanochtend overviel me toch ineens het gevoel dat ik blij ben dat ik je straks niet meer aan de zoveelste chauffeur mee hoef te geven, al zul je vast in de toekomst ook nog wel gebruik gaan maken van vervoer.