Mijmeren op de bank

Als ik wakker word, is het nog donker buiten. Minder donker als op de dagen dat ik naar het werk ga, maar nog te donker om zonder licht te kunnen lezen. Gelukkig staat de kerstboom er inmiddels en zijn er vele andere lichtjes in de vensterbanken aanwezig om het gezellig te maken.
Vorig jaar waren we nog druk bezig met klussen in deze tijd van het jaar. Dit jaar kan ik genieten van de gezelligheid in huis. Lekker nog even in alle rust lezen onder het genot van een kopje koffie met de subtiele lichtjes aan. De mannen zijn al naar het werk en mijn jongste zoon ligt nog in bed. Heerlijk, nog even tijd voor mezelf. Gun jij je dat ook zo nu en dan en kan jij daar ook zo van genieten?

De sneeuw was vroeg dit jaar, of is dat alleen maar een gevoel dat ik heb? Helaas blijft de sneeuw tegenwoordig niet lang meer liggen, de temperatuur blijft niet echt onder het vriespunt, waardoor het daar de kans niet toe krijgt. Ik ben geen wintermens, maar geniet wel van een witte wereld, met bomen en stuiken die helemaal wit zijn van sneeuw en/of rijp, een lekker zonnetje erbij, dikke kleren aan en dan lekker naar buiten. Inmiddels is het weer grauw en grijs en blijft het lang donker buiten.
Ik heb de laatste twee weken veel verschillende weersomstandigheden ervaren op weg naar en van het werk. Op de terugweg naar huis is het met regenachtig weer donker en dan ook echt donker, want met de bewolking kan de maan ook niet zijn licht doen schijnen. Als het dan ook nog regent, is het zicht echt slecht.
Dan vind ik het nog prettiger om te rijden in lichte mist. Dit heeft wat mysterieus, de flarden mist over de velden. Het voelt dan op de één of andere manier ook minder donker. Vooral in de ochtend kan ik daar van genieten. De misbanken over de met rijp bedekte velden en als dan de zon vervolgens heel voorzichtig toch ook nog een beetje door kan komen, is het plaatje compleet.
Gezellig vind ik het ook om te rijden door een landschap waar je van alle kanten verlichte huizen ziet. Het lijkt wel alsof mensen steeds vroeger beginnen met hun huis te versieren en niet alleen binnen, maar ook steeds meer buiten. Ik vind het leuk om te zien en het maakt ook de rit naar huis wat minder donker.
Zo zit ik te mijmeren op de bank, terwijl ik de tractoren verlicht voorbij hoor en zie rijden. Wat toch een heerlijk plekje, hier op de bank voor het raam. Van lezen komt niet zoveel.

Bijna een jaar geleden trokken we in dit huis, alle seizoenen hebben we nu meegemaakt en ik kan zeggen (na even een dip na onze vakantie) dat ik er echt volop van geniet. De laatste jaren heb ik tijdens de ritten naar en van het werk naar huis, veel gekeken naar al die huizen in de velden op het platteland. ‘Zou ik daar ook kunnen aarden? Wat lijkt me een leuke plek om te wonen?’; zijn gedachten die vaak door mijn hoofd zijn gegaan. Vooral in de zomerperiode. Dan leek het me zo heerlijk om meer buiten te wonen, meer ruimte om me heen, een grotere tuin om lekker in te zitten, zonder heel veel verschillende buren, en gesprekken die ik letterlijk kon volgen, om me heen. Maar zou het in de donkere maanden ook nog wel zo leuk zijn, vroeg ik me dan vaak af. De afstanden als het slecht weer is. Niet even makkelijk lopend naar de winkel als het te glad is voor de fiets. Maar aangezien ik de laatste jaren toch al veel meer afhankelijk was van de auto voor mijn werk, werd dit steeds minder belangrijk.
Inmiddels kan ik zeggen, dat ik zowel in de winter, de lente, de zomer en herfst, geniet van dit nieuwe stekje. We hebben veel regen gehad, maar ook dan is het hier gewoon gezellig.
Vorig jaar hebben we ons net voor de Kerst hier geïnstalleerd (laat op Kerstavond, hadden we het grootste deel van de spullen over) en hebben hier onze 1e Kerst gevierd. Echter, moest het oude huis nog echt leeg en schoon voor de overdracht op 2 januari. Echt genieten van de periode tussen Kerst en Oud en Nieuw hebben we toen niet kunnen doen.
Ik hoop dus dit jaar lekker te kunnen genieten van de aanloop naar de kerstdagen en de periode tussen Kerst en Oud en Nieuw. Als ik zo om me heen kijk, naar de gezellige lichtjes, moet dat wel gaan lukken en wat het weer betreft, daar laat ik me niet door leiden. Alhoewel … een witte Kerst toch wel erg leuk zou zijn.
(Geschreven 13-12-2023)

Lange wintermaanden

foto lange wintermaanden       foto sneeuw 2      foto Dolemieten

Al jaren heb ik moeite met de wintermaanden, en dit zijn voor mij dan echt de maanden januari en februari. In december heb ik dat gevoel nog niet echt, dan zijn er nog de feestdagen waar ik me op kan verheugen. Of eigenlijk niet echt de feestdagen zelf, dat hoeft van mij allemaal niet zo, maar wel het feit dat we dan met elkaar in elk geval een paar dagen extra vrij zijn. De sfeer rond kerst en oud & nieuw is toch altijd wat anders dan de rest van het jaar, vind ik.  Als dit alles achter de rug is, lijkt het wel alsof de tijd veel langzamer gaat dan de rest van het jaar.
Dit jaar heb ik dit gevoel echter helemaal (nog) niet. Januari is omgevlogen, ik geniet er van dat de dagen al langer worden. Af en toe zie ik de zon alweer opkomen, voordat ik op mijn werk ben en als ik naar huis ga (en ik ben een beetje op tijd) is het nog licht. Waar zal dit hem in zitten? Heeft het te maken met ouder worden? Genieten van de kleine dingen of heb ik het gewoon te druk. Grappig vond ik wel dat mijn (stuk jongere) collega vorige week nog zei dat ze januari zo lang vond duren en daardoor was ik me er extra van bewust dat ik dat gevoel momenteel dus helemaal niet heb.
Ondanks dat de dagen nog heel erg wisselen, de ene keer grauw en grijs, met of zonder regen. De andere keer mooi zonnig met zo nu en dan wat sneeuw (dit laatste ben ik niet zo blij mee op het moment dat ik de weg nog op moet), heb ik niet dat zelfde gevoel als ‘vroeger’ dat het nog zo lang duurt voordat ‘het mooie weer’ er weer aankomt. Misschien komt het door het ouder worden of omdat ik het te druk heb om hier nog bij stil te staan, maar misschien ook wel omdat ik me in deze tijd van het jaar bezig aan het houden ben met vakantie plannen, huizen uitzoeken en als dit is gebeurd rondkijken wat er allemaal in de omgeving is te doen. Als ik even de tijd heb, ga ik hiernaar op zoek.

Onze zomervakantie is inmiddels gepland. We hebben vaak vooraf geen vast omrande ideeën, maar als anderen (meestal op het werk, omdat bekeken moet worden wie wanneer weg kan) beginnen over de vakantie, krijgen wij ook het gevoel toch maar eens rond te kijken waar we deze zomer naar toe kunnen. Het hangt vaak wat van de omstandigheden af (zoals vorig jaar, toen we niet gezamenlijk in de schoolvakanties weg konden en eind juni toch al in Engeland waren) of wat we toevallig ergens tegen komen (zoals dit jaar een artikel over de Dolomieten) waar we naar gaan zoeken. Eenmaal bezig met zoeken in een bepaalde omgeving, worden we vaak steeds enthousiaster. Er zijn zoveel mooie plekken op aarde, waar we het bestaan niet van weten. De Dolomieten zijn we ooit een keer, zo’n 15 jaar geleden, door heen gereden, maar nooit aan gedacht dat dat ook een mooie bestemming is om te vertoeven. Na de mooie, groene bergen in Engeland en de ruige bergen aan het begin van de hooglanden in Schotland, trekt opnieuw een vakantie in de bergen ons wel aan. We ontdekken schitterende hoge bergpartijen in de Dolomieten. Hoe meer ik rond surf op het net, des te enthousiaster ik word. Ondertussen zoek ik naar huizen in de omgeving, waar we wel willen verblijven. Dagen, weken (tussen de bedrijven door, ik heb geen tijd om hier continue mee bezig te zijn) kan ik hier zoet mee zijn. Dit keer heb ik heel wat huizen gevonden, maar steeds was er wel iets, waardoor het niet helemaal geschikt was. Of het was toch niet helemaal de juiste plek om de bergtoppen te bezoeken waar wij graag heen willen, of het was bij anderen in huis, of er zijn teveel trappen in het huis, etc. etc. Ik ben niet rustig voordat we eindelijk wat hebben gevonden en de zaak rond is. Pas dan kan ik me ook echt op de omgeving rondom de plek waar we heen gaan focussen. Je ziet, het lijkt me helemaal in zijn greep te hebben, maar tussendoor moet er gewoon gewerkt worden en ben ik druk bezig met van alles te regelen voor mijn zoon die bijna 18 wordt. Normaal gesproken een leuke leeftijd, eindelijk volwassen, meer rechten, maar verder veranderd er eigenlijk niet zoveel. Hoe anders is dat als je 18 wordt voor de wet, maar dat in doen en laten niet bent en ook nooit zult worden. Hier komt veel meer bij kijken en zorgt ervoor dat ik het 18 worden van mijn jongste eigenlijk helemaal niet zo leuk vind.
Misschien dat ik me daarom naast het werk en al deze regelzaken wel extra stort op het uitzoeken van een leuke vakantiebestemming en de bezienswaardigheden die we kunnen gaan bezoeken.

Het duurt nog wel even, maar ik kan me nu al verheugen op onze aankomende vakantie en met de technieken van tegenwoordig, kan ik overal en op elk moment even kijken naar onze bestemming en de omgeving. Heerlijk. We zijn zelfs al bezig met ons wat te verdiepen in onze bijzondere vakantie van volgend jaar. Op deze manier kom ik de wintermaanden wel door.
Dit alles zo schrijvende ben ik wel benieuwd hoe jij tegen de wintermaanden aankijkt. Vind jij dat de wintermaanden lang duren, of heb je hier helemaal geen last van? Ben je misschien meer een wintermens en geniet je van de lange avonden in huis, verwarming aan, gordijnen dicht en met een boek of film op de bank? Herken je het, dat dingen veranderen naarmate je ouder wordt of je het te druk hebt om het maar op te merken? Kan je je net als ik al helemaal verheugen op de zomervakantie of is dit nog te ver weg?

Een gezellige wandeling met een goed gevoel, een doel, herinneringen en oog op de toekomst

01        02        03

Sylvain zit inmiddels al drieënhalf jaar op het KDC op een ideale plek aan de rand van het Stadspark. Hij heeft het hier naar zijn zin en wij als ouders zijn heel blij met deze plek voor hem. Dagelijks wandelen ze in het park en Sylvain vertelt hier vaak over. Wat ze hebben gedaan, waar ze naartoe zijn gelopen, enzovoort. Wij woonden vroeger vlak bij het park. Weliswaar precies aan de andere kant, maar we wandelden best vaak in het park, dus ik weet in grote lijnen waar hij het over heeft. Waar ze precies langs wandelen weet ik niet. Daar heb ik mijn eigen voorstelling van gemaakt in mijn hoofd. Eén keer ben ik meegelopen of misschien wel ze tegemoet gelopen op het moment dat ik Sylvain ophaalde van het KDC.
Al een tijd ‘werkt’ Sylvain op de kinderboerderij in het park. 1-2x in de week gaat hij daar met een paar groepsgenoten en de begeleiders naartoe om poep te scheppen. Iets wat hij ook op de ZML school waar hij voorheen zat graag wilde, maar toen zat hij in de andere groep die alleen maar papiertjes prikte op de kinderboerderij. Hier was meneer al snel flauw van. Hij wilde ook helpen in de stallen. De overalls en laarzen waren echter te groot voor hem, dus hij kon niet in de andere groep. Erg teleurgesteld was hij hier over.  Maar nu mag hij dus wekelijks ‘poepscheppen’ en hij vindt het prachtig. Vol enthousiasme vertelt hij hier over. Gezien Sylvain bijna zeventien is en maar tot zijn achttiende op dit KDC kan blijven, moeten we op zoek naar een andere plek. Een plek voor dagbesteding, waar hij kan gaan werken. Ik vind het best moeilijk dat hij straks afscheid moet gaan nemen van deze mooie plek. We moeten dus iets anders gaan vinden waar hij zich net zo op zijn plek voelt als hij nu doet. Een ‘werkplek’, maar wat zal een goede plek zijn? Het lijkt me dus goed om een keer mee te gaan kijken op de kinderboerderij om te zien hoe hij het hier doet. Of we moeten zoeken in deze richting of in combinatie met wat anders. Want is het werk op een boerderij (als dit de hele dag gebeurd) niet veel te zwaar voor dit kleine, iele mannetje met scoliose?

Vandaag is het dan zover. Ik ga met Sylvain een groepsgenootje en één van de begeleiders lopend vanuit het KDC naar de kinderboerderij. Sylvain is blij dat mama mee gaat. Ze heeft al gekeken bij de fysio, thee mee gedronken en nu lopen we samen door het park. In tegenstelling tot wat ik verwacht had, slaan we vanaf het KDC niet rechtsaf de lange laan op, maar steken we deze over en komen direct in het park. We lopen over kleine bospaadjes en Sylvain vertelt me enthousiast over de daslook, die hier groeit. Hij laat het me zien en ruiken. Een tijdje geleden thuis vertelde hij hier ook al over bij het zien van de plant. Dat een groepsgenootje van hem dit opeet en dat hij dit helemaal niet lekker vindt. Hij heeft het duidelijk dus ook een keer geproefd. Ik heb nog nooit gehoord van daslook, dus dacht dat het niet bestond en dat hij iets anders bedoelde. Niet dus. Het bestaat echt, groeit hier in overvloed en een groepsgenootje eet dit inderdaad steeds op. Leuk dat mijn zoon mij, zo vol enthousiasme, ‘zijn vertrouwde omgeving’ laat zien. We slaan een ander pad in en ineens herken ik de bloementuin. Hier wandelden we vroeger vaak met mijn ouders. Ik wist niet dat het zo dichtbij het KDC was. Voor ons was het vroeger een heel eind lopen.
 ‘Is het nog ver’, vraag ik al zuchtend aan mijn vader. Het is weer zondag en ik loop hier samen met mijn vader, moeder en zusje door het park. Mijn vader voorop, fototoestel in de aanslag. Wij sjokken er achteraan. Naarmate ik ouder word, vind ik het steeds minder leuk om zo’n eind te lopen. Papa wil naar de bloementuin. Daar kun je zulke mooie foto’s maken en wij moeten maar weer poseren. Mijn zusje loopt nog wel enthousiast achter mijn ouders aan. Zij is ook een stuk jonger dan ik. Vindt het nog niet zo erg om hier onze tijd te verdoen. Ik had liever wat anders gedaan. Even lekker gezellig chillen bij opa en oma. Ik vind de bloemen wel mooi om te zien, maar heb niet zoveel zin om dat hele stuk te lopen. En dan weer foto’s maken. Kost ook allemaal tijd’.
04        05        06
‘Gezellig hè mam’, haalt mijn zoon mij uit mijn gedachten. We lopen inmiddels de bloementuin uit, een lange, bredere laan op en kijken aan het einde op een heuvel. Sylvain loopt naast me en geniet van alles om zich heen. We horen de vogels enthousiast zingen en Sylvain vertelt, aangevuld door zijn begeleider, over een roofvogel die ze hier laatst hoorden, maar niet hebben gezien. Ook een specht horen ze hier regelmatig. Leuk om hier nu zo met mijn zoon rond te lopen. Hij voelt zich hier duidelijk thuis. Dit is het gebied waar hij dagelijks wandelt. Wij wandelen samen ook wel veel, maar niet hier.  Dat is echt al best lang geleden. En op dit stuk waar we ons nu begeven hebben we samen nog nooit gewandeld. Inmiddels komen we aan bij de heuvel, welke ik inmiddels ook herken. Hier heb ik een aantal jaren geleden, regelmatig gewandeld met de wandelclub, waar ik destijds bij zat. We deden hier regelmatig wandeltrainingen. De heuvel op en weer af, eromheen en er vervolgens weer op. Ook kwam ik hier vroeger met mijn ouders regelmatig.
Het is winter, het heeft flink gesneeuwd. Yes, het heeft genoeg gesneeuwd om met onze slee naar het park te gaan en papa en mama willen wel mee naar de grote heuvel, waar je zo heerlijk met je slee naar beneden kan roetsjen. Mijn zusje en ik kunnen niet wachten totdat we gaan. Onze mooie houten slee staat al klaar. In het park aangekomen, zien we dat we niet de enigen zijn met dit idee. Het is druk. Er lopen al veel kinderen met ouders richting de bult (zoals wij het noemen). We moeten eerst wel een stuk met de slee omhoog lopen naar de plek waar we lekker naar beneden kunnen roetsjen. We gaan wel samen met zijn tweeën op de slee, mijn zusje achterop en ik ervoor, maar we willen ook ieder alleen. We hebben maar één slee, dus dan moeten we om en om. Het lopen naar boven, vind ik minder leuk, maar als ik dan eenmaal aan de top sta en op de slee ga zitten, geniet ik van dat heel speciale gevoel wat je krijgt op het moment dat de slee eerst langzaam, maar dan steeds sneller naar beneden suist. Je moet wel goed oppassen, want her en der staan bomen. Je moet goed sturen zodat je niet recht op een boom afsleet. We kunnen zo (voor ons gevoel) uren doorgaan. Heerlijk. Koud krijg ik het niet echt, terwijl het toch echt best koud is, maar doordat we steeds opnieuw naar boven moeten lopen, blijf je warm. Voor papa en mama is het vast anders, maar dat besef ik me op dat moment nog niet.
10        11        12
Dit tafereel zie ik voor me op het moment dat ik samen met mijn zoon de heuvel oploop. De richting op, waar we met de slee naar boven liepen. Ik kijk naar beneden. Grotendeels ziet het er nog hetzelfde uit, maar er liggen ook veel bomen om. Omgewaaid door de harde wind. Het lijkt alsof er minder wordt ‘opgeruimd’ als vroeger. Terwijl ik naar beneden kijk, naar het veld met de gekke, scheve palen, zie ik een ander beeld voor me.
Mijn man en mijn oudste zoon zijn lekker aan het voetballen. Wat verderop staat mijn andere zoon, ook met een bal. Hij dreutelt wat op het veld, de bosjes in, de bal in zijn hand, maar wordt weer teruggeroepen door mijn man. Hij komt er aan en schopt even tegen de bal, die naar hem toe wordt gespeeld. Hij doet wel even mee, maar kan de aandacht er niet echt bij houden. Voetballen is ook nog niet zo gemakkelijk met die korte, kleine beentjes. Daarnaast is er zoveel om hem heen te zien. Bomen, takken, blaadjes, etc. Veel leuker dan steeds maar tegen de bal aantrappen. Terwijl vader en zijn grote broer aan het voetballen zijn, wordt zijn aandacht hier toch weer meer naar getrokken, met de bal in de hand loopt hij weer de bosjes in.
13         
15        14
Ik kijk naar mijn inmiddels ‘grote zoon’ naast me en moet glimlachen. Wat was hij toen nog klein, maar het rondstruinen in het park, op zoek naar stokken, blaadjes en wat al niet meer, doet hij nog steeds. Hij geniet van de natuur en alles om zich heen. Wat lijkt zijn leventje toch simpel, toch vraag ik me wel af, of dit ook werkelijk zo is. Weer denk ik: ‘Kon ik maar even in jouw hoofd kijken, wat gaat daar allemaal in om.’
Ondertussen zijn we de heuvel af. Lopen we bij het hertenkamp, dat er nog net zo uitziet als in mijn herinnering. We zien een grote roofvogel zitten in een boom en lopen verder naar de kinderboerderij.
07        08        09
Ook hier ben ik als kind veel geweest en ook later met de kinderen nog wel. Het ziet er inmiddels wel anders uit. Althans de ingang is anders. Ik zie dat mijn zoon zich hier op zijn plek voelt. Hij gaat mij voor en laat zien waar we langs moeten, waar hij zijn overal en werk jas aan trekt. Hij vraagt: ‘Mam, doe jij ook een overal aan?’ Hij zou graag zien, denk ik, dat ik ga meehelpen. Dit zie ik echter niet zo zitten. Ten eerste weet ik helemaal niet hoe ik poep moet scheppen en spreekt me dit ook niet echt aan, ik heb last van mijn tennisarm en knie, daarnaast heb ik hierna nog een afspraak met een belastingconsulent. Dan ruik ik vast niet zo fris meer. Het maakt mijn zoon gelukkig niet uit. Eenmaal omgekleed loopt hij de kinderboerderij op naar de plek waar hij de kruiwagen en andere spullen moet ophalen. Ondertussen de mensen die hier werken begroetend en hij stelt mij vol trots aan ze voor. Hij loopt naar de paardenstal en samen met zijn begeleider gaat hij hier hard aan het werk. Zijn groepsgenootje loopt er wat voor spek en bonen bij, die doet niet zo heel veel, maar mijn zoon doet echt goed zijn best. Ik moet wel even wennen aan de poeplucht in de paardenstal. Die is niet bepaald aangenaam. Mijn zoon lijkt er geen enkel probleem mee te hebben. Hij schept de kruiwagen vol. Brengt deze daarna naar de plek waar de mest gestort wordt (het rijden met de kruiwagen vindt hij wel zwaar) en gaat weer terug om verder te gaan met scheppen. Dit herhaalt zich totdat de stal helemaal leeg is. Hij vindt het leuk. Geniet ervan en vindt het vooral ook leuk om dit aan mij te laten zien. Ondertussen ook druk pratend met zijn begeleider en de andere mensen die langs komen. Hierna mag hij schoon stro halen en dit in het hok verspreiden. Hij wil hier graag nog even mee ‘spelen’. Lekker het stro rondschoppen. Als dit niet mag, zie ik weer de Sylvain hoe hij ook kan zijn. Boos, omdat hij niet zijn zin krijgt. Hij moet het overgebleven stro nog terug brengen. Doet dit … maar gooit steeds uit baldadigheid een klein beetje op de grond. Dit is ook Sylvain. Heel enthousiast met de dingen die hij doet, totdat het niet gaat zoals hij wil, dan slaat hij als een blad in de boom om. De begeleider besteedt er maar niet al teveel aandacht aan, waardoor hij langzaam weer tot zich zelf komt.
Hierna is het weer omkleden, nog even een glas ranja drinken en weer op naar het KDC. We lopen nu een andere route. Ook hier komen weer allerlei herinneringen boven uit mijn jeugd. Wat een leuke ochtend. Ik vind het prachtig om te zien hoe mijn zoon hier door het park loopt. De weg op zijn duimpje kent, me van alles laat zien en me nieuwe dingen leert. Daarnaast ook erg leuk om al die herinneringen weer de revue te laten passeren.
16        17        18
Goed om te zien hoe zelfstandig mijn zoon kan zijn op een plek waar hij werkt. Hij moet zeker iets gaan doen straks met dieren. De vraag is wel even wat precies. Poepscheppen is natuurlijk wel prima, maar nu was het een uurtje. Ik zie dat het ook best wel zwaar voor hem is. Vooral de volle kruiwagens verplaatsen. Dit kan hij niet een hele dag doen. We moeten ons maar rustig eens gaan oriënteren.

Zomaar ineens even niks te doen …

DSC03984      DSC01093    DSC03381

 

Het is twee uur, zaterdagmiddag, en daar zit ik dan op de bank. Niet wetend wat te doen. Puf om hard aan de slag te gaan heb ik niet, ik ben moe. Even lekker vrije tijd, maar het gekke is als je dat ineens overkomt, je dan niet weet wat je ermee moet doen. Herken jij dat ook?

Mijn eerste maand werken heb ik achter de rug. Het was best even inkomen aan de ene kant, aan de andere kant voelt het ook heel vertrouwd, alsof ik niet weg geweest ben. Er zijn veel dingen hetzelfde gebleven, maar er is ook veel veranderd. Nieuwe inzichten, nieuwe diëten, daar moet ik me wel in verdiepen, maar dat maakt het juist ook zo interessant en tevens vermoeiend. Ik zie veel nieuwe mensen op een dag, lees alle dossiers van tevoren zorgvuldig door, zodat ik weet wie ik voor me heb en hoe ik hem/haar verder kan helpen. Als ik iets niet weet zoek ik het op of overleg met een collega. Het systeem krijg ik beetje bij beetje onder de knie, maar sommige dingen blijven lastig of misschien wel anders als voorheen. De oude routine zit er niet meer in, maar ik denk toch wel meer dan de nieuwe, waardoor dingen niet helemaal gaan zoals moet. Bijvoorbeeld een verkeerde cliënt verzetten, er achter komen en dan zoeken waar je hem/haar nog maar weg hebt gehaald. Het komt allemaal wel goed, maar het kost me meer energie dan op het moment dat alles gesneden koek is.
Tussendoor spelen er andere dingen, solliciteren gaat gewoon door, een plan schrijven om een aanvraag te kunnen doen als herintreder, op zoek naar stageplekken om aan mijn 600 uren werkervaring te komen, die ik nodig heb om de aanvraag tot herintreder in te dienen, etc. etc. Tot mijn verbazing word ik ook nog uitgenodigd op gesprek voor een baan als diëtist, welke ik graag zou willen hebben. Natuurlijk op een dag dat ik moet werken, maar gelukkig kan ik deze iets verschuiven, waardoor ik niet al te veel cliënten hoef te verzetten. Vanuit mijn werk ga ik direct door op sollicitatiegesprek, ik heb er tijdens en achteraf niet zo’n goed gevoel over. Ze vragen niet echt diep door, ik heb het idee dat ze hun keuze al gemaakt hebben uit de sollicitanten die ze voor mij hebben gezien, zelf heb ik het gevoel niet helemaal goed te kunnen verwoorden waarom ik deze baan graag wil, waarom ik hier uitermate geschikt voor ben en daarnaast speelt ook het feit mee dat al gauw blijkt dat het moeilijk te combineren is met mijn huidige baan.
Dezelfde dag krijg ik de uitslag. Ik ben het niet geworden, omdat er een andere kandidaat is die meer ervaring heeft op een soortgelijke werkplek. Tot mijn verbazing hoor ik dat ze het gesprek verder wel goed vonden, mij ook zeker het werk wel zagen doen en dat ik eventueel in aanmerking kan komen voor een zwangerschapsverlof in dezelfde instelling op een andere afdeling als ik daar belang bij heb en ze zullen mijn naam doorgeven aan de afdeling Werving en Selectie, die gevraagd heeft om de brieven van goede kandidaten in verband met eventuele invalmogelijkheden. Dit stemt mij toch tevreden, ondanks dat ik de baan niet heb gekregen. Misschien zijn er andere mogelijkheden in het verschiet, die beter samenvallen met mijn huidige baan.
Dezelfde week heb ik een telefoongesprek met de diëtist die met zwangerschapsverlof gaat. Het lijkt mij een leuke functie en een goede mogelijkheid om verdere ervaring op te doen en zij ziet het ook wel zitten in mij, ze moet echter nog wel de mogelijkheden bespreken met haar leidinggevende. Afwachten dus.
Ondertussen krijgen we bericht van Sylvains operatie, waarbij een kies gevuld zal worden en tevens twee volwassen kiezen en vier melk kiezen worden verwijderd. De volwassenkiezen worden verwijderd om ruimte te scheppen in zijn mond en zo te zorgen dat zijn tanden beter op zijn plek komen te zitten. De melkkiezen (en soms ook tanden) gaan er bij kinderen met het Nicolaides Baraitser Syndroom moeilijker of niet uit zichzelf uit, dus die worden ook gelijk meegenomen, zodat de volwassen kiezen op een goede manier hun plekje kunnen vinden. Eindelijk hebben we dus een datum, maar ik zie er toch best tegenop en ook hier moet nog weer het één en ander voor geregeld.
Vrijdag rij ik met mijn zwager naar Emmeloord voor een soort medische keuring. Om half 9 moeten we hier al aanwezig zijn, dus de wekker gaat vroeg. Gezien de winterse omstandigheden op de weg, besluiten we op tijd te vertrekken. Naarmate we dichter bij Emmeloord komen, ligt er steeds meer sneeuw. De wegen zijn gelukkig wel goed begaanbaar. Echter op de terugweg, terwijl het nu toch echt een stuk later op de ochtend is, is het ineens heel erg mistig, ligt er op de rijbaan ineens veel sneeuw en is het glad. Plotseling gaat iedereen in de remmen en rijden we een stuk stapvoets verder. Ik voel de auto glijdende beweging maken. Ik ben niet zo snel bang, maar dit vind ik toch niet echt prettig en dan zien we waarom we zo langzaam rijden. Een personenbus en 3 auto’s zijn met elkaar in botsing gekomen. De bus is van voren beschadigd, twee auto’s zijn er echt slecht aan toe en ze staan allemaal kriskras op de weg. We vervolgen de tocht hierna langzaam, bij de meeste automobilisten zit de schrik er toch wel in. De rijbaan is ook glad, af en toe voel ik de auto nog steeds glijden, echt prettig rijden is het niet. De volgende dag is het de bedoeling dat ik naar Amersfoort ga, een vrijwilligers dag in de dierentuin, waar ik kennis ga maken met de vrijwilligers van de organisatie waar ik me net bij heb aangemeld als web redacteur. Het ligt in de planning om met de auto te gaan, want met de trein is het toch nog een heel gedoe om er te komen (bus-trein-bus) en dan in de avond nog terug. Ik voel me niet helemaal fit, dus begin me langzaam aan af te vragen of ik dit wel moet gaan ondernemen. Stel dat het weer glad is onderweg.

Ik heb toch maar besloten om niet te gaan en heb me bij thuiskomst afgemeld. Vandaag is het supermooi weer en heb ik in de ochtend bij Lesley gekeken, die normaal meestal in de middag voetbalt.  Sylvain is het weekend uit logeren en zo gebeurd het dat ik ineens op de bank zit en niet weet wat te doen. Met de schrijvers dag van drie weken geleden heb ik nog niks gedaan, maar op dit moment ook geen puf voor. Eigenlijk is het best lekker, even helemaal niks, rustig bij komen van alle  drukte de afgelopen maand. In mijn achterhoofd vind ik het wel jammer dat ik nu niet bij de vrijwilligers dag kan zijn, maar ik denk dat het wel een goede beslissing is geweest …

Twee dames op pad met een onbekende auto

sleutel        tankdop        navigatie

Het is al een dikke week geleden, maar ik kan er nog steeds om lachen. Voor het eerst in jaren lukt het mijn zusje en mij om onze ouders van het vliegveld te halen als ze weer terugkomen uit Indonesië. De laatste jaren werd dit steeds door anderen gedaan. We hebben dit keer veel en gemakkelijk contact met ze gehad, ver weg in Indonesië. Wat wordt de wereld toch klein, met al die technologie. Ze hadden gratis Wifi in het hotel en een iPad bij de hand, we zullen nu niet alle verhalen nog te horen krijgen, want een deel ervan kennen we al. Gelezen op de familiebox of via de berichten op facebook of chat. Wat een verschil met de eerste keer dat ze naar Indonesië gingen. Toen moest alles via de fax van de winkel waar mijn zusje destijds werkte.

Net als voorgaande jaren landen mijn ouders weer vroeg in de ochtend op Schiphol. Wat inhoudt dat wij al op tijd ons bed uit moeten om die richting op te rijden. We gaan met de auto van onze ouders, welke wij de avond van tevoren bij hun huis ophalen. Het is al even geleden dat ik voor het laatst in deze auto heb gereden. De auto werkt niet meer met een sleutel die je in het sleutelgat stopt, maar je kunt hem gewoon in je jaszak houden. Ik vind dit nog steeds een vreemde gewaarwording. Wij beschikken nog niet over zo’n moderne auto.
In eerste instantie gaat de auto niet direct open. Ik moet nu toch echt even het knopje gebruiken. Het heeft gesneeuwd en gevroren vannacht. De auto zit nog onder de sneeuw en we moeten krabben. Lastig hoor een auto die niet van jezelf is, het is eerst even zoeken naar de krabber. Als we dan eindelijk in de auto zitten, is het kijken hoe alles werkt. Welke knop moest er ingedrukt worden? Ah, die is snel gevonden, maar bij het ontkoppelen en gas geven gebeurd er helemaal niks.
Staat hij misschien op de handrem? Gewoonte van mijn ouders, maar volgens mijn zusje moet je dat niet doen als het vriest. Dit is niet het geval. Moet ik het gas dan verder intrappen? Ik controleer nog even of ik de auto wel echt in zijn achteruit heb. De auto staat namelijk naast het huis met voor de auto een deel van de keuken. Het moet me niet gebeuren dat ik vol het gas intrap en dat de auto dan vooruit rijdt in plaats van achteruit. Hij staat echt in z’n achteruit. Ik geeft nog eens gas, weer gebeurd er niks. Ik begin bang te worden dat de auto te lang heeft stil gestaan met deze kou en dat hij het nu niet meer doet. We horen een krassend geluid en voelen de auto in beweging komen. Het lijkt wel alsof we ergens overheen rijden. Hortend en stotend rijdt de auto achteruit. Dit ligt niet alleen aan de auto, maar ook aan mij. Ik moet even wennen aan de manier waarop ik met deze auto de koppeling en het gaspedaal moet gebruiken. Bij het intrappen van de rem, staan we met een schok stil. O ja, even vergeten dat hier een rembekrachtiging op zit en hij veel gemakkelijker remt dan onze eigen auto.
We rijden de snelweg op, de rem doet nog een beetje raar, het lijkt wel alsof het glad is op de weg en de rem mij niet in één keer wil laten remmen. Op de snelweg komen we erachter dat we de jassen zijn vergeten mee te nemen. Die zijn met deze kou wel nodig, helemaal gezien zij uit die heerlijke warmte komen. We moeten dus weer terug. Op deze manier leer ik de auto wel snel beter kennen.
Als we de jassen hebben gehaald, besluiten we ook nog maar even te tanken, dan hoeven we dat morgenochtend niet meer te doen. We rijden het pompstation op en vragen ons beiden af aan welke kant de tankdop zit. We gokken aan de linkerkant, dus ik zet de auto rechts van de benzinepomp. Iets te dichtbij, zodat ik niet uit de auto kan stappen om te kijken of de tankdop daadwerkelijk aan deze kant zit. Mijn zusje stapt uit en kijkt aan haar kant. Ja daar zit hij. Ik sta dus aan de verkeerde kant. Ondertussen ben ik aan het zoeken naar het hendeltje om de tankdop te openen. Ik kan echter niks vinden wat er op lijkt. Ik zie één hendeltje, maar vermoed dat deze van de motorkap is. Aangezien ik niks anders kan vinden wat het in mijn ogen zou kunnen zijn, trek ik er maar aan en ja hoor de motorkap flipt een stukje omhoog. Mijn zusje zoekt naar het haakje om de motorkap te openen en weer dicht te duwen, maar kan niks vinden. Ik rij de auto iets naar voren, zodat ik ook uit kan stappen, maar kan het ook niet vinden. Dan maar kijken of het zo lukt om hem dicht te drukken. Gelukkig dat lukt. Ik zet de auto maar even aan de andere kant van de pomp, dat is toch wat makkelijker tanken. We hebben nog steeds niet het knopje gevonden om de dop te openen. Dit blijkt niet nodig. De benzineklep heeft een geïntegreerde opening. Tja, waarom is het ook bij elke auto anders?
Ondertussen vragen we ons af of hier ook camera’s hangen. Als er mensen achter die camera’s zitten en nu naar ons zitten te kijken, kunnen ze wel denken dat we de auto hebben gejat. Zo zitten we te stuntelen. Ik wil gaan tanken, het is een onbemand tankstation en ik vergeet helemaal dat ik toch echt eerst mijn pasje in het apparaat moet steken. Zo krijg ik dus geen benzine. Uiteindelijk lukt het om met een volle tank verder te rijden. Ik breng eerst mijn zusje naar huis en rijdt daarna naar mijn eigen huis. Het is veel later dan mijn bedoeling, het wordt dus een kort nachtje.

Om half vier gaat de wekker. Even een kopje koffie en een broodje en op weg naar mijn zusje. Klokslag half vijf ben ik daar en vertrekken we richting Schiphol. We stellen voor de zekerheid het navigatiesysteem in, wat zit ingebouwd in de auto. Ook dat is even wennen. Het is namelijk geen Touch screen, maar werkt met knopjes en een hendeltje die tussen de voorstoelen in zitten. Vlak voor de rotonde van Joure geeft hij aan dat we rechtdoor moeten richting Sneek. Richting Sneek? We kijken elkaar eens aan, ja hij had bij het instellen wel iets gezegd over een obstructie, maar richting Sneek lijkt ons toch wel een beetje raar. Dat zou betekenen dat we via de Afsluitdijk moeten rijden. We zijn eigenwijs en nemen gewoon de afslag Emmeloord.
Als we op de A6 richting Lelystad/Almere willen zien we borden dat de Ketelbrug is afgesloten. Daarom moesten we dus over de Afsluitdijk. Al het verkeer wat voor ons rijdt neemt gewoon de afslag, dus wij rijden er maar achteraan. Een stukje verderop zien we een omleiding. Zullen we deze toch maar volgen? Stel dat we anders terug moeten, komen we dan wel op tijd? We twijfelen, zien auto’s gewoon doorrijden, waar zullen we worden langs geleid? Het is nog donker, alles ziet er zo anders uit als overdag. We volgen toch de omleiding en komen op een heel donkere B-weg. Geen idee waar we nu zijn, hoever we omgaan en hoe lang het duurt voordat we op Schiphol zijn. De navigatie blijft maar volhouden dat we om moeten keren … We zijn al een stuk verder als ik mijn zusje vraag om eens op haar mobiel te kijken of we echt om moeten rijden. Wat blijkt nu, na 5 uur kunnen we gewoon weer over de Ketelbrug. Het is inmiddels al 5 uur geweest. We hadden dus niet om hoeven rijden. Inmiddels zijn we al een heel stuk verder en we komen maar geen afslag tegen, we moeten wel doorrijden. Gelukkig pakt de navigatie uiteindelijk een nieuwe route op en geeft aan dat we iets over 7 op Schiphol zullen zijn.
Onze ouders landen als het goed is om half 7, maar het duurt wel even voordat ze door de douane zijn. We hadden om 7 uur afgesproken. Ook het parkeren bij Shiphol gaat niet volgens plan. We komen op een heel andere parkeerplaats terecht, dan waar we anders staan, maar we zijn nog net op tijd om onze ouders door de deuren te zien aan komen. Fijn om ze na dik vier weken weer te zien en dat alles goed is gegaan. Wij hebben heel wat te vertellen …

Sneeuwduinen

DSC05605     DSC05603      DSC05602

De wind loeit hard rondom het huis. Ik lig op bed en luister er aandachtig naar. Hoor ik daar ook de eerste sneeuwvlokjes? Ze hebben sneeuw voorspelt en hier in het noorden door de aanwezigheid van de harde wind, kans op sneeuwduinen. Mijn gedachten gaan terug naar 1979. Toen hadden we enorme sneeuwduinen. Geweldig vond ik dat. We zakten er helemaal in weg. Ik was toen negen jaar …
Ik ben moe, dus doe mijn ogen dicht en probeer te slapen. Hoe zal de wereld er morgen uitzien? Zullen we het huis uit kunnen? Of zitten we ingesneeuwd? Ik ben benieuwd en met die gedachte vertrek ik naar dromenland…

11-26-2008_038      11-26-2008_017      11-26-2008_004

Ik kijk uit het raam en ben blij verrast. Dit heb ik naar mijn weten nog nooit eerder gezien. Wat een hoge sneeuwbulten. De sneeuw is helemaal opgewaaid naar één kant. De kelders van het flat tegenover ons zijn bijna niet meer te zien. Ik roep mijn zusje wakker: ‘Moet je zien, wat een sneeuw’. Nog niet helemaal uitgeslapen, draait ze zich op haar buik en kijkt net als mij naar buiten en er verschijnt een brede grijns op haar gezicht. Ze leest mijn gedachten. Beiden springen we uit bed en zoeken onze kleren bij elkaar. Douchen doen we later wel, we willen naar buiten. We horen inmiddels al andere kinderstemmen vanuit de sneeuw komen. Snel schieten we onze kleren aan, dan de jas aan,  sjaal om, handschoenen aan en we roepen nog snel naar onze moeder dat we naar buiten gaan. De slee staat al klaar op de galerij, die nemen we mee. We gaan via de rechterzijde van de flat naar buiten, want de dikke sneeuwbulten liggen aan de andere kant. Onze vriendjes en vriendinnetjes komen ook langzaam aan naar buiten gedruppeld. We hollen de sneeuw in, laten ons erin vallen, rollen erin om en rennen daarna wild naar de hoge bulten. Eigenlijk best jammer om hier nu in te gaan stappen, want het ziet er allemaal nog zo mooi onaangeroerd uit. Ach wat, het blijft toch niet mooi en we willen nu toch echt eens in die hele hoge bulten lopen. Dat hebben we nog nooit eerder gedaan. Het valt best tegen om vooruit te komen. Bij elke stap zak ik verder naar beneden en wordt het lastiger om mijn voet met laars, waarin zich inmiddels een boel sneeuw heeft verzameld omhoog te krijgen. Ik heb het warm, maar zet toch door. Ik wil op het hoogste punt in de sneeuw staan. Mijn zusje is een stuk kleiner dan mij. Ik zie haar nog met een vriendinnetje, net zo klein als zij, op een afstandje staan kijken. Ik ploeter door en door en krijg het steeds warmer. Ik ben er nog niet, nog een paar stappen. Jeetje, ik zak steeds verder weg in de sneeuw. De sneeuw komt bijna tot aan mijn hoofd, is dit wel verstandig? Het is ook zo wit voor mijn ogen, ik begin me een beetje beroerd te voelen. Misschien is het toch handiger als ik terug ga naar waar de sneeuw wat minder hoog is, dan zak ik er ook minder ver in weg. Ik probeer terug te lopen, maar krijg mijn benen haast niet mee. Ik ben slap, begin te zweten en te trillen, wat is dit nu? Ik krijg het benauwd, ik wil hier weg … maar voordat het me lukt om uit de hoge sneeuw te komen, wordt alles zwart voor mijn ogen, heel even maar. Ik ben echter erg geschrokken. Ik voel me helemaal niet lekker, zie mijn zusje een stukje verderop waar de sneeuw veel minder hoog is, met haar vriendinnetje en de slee staan. Ik moet naar ze toe, ik moet naar huis. Het lukt me gelukkig om vanuit de sneeuw bij mijn zusje te komen. Ik laat me vallen op de slee, lig er languit op en vraag mijn zusje of ze me naar huis wil brengen. Ze snapt niet waarom en wat er aan de hand is, maar begint me voort te slepen wat niet meevalt als je nog maar vijf jaar oud bent. Haar vriendinnetje zal ook niet even een handje helpen. Het lukt haar om mij bij de flat te brengen. Daar kom ik een ouder buurmeisje tegen die vraagt wat er aan de hand is, maar ik heb nu even geen zin in gezeur aan mijn kop. Ik wil naar huis, ik moet liggen, ik ben beroerd. Ik strompel naar de voordeur en bel aan, waar blijft mijn moeder? Ik bel nog eens en begin daarna hard op de deur te rammen en denk: ‘Alsjeblieft, doe die deur open, straks zak ik opnieuw door mijn benen’. Ik weet niet hoelang ik heb staan beuken op de deur, mijn moeder stond onder de douche en heeft snel een duster om zich heen geslagen om de deur voor me open te doen. Ze krijgt de kans niet om te vragen wat er aan de hand is. Ik snel naar binnen en laat me vallen op de bruinleren bank. Het zweet loopt met straaltjes langs mijn lijf en ik tril over mijn hele lichaam. Volgens mijn moeder ben ik spierwit…

11-26-2008_001            11-26-2008_005             11-26-2008_056

Ik schrik wakker van de wekker. Moet even acclimatiseren. Waar ben ik… dit voelde wel heel echt.  En dan dringt tot me door dat ik in mijn droom een situatie heb herbeleefd uit de winter van ’79, een minder mooie herinnering.
Ik sta op en loop naar het raam. En ja, het heeft gesneeuwd. Hele fijne sneeuw, welke door de wind flink opgeblazen wordt. Echte sneeuwduinen kan ik niet ontdekken. Ik voel lichte teleurstelling. Dat betekent  toch maar naar beneden om me klaar te maken. Er is geen reden om thuis te blijven, Sylvain niet naar school te brengen …
Lesley is ook teleurgesteld. Toch naar school, hij had zin in een lekker dagje sneeuwvrij en daar kan ik me best iets bij voorstellen, als ik terugdenk aan die winter in ’79 …
Op de weg is het glibberen en glijden geblazen en we sluiten ons al vrij snel aan in de file. Stapvoets rijden we over de ringweg. Het stukje waar we normaal 11-18 minuten overdoen, kost ons nu 50 minuten…

 

En dan is er …

DSC05362        DSC05377        DSC05374

De Sint en zijn Pieten hebben een zware pakjesavond gehad vermoed ik. Het was glibberen en glijden op het dak. Hopelijk zijn ze voor de echte sneeuw viel veilig uit ons land vertrokken.Ik ben wel blij dat de Sint weer op weg naar Spanje is. Nu kan de rust geleidelijk aan weer terugkeren in de lijven van alle (kleine) kinderen en speciaal in die van autistische kinderen of anderen met een beperking .

Gisteren was het groot feest op vele scholen in het land. Sylvain heeft genoten van een Sint en Piet die met een hoogwerker bij de school aankwamen. Piet sprong zelfs vanuit de hoogwerker op het dak. Elk jaar proberen ze de kinderen weer op een andere manier met hun komst te verassen. Wie zullen dit het leukst vinden? De kinderen of degenen die het hebben bedacht?
Sylvain heeft in elk geval genoten van de komst van de Sint en zijn Piet en was blij met het scheidsrechtersfluitje en de rode en gele kaart (of was hij blauw?)
’ s Middags was het ook nog feest. Op uitnodiging van Pathé hebben de kinderen van Kids United de film Sint en Diego gezien. Onder het genot van een drankje en een zak popcorn was het genieten geblazen.
Uit de bioscoop komende bleek het inmiddels flink gesneeuwd te hebben, van die vieze natte sneeuw die net wel een beetje bleef liggen en waardoor het glibberig en glad was geworden.
Ineens was het toch niet meer zo’n goed idee dat ik op de fiets was gekomen met Sylvain achterop. Glibberend en glijdend, met een enthousiast kind achterop dat alle kanten op draaide, mij aanwijzingen gaf als er een fietser achter mij zat (zelf bijna achterstevoren op de fiets), ben ik gelukkig heelhuids thuisgekomen. Fietsen met een kind achterop dat niet meewerkt en meedenkt (ja wel op zijn manier) door de sneeuw, is niet mijn favoriet.
Na een heerlijke chocoladefondue, welke Lesley had gekregen van de Sint, was het tijd voor mijn wekelijks wandeluurtje en bijkletsuurtje met mijn oud collega. Ik had nog bedacht of ik wat kon verzinnen om niet te gaan, maar dat vond ik toch wel een beetje zwak en als we eenmaal lopen dan is het altijd weer heerlijk. Voordat ik vertrok zei Joop nog wel dat het op sommige plekken verraderlijk glad was. Tot aan de tennisbaan niks te merken, waar had hij het over, maar daarna kwam ik toch wel een aantal gladde plekken tegen.
Wat nog nooit is gebeurd, voor zover ik me kan herinneren, is dat we deze keer na nog geen 500 meter te hebben gelopen, het op hebben gegeven. Het was inderdaad glad, de gevallen natte sneeuw was nu aan het opvriezen. We hebben die bijna 500 meter erg verkrampt gelopen en kwamen tot de conclusie dat we dit geen uur, en met dit tempo waarschijnlijk 1 ½ uur, vol gingen houden. Dan maar bijkletsen onder het genot van een kop thee. Mijn 1e ervaringen met de sneeuw dit jaar waren dus niet zo positief.
Bij het naar bed gaan gisteravond waaide het hard. In mijn bedje op zolder, waar je alles veel beter hoort dan in de rest van het huis, hoorde ik de wind hard loeien. Arme Pieten dacht ik nog, ik hoop dat ze het werk er al op hebben zitten. Ik vind het heerlijk om zo in mijn lekkere warme bedje te liggen, genietend van de gierende wind, het geruis van de bomen en het zachte geluid van de vallende sneeuw.

Blij verrast was ik vanochtend. De sneeuw was blijven liggen en door het raam werd ik verrast door een prachtig plaatje. Wauw, zo vind ik de sneeuw wel mooi. Joop bood aan om Sylvain naar school te brengen, wat mij in de gelegenheid stelde om nog even met de hond in de sneeuw te gaan wandelen, voordat mijn ‘to do’ lijst mij roept. Er is heel wat blijven liggen door Sinterklaas en alles wat daarbij komt kijken.
Wat toch een prachtgezicht, die witte wereld. Vooral als je er niet met de auto of fiets doorheen hoeft. Ik geniet van de mooie witte daken, de nog onaangeroerde grond, maar nog meer van de met sneeuw bedekte bomen en struiken. Het zonnetje begint inmiddels al door te komen, de temperatuur stijgt en op de grond begint al een beetje zichtbaar te worden dat de sneeuw aan het smelten is. Snel op pad, plaatjes schieten en genieten, voordat de sneeuw misschien weer verdwenen is.
Samen met de hond loop ik mijn favoriete rondje. Ik weet niet hoeveel foto’s ik hier al heb gemaakt, maar elke keer ziet het er toch weer anders uit. Zowel in de lente, zomer, herfst en winter als het tijdstip van de dag, wel of geen zon etc. Zo dicht bij huis, zo’n lekker stukje om te wandelen in alle rust. Hier word ik blij van.
Onder het lopen vormen zich weer woorden, zinnen en verhalen in mijn hoofd. Ik heb eigenlijk nog een heleboel dingen op mijn ‘to do’ lijst staan, maar deze woorden en zinnen kunnen een mooi verhaal worden, daar moet ik wat mee voordat ik het weer kwijt ben. Wat toch heerlijk dat een wandeling in de natuur mij zoveel inspiratie kan geven. Hier moet ik gewoon even gebruik van maken, dan vanavond maar een uurtje door.
Dit wandeluurtje is me gegeven, anders was ik nu op weg naar school. Nog even een uurtje snoepen van mijn ‘to do’ tijd en dan hard aan de slag. Als mijn hoofd weer leeg is, dan lukt dat ook beter.
Onder het wandelen, terwijl ik geniet, zie ik fietsers met angstige blikken voorbij komen. Het stuur stevig vast, bang om te vallen. Vooral de eerste dagen is het even weer wennen aan de gladde wegen. Auto’s rijden stapvoets de wijk uit. Iedereen houdt gelukkig goed rekening met het weer. Nee, als je de weg op moet is de sneeuw niet altijd een pretje en na vele sneeuwdagen ben ik er ook wel klaar mee, maar nu geniet ik nog even … in Nederland weet je maar nooit wanneer het weer zover is …

DSC05382            DSC05386             DSC05400