Lege plek

             
Het is stil als ik beneden kom. Geen donkerbruine lobbes, die me vragend, bijna smekend aankijkt of ik geen eten voor hem klaar wil maken. Hij weet precies wie dit in de ochtend altijd doet. Als hij nog niet direct eten krijgt, gaat zijn kop bij elke beweging die ik maak, omhoog en kijkt hij me met die grote, smekende kijkers aan. Hier kan ik meestal geen weerstand tegen bieden. Als ik wat later omgekleed en wel beneden kom, kijkt hij me opnieuw vragend aan, hij weet dat we naar buiten gaan. De laatste jaren zijn het geen grote wandelingen meer. Door de artrose kan hij niet lang meer lopen en geleidelijk aan is hij steeds wankeler op zijn poten gaan staan. We durven dus niet ver te lopen, al heeft meneer zelf daar andere gedachten over. Hij wil steevast nog de kant op, waarvan hij weet dat we dan een grotere ronde gaan doen. Vertikt het dan ook regelmatig om de kant op te gaan waar wij naartoe willen, maar het kan echt niet meer. De laatste tijd werd dit wel minder, voelde hij zelf dat het niet meer wou? Vorige week weigerde hij nog om over het bruggetje te lopen (denk dat hij dit toch te glad vond) en vanaf afgelopen weekend lukte het hem niet meer om zelf op zijn poten te komen staan. Met wat hulp kon hij nog wel lopen, maar ook dit ging heel snel achteruit …

                

Ik ben niet echt een hondenliefhebber, al ben ik er als klein meisje wel mee opgegroeid. Van de verhalen en foto’s weet ik, dat onze herder en ik het goed konden vinden, ik kan me dit echter niet herinneren. Ik ben niet bang voor honden, maar heb er gewoon niet zoveel mee in tegenstelling tot mijn zusje.
Er werd dan ook wel met verbazing gereageerd toen wij een hond kregen. Mijn man is echter ook opgegroeid met honden en zijn wens was wel om ooit een eigen hond te hebben. We werkten allebei overdag, dus ik vond dat dat niet kon voor een hond. Zeker niet als je nog een puppy moet opvoeden. Door omstandigheden ging manlief in 2007 in de avonden werken en ik bleef overdag werken. Het ideale moment om dan toch maar overstag te gaan. Ook de kinderen zagen een hond wel zitten, daarbij kon het ook goed zijn voor onze jongste zoon, die toch al zo weinig vriendjes heeft. En zo kwam Pepper in oktober 2007 in ons leven. Een lieve, ondeugende pup. Bij het zien van het nestje labradors, was ik meteen verkocht. Zoals zovelen, denk ik. Maar er zijn toch wel een hele hoop momenten geweest waarop ik heb gedacht: ‘Waar zijn we aan begonnen’.
Gezien mijn man overdag thuis was, kon hij grotendeels de opvoeding van de hond op zich nemen. Wat ik me echter niet had gerealiseerd, was dat ik als ik thuis kwam van het werk en de kinderen en de hond had. Het huis was aan kant, het eten stond klaar, maar de hond moest natuurlijk nog wel uit. In het begin had ik een nog niet zindelijke hond en ook mijn jongste was nog niet zindelijk, terwijl Sylvain riep dat hij moest plassen (en dan moest het ook direct), zag ik ook Pepper al wiebelen. Ik dacht ik zet de hond snel even in de tuin en ga dan met Sylvain naar de wc, helaas plasten ze beiden op het zelfde moment in de kamer. Tot 8 maanden was Pepper een lieve, aandoenlijke pup, die goed luisterde en ook prima los kon lopen. Echter daarna kwam de pubertijd en dat deze bij labradors best lang kan duren, dat hebben we geweten. Tot zeker 3 jaar heeft dit ons veel hoofdbrekers gegeven. Wat heb ik vaak gemopperd en er zijn ook periodes geweest dat ik hem echt niet meer uit wilde laten, alleen als er niemand anders thuis was. In die tijd kon hij eigenlijk niet los. Als hij het in zijn kop had, dan was hij in no time weg. Meestal had ik hem niet los, maar als er een andere hond aankwam, dan wilde hij er graag mee spelen en ik kon hem op den duur dan niet zo goed meer houden aan de riem, dus liet ik hem maar los. 7 van de 10 keer ging dit goed, maar het gebeurde ook dat hij het spelen als afleiding gebruikte, even speelde om er vervolgens vandoor te gaan. Vaak de bosjes in om te vreten. Hoe vaak ik niet met hem ergens in de bosjes heb gestaan, om hem er uiteindelijk toch weer uit te halen. Labradors houden (over het algemeen) van eten, de onze in elk geval wel. Vooral van poep, maar ook van naar ons idee oneetbare producten. Zo heeft hij eens op staat een bakje waar nog patat inzat met bakje en al opgegeten, hield hij van rotte vis en ook een reep chocolade met verpakking heeft hij in zijn jonge jaren eens van de tafel gegrist. Chocolade is niet goed voor honden, Joop was op dat moment natuurlijk aan het werk, die blijft wel rustig in dit soort situaties. Ik heb volgens mij de dierenarts gebeld, wat nu te doen. Heb hem op advies met moeite een lepel zout gegeven en daarna net zo lang buiten gelopen (terwijl de kinderen dus alleen thuis waren) totdat hij de boel er weer uitgekotst had. Ook bezorgde hij ons wel andere lastige situaties. Eigenlijk sprong hij niet echt vaak tegen mensen op, maar op het moment dat er dan iemand in spierwitte kleding liep en/of duidelijk aangaf niet zo van hem gediend te zijn, dan begroette hij diegene juist enthousiast. Ook kwam hij wel te onstuimig op mensen afrennen met zijn lompe lichaam en dan lukte het niet op tijd om in te houden. Het strand vond hij ook prachtig, al moest hij iedere keer opnieuw ontdekken dat het water zout was en hij dit toch echt niet lekker vond. Ook mocht hij graag kindertjes plagen, of eigenlijk wilde hij graag met ze meespelen. Niet alle kinderen vonden dat even leuk en hij heeft ook een keer het handvat van iemands vlieger kapot gebeten. In huis lag hij altijd precies daar, waar jij moest wezen of zo dat hij de hele doorgang versperde. En zo kan ik nog wel even doorgaan (Lees ook: https://angelinewagenaar.wordpress.com/2016/01/07/ik-ben-er-helemaal-klaar-mee/). De stofzuiger vond hij niet zo fijn, daar werd hij onrustig van. Zelf was hij een goede stofzuiger. Zodra er wat op de grond viel, was hij er als de kippen bij. Dit gaan we ook wel missen.

            

Ondanks al momenten van frustratie, hebben we een geweldige hond gehad. Heerlijke wandelingen gemaakt in het natuurgebied hier in de buurt. Regelmatig even naar het bos of naar het strand voor een wandeling. In de tijd dat Sylvain op de woensdag niet naar school kon, liepen we steevast samen met de hond in het Kolhamsterbos. Sylvain kan uren in het bos rondstruinen, hij vindt altijd wel wat. Ook Pepper vond het heerlijk om op zijn dooie akkertje rond te neuzen in het bos, ieder op hun eigen manier. Hier had ik ‘geen kind’ aan ze en kon ik ondertussen mooi foto’s maken. Zo liepen we hier uren, zonder nu echt grote afstanden af te leggen. De laatste jaren was dit er echter al niet meer bij. Pepper hield niet echt van autorijden, in de kofferbak hebben we hem altijd met moeite gekregen en mij lukte dat toen hij volwassen was al helemaal niet meer. Dus zat hij in onze auto waar een deel van de achterbank omhoog kon, achterin. Maar bij de nieuwe auto kon dit niet meer en door zijn artrose kon hij ook niet zo lang meer lopen. Langzaam aan werden de rondjes steeds kleiner en waren op den duur beperkt tot het kleine parkje achter ons huis, totdat ook dat niet meer kon.

            

We hebben er helaas voor moeten kiezen om hem in te laten slapen, een moeilijk, maar onvermijdelijk besluit. We gaan je missen Pepper, maar kijken terug op vele mooie jaren, waarbij je ons (zeker mij) ook wel tot wanhoop hebt gedreven. Ik zeg nog steeds dat ik geen hondenliefhebber ben, maar jij bent daarop de uitzondering!           

                

 

Ik ben er helemaal klaar mee …

DSC05874         DSC05876         DSC05878

Joop wilde altijd al graag een hond. Ik zag dat niet zo zitten. Gezien wij beiden werkten, was het ook niet handig. Op het moment dat Joop van werk veranderde en alleen in de avonduren werkte, leek dat een goed moment om een pup in huis te nemen. Zelf was ik er nog steeds geen voorstander van, maar ik kon wel wat extra beweging gebruiken. Joop zou het heel graag willen en ook de kinderen vinden een hond erg leuk. Daar komt nog bij dat gezegd wordt dat een hond ook een hele goede kameraad voor een kind met autisme en/of een beperking kan zijn. Sylvain heeft weinig vrienden, dat is ook lastig. Zijn klasgenoten wonen niet in de buurt en samen spelen is voor hem niet altijd gemakkelijk. Een hondenvriendje zou voor hem misschien wel goed zijn.
Zo gebeurde het dat wij in oktober 2007 onze labrador pup haalden uit het Gelderse Eibergen. Toen ik het nestje puppy’s zag, was ik natuurlijk ook verkocht. Wat een grappige, kleine, donzige hondjes.
Op de dag dat we Pepper mee mochten nemen, heeft hij de hele reis in de auto gejankt. Hij vond het maar niks. Bij de entree van ons huis, werd hij verwelkomt met een haal van onze kat over zijn neus en ook de eerste nachten waren geen succes. Het wende echter al snel. Wat een leuk, lief hondje. Ik was ook verkocht.

CIMG0309             CIMG0314             CIMG0323

‘Vervelend’ gedrag, wat met zo’n acht maanden begon en nu nog heel af en toe voorkomt, daar heb ik nooit aan kunnen wennen en ben ik ook helemaal klaar mee.Tot acht maanden liep Pepper gezellig met ons mee en bleef in de buurt. In die tijd mocht de hond nog overal loslopen. Op het moment dat hij begon te puberen, begon ook het vervelende gedrag; weglopen en vreten. De eerst drie tot vier jaar is dit regelmatig gebeurd, hoe vaak ik niet aan de ene kant van bosjes heb gestaan en hij aan de andere kant en vooral niet luisteren. Het probleem is dat hij ergens iets eetbaars ruikt en daar gaat hij dan op af. Hij heeft ons meerdere malen in lastige situaties gebracht, door weg te lopen op momenten dat het echt niet uitkwam. Zo heeft Joop hem eens laten lopen, omdat hij moest vlaggen bij een wedstrijd van Lesley. Op dat moment vond ik het nog zielig en ben ik op zoek gegaan naar hem. Maar goed ook, want hij was een aantal kinderen aan het ‘pesten’, door hun speelgoed af te pakken. Op het moment dat we naar een crematie moesten, vonden we hem net op tijd terug, nadat hij een flinke tijd weg was geweest, en lieten hem achter huis. Hij had blijkbaar in de tussentijd een heleboel poep gegeten, wat hij vervolgens thuis er allemaal heeft uitgekotst. Je kunt je wel voorstellen dat we niet blij waren bij thuiskomst.
Op een gegeven moment was ik er zo klaar mee, toen hij voor de zoveelste keer weg was gelopen, dat ik dacht: ‘Je bekijkt het maar. Ik zoek je niet meer en wat mij betreft blijf je weg’. Ik was echter vergeten dat hij een naamplaatje met adres aan zijn halsband heeft en voor ik er erg in had stond er een man met mijn hond voor de deur. Op dat moment baalde ik best. De kinderen daarentegen waren blij dat de Pepper er weer was. Zo kan ik nog wel even doorgaan.
Inmiddels gebeurd het niet vaak meer dat hij wegloopt en durf ik ook allang weer met de hond los te lopen (waar het mag, ik ben natuurlijk wel een fatsoensrakker). De laatste dagen/weken heeft hij echter wel weer zo zijn plekjes waar blijkbaar poep of iets anders te vreten ligt en moet ik er steeds alert op zijn dat ik hem eerder onder appèl heb, dan dat hij de bosjes in kan lopen. Vanochtend waren we in het parkje om Pepper uit te laten en ook omdat Sylvain graag met de slee van het heuveltje af wilde sleeën. De vorige keer stond ik gewoon beneden en duwden Joop en Lesley hem even aan. Nu waren we met zijn tweeën. Sylvain is er niet zo bedreven in om zelf in beweging te komen, dus besloot ik toch maar om op het heuveltje te klimmen en hem een duwtje te geven. Op het moment dat ik hem net heb weggeduwd en kijk hoe hij naar beneden roetsjte, zie ik in mijn ooghoek Pepper ineens met een vaartje over het grasveld iets verderop rennen richting de bosjes waar hij al een aantal dagen graag naartoe wil, omdat er wat te vreten ligt. Ik roep hem nog, maar hij reageert niet, loopt gewoon door. Gezien het glad is, ben ik niet zomaar beneden en kijk ik ook goed waar ik mijn voeten neerzet. Ik loop in straffe pas richting de bosjes, waar ik Pepper voor het laatst heb gezien, maar hij is er niet. Ik kijk eens om mij heen, maar zie hem helemaal nergens. Ik vraag Sylvain om aan de andere kant van de heuvel te gaan kijken en ik loop verder waar ik hem voor het laatst gezien heb. Ik hoor ineens Sylvain roepen dat hij Pepper ziet, dus ik glibber zijn kant op. Daar aangekomen zag hij Pepper toch niet. Zucht. Sylvain is een schat, maar op dit soort momenten kun je hem er beter niet bij hebben. Ik kan niet te snel (lukt ook niet, want het is erg glad) of ver weglopen, want ik moet hem ook in de gaten houden. Ik besluit hem maar naar huis te brengen en Lesley op te halen (wat inhoudt dat ik hem uit bed moet halen, wat hij me niet helemaal in dank afneemt). Samen zoeken we een hele tijd, maar kunnen Pepper nergens vinden. Weten ook niet waar we nog kijken moeten. Lesley besluit de fiets te pakken en ik ga naar Sylvain. Die zit al veel te lang alleen in huis en wie weet wat hij daar uitvreet. Terwijl Lesley op de fiets weggaat, zoek ik de website van de dierenambulance op. Moet ik hen maar gaan bellen? Normaal zou ik dat niet zo snel doen, maar hij is nu al een uur weg en het is best koud buiten, er zijn sloten met ijs waar hij wel door kan zakken, etc. Waarom loopt hij ook juist nu weg? Het is vervelend zoeken met deze gladheid. Het schiet niet op en doordat ik erg verkrampt loop, heb ik inmiddels weer last van mijn rug.
Ik besluit nog één keer vanuit de voordeur buiten te gaan kijken … en ja hoor, daar staat meneer verderop in de straat bij de vijver. Een plek waar ik hem uiteindelijk wel vaker heb aangetroffen, maar ik weet nog steeds niet waar hij in de tussentijd dan langsloopt. Glibberend en glijdend loop ik naar hem toe. Als ik hem beveel bij me te komen, loopt hij traag naar mij toe, de bekende schuldbewuste blik in zijn ogen en houding. Ik ben blij dat ik hem heb gevonden, maar laat dit niet merken. Ik ben boos.

allerlei 2008 166         DSC02169         DSC02608

DSC02657         DSC05433         DSC05453

DSC05854           DSC06695           DSC08684

Ik ben er zo langzamerhand helemaal klaar mee. Het weglopen, maar ook de gladde en glibberige wegen. Het is genoeg geweest!