Spinnen en ander ongedierte

DSCN0397      DSC06912      DSC03426

Ik ben geen voorstander van spinnen en ander ongedierte. Hierbij bedoel ik slakken in huisjes, naaktslakken, wormen, kevers, pissebedden, krekels en al dat soort gein. Vroeger rende ik er gillend voor weg, maar dat doe ik niet meer. Dat heb ik wel geleerd met kinderen, die gek zijn op dit soort beestjes. Ik denk dat de meeste kinderen deze fase wel hebben, waarin ze het leuk vinden om beestjes te zoeken en ontdekken. Bij mijn jongste houdt deze fase echter niet meer op. Ik heb geleerd dat je je tegenover kinderen niet moet laten kennen. Niet laten merken dat je bang bent, want dat vinden ze alleen maar leuk, dus dat heb ik ook gedaan. En inmiddels, na vele malen samen met mijn jongste zoon, op zoek te zijn geweest naar ‘beestjes’ kan ik wel zeggen dat ik over mijn angst heen ben. Niet dat ik de dieren oppak hoor, maar ik durf er naar te kijken van niet al te grote afstand.

Al jaren wandelen we samen. We proberen dit één keer per week te doen. Dit lukt niet altijd, maar als het even kan, houden we dit ritme er in. Sinds kort is mijn wandelmaatje verhuist en woont nu niet meer vlak in de buurt. Aangezien ze nog wel in de buurt werkt, lukt het nog aardig om regelmatig  samen te wandelen. Af en toe rijd ik haar kant op, om bij haar in de buurt te wandelen. Zo ook afgelopen week. Voor de verandering wandelen we niet ’s avonds, maar in de ochtend. Het is al heerlijk weer. De dauw hangt nog aan de grassprieten, het zonnetje komt al lekker door. Met een stevige pas wandelen we richting het bos, zoals altijd druk kletsend. We praten over van alles en nog wat. Privézaken, dingen die ons dwars zitten en werk. Ze is mijn oud collega en nog steeds werkzaam in het vak. Zo blijf ik toch wat op de hoogte. Waar we het allemaal over hebben kan ik zo niet zeggen, maar we hebben genoeg gesprekstof. Al pratend wandelen we met straffe pas verder. Het is de tweede keer dat we deze route lopen. De eerste keer was het niet gelukt om langs het mooie heideveld te komen, dat gaan we nu opnieuw proberen. Als we op een vrij breed graspad tussen de bomen uitkomen zeg ik nog: ‘Leuk zo, eens een keer wat anders’. We lopen al jaren achtereen in de zomer ons zomerrondje bij Kardinge en in de winter het winterrondje. Aangezien het dan sneller donker is, vinden we het zomerrondje niet zo fijn, omdat daar geen lantaarns zijn. Dit is een leuke afwisseling, maar ik heb het nog niet gezegd of ik loop door een spinnenweb en geef een gilletje. Ik kijk snel om me heen en zie op de grond een dikke spin kruipen. Gelukkig, die zit niet op me. Toch voel ik overal draden op me en vanuit mijn ooghoek zie ik iets in mijn pony hangen. Wat is dat? Zat er nog een spin in het web? Mijn haren gaan overeind staan en ik krijg kippenvel. Mijn wandelmaatje kijkt voor me,  het blijkt gelukkig een dood beestje te zijn, deze zat zeker in het web. Die durf ik er wel uit te halen. We lopen intussen verder, maar niet helemaal op ons gemak. En ineens voelen we overal spinnenwebben. Hoe kan dat nou? Zijn ze hier ineens allemaal of hebben we het niet eerder opgemerkt? We lopen stug door, met af en toe wat gilletjes en zijn blij dat er verder niemand in het bos is. Wat zullen ze wel denken. We komen erachter dat we wat dit betreft ook hetzelfde zijn. We hebben beiden zulke verschillende levens, maar in de jaren dat we samen wandelen, zijn we er wel achter gekomen dat we in heel veel opzichten toch erg op elkaar lijken. Zou het komen, omdat we bijna net zo oud zijn? We zijn van hetzelfde jaar, zij is nog geen vierentwintig uur eerder dan mij geboren en we hebben dus hetzelfde sterrenbeeld.
We moeten hierna een veel smaller pad op. Zullen we dat wel doen? Of toch kiezen voor het grotere pad, wat we de vorige keer hebben genomen, maar dan komen we weer niet langs het heideveld. We gaan toch voor het smalle pad, mijn wandelmaatje voorop en als ik haar zeg dat zij nu de spinnen opvangt zegt ze dat zij dit ook net had bedacht. We voelen nog wel wat, maar gelukkig valt het al met al mee. Even hierna komen we weer op een groter pad en hebben we geen last meer van de spinnenwebben en hun bewoners. We vervolgen weer in een wat krasser tempo onze weg, nog steeds druk pratend en kiezen toch weer het verkeerde pad. Het heideveld kunnen we helaas weer niet goed aanschouwen, maar we hebben weer heerlijk gewandeld …

Die nacht kan ik de slaap niet vatten. Ik val af en toe wel in slaap, maar voel steeds gekriebel op mijn hoofd. Wat is het? Ik heb steeds het gevoel dat er een spin over mijn gezicht loopt, maar als ik heel voorzichtig tast, voel ik alleen mijn eigen haar. Ik doezel weer in slaap, maar opnieuw voel ik weer wat. Ik word er kriegel van en kan de slaap niet vatten. Wil het licht niet aandoen, omdat Joop ligt te slapen.  Het zal wel verbeelding zijn, maar als ik mijn ogen dicht doe, zie ik toch steeds weer een spin en in mijn gedachten wordt hij steeds groter …Uiteindelijk ga ik mijn bed maar uit, beneden even mijn gedachten op wat anders zetten. Ik dacht dat ik niet meer bang was voor spinnen, maar dat valt toch wel een beetje tegen …

DSC03427     tekst

Eén reactie op “Spinnen en ander ongedierte

  1. Hoi Lien, wat weer een mooi verhaal…. Maar spinnen en al dat kleine kriebelende beestjes, is ook niks voor mij….maar de wandelingen die jullie weekelijks maken is toch heerlijk, even ergens anders en met je wandelmaatje over alles en nog wat bepraten….houen zo en geniet ervan….xxx

Plaats een reactie