Een dagje op stap met mijn jongste zoon

in het bushokje 2     in de trein     DSC01369

Met enthousiasme praat Lesley over zijn aankomende dagje weg met vrienden. Ze gaan lekker shoppen in Amsterdam, gezellig een dagje weg met de trein. Sylvain hoort het gelaten aan. Hij vindt het jammer dat hij niet mee mag.Als Lesley ’s avonds thuiskomt met dikke verhalen, maar vooral een tas vol kleding welke hij uitbundig aan ons toont, kijkt Sylvain er een beetje beteuterd naar. Hij houdt ook van mooie kleren, verwacht misschien min of meer dat Lesley ook wat voor hem heeft meegenomen … Dit was afgelopen Kerstvakantie. Vanaf die tijd antwoord Sylvain steevast op mijn vraag die ik stel op de voor hem standaard vraag: ‘Wat gaan we doen?’, ‘Wat wil je doen?’ ‘Ik wil shoppen’. Eén keer lukt het ons om tussen de bedrijven door nog even snel naar de stad te gaan en voor hem naar kleren te kijken. Toch is dit niet helemaal wat hij bedoeld. Hij wil ook graag met de trein…

Ik kijk naast me. Daar zit een jongetje met een smile van oor tot oor. Hij kijkt eens naar de jongen en het meisje naast ons. Zij kijkt op haar telefoon. Meteen duikt hij in zijn tas. Hij heeft zijn Nintendo DS meegenomen en gaat een spelletje spelen. Niet dat hij er veel van begrijpt, maar hij heeft dit een ander kind een week geleden zien doen en heeft zijn eigen weer opgezocht. Jij mag wel op mijn tablet, zegt hij goelijk als ik deze uit de tas vis.
Hij kijkt eens naar buiten. Gaan we nog rijden? Meneer is ongeduldig. Wachten en stilstaan, dat vindt hij maar niks. Als de trein eenmaal rijdt is hij rustig. Kijkt om zich heen en als hij een ander foto’s ziet maken met zijn telefoon, pakt hij zijn tablet en maakt ook de ene na de andere foto. Ik probeer hem duidelijk te maken dat hij geen foto’s mag maken van andere mensen. Dat vindt hij maar raar, maar hij probeert er om te denken. Hij vermaakt zich prima in de trein. We zien van alles, paarden, vogels, tractoren, vrachtauto’s, water, huizen … met hem zie ik veel meer dan als ik alleen ben.
De tijd vliegt om en voor we het weten zijn we al in Almere. Sylvain wil rechtstreeks naar de winkel. Hij kan niet lezen, maar weet direct waar we naartoe gaan. Of volgt hij gewoon de stroom? Eerst nog naar de toilet is eigenlijk niet wat hij wil, maar door ervaring wijs geworden, gaan we dit toch echt doen.
In de winkel besluit ik eerst maar voor hem te gaan kijken. Het is best druk. Overal graaiende mensen, mensen die precies voor je neus gaan staan etc. Eigenlijk hou ik daar helemaal niet van.
Sylvain loopt op zijn doel af. Zit wel eerst bij de te kleine kleren, maar als hij eenmaal weet waar hij moet zijn, dan weet hij ook wel wat hij wil. Hij ziet direct een leuk paar schoenen. Nog even verder kijken wil hij niet, nee deze zijn mooi. Ook bij de t-shirts weet hij precies welke hij wil hebben en de broek die mama uitzoekt is ook wel oké. Eigenlijk wil hij van alles, geen benul van dat het geld kost en dat hij echt niet alles zomaar mee kan nemen. We verzamelen zo wat kledingstukken. De t-shirts, jas en schoenen kunnen we zo wel even passen, maar voor de broek moeten we toch echt even een pashokje zoeken. Een broek zomaar meenemen is geen optie, voor Syl is het moeilijk om broeken te kopen. Ten eerste omdat hij dun is en ten tweede vanwege zijn brace.
Ik loop met hem richting de paskamers. Vraag me ondertussen wel af wat die mensen in het gangpad toch allemaal staan te doen, maar kom er dan achter dat dit een hele lange rij is voor de kleedhokjes. Bij de kassa staat in verhouding een kortere rij. Dit kan ik mijn kind echt niet aandoen en mezelf ook niet. Dat gaat hij echt niet trekken, zolang in de rij staan en daarna ook nog bij de kassa. Dan toch maar de broek even tussen de kledingrekken proberen te passen. Ik vraag me even af of ik dat nog wel kan maken. Sylvain is per slot van rekening al twaalf. Ook Sylvain kijkt me wel even vertwijfelt aan, moet hij echt zijn broek uitdoen? Midden in de winkel? Tja, terughangen dan maar? Hij besluit zijn broek toch maar uit te doen. Handig is het niet. We staan/zitten tussen de kledingrekken met drie tassen, er lopen steeds mensen langs ons heen en weer of ze willen ergens bij. Met mijn winterjas en een vest eronder, heb ik het inmiddels ook wel erg warm, maar het is gelukt en de broek past.
Ik vind het nu wel welletjes en Sylvain heeft het inmiddels ook gehad. We gaan naar de kassa en vervolgens naar beneden, waar ik eigenlijk nog even voor mezelf wilde kijken. De tassen zijn echter best zwaar, ik heb het warm en het geduld van Sylvain is op. Voor hemzelf kijken is prima, maar voor mama is toch wel lastig.  We gaan lekker naar buiten, het is heerlijk weer en op een grote bank tussen het station en de winkel zit het vol met mensen. Wij nemen hier ook plaats en eten ons meegenomen broodje op. Sylvain heeft ondertussen alweer contact met de mensen naast ons, die alles krijgen te zien van wat hij net heeft gekocht. Hele verhalen heeft hij en gelukkig reageren ze enthousiast.
Hierna lopen we nog even door de winkelstraat. Sylvain bemachtigd een kaart van Almere en een cityguide. Gewapend met de kaart loopt hij door de stad en verteld mij zogenaamd welke kant we op moeten. Hij geniet zichtbaar van het uitstapje en het liefst praat hij met iedereen.
Als we uiteindelijk weer bij het station aankomen, moeten we nog even wachten op de trein. Ik zeg in eerste instantie dat we wel even binnen kunnen wachten, maar ach we kunnen ook wel even blijven staan op het perron. Sylvain is echter al naar de wachtruimte op het perron gelopen en roept enthousiast: ‘Hier kunnen we nog wel zitten’. Ik stap binnen en het zit best vol, maar Sylvain heeft ondertussen de mensen waar we eerder naast zaten ontdekt en neemt gezellig ‘tussen hen in’ plaats. Een aantal vrouwen met dochters die hem moeiteloos opnemen in hun gezelschap.
Even later op het perron ziet Sylvain dat alle mensen net zo’n tas als hij hebben. De tas had ik tot dan toe vast, maar nu wil hij zijn eigen kleding vasthouden en hij gaat er gezellig bijstaan en laat even zien dat hij ook zo’n tas heeft.

Soms vraag ik me wel eens af, wat moet een bescheiden moeder, die niet zo geneigd is om met Jan en alleman contact te maken, met een kind als Sylvain? Door hem kom ik met veel mensen in contact. Praat ik (min of meer gedwongen) met vreemden, hoop ik maar dat ze mijn kind niet vervelend vinden en weet ik niet altijd goed hoe ik ermee om moet gaan.  Aan het eind van de treinreis is Sylvain nog met een paar jongere kinderen aan het spelen, die wel erg veel mogen van hun ouders. In de dubbeldekker een rondje maken van boven naar beneden en terug, terwijl het best druk is. Op een gegeven moment wordt gevraagd of Sylvain ook met hen mee mag door de moeder, waarop ik ‘Nee’ antwoord. Ik vind het vervelend als ouders hun kinderen anderen laten lastig vallen (in mijn  ogen). Sylvain vindt dit natuurlijk niet zo leuk en volgens mij vindt die moeder het maar raar dat het niet mag. Ben ik nu zo moeilijk?
Al met al is het een geslaagde dag en Sylvain showt ’s avonds vol enthousiasme zijn kleding aan zijn vader en broer.

Met tas op het station         DSC01373          DSC01379

 

 

 

Praten

            

Praten is iets wat ieder op zijn eigen tempo leert. De een is hier sneller in dan de ander en die ander is weer sneller met andere vaardigheden. Toch gaan we ervan uit dat iedereen op een gegeven moment wel leert praten.
Dit is echter niet altijd het geval. Bij een kind met een beperking kan het zijn dat hij het nooit leert of het gaat allemaal een stuk langzamer en moeizamer. Bij de kinderen met NBS is er een groep die niet kan praten en ook een groep die wel kan praten.
Sylvain heeft gelukkig wel leren praten, dit ging echter niet vanzelf. Ondanks dat hij al vroeg geluiden maakte, duurde het lang voordat hij echt kon praten.
Lange tijd heeft hij alleen met één woordzinnen gesproken wat later 2 woorden werd en heel langzaamaan werden het echte zinnen.
Tegen de tijd dat hij naar school ging, op 4 jarige leeftijd dus, praatte hij nog niet goed en duidelijk. Voor zijn derde kwam hij al wekelijks bij de logopediste en dit is op school nog een aantal jaren doorgegaan.
Wat was het dan rustig in huis zou je denken, maar dat was niet het geval. Onze oudste zoon praat juist heel veel, meer dan voor 2 …

Nu praat Sylvain goed. Althans wij vinden het goed, wij begrijpen hem en hij kan over het algemeen duidelijk aangeven wat hij wil. Zowel naar ons als naar een ander. Niet altijd is het allemaal even begrijpelijk. Dit komt omdat hij soms zo enthousiast is dat het niet helemaal lukt om goed uit zijn woorden te komen of hij wil vertellen wat er op school is gebeurd en vergeet toch een aantal belangrijke woorden, waardoor het voor ons niet helemaal duidelijk is, maar in het algemeen begrijpen we hem.
Er is een tijd geweest dat ik dacht dat de helft van wat hij vertelde onzin was of dat hij het maar verzon, maar ik kwam er achter dat bij alles wat hij zei toch echt een kern van waarheid inzat, al klopte het verhaal niet helemaal, omdat hij een aantal dingen door elkaar haalde. Daarnaast gebruikt hij (nog steeds) niet altijd de juiste woorden. Hij heeft het over een blauwe auto, trui, haar of wat dan ook, terwijl hij een andere kleur bedoelt, maar alle kleuren duidt hij in de regel aan met blauw. Als hij het heeft over iets in het verleden, heeft hij het over gisteren. Het kan rustig een jaar geleden gebeurd zijn, met zijn geheugen is niks mis. Als het om geld gaat, kost alles 6 euro en lange tijd is het de hele dag kwart voor 7 geweest, maar hij kan wel de juiste context aangeven. Al met al kunnen we nu aardig met hem converseren …
Ik denk dat onze praatgrage andere zoon hier zeker zijn rol in heeft gespeeld. Lesley is hét grote voorbeeld van Sylvain. Wat Lesley doet wil Sylvain ook. Sylvain is een echte papagaai. Niet alleen in praten, maar ook in doen, dus wat Lesley zegt, zegt Sylvain ook, wat Lesley doet, doet Sylvain ook (als het hem lukt). Doordat Lesley zoveel praat en Sylvain daar veel naar gekeken en geluisterd heeft kan hij het nu ook. Aan tafel probeert Sylvain op dezelfde manier als Lesley ons zijn verhaal te vertellen. Het gebeurt echter ook nog vaak dat Lesley ons een verhaal verteld wat hij die dag heeft meegemaakt en dat Sylvain dan bijna hetzelfde verhaal verteld, alleen met kinderen uit zijn klas in plaats van die van Lesley. We hebben dus vaak dikke lol aan tafel. En ondanks dat ik soms wel eens heel erg moe word van al dat gepraat van Lesley (hij mag graag uitgebreid vertellen over iets wat ook in een paar woorden had gekunt) ben ik hem hier juist heel dankbaar voor. Het is toch wel heel fijn dat Sylvain nu duidelijk kan maken wat hij bedoelt …

Dit jaar zit Sylvain in een klas met een aantal kinderen die niet of niet goed kunnen praten. Zij gebruiken veel gebaren. Sylvain die houdt van kopiëren, gaat nu over op gebarentaal.
Hij stoot me aan en klapt met zijn linkerhand op zijn rechterhand. Soms zegt hij er nog ‘helpen’ bij, het woord dat bij dit gebaar hoort (of het daadwerkelijk klopt weet ik niet, maar dat is wat hij zegt).
Met pijn en moeite heb ik hem geleerd dat hij niet alleen ‘helpen’ moet zeggen, maar netjes moet vragen ‘Wil je me helpen mama’. Nu hoor ik dus om de haverklap ‘pets pets’ voor of achter me. Ik probeer m’n geduld te bewaren en zeg tegen hem ‘Je kunt het gewoon vragen, je kunt toch praten?’ Het helpt nog niet iedere keer.
Joop heeft er een handje van om als hij met iets bezig is en er wordt wat aan hem gevraagd of iets tegen hem gezegd, om hier dan niet op te reageren voordat hij klaar is. Sylvain herhaalt zijn vraag dan net zolang totdat hij antwoord geeft.
Van de week probeerde Joop iemand te bellen, er werd nog niet opgenomen, dus Sylvain had dit niet in de gaten. Hij had al een aantal keren zijn vraag herhaald, maar er kwam maar geen reactie, waarop Sylvain zegt ‘Papa, je kunt toch praten!’