Sinterklaasperikelen

                      

Elke ouder van jonge kinderen kent dat wel. De stuiterende kinderen rond Sinterklaastijd. Dat begint vanaf de dag dat de Sint en zijn Pietermannen in het land komen of misschien al wel eerder, als de 1e Sinterklaasartikelen weer in de schappen liggen. Kinderen die niet kunnen wachten totdat ze hun schoentje kunnen zetten. Die het liefst elke dag wel hun schoentje willen zetten. Elke dag klinken de sinterklaasliedjes door het huis en wordt er naar buiten gekeken of er niet toevallig een Piet op het dak loopt. Druk en baldadig zijn ze in deze tijd. Menig ouder verzucht ‘Was het maar weer afgelopen’, maar we doen het onszelf aan met z’n allen.

In de tijd dat mijn kinderen klein waren kon ik het nog wel waarderen.  Vond ik het leuk om naar die enthousiaste kindergezichten te kijken, ook al heb ik zelf niks met Sinterklaas. Toch knaagde er altijd een stemmetje ‘Waarom lieg je tegen je kinderen? Zelf vond je dat toch ‘heel gemeen’, dat je ouders hierover tegen jou hadden gelogen?’ Daar komt misschien ook wel mijn weerstand tegen de Sint vandaan. Oké het is misschien best een gezellig feest, maar het wordt toch een beetje overschaduwd door bedrog en discriminatie. Daarnaast ben ik helemaal niet blij met de hele commercie eromheen.
Ergens in september liggen de eerste Sintartikelen al weer in de schappen, dus is het niet meer mogelijk om je kind mee te nemen naar de supermarkt. Ik heb nog even geen zin in dat Sinterklaasgedoe, dus doe ik de boodschappen vanaf dat moment alleen … Op meerdere televisiezenders zijn Sinterklaasprogramma’s en ook al mijd je deze, in de reclameblokken komt je kind ze toch tegen. Dan maar helemaal geen tv meer aan in deze tijd?
Dit jaar hebben we bedacht om niet meer aan het Sinterklaasgedoe mee te doen. Sylvain is inmiddels 11, door zijn verstandelijke beperking functioneert hij op een leeftijd van 5-6 jaar, maar wij ouders zijn er eigenlijk wel klaar mee. Ruim 10 jaar lang hebben we langs de kant gestaan bij de intocht. Bij Lesley gingen we ook naar de Sinterklaasfeesten van het werk, maar bij de Sylvain zijn we er snel mee opgehouden. Al die drukte rondom Sinterklaas was voor hem echt teveel en daarmee ook voor ons.
Vorig jaar hebben we al geprobeerd om Sylvain te vertellen dat Sinterklaas niet bestaat, dit drong echter niet tot hem door. Nu ben ik al eerder begonnen om het te vertellen net na de zomervakantie en ik heb het idee dat het langzaam aan door gaat dringen. We hebben verteld dat Sinterklaas niet meer bestaat, dat het nu een verklede man is en dat papa en mama de cadeautjes kopen. Dat het gewoon een gezellig feest is en dat we het daarom vieren.  Helemaal zeker ben ik er niet van of hij het begrijpt  en  het levert ons wel weer nieuwe problemen op.
Op school zijn ze er namelijk niet blij mee dat we hebben verteld dat Sinterklaas niet meer bestaat. De eerste tijd als een ander kind in de klas het over Sinterklaas heeft, zegt  Sylvain steevast ‘Sinterklaas bestaat niet’. We hebben hem wel verteld dat hij dit niet aan de andere kinderen mag vertellen, maar dit begrijpt hij kennelijk niet.
Op het moment dat ik Sylvain wel een keer meeneem naar de winkel, liggen daar net allemaal Sinterklaasschoencadeautjes. Hij ziet  witte handschoenen met een ring, net als Sinterklaas.
Ik heb verteld dat wij de cadeautjes kopen, dus nu is het ‘Mam, die wil ik hebben. Please, please.  Ik krijg hem met moeite bij het schap vandaan’ Een tijdje later in het kleedkamerhokje in het zwembad is het ‘Mam, ik wil die handschoenen en ring van Sinterklaas. Jij moet ze kopen in de winkel, want jij koopt de cadeautjes’. Hij krijgt het niet meer uit zijn hoofd.
Op school gaat het niet zo goed. Sylvain is veel boos, heeft driftbuien en begint weer te schoppen en slaan, dit wordt gewijd  aan het hele Sinterklaasgebeuren.
Thuis probeer ik er verder zo weinig mogelijk aandacht aan te schenken, we proberen de druk er af te halen. Ik neem Sylvain niet meer mee naar de winkel, we zijn niet naar de intocht gegaan, de tv gaat een kwartiertje later aan, maar moet ik hem dan ook 3 weken van school thuis houden?
Hij mag wel 1x zijn schoen zetten, want dat doen de andere kinderen in de klas ook …
Al voordat de Sint in het land is wordt er op school over de Sint gesproken. Ze zingen samen liedjes, praten er uitgebreid over in de klas, er worden allerlei werkjes gemaakt in de klas. De school wordt versierd, er komen rommelpieten langs die de klas op stelten zetten en zo kan ik nog wel even doorgaan. Dit alles begint al 3 weken voordat het daadwerkelijk 5 december is en Sinterklaas in de klas komt.
Alle kleine kinderen zijn uit hun doen, sommigen worden ook nog bang gemaakt dat als ze stout zijn ze dan geen cadeautje krijgen, maar een zakje zout of een tik met de roe.
‘Gewone’ kinderen ‘geloven’ tot ze een jaar of 7 zijn, daarna krijgen ze te horen dat die lieve man helemaal niet meer bestaat en gaat men over tot lootjes trekken. Zij vinden dit bericht niet leuk, maar begrijpen het.
In het speciaal onderwijs gaan ze er langer mee door tot zo’n jaar of twaalf. Het merendeel van deze kinderen kan hier helemaal niet tegen. Raken helemaal gestrest, hebben geen tijdsbesef en kunnen de drukte en onzekerheid helemaal niet aan. Waarom doen  ze dit de kinderen aan? En dan ondertussen mopperen dat ze zo druk zijn, niet handelbaar etc.

Eigenlijk ben ik er helemaal klaar mee. Wat een leuk feest moet zijn, is steeds weer een gestreste boel. Tussendoor gaat het ‘gewone’ leven gewoon door en moeten de cadeautjes gekocht worden in overvolle winkels. Als ik kijk naar wat iedereen koopt vraag ik me af ‘Hoezo recessie?’
Zijn we met z’n allen niet een beetje doorgeslagen?
In mijn ogen kunnen de Sintartikelen best wat later in de winkel liggen en is het beter dat ze op school pas een week voor 5 december over de Sint gaan praten, zodat er meer rust is.
Vertellen dat de Sint niet bestaat zorgt niet voor meer rust in het lijf van een kind met een  verstandelijke beperking  als de omgeving niet meewerkt….

 

Oranjekoorts

     

Half april zag ik al de 1e oranje spullen weer in de winkels liggen. Ik vroeg me verwonderd af of dat echt nu al begon. Het duurde toch nog een hele tijd voordat het EK zou beginnen?
Vlak voor 30 april kwam ik erachter dat dit natuurlijk met Koninginnedag te maken had, daar had ik even helemaal niet bij stil gestaan.
Niet lang daarna begonnen wel de eerste reclames te komen. Vooral supermarkten proberen elkaar iedere keer weer af te troeven. Wie lukt het om de voetbalplaatjes binnen te slepen? Wie heeft het leukste speeltje, knuffeltje, bandje of wat dan ook weg te geven bij zoveel euro aan boodschappen? Ik als moeder van een kind die dit natuurlijk gewéldig vindt en met hem vele andere kinderen, vind dit toch wel erg irritant. Ik neem me voor om hier niet aan mee te doen, ik doe gewoon mijn boodschappen bij de winkel waar ik altijd naar toe ga en laat me niet verleiden door dit soort stunts. Mijn jongste zoon denkt daar heel anders over.
Op weg van en naar de kermis met school kwamen we langs een supermarkt en de kinderen begonnen druk te praten. Op dat moment en ook op de terugweg had ik helemaal niet in de gaten waar dit nu over ging. Ik let niet zo op dat soort dingen en heb de grote reclame op de winkel helemaal niet gezien. Ik had op dat moment nog niet in de gaten waar mijn zoon het nu steeds over had, hij kan dit niet altijd even goed verwoorden, wat nog wel eens tot frustratie bij hem leidt. Totdat hij een paar dagen later de folder van de betreffende winkel in de bus zag en hem eens goed onder mijn neus wreef. Dát bedoelde hij. Ik met mijn domme hoofd heb toen gezegd dat ik 1x wat in die winkel zou kopen, zodat hij zijn speeltje zou krijgen, maar meer dan 1 kreeg hij niet. Eigenlijk snap ik het ook wel. Natuurlijk is het leuk, zo’n speeltje waar ook nog een leuk muziekje uitkomt, op school ziet hij kinderen die zo’n speeltje hebben, dus dat wil hij ook, maar ons huis ligt altijd al bezaaid met rommel en mijn man is helemáál niet blij met al deze ‘onzin’.
Gelukkig komen we bijna nooit op het winkelcentrum, waar deze supermarkt zich bevindt. Geen probleem dus, maar een aantal dagen later moesten we wel op het winkelcentrum zijn en was ik het speeltje natuurlijk helemaal vergeten. We gingen niet naar de supermarkt en dat hebben we ook echt niet gedaan, maar een kind wat je een belofte hebt gedaan, kun je toch niet negeren zonder dat er een boze bui ontstaat. Moeilijk hoor dit soort situaties, maar ik wil toch voet bij stuk houden.
Uiteindelijk heeft hij z’n speeltje een aantal dagen later wel gekregen, zoals beloofd. De dag erop kwam hij van school met nog zo’n speeltje. Had hij verdient met zijn ‘dikke duimen’. Per dag kan hij een aantal ‘dikke duimen’ verdienen als hij goed zijn best doet en bij 5 ‘dikke duimen’ mag hij iets uitzoeken. Een middel wat hij nodig heeft om zijn aandacht bij zijn werkjes te houden. ‘Had ik dat geweten’, dacht ik. Dan was ik niet apart naar die winkel gereden.
Een paar dagen later komt hij met een arm vol armbandjes thuis, gekregen van zijn vorige taxichauffeur en nog een dag later komt hij thuis met nog weer een ander soort speeltje, gekregen van een lieve meneer in de winkel toen hij even met de juf boodschappen was gaan doen …
Tja, dan kun je zelf wel besluiten om niet aan al die acties mee te doen, maar mijn zoon gaat echt geen nee zeggen als hij het krijgt aangeboden. En geef hem eens ongelijk. Ons huis blijft dus steeds meer ‘rommel’  verzamelen …

           

Ongeveer 2 weken geleden begonnen de eerste mensen bij ons in de buurt met het versieren van de straat. Sylvain vond dit natuurlijk prachtig. Ik zag het wel, maar daar is ook alles mee gezegd.
Die avond en ook de volgende dag had hij het maar steeds over ‘Dat wil ik ook’, maar wat nou ‘dat’ was, dat kon hij me niet uitleggen en ik had ook niet door waar hij het nu over had. Ik was nog helemaal niet bezig met het EK. Het was het weekend dat Joop en Lesley in Arnhem zaten en daar was ik veel meer met mijn gedachten.
De volgende dag na het wandelen met de hond, kwamen we die kant de straat in waar alle slingers al rijkelijk wapperden. Sylvain bleef staan, keek demonstratief naar boven en zei ‘ Dat bedoel ik met dat’. Oké, dat was duidelijk. ‘Nou daar beginnen we echt nog niet aan hoor’ zei ik ‘en wat mij betreft helemaal niet’ dacht ik erachter aan. De oranjekriebels hadden mij nog helemaal niet in zijn bezit.
Afgelopen week begon Sylvain elke dag opnieuw over dat. Gaan we ‘dat’ nog doen? Mijn antwoord was steevast nee.
Gisteren, toen hij me vroeg wat we gingen doen en ik aangaf dat hij dat mocht zeggen, heeft hij zijn kans gegrepen. Hij wilde knutselen. ‘ Wat wil je dan maken? Een leuk boekje?’ Anders vindt hij dit leuk en is enthousiast. Nu trok hij een gezicht waaruit ik opmaakte dat dat nu niet de bedoeling was. ‘Wat wil je dan?’ was mijn volgende vraag. ‘Vlaggetjes maken’, riep hij triomfantelijk. Ach waarom ook niet. Even daarop zaten we samen vlaggetjes te maken en begon ik het zelf toch ook wel leuk te vinden. Op mijn zoektocht naar knijpertjes om de boel op te hangen, kwam ik ineens de oranje, rode, witte en blauwe slangetjes tegen van een aantal jaren geleden. Wist niet dat we die nog hadden. Toen Sylvain deze had ontdekt, was hij helemaal enthousiast en heeft hij ons huis daarmee versiert. Hartstikke leuk om mijn kind zo fanatiek te zien ‘werken’. Lesley vond het ook erg leuk toen hij thuiskwam en vroeg wanneer we nu de tuin eens gingen versieren en ook Joop had het al over de vlag van 2 jaar geleden gehad. Ik kom er niet onderuit en door het enthousiasme van mijn kinderen en nu het EK toch steeds dichter bij komt, begint het bij mij toch ook langzaam aan wel te kriebelen…

          

Al een aantal dagen achter elkaar heb ik met kromme tenen geluisterd naar de voetbalanalisten op tv. Als ik hen moet geloven, gaat Nederland het niet ver schoppen. Liggen ze er in de eerste ronde al uit. Zij zullen het wel weten, zij hebben er verstand van toch? Maar hier wil ik toch echt niet naar luisteren. Wat een gezeur allemaal. Ga nu toch niet het plezier van half Nederland vergallen. Het is toch helemaal niet leuk om op deze manier het EK in te gaan?Ik weet best dat Nederland in de voorbereiding niet zijn beste spel heeft laten zien. Ik weet best dat in de poule waar zij in zitten ook Duitsland en Portugal zitten en dat dit geen minne tegenstanders zijn, maar om nu bij voorbaat al te zeggen dat ze geen schijn van kans hebben…
Het is toch een spelletje met kansen, de tegenstander kan ook net z’n dag niet hebben, je weet nooit hoe de bal rolt, als je vroeg scoort of iemand raakt geblesseerd, krijgt een kaart of wat dan ook, zoveel zaken die je niet van tevoren kunt beïnvloeden, dan kan het allemaal toch heel anders lopen?
Ik wil niet van tevoren denken dat ze geen enkele kans van slagen hebben, dan is er toch niks aan om te gaan kijken? Dan kan ik in die tijd beter wat anders gaan doen.
Nee hoor, ik ga lekker onbevangen voor de buis zitten en we zien wel waar het schip strand.
Ik heb zin in de gezelligheid die zo’n toernooi met zich meebrengt. Een van de 1e wedstrijden van Nederland in een EK of WK speelt zich meestal af op of rond Joops verjaardag, zo ook deze keer, dus de 1e wedstrijd gaan wij samen met familie en vrienden gezellig bij ons op de bank kijken. Dit leidt er vaak toe, dat we de eerst volgende keer bij een ander worden uitgenodigd en daarna weer bij een ander, zodat we de wedstrijden gezellig met een clubje ‘supporters’ kijken. Hoe meer zielen hoe meer vreugd, alhoewel bij verlies de vreugde wel even ver te zoeken is …
Voor degenen die net zo kunnen genieten van een wedstrijdje kijken als ik, heel veel plezier en ik hoop dat we het ver gaan schoppen. Ik geloof dat de oranjekoorts mij heel langzaam te pakken krijgt …